Nummer 84. Zondag 21 October 1894. 17e Jaargang 1 BR00DDR1AGSTEÜ. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. UITGEVER: ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. FEUILLETON. BUITENLAND. België. Frankrijk. De Echo van het Zuiden, Waalwyksche ra Langslraalselie Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden 1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Waalwijk. Advertentiën 17 regela J 0,6Q daarboven 8 cent per regeL groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. De Bulgaarsche quaestie, de Egyptische de Marokkaansche en nog eenige vraagstuk ken van minderen rang zijn voorloopig van het politieke repertoire, doch daarvoor blijtt men zijn aandacht wijden aan 't geen ge schiedt in Madagascar (tot die >men" be- hooren in de eerste plaats, ja bijna uitsluitend, Engeland en Frankrijk), aan 't geen tegen Portugal ondernomen wordt door de Kaffers in Portugeesch Oost Afrika en aanden strijd om Korea tusschen China en Japan eigenlijk ook een quaestie, doch dan eene in 't laatste stadium. 't Staat er voor Portugal in Zuid Oost- Afrika op 't oogenblik lang niet gunstig bij: de officieuse loocheningen zijn er, met haar opdringerigen inhoudvoor wie verder kijkt dan zijn neus lang is, 't duidelijkst bewijs van. 't Duurt nu al eenigen tijd: telkens weer bereikten ons mededeelingen van stoute stukken, door de inboorlingen tegen het Por- tugeesche gezag met succes ondernomen, 't Valt moeielijk nog te ontkennen: de Kaffers laten de Portugeezen in Lorenzo Marquez niet met rust en de Portugeezen verkeeren er nu juist niet in een heel gunstige positie. Vrijdag nog trachtte men er zichzelven en anderen te bedriegen door te spreken van alle kans op mooi weer, bij een dichtbewolk- tén hemel. Toen zeide de gouverneur nl., dat er niet de minste reden was tot vrees of ongerustheid en bijna tegelijkertijd met deze, van een bewonderenswaardig optimisme ge tuigende opvatting, werd in Europa ontvangen het bericht van den aanval, welke niet werd afgeslagen dan met groote inspanning en waarbij 12 Portugeezen het leven lieten. Maandag kwam 't tot een tweeden aanval en tóen verklaarden de autoriteiten zich buiten machte om de inwoners te beschermende behoefte aan hulp van anderen bleek duidelijk en klaar. Zoo heeft Portugal dan aangenomen van de Transvaalsche aegeering wat zij van Naar het Fransch door W. v. R. Overgenomen uit de Meierijsche Courant 119 „Ja, mijnheer BoscEr was aan boord een groot Amerikaansch industrieel, dien ik te New- York nog nader heb leeren kennen. James Mor timer, en een Franschman, die later zijn schoon zoon werd, de heer Paul Harmant." .Ja, ja, dat is zoo," sprak de tachtigjarige. .De naam van James Mortimer maakt mij aat duidelijk genoeg en herinnert mij nog aan eene gebeurtenis, die onder weg is voorgevallen, eene poging tot diefstal. .Eene poging tot diefstal. „Ja, waarvan ik bijna het slachtoffer ben ge worden. Ik droeg over den schouder een leeren taschje, waarin eene belangrijke som was, alles wat ik gedurende dertig jaren had bijeengespaard, mijne gansche nederige fortuin. Een ellendeling sneed den riem door en maakte zich van mijn taschje meester.' „En kreegt gij ze niet meer terug?" .Ja, dank zij een passagier, die den dief op keeterdaad betrapta." „Ik heb daarvan nooit hooren spreken." „Dat kondt gij ook niet, want op aandringen van dezen passagier, die zeer goed ae familie van dén dief kende, heb ik de zaak volkomen stil gehouden." „Op de pakketboot," hernam weer de dokter, „heb ik de gelegenheid gehad met een Canadees om te gaan, die mij de zonderlingste zaak heeft medegedeeld, welke ik gedurende mijn zesjarig verblijf in Amerika, waar ik mijne studiën ging voltooien, heb opgedaan," „En wat is dat?' „Gij ook moet het kennen, daar gij zoo lang te New-York zijt geweest." „Waarvan spreekt gij dan?" „Van een likeur, die de Indianen waarheids- vocht en praatwater noemen, ongeveer hetzelfde de Eugelschen had geweigerd: hulp en steun. Te Lorenzo Marquez zoowel als te Lissabon weet men heel goed, dat 't uiterst gemakke lijk is Engeland tót daadwerkelijken steun over te halen doch dat 't een Hercules onderneming is om den Engelschman met een bedankje zonder meer weg te krijgen als de boel weer op orde is. Er is inderdaad geen watertje zoo mod derig of John Buil probeert er zijn schuitje in te doen varen of er zijn hengelsnoer in uit te werpen en de kritieke positie van het kleine Portugal in 't zuidoostelijk deel van het zwarte werelddeel zal wel weer gebruikt worden tot het doen van pogingen om vasten voet te krijgen aan de Delagoa-baai of wel om andere voordeeltjes te verwerven, zóó dat de nieuwe spoorlijn van Delagoa-baai naar Pretoria, geheel of gedeeltelijk onder Engel- schen invloed komt of wel wordt dienstbaar gemaakt aan de belangen van Brittannie. Frankrijk is bij den stand van zaken in Zuid Oost Afrika gansch niet geïnteresseerd, doch Duitschland gelukkig wel en daarom zullen dan ook twee oorlogsbodems worden belast met de behartiging van Germanie's belangen. Waar Engeland voor alles zou gebaat zijn dopr elke verandering van 't bestaande aan de Delagoa-baai, daar moet 't Duitschlands streven zijn de zaken te laten zooals ze zijn: elke wijziging moet Germanie in haar eigen belang voorkomen. Volgens de laatste mededeelingen van Lis sabon uit (doch na zorgvuldige schifting en zoo noodig wijziging van 't uit Lorenzo Mar quez ontvangene) is de hulp en steun van den Transvaal aangeboden, niet aangevraagd en is die afgeslagen omdat men over een voldoende macht (200 Europeanen en talrijke inboorlingen) beschikt, 't Is alles zoo mooi mogelijkde verdediging der stad is heel voldoend, de veiligheid der inwoners loopt geen gevaar en het corvet „Reinha de Por tugal" ligt op de reede met 300 man aan boord, terwijl zee- en landmacht nog aan zienlijk worden versterkt. Door de mede wat in Java wordt voortgebracht door een af treksel van Pohou upas, doch zonder het gift daarin bevat, of althans in uiterst geringe dosis." Ja, ja, dat ken ik," hernam de gewezen agent der openbare veiligheidllené Bosc. „Ik heb meer dan eens van deze likeur hooren spreken, die den mond der bescheidensten opent.... Doch ik veronderstel, dat die wonderbare uitwerking nooit elders dan ir. groote melodrama's bestaan heelt." „Dan vergist gij u zeer, mijn waarde mijn heer Bosc." „Gelooft gij dat werkelijk?" „Niet alleen geloof ik het, maar ben er zeker van." „En hebt gij dat bij ondervinding „Meer dan eens heb ik het ondervonden." „Dan zal ik 't wel moeten gelooven.Dokter, gij moet nog al verscheidene geheimen uit Ame rika hebben medegebracht „Ik heb verscheidene planten leeren kennen, die in de Fransche pharmacopée niet zijn opgenomen, en toch zeer zonderlinge hoedanigheden bezitten." „En gebruikt gij die planten?' „Steeds wanneer er zich gelegenheid biedt." „Blijft gij lang hier „Slechts enkele dagen I Ik ben mijne zuster konien opzoeken, die zwaar lijdend is, en nu maak ik van mijn hierzijn gebruik om eenige dagen rust te houden. Een collega heeft zoolang mijne clienteele te Parijs op zich genomen." „Zullen wij elkander dagelijks ontmoeten, zoo lang gij te Bois-le Roi blijft Dan zullen wij spreken over het schoone Amerika, dat ik bemin, maar waar ik toch niet wenschte te sterven.' „Dat beloof ik u, mijnheer Bosc." De beide jonge meisjes en hare moeder waren opgestaan. „Grootvader" sprak de oudste, „ik geloof dat het tijd is naar huis terug te keereu. Het wordt tijd voor het diner." „En de frischheid van het bosch is tegen den avond vooral niet goed voor u," voegde er de dokter bij. De geneesheer reikte den tachtigjarige de hand en bood hem dan den arm. Rene Bosc nam volgaarne dien arm aan en dan keerden de vijf personen naar Bois-le-Roi terug. De gewezen agent der openbare veiligheid be woonde een net huisje bij den ingang aes dorps aan den oever der Seine. deeling aan 't slot, kond doend, dat in geen geval de landing van vreemde troepen zal worden geduld, bewijst Portugal, dat het zijn vuile (koloniale) wasch geheel alleen wil trachten schoon te krijgenwat misschien gelukt, doch zeker in beginsel verstandig is. Een deel der Engelsche pers volgt onder- tusschen de reeds zoo menigvuldig met succes bekroonde taktiek: de toestanden worden zoo donker mogelijk gekleurd. Zoo meldt de Pall Mall Gazette van gisteren, dat de Por tugeezen geheel gedemoraliseerd zijn, dat tal van bewoners van Delagoabaai scheep gaan naar Nataldat de Engelsche marine de bescherming der Britsche onderdanen in Lo renzo Marquez heeft op zich genomen, dat er troepen worden geworven in Johannesburg en Pretoria op verzoek van den Portegeeschen gouverneur ter bevrijding der stad, die wel door de inboorlingen zal worden ingenomen en dat het vervoer dier troepen heel moeie lijk gaan zal. Men zietzoo helder als men de zaken heet in te zien aan de boorden van den Taag zoo donker kleurt men ze aan de oevers van den Theems en de waarheid zal wel zoo ongeveer in 't midden liggen 't is ernstig gesteld te Lorenzo Marquez, doch niet ho peloos. Portugal behoort ook al tot die staten, welke een grooter staat voeren dan hun in komsten gedoogen: de koloniën eischen groote offers en daarvoor ontbreken de middelen Woensdag werd een ministerraad gehouden, onder voorzitterschap van den koning. De minister-president, de Burlet, moet daarin zijn ontslag hebben aangekondigd daar hij niet kon hopen te Nijvel te worden gekozen. De koning zou verzocht hebben zijn besluit uit te stellen tot de volgende week. Het comité van de Liberale Liga en Aan de deur dier woning leverde de dokter den tachtigjarige aan de zorgen zijner dochter en kleindochter over. Daar nam hij afscheid. Hij volgde den weg langs de Seine en ging het hotel voorbij, waar Ovidius kamers besproken had. De waardin stoDd op den drempel. Zij groette den dokter en vroeg: „Mijnheer, hoe is 't met mevrouw uwe zuster!" „Veel beter, goede madame. Ze is bijna her steld." „Dan zult gij ons spoedig verlaten." „Binnen enkele dagen zal ik mijne werkzaam heden te Parijs gaan hervatten." De dokter groette en zette zijn weg voort. Ovidius was op zijne stappen teruggekeerd. Nog steeds dacht hij er over na wie toch wel de beide personen mochten zijn, die hij aan den voet van den ouden eik ontmoet had. Toen hij langs hetzelfde plekje terugkeerde waren zij ver dwenen. Een langgerekt en scherp gefluit verkondigde hem, dat de trein Bois le-Roi naderde. Ovidius liep wat sneller. De werkster van Madame Augustine stapte uit een coupé eerste klassebijzonder koket gekleed. Zeer net zag er het meisje uit. Dank zij eene bijzondere toelating van den sta tionschef wachtte hij haar op het perron af. De aangekomene had een vrij groot koffer bij zich, dat in het bagagebureau werd gedeponeerd. „Hebt gij iets geschikts gevonden vroeg zij den gewaanden baron de Reiss. „Een oogenblikDan kunt gij er zelve over oordeelen „Het diner „Wacht ons." „Het bootje?" „Het hotel heeft er zes. Gij hebt slechts te kiezen." Na eenige minuten kwamen Ovidius en zijne gezellin in het Rendez-vous der Jagers aan. De tafel werd gedekt. Ovidius liet een knecht roepen, die Amanda's bagage aan het station ging halen. Hoe vindt madame hare kamers vroeg de waardin. „Goed, zeer goed.' „Dat dacht ik wel. Gij hebt een vroolijk uitzicht. Geen buren dan aan de achterzijde, waar eene zieke dame woont, de zuster van dokter Richard," de Liberale Associatie te Brussel hebben samen een brief gericht aan de Brusselsche afdeeling der werkliedenpartij waarin zij uitgaande van de overtuiging dat vereeniging tégen de katholieken door een hoog politiek belang wordt gevorderd, den steun der werk lieden vragen bij herstemmingen. De werkliedenpartij heeft geantwoord dat zij definitief op het verzoek van de Liga en de Associatie zou beslissen. Elf van de Brusselsche candidaten, alle leden der Liberale Associatie, hebben schrif telijk de belofte afgelegd, die door de werk lieden werd verlangd. Maar de algemeene raad der Liberale Liga wil niets weten van een belofte van de candidaten die in hun bekende politieke be lijdenis verandering brengt. Met algemeene stemmen besliste die raad Dinsdag dat een dergelijke belofte niet kon worden verlangd. Prins Louis Napoleon zal eerlang te Pa rijs komen. Reeds was de vraag geopperd, of de wet op de pretendenten zich daar niet tegen verzette; iutusschen is dat niet het geval, daar ze slechts toepasselijk is op de kroonpretendenten en hun oudste zonen. Woensdagmiddag is tegen een persoon procesverbaal opgemaakt, die op den boule vard des Italiens te Parijs gelegenheid bood om te wedden op de hausse of de baisse van de rente. Volgens de Estafette bevat het ultima tum, dat Le Myre de Vilers te Tananarive overhandigen zal, de volgende eischenle Erkenning van Frankrijks protectoraat met al de politieke en diplomatieke gevolgen; 2e het «toelaten eener permanente Fransche be zetting te Tananarive en 3e antwoord op deze eischen binnen hoogstens acht dagen. Het blad voegt er bij, dat te voorzien is, dat de Hova's zich tegen die eischen ver zetten zullen. „Een dokter," hernam Amanda lachend. „Als ik ziek word, dan roep ik maar even over het muurtje heen." vHij zou u niet hooren. Het is een zeer groote tuin en de woning staat aan de overzijde." Ovidius luisterde aandachtig en prentte zich alles goed in het geheugen. „Kunnen wij dineeren?" vroeg Amanda. „Wij wachtten slechts op madame," hernam de waardin „Wel laat ons dan opdienen." De tafel was gedekt in het kokette zaaltje des paviljoens, dat Amanda reeds besloten had geheel en al voor eigen gebruik in te richten. Er werd eer gedaan aan de keuken van het Rendez-vous der Jagers. Wij zullen dag voor dag niet nagaan hoe de twee hun tijd doorbrachten, maar ons alleen be palen bij 't beschouwen der feiten, die in eenig verband staan met de geschiedenis, die wij onzen lezers verhalen. Amanda verheugde zich zeer in de landelijke genoegens, die de streek haar bood. Wel wan trouwde zij nog steeds baron Arnold de Reiss, aan wiens titel zij niet geloofde. Wat kon Ovidius toch wel geleid hebben haar voorstel aan te nemen om naar buiten te gaan. Wellicht hebben onze lezers zich reeds deze vraag gesteld. De feiten zullen het weldra nitwijzen, Reeds vier dagen waren de gewaande baron en Amanda te Bois-le-Roi. De tochtjes te water, de wandelingen in het bosch, de bezoeken aan schilderachtige plaatsjes volgden elkander geregeld en vol afwisseling op, En vaak kwam men dan zeer vermoeid thuis om aan den voorzienen disch weer nieuw krach ten op te doen. Des avonds had Amanda, vermoeid door dit afmattend leven, de gewoonte zich reeds vroeg in hare kamer terug te trekken. Ovidius zocht zijne vertrekken gewoonlijk veel later op. Wel vroeg Amanda, wanneer zij alleen op hare kamer was, zich nieuwsgierig af, of zij den baron niet zeer slecht beoordeelde. Hij was steeds zoo veel mogelijk aan hare zijde, gereed aan al hare wenschen te voldoen, en zij begon zelfs te geloo ven, dat hij er niet aan dacht van de declaratie gebruik te maken, die hij te Joigny had weten meester te worden. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1894 | | pagina 1