Duitschland. Busland. BINNENLAND. al spoedig 15 spuiten aan het werk maar die waren onvoldoende om de vlammen die zich steeds verder uitbreidden, te bedwin gen en er moest nog meer hulp komen. Vijf grooie magazijngebouwen brandden geheel af en vele omstaande huizen werden meer of minder zwaar beschadigd. Uit een tapperij op den hoek van Churchstreet werden men- schen met levensgevaar door de vensters gered. Een brandweerman werd ernstig gewond. De schade bedraagt ^250000 (3 millioen gulden). Volgens bericht uit Sydney teisterden aardschokken de Nieuwe Hebrideu. Op de uitbarsting van eenen vulkaan volgde een lavastroom, die dorpen en velden verwoestte. De bevolking vond gedeeltelijk opname op het Engelsche oorlogsschip Dart. In Britsch-Indie zijn verleden jaar 2804 menschen door wilde dieren gedood. Onge veer 140U werden verscheurd door tijgers, 300 door luipaarden, 174 door wolven 121 door beren, 68 werden gedood door olifanten, enz. LONDEN, 13 Nov. Volgens berichten uit Talienhoan vonden de Japanners de verde digingswerken daar veel sterker dan zij ver wacht haddenhetgeen te onbegrijpelijker maakt, dat de Chineezen ze prijsgegeven hebben. Zij bestonden uit zes, blijkbaar door bekwame Europeesche handen, aangelegde forten, met 80, voor een deel nieuwerwetsche kanonnen; de forten waren door eene telefoon met elkaar verbonden enz. De Japansche admiraal zou dan ook een aanval op deze stellingen van zee uit ondoenlijk hebben genoemd. Het heet, dat eene Chineesche vloot plotseling de Talienhoan Baai was binneugestoomd, toen de Japanners de plaats reeds genomen hadden. De Japansche vloot, die aanvankelijk in opschudding was gekomen, maakte zich tot een gevecht gereed, toen de Chineesche schepen plotseling weer naar Wei Hai Wei afdeinsden. De Japansche admiraal heeft aan zijne regeering geseinddat hij alle vijandelijke torpedo's vernield had, nadat hij in het bezit was gekomen van het Chi neesche plan, waarop de ligging der torpedo's aangegeven stond. Volgens een telegram van de New-York Herald zou prins Koeng, toen hem bleek dat hij te vergeefs op eene inmenging der mogendheden ten bate van zijn land had aangedrongen, uitgeroepen hebben „Ja dan is China verloren." Dat schijnt ook het oor deel van het volk te zijn; allerwege eischt het de afzetting der vele mandarijnen en het omverwerpen der heerschende dynastie om plaats te maken voor eene volksregeering. Reeds hebben honderd vrouwen uit den harem, ettelijke staatsministers en gezanten, vele gezeten burgers Peking verlaten. Ook moet Von Hanneken, die het sluiten van den vrede tot elke voorwaarde aanbevolen heeft, al weg zijn, De Chineesche regeering moet heimelijk den bevelhebbers van het Chineesche leger aangeschreven hebben, den Japanners geen tegenstand meer te bieden. De Engelsche vloot moet geheime bevelen ontvangen hebben om uit Sjanghai de Tsjous- jau Eilanden te bezetten. Veel opzien verwekt een bericht uit Mun- chen aan de Köln. Zeitung, volgens hetwelk de rijkskanselier Hohenlohe onder goedkeu ring des keizers binnenkort Bismarck zou opzoeken, wiens raad en zaakkennis hij voor taan niet ongebruikt zou willen latente meer omdat hij met Bismarck steeds in aan raking was gebleven. Daarmede vervalt ook het in omloop gebracht politieke sprookje volgens hetwelk Hohenlohe als groote vijand van Bismarck indertijd tot diens val zou hebben medegewerkt. Op het eiland Sitka, bij de kust van Rus sisch Noord-Amerikazijn dezer dagen 15 Italiaansche wegarbeiders, die op een afge legen plaats werkten, door een troep beren overvallen. Slechts drie konden den roof dieren ontkomen de overige twaalf werden verscheurd. De berén zijn daar zeer talrijk en de ar beiders hadden al lang geleden geweren gevraagd om zich tegen die wilde dieren te verdedigen maar men had hun die steeds geweigerd. De plechtigheden in Moskou. Grijs, sneeuwzwaar hing de hemel over de oude hoofdstad. In den nacht was wat sneeuw gevallen, en het vroor licht. Maar voor de Moskovieten oud en jongrijk en arm, en voor de duizenden en nog eens duizenden die de treinen de vorige dagen naar het hart van Rusland hadden gevoerd, was dat geen beletsel. Het sombere weer strookte met de treurige plechtigheden, die de stad zou aan schouwen met de droevige stemming van velen, die met weemoed de aankomst van hun dooden Tsaar verbeidden; en de kijk- lustigen lieten zich door wat kou niet af schrikken. Daar zijn de Russen aan gewend. Tien Hur was voorbijhet uur waarop volgens de afkondiging der herauten, de trein moïst aankomen. Stilzwijgend en geduldig wachtten de scharen op straat en de ontelbaren aan de vensters in hun zwarte omlijsting. Minuten, kwartieren verliepen, het was reeds over half elf. Daar weerklonk dof uit drie kanonnen op het Kreml een schot, dat de wachtenden deed opschrikken en menigeen met heimelijke siddering vervulde: de trein was aangekomen en met hem het lijk van den ouden Tsaar en de nieuwe gebieder en de grootvorsten en alle anderen, en de stoet zou zich opstellen. Zenuwachtig wachtte men op de dingen die komen zouden. Een tweede schot galmde hol over de stad: de deelnemers aan den stoet moesten hun plaatsen innemen. Een derde de stoet zette zich in beweging. Op 't zelfde oogenblik begonnen de klokken van de honderden kerken in Moskou te luiden en zwaaiden met haar naargeestig bimbam den wachtenden volke angstige beklemdheid toe. Daar verscheen in de poort van 't station de opper-ceremoniemeester te paardover zijn schouders hing een zwart-en-witte sjerp; en hem volgden twee eskadrons van de lijf wacht te paardmet trompettersen een stalmeester, en weer twee eskadrons. Met langzamen tred schreden drie compagnieën voetvo k voort, en daarachter tal van hofbe ambten, vier aan vier, in diepen rouw. Een kleine tusschenruimte, en een cere moniemeester te paard opende een andere groep. Aan de oogen der menigte vertoonde zich een banier met het familiewapen van den keizer, gevolgd door een zijner rijpaarden, met een zwart schabrak, aan den toom voort- geleid. Hoog boven de hoofden straalde de roode krijgsbanier, en zenuwachtig trappelde en schuimde de klepper des keizers, onge woon aan het rijkgestikte zwarte schabrak, dat zijn bewegingen belemmerde. En om de banieren en de paarden lakeien en stalknechts in uniformen van rood en goud, door rouw banden omslingerd. Tal van banieren en standaarden volgden: de banier van Moskou, de keizerlijke mari nestandaard, gedragen door een schout-bij- nacht, zwarte banier met het wapen de rijks, een witte vlag, het zinnebeeld van reinheid, omringd door beambten in groot uniform, zonder rouw, en verscheidene andere vlaggen en wapens, sommige gevolgd door een paard in rouwkleed, alle omstuwd door officieren of burgerlijke ambtenaren en beambten. Een geheeje reeks van groepen, aangevoerd door een ceremoniemeester te paard, vorm den deputaties van de boeren, de werklieden, de kooplieden, den adel en stedelijke auto riteiten van Moskou, vier aan vier of drie aan drie, vermoeiend voor het oog. Fraaier groepen kwamen dan. Een eskadron dragonders van het Moskousche lijfregiment maakte plaats voor twee herauten, op den voet gevolgd door vier officieren, die de rijkszwaarden droegen, "met de punt omlaag, en door een schitterende rij van hofambte naren en beambten, die op kussens van goud brokaat met zilveren boordsel en kwasten de medailles en ordeteekenen van den overledene droegen. En een tweede rij droeg den stan daard, het schild, en het zwaard en op de kussens de kronen van Groezie, Taurie, Si berië, Polen, Astrachan en Kazan en den rijksappel, den sehepter en de keizerskroon, Langzaam trok al die sombere pracht de toeschouwers voorbijdoor de Kalats- jofskaja straat, de Roode Poort, de Mjasnits- kaja straat, over het Loebjanskaja plein en door de Woskresenskaja straat, om door de Iwerskija en Spasskija poorten het Kreml bin nen te trekken. Maar de menigte zag grootendeels maar met een half oog al de heerlijkheden die voor haar oogen dwarrelden in bonte men- geling, met de alles overheerschende kleur het zwart, omtogen; ze hoorde naawelijks meer het diep gebrom der klokken en de schoten, die om de minuut op het Kreml werden gelostze richtte haar oogen naar achteren, waar de lijkwagen naderde. De troepen, die in 't gelid stonden ge schaard langs den weg, presenteerden 't ge weer, het volk boog het hoofd terneder, sloeg een kruis en prevelde gebeden, en treurmuziek weerklonk. In lange gewaden, zwart en zilver, schreden de geestelijken van Moskou voort, met brandende kaarsen in de hand, en daar achter de hofgeestelijken en onmiddellijk vóór den lijkwagen de biechtvader des keizers de aartspriester Janvsjef, met het kruisbeeld. Maar meer dan diens eerbiedwaardige ge stalte trok de wagen zelf, bespannen met acht paardende aandacht. Onder een schitterenden troonhemel rustte het lijk in de kist; acht generaal-majoors en adjudanten hielden de gouden kwasten in de hand; aan beide kanten liepen zestig pages. Dadelijk achter den lijkwagen ging de jonge keizer, gevolgd door graaf YVorontsof Dasjkof en 't militair gevolg, dan de prins van YVales, de grootvorsten en prins Alexander van Ol denburg. Een detachement hofgrenadiers ging vóór het rijtuig van de keizerin-weduwe en de bruid des keizers, dat van de grootvorstinnen Ksenia en Olgaen andere rijtuigen met vorstelijke personen en hofdames. De mannelijke hofhouding en de lijf dokters volgden te voet, en de stoet werd besloten door vijf compagniën van verschillende regi menten, een batterij en vijf eskadrons. Bij het kruisbeeld der H. Iwerische Madouna werd halt gehouden om gebeden te lezen. De stoet trok het Kreml, welks tinnen met zwart en wit waren gedrapeerd, binnen en werd voor de Aartsengel-kathedraal opge wacht door een eeregarde en door den me tropoliet van Moskou met de hooge geeste lijken. De keizer en zijn tamilieleden namen de kist op, nadat ze van den lijkwagen was genomen, en droegen ze de kerk binnen. Het deksel van de kist werd verwijderd en deze op de katafalk gelegd. Daarvóór lagen de orden en kleinoodiën op stoeltjes met goud brokaat bedekt. De lijkdienst begon. 's Avonds trokken duizenden door de ka thedraal om het lijk te zien. Velen wierpen zich plat op den grond, als teeken van rouw. St. PETERSBURG, 13 November. De trein met het lijk kwam precies om tien uur aan het Nikolaj station aan. Hij bestond uit tien waggons. Een korte godsdienstplechtigheid werd gehouden, gedurende welken de keizer, de prins van Wales en de groot-vorsten rondom de kist stonden. De kapel hief het lied Kol slawen aan, de zangers een rouwkoor, de grenadiers van de lijfwacht sloegen roffels op de trommel. Voor net station werd de kist op den lijk wagen gezet, welke met kostbaar geel zijbro kaat en goud was versierd. Den lijkwagen omringden de grenadiers in hun donkere jassenmet de berenmuts op. De roode kostuums vau het geleide en de uniformen van generaals en officieren van alle wapenen leverden een indrukwekkend gezicht op. Om kwart over tienen zette de lijkstoet zich van het station in beweging naar de kathedraal. Achter de kist liep de keizer, daarna de prins van Wales, de grootvorsten de adjudanten en het gevolg. In rouwkoetsen volgden de keizerin weduwe, de bruid des keizers en de grootvorstinnen. De menigte groette eerbiedig. Verscheiden officieren weenden toen de lijkwagen voor bijreed. De straten waren door een onafzien bare menigte gevuld. De orde was voorbeeldig. Jaarmarkt Waalwijk, Donderdag 15 November a. s. WAALWIJK, 14 November 1894. Verleden Zaterdag kon men in verschillende couranten, o. a. de Telegraaf en het Noord- brabantsch Dagblad, eene correspondentie uit Waalwijk lezen, waarin, met opgave van datum, namen en sommen, aangekondigd werd de oprichting van eene stoom-machinale schoenenfabriek alhier. Hoewel er plan bestaat tot oprichting eener dusdanige fabriek en alle vooruitzicht op de totstandkomingzijn de verdere medege deelde bijzonderheden minst genomen voor barig en gedeeltelijk zelfs geheel onjuist. De prospectus voor de onderneming is zelfs nog niet opgemaakt. Zoodra de zaak haar beslag heeft, zullen wij door de betrokken persouen in staat gesteld worden onzen lezers juiste gegevens te verschaffen aangaande deze nieuwe onderne ming, die zeker het hare zal bijbrengen om den bloei der Waalwijksche schoenenindustrie te bevorderen en aan vele ingezetenen voor deel zal aanbrengen. De storm, die Maandagavond en nacht gewoed heeft, heeft in onze en naburige gemeenten heel wat schade toegebracht aan schoorsteenen,daken, heiningen en schuttingen. Gelukkig berokkende hij hier geen groote onheilen. De markt in ruwe huiden is momen- taneel minder vast gestemd. De voorraad winterhuiden wordt groot en de nieuwe slachting in La Plata en Rio Grande is in rollen gang, zoodat weldra reeds enkele la dingen o. a. nieuwe Montevideo zomer oshuiden aan de markt komen. In de volgende maand en in 't begin van 't nieuwe jaar zal de aanvoer, naar berichten uit de productie plaatsen, belangrijker kunnen worden, dan vorig jaar op hetzelfde tijdstip. De looierijen dus, die thans genoegzaam voorzien zijn, hebben zich niet met inkoopen te haasten, te minder nog, daar men van dit jaar nog een paar veilingen te Antwerpen wachtende is. Voortdurend blijft de ledermarkt zeer vast gestemd met vraag aan volle prijzen voor zwaar prima zoolleder. In schors is weinig handel, prijzen blijven goed gesouteneerd. De handel in aardappelen in de Boven- Langstraat blijft nog steeds levendig, de prijs bedraagt naar soort f 3.— a 4.— per Hl. In groenten, voornamelijk bestaande in roode, witte, savooie, boeren- en spruitkool, ging eveneens veel om; tegen betrekkelijk lagen prijs gaan ze van de hand. Zaterdag had te Meeuwen, onder leiding van den heer Middelkoop uit Arnhem, de vergadering plaats in zake de stoomtram door het Land van Altena en de brug over het Keizersveer. 23 belanghebbenden, waar onder vele burgemeesters en wethouders van de betrokken gemeenten, hadden aan de roepstem gehoor gegeven. De groote quaestie betrof de vraag, of de provinciale wegen voor een stoomtram wel de vereischte breedte bezitten, zoodat de voorkeur werd gegeven aan den grooten rijks weg Sleeuwijk—Keizersveer. De vergadering besloot eene som beschikbaar te stellen, ten einde de voorloopige kosten van opneming te kunnen dekken en werd al dadelijk voor circa f 2(i0 geteekend. Daarna zal men weder bijeenkomen. De vermoedel'ike dader van de jongste drie inbraken te Tilburg is te Antwerpen aangehouden. Hij moet bekend hebben binnen zes weken tijds driemaal in Tilburg geweest te zijn. Deze aanhouding is te danken aan 't beleid van den inspecteur van politie aldaar, die het spoor van den inbreker gevolgd heeft en zich te voet naar Goorle, Poppel, Weelde en Turnhout op onderzoek begaf. Later reisde hij naar Antwerpen, alwaar hij aan dc politie de verblijfplaats van den dief aanwees, van wien gebleken is, dat hij reeds eenige von nissen heeft gehad. ONTVOERING. Te Lierop is de zeventien-jarige dochter van den herbergierGiebels ontvoerd geworden, en wel onder de volgende omstandigheden: Eenige dagen geleden overnachtte aldaar een persoon, die voorgaf Janssen te heeten. Giebels heeft een zoon, die aan eene huid ziekte lijdende is, en de logé, die zeide, dat hij zelf broeder in een klooster was geweest, wist een klooster te Weert, waar dergelijke lijders, na slechts eenige dagen onder be handeling geweest te zijn, geheel genezeu worden. Hij ging toevallig toch dien kant uit en wilde den jongen gaarne medenemen, indien de ouders hem dat toevertrouwdeu. Deze lieten zich overreden en gaven hun zoon mede. Janssen en de jonge Giebels togen den volgenden dag op reis en kwamen des avonds te Weert, waar zij des nachts in een logement verbleven, omdat Janssen zeide dat het te laat was om nu naar 't klooster te gain. Den volgenden morgen, toen Giebels wakker werd, bemerkte hij dat zijn geleider reeds was vertrokken; waarheen wist men niet te zeggen. Janssen was intusschen weder op zijne schreden teruggekeerd en kwam bij de ouders te Lierop terug. Hij had zoo vertelde hij hun zoon aan het klooster afgeleverd, doch er was geld noodig om de verpleginskosten te betalen; hij zelf wilde dat geld niet op zijne verantwoordelijkheid medenemen, maar hunne dochter kon immers medegaan. Na eenig overleg besloten de ouders hunne doch ter mede te geven. Zij stelden haar ongeveer twintig gulden ter hand en het meisje begaf zich inet den vreemdeling op weg. De zoon, die bijna den geheelen dag op zijn metgezel gewacht had, keerde eindelijk, het wachten moede, naar het huis zijner ouders terug. Bij zijne komst ontstelden deze in hevige mate en ontdekten dat zij 't slacht offer van een oplichter waren. Ongerust over het lot hunner dochter, gaven zij terstond aan de politie kennis van het gebeurde. Uit het ijverig onderzoek der politie bleek weldra dat een persoon, overeenkomende met het opgegeven signalement, met een meisje te Eindhoven een koffiehuis had bezocht en daar had opgegeven naar Turnhout te willen reizen. Inderdaad heeft men blijkens een later bericht den ontvoerder aldaar aangehouden. Het meisie is in het ouderlijk huis terug. De kapitale boerenwoning „De Vogel" aan den Sloterweg te Haarlemmermeer, be woond door de wed. C. Biesheuvel, is Zondag middag door brand vernield.Van den inboedel is veel gered, duch van de gedorschte en ongedorschte granen, geborgen in de woning, is alles verbrand. De brand is ontstaan door den snuiver in het achterhuis. Alles was tegen brandschade verzekerd. De paardenkooper J. van Deutekom te Haarlemmermeer deed aangifte bij de politie, dat hem te Aalsmeer, terwijl hij in eene herberg vertoefde, twee paarden en eene tilbury ontvreemd zijn, welke daar op straat stonden. Een 22jarig Duitsch matroos le klasse is bij de politie te Amsterdam eeu ongeluk komen mededeelen, dat den 6 dezer op de Eems is gebeurd. Hij was, zoo verhaalde hij met den kapitein en een luitenant van den Duitschen monitor Brandenburg welk oor logsschip zich in de Noordzee bevond als bijlegger bij het eiland Borkum in een boot op de Eems om ganzen te jagen toen de boot omsloeg. Het gelukte hen naar land te zwemmen; maar hij heeft gezien, dat de kapitein verdronken is. Wat het lot van den luitenant geworden is weet hij niet. Nader verneemt men, dat het ijzeren aakschip „Broedertrouw" van de gebroeders Hoek, dicht bij de haven van Ooltgensplaat door een rukwind is omgeslagen en zeer kort daarna gezonken. De opvarende broeders zijn met levensgevaar gered door schipper Van Overstadt, uit Werkendam, die in de nabijheid met zijn schip ten anker lag. Door de duikers van Ouddorp is Tt schip onderzocht en bevonden, dat het met staand zeil zooals het zonk, zeer gunstig zit om te lichten. Zaterdag zou het schip rechtgezet en een aanvang gemaakt worden met lichten. De lading suikerpeeën was door woeling van het water uit het schip gelicht en wegge dreven, benevens 14 luiken. Overigens liet zich geen schade bemerken. Schip en lading waren verzekerd. Capelle, 30 Nov. Woensdagavond gaf de liedertafel „Oefening kweekt kunst" haar eerste winteruitvoering bij den heer Van Dongen. Twaalf nummers werden ten ge- hoore gebracht, die alle uitstekend van stapel liepen. Dank dan ook aan den heer Frans de Cortie voor zijne goede en nuttige leiding. Ook komt den heer Piet van Ree een woordje

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1894 | | pagina 2