in: Nummer 85. Donderdag 25 October 1894. 17" Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. UITGEVER: ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. v FEUILLETON E BUUUDUlllAUi}] bi 120 BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. De Mo van het Zuiden, Wfflalwyitsche ra Langstraatsche Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden .ƒ1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Waalwijk. Advertentiën 1—7 regel» 0,60 daarboven 8 cent per regel" groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolp Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. De herstemmingen van een 58-tal zetels in de kamerhebben Zondag plaats gehad in Belgie en het resultaat is geweest een bevestiging van de nederlaag der liberalen van de victorie der sociaal-democraten en van de zege der clericalen. Ziehier de berekening, welke de Indépen- dance van den uitslag der parlementsverkie zingen maakt: De clericalen verliezen twee zetels te Nijvel, waar de heer de Burlet het slachtoffer is geworden van zijn nieuwe douane-ideeën welke te Namen den zetel hebben gekost aan den heer Melot. Zij verliezen twee zetels te Charleroi, een te Hoey, en een te Verviers. Bij de herstemming in het geheel zes zetels, dus met de acht van de eerste stemming veertien. Maar daartegenover staan deze winsten achttien zetels te Brussel, vier te Doornik, een te Ath, dus drie en twintig bij de herstemming. Hierbij de twee van Ostende bij de eerste stemming veroverd, maakt vijf en twintig gewonnen zetels, daaraf veertien verloren, rest elf zetels of eene verplaatsing van twee en twintig stemmen in de kamer ten voordeele van de rechterzijde. De liberalen, zoo gematigden als progres sisten, blijven over met drie zetels te Thuin, drie te Namentwee te Phillippevilletwee te Arlon en Virton twee te Hoey en drie te Nijvel. Samen vijftien vertegenwoordigers. De socialisten, die den 14 October zes zetels te Bergen verkregen hadden een te Charleroieen te Namen en vier te Luik, hebben nu gewonnen zeven zetels te Charle roi, drie te Soignies, zeven te Luik en vier te Verviers. Zij zullen dus 33 afgevaardigden in de kamer hebben. Vóór de ontbinding bedroeg het aantal afgevaardigden der rechterzijde 93, tegen 59 van de linkerzijde. Meerderheid 34. Nu 104 tegen 48 anti-clericalen dus een meerderheid van 56 stemmen. Portugal blijft alle vreemde hulp tot ontzet Naar het Fransch door W. v. R. van Lorenzo Marques afwijzen. Van den minister van buitenlandsche zaken is het trotsche woord„Portugeesch gebied mag slechts door Portugeesche soldaten worden verdedigd». Nu, als het kan is het zeker't fraaiste en het beste. Zelf rept men inmid dels inderdaad ijverig de handen en schepen met versterkingen gaan met spoed derwaarts. Als ze maar niet te laat komen Volgens de bladen zal de regeering aan de Cortes voorstellen haar te machtigen tot het aangaan eener leening van 12000 conti de reis, voor den aankoop van oorlogsschepen De leening zal worden gewaarborgd door de opbrengst der tolkantoren te St. Thomas, Angola en Mozambique. Uit Kaapstad vertrekt heden de Britsche kruiser Philomel naar de Delagoa-baai. De kanonneerboot Magpie zal spoedig volgen. 't Is heel gewaagd de berichten over 's czaren toestand beter te heeten dan de voor gaande en 't is eigenlijk taalkundig onjuist ook waar in de laatste dagen niet te gewagen was van goed, kan nu niet worden gesproken van beter, hoogstens van minder onrustbarend. Een weinig ruit, een weinig eetlust en geen verergering in den algemeenen toestand geeft reeds eenige verlichting en zou zelfs een schijn van hoop kunnen geven, als de geleerde mannen, die om 's czaren ziekbed staan, niet herhaaldelijk alle kans op genezing hadden buitengesloten geheeten, tenzij... er een wonder mocht gebeuren. De vorstelijke lijder zelf schijnt nog hoop te hebben; aan een zijner familieleden deed hij seinen: „Ik gevoel me heel zwak, maar hoop nog te herstellen." In afwachting van een wending ten goede of ten kwadeis men begonnen met de ver spreiding van die eigenaardige verhaaltjes omtrent den aard en de hoedanigheid van czaren ziekte, welke eigenlijk geen enkelen lijder van vorstelijken bloede gespaard blijven altijd weer een goedgeloovig publiek vinden. Een Fransch blad vertelde Zondag, dat de ministers der groote republiek den tekst Overgenomen uit de Meierijsche Courantj Ovidius dacht dat het tijd was te handelen. Amanda stelde na het tweede ontbijt een tochtje te water voor. Ovidius, die een bijzonder plan had opgevat, klaagde over hoofdpijn en verontschuldigde zich. „Ik wil geen misbruik maken van uwe goed heid, beste baron/ zeide zij. „Ik ga dan alleen met mijn vischtuig gewapend, een uurtje varen Rust gij intusschen wat uit. Een paar uur slapens zullen u wel weer herstellen/ Ovidius begaf zich naar zijne kamer, terwijl Amaoda haar hengelroede greep, met al hetgeen zij overigens noodig had. Op den oever der Seine gekomen, sprong zij zeer vlug in haar bootje en ging in de schaduw van een grooten wilg een uitstekend plaatsje kiezen. Zoodra Amanda weg was, toonde Ovidius geen teekenen van hoofdpijn meer. „Eenentwintig jaren geleden/ dacht hij, „heb ik willen vernemen wat de valsche Paul Harmant dacht, en ik heb het vernomen. Heden wil ik weten wat Amanda van mij denkt en dat zal ik ook vernemen. Ik zal alles, alles weten/ Uit zijn valies, dat zorgvuldig in een kastje gesloten was, haalde hij een fleschje te voorschijn, dat hij met een glimlach op de lippen een tijd lang beschouwde. vDit likeurtje zal mij even als vroeger een vol komen succes opleveren/ dacht hij. Zorgvuldig stak hij dit fleschje in den zak, na zijn valies weer te hebben opgeborgen, en ging dan naar beneden, waar hij het zaaltje binnentrad dat hun tot eetvertrek diende. Soliveau wierp een oog op het geschilderd buf fet waarop verscheidene likeurflesschen hare plaats vonden, chartreuse, curajao, cassis, anisette, enz. Een dezer fiesschen droeg een etiket met de va"n het telegram van rouwbeklag aan de czarina reeds hadden opgesteld en dat zelfs de waardigheidsbekleeders reeds zijn be noemd uitverkoren om bij de begrafenis Frankrijk te vertegenwoordigen. Verschillende b aden twisten over de aard der ziekte en over het verloop ervan en over 's czaren be handeling en heel uit Italiëuit Milaan door middel van de Secoio komt nu de mededeeling dat de czaar aller Russen vergiftigd is, natuurlijk door de'nihilisten en wel door zijn linnengoed te drenken in een stof, aan welker doodelijke werking niet valt te ontkomen. 't Klinkt als een hoofdstuk uit een sensatie roman van Sue of De Montépin en 't heeft even weinig waarschijnlijkheid Nog steeds geen voldoend nader bericht omtrent den grooten Japansch-Chineeschen veldslag aan de Yalu-rivier (Noord-Korea). De Japanners heeten alleen, daarin te zijn teruggeslagen met groote verliezen maar ook die van Chineesche zijde schijnen zoo aanzienlijk te zijn geweest, dat van eene overwinning feitelijk geen sprake kan wezen. De Japansche vloot kruist in de Petschi- ligolf en zal die waarschijnlijk binnen kort in staat van blokkade verklaren. Een deel der Chineesche vloot is uit de reparatie te Port-Arthur aangekomen te Wei-Hai-Wei; een ander deel, dat grooter reparatie noodig heeft, is nog te Port-Ar:hur gebleven. In de Japansche eerste kamer, die even eens op het oogenblik te Hiroshimn verga dert, heeft graaf Ito in den breede de re- geeringsaanvrage om oorlogs-credieten aan bevolen, daarbij Japan verdedigende tegen de beschuldiging het uitbreken der vijande lijkheden te hebben verhaast. Deze redevoe ring, waarbij tevens de correspondentie met China werd overlegd,die aan de verbreking der diplomatieke betrekkingen vooraf ging, heeft grooten indruk gemaakt. De tweede kamer is eenstemmig voor het voortzetten van den oorlog en heeft bewilligd in eene buitengewone uitgave van 150 mil- lioen yen of dollars, waarvan twee derdeu gevonden zullen worden door eene leening. Volgens bericht uit Tientsin wordt te Sé- oul, de hoofdstad van Korea, tusschen Japan en China over den vrede onderhandeld. Zondag zijn vijf van de nieuw opgebouwde huizen iu Oud Antwerpen plechtig geopend. Het zesde was reeds sedert eenige dagen weer voor het publiek toegankelijk. De ma gistraat van Oud Antwerpen kwam in groot ornaatmet tamboers en pijpers en een muziekkorps voorop, de concessionarissen in hun winkels opzoeken. woorden Chartreuse verte, en hield nog slechts vier a vijf kleine glaasjes in. „Ziedaar wat Amanda steeds na de koffie ge bruikt/ sprak Ovidius tot zichzelf. „Heden avond ook weer zal zij er gebruik van maken en het resultaat zal niet op zich doen wachten/ Hij ontkurkte de flesch en goot dan den in houd van een paar lepeltjes uit net kleine fleschje daarin over. Dan bracht hij alles weer op zijne plaats, en daar hij wegens zijn gewaande ziekte niet mocht uitgaan, legde hij zich op een canapé neder, waar hij onder den invloed der warmte en der werken de digestie, spoedig in slaap viel. Wij zullen hem laten slapen en intusschen juffrouw Amanda gaan opzoeken, die reeds een uur lang met aandachtig oog de bewegingen volgde van den dobber. Eensklaps werd hare aandacht afgewend door een ongewoon gerucht aan de zijde der spoorbaan, die aan den overkant langs den oever liep. Een doordringend en schril stoomgefluit liet zich zonder tusschenpoozen hooren, weldra gevolgd door een vreeselijk gekraak, angstkreten, hulpge roep en uitingen van pijn en smart. Amanda stond recht in haar bootje en zag hoe eene menigte personen, niet wetende wat zij deden, als dolzinnigen rondliepen, terwijl anderen tracht ten de wagens te verlaten, die half verbrijzeld daar in afgrijselijke wanorde lagen opgestapeld en omvergeworpen. De kreten van hulpgeroep vermeerderden nog. „Een vreeselijk ongeluk I" dacht het jonge meisje. „Wellicht twee treinen, die op elkaar zij' geloopen 1* Zij maakte haar bootje aan den stam van den wilg vast, sprong den oever op en zonder er aan te denken, dat hare kleederen er zeer zonderling uitzagen, haastte zij zich naar het tooneel der ramp, in de nabijheid van het station. Tal van nieuwsgierigen volgde dien weg. Een vreeselijk tooneel bood zich aan hare oogen. Drie wagens waren geheel verbrijzeld.Verschei dene andere lagen terzijde geworpen. Vreeselijke smart- en angstkreten stegen uit die wagens op Op draagbaren werden reeds gewonden wegge dragen, erg verminkte personen. De stationschef, bleek als een doode, deelde zijne bevelen met bevende stem rond. „Brengt de gekwetsten naar de hotels der plaats Dat men zich haastel" Amanda bleek en vol angst had nabij den uit gang plaats genomen om de ongelukkigen te zien, die werden weggedragen. De stroom der nieuwsgierigen drong haar steeds meer en meer vooruit, zoodat zij weldra de eerste rij had ingenomen. De verwoesting werd opgeruimd om de lijken en gekwetsten te kunnen bereiken. Bedienden drongen een compartiment binnen, dat schier ge heel vernield was, om onder toezicht van den chef de slachtoffers er uit te halen. Vier reizigers met erge wonden bedekt, werden op matrassen weggedragen. Eensklaps hoorde men eene stem „Daar ligt nog iemand, die dood schijnt te zijn. Een jongman/ „Misschien is hij slechts bewusteloos/ ant woordde de chef. „Wees voorzichtig!' Op dit oogenblik kwamen twee doktoren aan, de geneesheer der plaats en dokter Richard, dien wij in het bosch met den oude René Bosc hebben hooren spreken. Vierde Hoofdstuk. De twee doktoren begonnen de gekwetsten te onderzoeken. De jongman, dien men dood waande, werd met veel moeite te voorschijn gebracht. Hij had aan het hoofd eene gapende wonde en net bloed stroomde hem over het gelaat. Dokter Richard, door aen siationsclief geroepen, liep haastig toe en vroeg „Wat is er „Zie dien ongelukkige daar eens mijnheer.' En de stationschef wees op den zwaar gekwet ste, die thans door twee personen op het perron werd gebracht. De dokter onderzocht den zieke. Amanda was in de onmiddellijke nabijheid. Het bloedend gelaat des reizigers trok al hare aandacht. Eensklaps stiet zij een doffen kreet uit. „Hij is 'tl Ja. hij is 'tl..'t Is Duchemin 1' mompelde zij dan met zichtbaren angst. Dit had de stationschef gehoord. „Rent gij dien jongman, mevrouw?' vroeg hij. Reeds betreurde Amanda het, niet eene eerste Deweging te hebben onderdrukt. „Ik meende 't eerst," antwoordde zij, „doch bij Zaterdag heeft te Parijs weer een storm achtige vergadering der Nieuwe Panama maatschappij plaats gehad. George Thiébaud, die de statuten wilde critiseeren kon zich niet verstaanbaar maken. Hij heeft tegen degenendie hem beletten te spreken en hem lastig vieleneen aanklacht ingediend, 's Middags gelukte het hem intusschen weer niet, om zijn opmerkingen mee te deelen. Zaterdag heeft de voorzitter der kamer van koophandel te Lyon, bij gelegenheid van de ontvangst van den minister van handel een redevoering gehouden waarin hijna gewezen te hebben op den uitgebreiden handel van de stad en haar omstreken, aandrong zoo al niet op vrijhandel, dan toch op de grootst mogelijke vrijheid. De minister ant woordde dat de verminderde opbrengst der belastingen niet het gevolg is van het dou anestelsel; bij de naburen van Frankrijk, die vrijhandelaars zijn, merkt men hetzelfde ver schijnsel op. Het tegenwoordige régime moet loyaal volgehouden worden en slechts hoogstgewichtige redenen zouden daarin ver andering kunnen brengen. nadere beschouwing, merk ik wel, dat ik mij vergist heb. Er is iets in zijne trekken, dat mij iemand, dien ik ken, in herinnering bracht/ „De jongen is zwaar gekwetst/ zegde de dok ter. Dat men een draagbaar hale en hem naar een hotel brenge des dorps. Daar zal ik hem behan delen/ „In welk hotel, dokter?" „In het Rendez-vous der Jagers zal er wel plaats zijn. Informeer daar in mijn naam/ „Dat komt niet goed uit/ dacht Amanda. „Ik had liever dat de baron Duchemin niet zag/ De gewonde werd weggedragen. Het jonge meisje volgde op eenigen afstand. Terwiil men met de draagbaar binnen ging keerde de vriendin van baron de Reiss naar haar bootje terug en wierp op nieuw hare hengelroede te water. Doch 't visschen was thans niet meer in staat haar eene aangename verstrooing te ver schaffen. Na een half uurtje spoedde zij zich naar het hotel. „Weet gij, madame, dat er een groot ongeluk gebeurd is vroeg haar de waardin. „Schier onder mijne oogen...... Ik weet zelfs% dat men gekwetsten hier heeft gebracht.' „DrieTwee dames en een jongman. Dokter Richard zal hun onmiddellijk een bezoek brengen, 't Is een groot ongeluk, 't Schijnt dat men niet tijdig den trein van Lyon gesignaleerd heeft en dat deze op een trein geloopen is, die van Parijs kwam. Op dit oogenblik verscheen Ovidius, die tot dan toe geslapen had. Hij gevoelde zich thans veel beter, zegde hij. „Wat is er gebeurd?" vroeg de man. „Ik heb zooeven van een groot ongeluk hooren spreken/ Amanda vertelde wat zij gezien had, zonder een woord te uiten van hare ontmoeting met Duchemin Ovidius toonde zich nieuwsgierig en wilde een kijkje gaan nemen. Amanda ging met hem mede. Verslagenheid lag er op elks gelaat te lezen. Men telde niet minder dan elf dooden en zeven en twintig gewonden, waarvan verscheidene zeer ernstig. Men was reeds bezig met het instellen van een gerechtelijk onderzoek. Amanda scheen eenigszins droefgeestig. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1894 | | pagina 1