Nummer 79. Donderdag 4 October 1894. 17e Jaargang.
HE l!ililOMU(,:STIl
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
UITGEVER:
ANTOON TIELEN
FEU1LLETOX.
BUITENLAND.
Frankrijk.
De Echo van het Zuiden,
Waalwijksdie ra Laiigstraalsdie Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag: en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Waalwijk.
Advertentiën 1—7 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel-
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, morden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Het veer te Drongelen en de kamer
van koophandel te Waalwijk.
(INGEZONDEN.)
Geachte Redactie
Met groote belangstelling volgden wij de
pogingen, den «laatsten tijd door u in 't werk
gesteld, om door het openbaar maken van
grieven tegen den nieuwen toestand aan het
veer te Drongelen, de betrokken autoriteiten
wakker te schudden en aan te sporen tot
het nemen van alle maatregelen, welke kunnen
dienen om daarin de eenige afdoende ver
betering te verkrijgen namelijk het leggen
van eene brug.
In die orde van denkbeelden begroetten
wij uw artikel in het nummer van 23 Sept.
jl. met onverdeelden bijval. Wij beamen in
alle opzichten al het daarin aangevoerde.
Vooral droeg onze volkomen instemming weg
uwe tot de Waalwijksche kamer van koop
handel gerichte uitnoodiging „om deze zaak
met kracht ter hand të nemen, op de wijze,
welke haar onder de gegeven omstandigheden
het meest geschikt voorkomt."
Door opgedane ondervinding geleerd, koes
terden wij en koesteren wij nog steeds de
beste verwachting van het optreden der kamer
in alle aangelegenheden, waarbij de belangen
van haudel en nijverheid betrokken zijn.
Zeer heeft het ons daarom te leur gesteld,
na het openbaar worden van boven bedoeld
artikelnog geen teeken van leven van de
kamer vernomen te hebben.
Zelts is zij, voor zoover bekend, tot op het
huidige oogenblik nog niet tot eene verga
dering opgeroepen. Zou de anders zoo wak
kere voorzitter op het voorbeeld van den
goeden dichter Homerus, die tusschenbeide
ook wel eens een uiltje knapte quando_
,onus dormitat Homerusook ingedommeld
zijn
Verre van ons deze gedachte! Maar mocht
het toch waar zijn, dan hopen wij dat hij
door dit schrijven uit zijne sluimering moge
worden opgewekten met nieuwe energie
aan 't hoofd der kamer in de bres springe
Naar het Fransch door W. v. R.
Overgenomen uit de Meierijsche Courant
115
»Waartoe zou die bekentenis dienen?-» dacht zij.
Dat bewijs, waarvan Lucien sprak, dezen brief
achtte zij toch verbrand; dit weten wij reeds.
En zoo Jacques Garaud werkelijk ongedeerd
zijn weg door de vlammen had kunnen vinden,
wat mocht er dan wel van hem geworden zijn
Waar zou zij hem zoeken? Waar hem vinden?
Eenentwintig jaar kon hij reeds dood zijn.
Jeanne zou dus niets anders kunnen doen dan
herhalen
,1k ben onschuldigDat zweer ik!-»
En waartoe zou dat dienen
Heden zoowel als vroeger zou zij door alles
verpletterd worden.
//Dan is de arme Lucia thans veroordeeld!* riep
zij snikkend uit. „De schande liarer moeder zal
ook haar ongeluk zijnHeden verlaten zal zij
dan morgen vergeten zijn I Dat is verschrikkelijk
wreed en onrechtvaardigDoch ik verwijt u niets,
nietsIk begrijp dat gij uwen onbevlekten naam
niet met den onteerden naam van het meisje
kunt vereenigen
„De wereld zou het mij niet vergeven 1" ant
woordde Lucien. „De wereld zou mij als een
ontaarden zoon beschouwen.'
„En hoe zou die uw geheim kennen
„Dat zou spoedig worden bekend gemaakt.'
„Door wien dan toch?'
«Door hen, die er belang bij hebben zich over
Lucia en mij te wreken.'
«-Door Harmant en zijne dochter, niet waar
Daarmede hebben zij u reeds bedreigd?'
«Ja, de vader heeft mij daarmede bedreigd.'
«-En hij zou doeu wat hij gezegd heeft. Die
man verlangt, dat gij zijn kind redt, en daarvoor
moet Jeanne Fortier's dochter opgeofferd wor
den Wat kunnen hem anderen schelen? Zijne
dochter voor allesMaar waarom hebt gij mij
voor de bedreigde belangen van handel en
industrie.
Men spare ons het afgezaagde deuntje, dat
de kamer zich reeds meermalen met deze
zaak bemoeid heeft. Men kent het spreek
woord „de aanhouder overwint'" Wat men
tot nu toe niet heeft verkregen, moet men
met onverflauwden ijver blijven vragen.
Gutta cavat lapidem. De droppel holt den
steen uit, niet door enkele malen te vallen,
maar door daarmede onverpoosd voort te
gaan.
Ook kome men ons niet aan boord met
de kinderachtige bewering, dat de kamer van
koophandel niet zal gedaan krijgen, wat het
gemeentebestuur tot dusverre niet vermocht.
Vooreerst is, n'en deplaise aan onze vroede
vaderenhet door het gemeentebestuur in
deze verrichte nog wonder weinig; 't bepaalt
zich, volgens de verklaring van den burge
meester zelt, tot een in Februari geschreven
brief; verder de fameuze lastgeving aan den
veldwachter tot het doen van waarnemingen,
en eindelijk eene belofte voor de toekomst.
Niemand nu zal vinden, dat dit zoo bi'ster
veel is en verwachten, dat alleen hierop reeds
dadelijk de verlangde brug zou zijn daarge-
steld geworden. Neen, daarvoor zal harder
gewerkt moeten worden, en dit verwachten
wij van de kamer van koophandel.
Ook is 't er zeker niet om te doen, dat
de kamer het gemeentebestuur een vlieg zal
afvangen, maar alleen dat de kamer, tegelijk
met het bestuur, al haren invloed in de weeg
schaal legge om te geraken tot het beoogde
doelhet verkrijgen van eeue brug voor het
veer te Drongelen.
Dit verlangen wij van de kamer en in
verband hiermede, dat niet langer zal gedraald
worden met het beleggen van eene vergade
ring van die corporatie.
Mocht men echter goedvinden, om de eene
of andere ons onbekende reden de zaak op
de lange baan te schuiven, dan zullen wij
genoodzaakt zijn ons zeiven te helpen en
hiertoe zijn wij ook vast besloten. Daarbij
rekenen wij op uwe medewerking, geachte
hierheen gevoerd Is het om mij te belasten
aan Lucia mede te deelen, dat zij slechts met
afschuw aan hare moeder denken kan, met haat
en afgrijzen
„Alleen om u te verzoeken haar te doen be
grijpen, dat mijne eer tusschen haar en mij een
diepen afgrond graaft.'
„En gij gelooft," hernam Jeanne onmiddellijk,
„dat ik aan Lucia het bloed ga bekend maken,
dat in hare aderen vloeit Dan zoudt gij willen,
dat ik bij de smart der verlatenheid nog de
schande, nog de oneer voegde O, reken niet op
mij, mijnheer LucienDaarvoor zal ik nooit den
moed hebben I"
Mama Lison. wij mogen aan Lucia niet eene
hoop laten, die haar naderhand, wanneer zij niet
verwezenlijkt werdnog des te zwaarder zou
doen lijden.'
De brooddraagster werd door snikken verstikt.
Zij antwoordde geen woord en richtte zich naar
de deur.
„Mama Lisonherhaalde de jonkman, tot haar
naderend en hare hand grijpend.
Jeanne trok haastig die hand terug.
„Adieu, mijnheer Labroue," zeide zij, adieu 1'
En zij haastte zich naar buiten, zonder dat het
Lucien mogelijk was haar tegen te houden.
„Arme Lucia 1' zeide hij, zich in een zetel la
tende nedervallen. „Arm kind! Waarom moet
gij Jeanne Fortier's dochter zijn
Geruimen tijd bleef hij nadenkend door droef
heid overstelpt, zonder zelfs te merken, dat de
tranen over zijne kleeding vloeiden.
Eensklaps stond hij op, greep het proces-ver
baal, dat Jeanne op de tafel had nedergelegd,
vouwde 't dicht en stak het in den zak. Dan ging
hij naar beneden, steeg in zijn rijtuig en liet
zich naar Paul Harmant brengen.
Zoodra Jeanne Lucieu's kamer verlaten had
gaf zij een vrijen loop aan hare tranen.
Met den grootsten spoed liep zij de stad door,
als eene waanzinnige, ae personen, die haar tegen
kwamen, bijna oraverloopend.
Schier aanhoudend herhaalde zij op luiden toon
de woorden
„Mijne dochter 1Lucia is mijne dochter 1
Ik heb mijne dochter weergevonden 1'
Van lieverlede echter bracht de versche lucht
redactie; wij houden u aan uw woord en ver
wachten in dat geval van u een concept-adres,
dat na goedkeuring onderteekend door alle
geïnteresseerden in Waalwijk en omliggende
gemeenten, zal worden opgezonden aan wien
het behoort, om getuigenis af te leggen van
het feit, dat wij ons niet zonder verzet laten
welgevallen de benadeeling van onze belan
gen en de verkorting van ons goed recht.
Dit, wij vertrouwen hetzal echter niet
noodig zijn, althans niet in de eerste plaats;
vooraf zal de kamer hare stem doen hooren.
Autoriteiten en particulieren moeten samen
werkenhunne adressen en bemoeiingen
moeten elkander wederzijds aanvullen en
steunen. Zij moeten vast aangesloten strijden
voor ons recht
Eene brug te Drongelen over den Niemoen
Maasmond
Volgens berichten van Madagascar, met
de Australien aangebracht, zijn bij de on
geregeldheden, die aldaar plaats hadden ten
gevolge der opgewondenheid, waarin de be
volking verkeerde, twee Fransche ambtenaren
van den resident-generaal in de nabijheid
van Tananarive aangevallen metsteenen. Een
hunner werd zwaar gekwetst.
Elders zijn de eigendommen van Franschen
aangevallen en verwoestingen aangericht.
Te Nimes in Frankrijk, is een oproer
van belang ontstaan door het verbod der
overheid om stierengevechten te houden
waarbij de dieren worden gedoodwelk
laatste met 's lands wet uitdrukkelijk in strijd
is. De gemeente-overheid schijnt voor toe
geven, maar de prefect handhaaft de tot nu
toe herhaaldelijk op ergerlijke wijze ontdoken
wet. Bloeddorstiger oorzaak hebben zeker
niet veel oproeren gehad.
Een vreeselijke brand heeft Zaterdag
haar tot kalmte. De koorts, die haar bijna tot
kookhitte bracht en hare slapen geweldig deed
kloppen, bedaarde langzamerhand.
Tegenover het Havrestation nam zij een rij
tuig om zich naar de Bourbonkade te laten
brengen.
In 't rijtuig gezeten, dacht zij diep na.
„Zoo heeft God dan," sprak zij in zich zelve,
„mij bij een mijner kinderen gebracht, bij mijne
LuciaTelken dage zag ik haar, en, zonder te
weten waarom, beminde ik haar dagelijks meer
en meer! Zij was gelukkig, en ik gevoelde mij
gelukkig over haar geluk. En nu, op het oogen
blik, dat ik ontdek, dat Lucia mijne dochter is,
wordt zij in het ongeluk gedompeldHoe is het
toch gekomen, dat zij liefde heeft opgevat voor
den zoon van den man, dien men mij beschuldigt
vermoord te hebben?De schande der misdaad,
die ik niet begaan heb, de smaad der onrecht
vaardige verourdeeling, die ik heb ondergaan,
vallen op mijn kind neder!En ik mag Lucia
niet toeroepen: Ik ben uwe moeder, wantik zou
er onmiddellijk moeten bijvoegen: Juist daar ik
uwe moeder ben, heeft uw verloofde u verlaten,
juist daar ik uwe moeder ben, zult gij moeten lijden
en weenen O, 't is verschrikkelijk En
mij heeft Lucien uitgekozen om aan Lucia te
zeggen Gij bemint en hebt geheel uw leven in
die liefde gesteld Welnu, verban die liefde uit
uw hartdie liefdewelke niet de geringste
hoop meer geven kanGij zijt de dochter
eener gevloekte moeder en kunt den naam van
een eerlijk man niet dragenZal ik ooit den
moed hebben haar deze woorden toe te voegen?
En zoo zij dan eens hare moeder vervloekte, na
mij gehoord te hebben Neen, neen, ik zal
't haar niet zeggenLucien zal niet wederkeeren.
Zij zal ongerust zijn, zeer gekweld, doch ik zal
haar niets zeggenYreeselijk zal zij lijden,
doch ik zal bij mijne dochter zijn om haar te
troosten, om haar te verzorgen, te genezen
Zij zal van liefde niet sterven, mijne Lucia
Ik ben zelfs niet van schande gestorven.
Toen Jeanne op de vijfde verdieping aankwam
en voor Lucia's kamer een oogenblik stilstond,
werd zij door eene hevige ontroering bevangen.
Daar was dan hare dochter
Zij stond op 't punt haar te zien, haar te
omhelzen, maar zij mocht geen woord spreken.
Op 't oogenblik, dat Pierre Fortier's weduwe
gewoed in eene Parijsche, te Saint-Ouen
gevestigde suikerraffinaderij, 's Ochtends te
51/2 uren zag een waker de vlammen uit de
vierde verdieping van het gebouw uitslaan.
Hij waarschuwde onmiddellijk den directeur
en al het personeel in de inrichting. De
spuiten der fabriek gaven wel spoedig water,
doch bij den omvang, dien de brand al da
delijk had gekregen, mocht dit weinig baten.
Te 6 ure stond het geheele gebouw, dat
eene oppervlakte van 1200 vierkante meter
besloeg, in lichtelaaie. Het was een indruk
wekkend, een aangrijpend gezicht, die reus
achtige vlammenzee, zich hoog en hooger
en weer hooger voortheffende uit het fabriek
die vijf verdiepingen telde. Gaandeweg kwa
men er stoom- en andere brandspuiten aan
rukken. Te acht uur begon men door alle
krachtsinspanning het vuur meester te worden.
Van alle zijden waadde men ver en diep
door het water, het suikerwater, want
de 1.500,000 kilo suiker in de fabriek had
zich voor een goed deel opgelost.
Het gebouw is geheel vernield. De schade
wordt op meer dan een millioen geschat. De
fabriek telde 250 arbeiders er arbeidsters.
Gelukkig is er bij dit onheil slechts één
persoon gekwetst, niet ernstig.
Te Lunel, departement Herault, is in
een nagenoeg in het hart der plaats gelegen
huis, welks bewoners op het land waren, in
braak gepleegd. De dieven want kennelijk
waren het meer dan één geweest zijn
door een venster, waarvoor geen blind was
en dat uitkwam op den zolder, ingeklommen.
Van daar zijn zij naar beneden gedaald, en
na verder door middel van braak doorge
drongen te zijnhebben zij zich toegang
verschaft tot het kantoor, waar zij de geld
kist hebben weten open te breken. Ddar
vonden zij eene aantal obligatien en aan-
deelen op naam, gezamelijk ter waarde van
1.800.000 fr. De dieven, hiermede nog niet
tevreden, hebben hunne onderzoekingen ver
der uitgebreid en de sloten van meubelen
doen springen. Op die wijze hebben zij zich
binnentrad, moest zij zich met geweld tegen
houden, om de handen niet tot hare dochter uit
te 9trelcken met den uitroep op de lippen
.,Kom, mijn kind, kom uwe moeder omhelzen!'
Zij had echter den moed en de kracht een be
daard uiterlijk te nemen.
„Ha, zijt gij daar, mama Lison riep Lucia
glimlachend uit.
„Ja, liefste, hier ben ik!"
De brooddraagster oiffhelsde met bijzondere
vurigheid de werkster, en vroeg dan
„Zijt gij uitgeweest, mijn kind
„Ja, naar madame Aiigustine, doch dat spijt
mij zeer.*
„En waarom?'
„Omdat Lucien gedurende mijne afwezigheid
hier geweest is."
„Dat heeft mij de portierster ook medegedeeld,
toen ik hsar zooeven voorbijging."
„Hebt gij hem niet gezien, mama Lison?*
„Neen, mijn kind, neen; ik heb hem niet gezien,'
antwoordde zij zoo vastberaden mogelijk.
„De portierster heeft mij gezegd, dat hij er zeer
droefgeestig uitzag."
„Dat zal zij zich maar hebben ingebeeld."
„Misschien welDoch, indien hare oogen eens
goed gezien hebben Ik ben zoo angstig, mama
Lison."
Jeanne huiverde.
„Angstig, lieve vroeg zij. „Maar waarvoor
dan toch
„Sinds den morgen, dat mejuffrouw Harmant
mij bezocht, heeft zich een droevig voorgevoel
van mij meester gemaakt."
„O, maak u niet moede over zaken, die geen
reden van bestaan hebben. Tracht die in plaats
zooveel mogelijk te vergeten. Willen wij van
avond saam dineeren
„Uitstekend, mama Lison."
„Ik zal voor de tafel zorgen, dan kunt gij aan
uw werk blijven. En nu geen sombere gedachten
meer, liefsteHoort gij dat
Jeanne verliet het vertrek om voor de noodige
provisie te gaan zorgen.
„Arme, arme Lucia!" dacht de goede vrouw,
„wat zal zij een wreed lijden hebben te door
staan, wanneer zij de waarheid verneemt.'
Wordt vervolgd.