Nummer 92. Zondag 18 November 1894. 17e Jaargang. DE BR00BDR4AGSIER. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. UITGEVER: ANTOON TXELEN, Staatkundig overzicht. FEUILLETON. BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. Engeland. Duitschland. De Echo van het Zuiden, Waalvyksfhe en Liigstraatscke Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Waalwijk. Advertentiën 1—7 regeli J 0,60 daarboven 8 cent per regeJ* groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Naar aanleiding van de verklaring van den Franschen minister van buitenlandsche zaken Hanotaux in de kamer, dat nl. de Fransche regeering Madagascar als eene voorspoedige Fransche kolonie wenschthetgeen schijnt aan te duidendat Frankrijk het eiland bezetten en inlijven wil, verklaart de Stan dard, dat Engeland zoo iets nooit bedoeld of goedgekeurd heeft. Het blad hoopt, dat de Fransche regeering de geoorloofde grenzen in Madagaskar niet overschrijden zal. Het ontslag van den Pruisischen minister van justitie Von Schelling is ten langen leste, toen men een opvolger voor hem gevonden haddoor den keizer bewilligd en wordt thans openbaar gemaakt. Als gedachtenis aan de prachtige wijze, waarop hij behandeld is, kreeg hij den brillanten mede, behoorende bij het Grootkruis van den Rooden Adelaar. Het is Ober-Landesgerichts-Prasident Schön- steddie hem opvolgt. De geruchten omtrent verdere verande ringen in het ministerie, worden ongegrond genoemd, dus Von Bötticher blijft. Of er in het nieuwe kabinet van Pruisen onder zijn nieuwen president, meer eenheid zal zijn dan onder dat van Eulenburg of wel meer verdeeldheid, zal de toekomst moeten leeren over enkele weken reeds komt de rijksdag bijeen en die moet onverwijld tot behandeling overgaan van het wetsvoorstel betrekkelijk de revolutionaire partijendat onder „allerhoogste goedkeuring" eerst in den bondsraad komt, eerstdaags reeds. Het door de Mercury, een blad te Shangaï, ontvangen bericht, volgens hetwelk Port Arthur nog niet zou zijn genomen, geeft eigenlijk minder reden om aan de bemeestering van deze belangrijke vesting door de Japanners, te twijfelendan het feit, dat de officieele bevestiging van Japan's zege zich doet wach ten. Hoe 't zij. China's positie wordt er Naar het Fransch door W. v. R. Overgenomen uit de Meierijsche Courant 126 „Vrij wel, naar verhouding. Van nacht is hij tot bewustzijn gekomen en heden morgen heeft hij reed3 tot den dokter kunnen spreken. Doch hij heeft een zware wond aan het hoofd." „Weet men reeds wie hij is?-» „Ja, madame." „Hebt gij zijn naam gehoord Hij heet Duchemin." O, dan heb ik mij niet vergist,* dacht het ionge meisje, /hij is 'tl* En dan voegde zij er luide bij „Wellicht zal hij spoedig naar zijne familie vervoerd worden.' „O, neen, madame,* antwoordde de dienstmaagd. „Dokter Richard heeft aan de bazin gezegd, dat hij minstens tien a veertien dagen hier zal moeten blijven." „Arme jongen „Kan ik nu gaan, madame?* vroeg Madeline. „Gij kunt gaan. Breng mij echter dadelijk schrijf gereedschap." De jonge Duchemin had werkelijk eene diepe wonde aan het hoofd en zijn toestand, al bood die geen werkelijk gevaar, eischte groote zorgen en ruime voorzichtigheid. Hij lag te bed op eene luchtige kamer der eerste verdieping en de dokter kwam hem dage lijks verscheidene keeren bezoeken. Elfde Hoofdstuk. Duchemin had een bezoek ontvangen van den stationschef en den commissaris van politie van Bois-le-Roi. Da procureur der Republiek en een rechter van instructie zouden van Melun komen, om proces verbaal van de ramp op te maken. Na zijn ontbijt bracht Ovidius geruimen tijd bij Amanda door en toonde zich vol zorgen voor niet minder hachelijk door en de kansen der dynastie niet beter: 't is hoogstens een quaestie van tijd, eenige dagen. Japan's antwoord in verband^ met de gezindheid van Cleveland om als intermediair op te treden, doet zich wachten en onderwijl zijn er booze menschen, die de Vereenigde Staten van allerlei leelijke bijbedoelingen betichten, wat Gresham in het kabinet ter kennis gebracht en tegelijk te gengesproken heeft. De organen van Cleveland spreken tegen, dat er verschil van meening zou bestaan tusschen den president en den secretaris der schatkist nopens de nu aangekoudigde staats- leening van 50 millioen dollar. Tot 24 Nov. worden zonder minimumprijs inschrijvingen hierop aangenomen; 20 pet. goud moet dan bij de inschrijving worden gestort; de datum der bonds is 1 Februari, maar de rente begint op 1 November. De goudreserve der Amerikaansche schat kist bedraagt 62.007.344 dollar. Naar verzekerd wordt, zal de boodschap van president Cleveland aan het in December samenkomende congres het voorstel eener munthervorming en de verklaring bevatten, dat het tegenwoordige muntstelsel gebrekkig is. In Brazilië is generaal Peixoto afgetreden als president der republiek, om door den heer De Moraes te worden vervangen. Dit brengt ook eene wijziging van ministerie met zich mede, welke reeds voltrokken is. De heer Rosa Silva treedt op voor buitenlandsche zaken, Rodriguez Albez voor financiën. Men verwachtdat de opstandelingen, die n.?£ Grande do Sul op het krijgspad zijn, bij deze regeeringsverandering de wa penen zullen neerleggen. De storm heeft in Belgie groote verwoestingen aangebracht. De in en bij Brussel ontwortelde het meisje, dat van hare zijde niets liet blijken van den argwaan, dien zij had opgevat. „Het schijnt dat gij zin hebt te schrijven zegde Soliveau op onverschilligen toon, toen hij de sclirijfbenoodigdheden merkte, die op tafel stonden „Ik wensch een briefje te schrijven aan mada me Augustine." „En wat hebt gij haar te melden „Ik moet haar toelating vragen om nog eenige dagen hier te mogen blijven. Hebt gij daar iets tegen «NietsDoch zal ik verplicht zijn u hier eenige dagen alleen te laten." Amanda beefde bij de gedachte, dat de pseudo- baron de Reiss niet zou terugkeeren. Dan zou zij tevens zijn spoor verliezen, en een onzichtbare vijand is heel wat meer te vreezen dan iemand, dien men in 't oog kan houden. „Zult gij mij alleen laten?" herhaalde zij. „En waarom „Ik heb thuis gezegd, dat ik voor een week naar buiten ging, en zoo ik langer bleef, zou men zeker zeer ongerust zijn." „Kunt gij niet schrijven, even als ik?" „Neenwant men denkt dat ik te Marseille ben." „Dan zullen wij overmorgen vertrekken." „'t Zou beter zijn dat gij nog een paar dagen hier bleeft?" „Dat zou al te vervelend voor mij wezen." „Kom 1 Een paar dagen zijn zoo spoedig voorbij." Het jonge meisje schreef een brief en verzocht Ovidius dien in de bus te werpen. „Ik ga onmiddellijk en zal in tien minuten terug zijn," zegde Soliveau. „O, haast u niet. Gij hebt al den tijd. Ik ga naar den tuin en zal een boek medenemen om mij wat te verzetten." Ovidius ging uit. Amanda trad den tuin binnen en nam plaats in een prieel nabij den afsluitingsrauur van den tuin der zuster des dokters. Het meisje had een boek in de hand, maar gevoelde toch geen lust om te lezen. Weldra was zij in een diep nadenken verzonken. Neen, neen,' dacht zij, „hij zal mij niet ont snappen. Zoo hij trachtte dit te doen, zou ik hem wel weten weer te vinden. Zoodra ik de zeker heid verkregen heb, dat hij getracht heeft mij te boomen zijn ontelbaar, b. v. alleen op de Chaussée de Ninove een honderd. Tal van schoorsteenen zijn naar beneden gekomen, huizen in aanbouw ingevallen; in Cureghem- Anderlecht in bijna geen dak ongeschonden. De telegraphische en telephonische gemeen schap met Frankrijk is bijna geheel verbro ken, die met Duitschland, Nederland en En - geland zeer beperkt. In Ath is een nieuw gebouw van vier verdiepingen ingevallen. Vijf personen werden onder 't puin bedolven. Twee zijn dood en drie gekwetst, één hoogst ernstig. Ook het prachtige Bois de Cambre, bij Brussel, heeft veel geleden. Donderdagmorgen om drie uur is een dynamietaanslag gepleegd bij een matrassen maker en herbergier in Houdeng-Aimeries, provincie Henegouwen. Niemand is getroffen, maar de benedenverdieping is geheel ver woest de deur en de trap naar de eerste verdieping zijn in stukken gesprongen; de muren zijn hier en daar gespleten. De slag was op grooten afstand te hooren. De justitie meent den dader op het spoor te zijn. De gemeente Ostende zal eerlang op nieuw de speelzalen van het Badhuis aldaar verpachten voor den tijd van 9 jaren van 1895 tot 1903. De laatste pachter betaalde 600,000 francs huur, en voorts nog 50,000 fr. aan de gemeentelijke ziekenhuizen, 50,000 fr. aan het armbestuur en 50,000 fr. aan de gemeentekas. Verder kwamen alle onkosten, verlichting enz. voor zijne rekening, en hij moest ook een aanzienlijk aandeel in de belasting van het Badhuis betalen. Met die cijfers voor oogen kan men eenigszins na gaan hoeveel daar met het spel verdiend moet worden. Het cloraplete dossier der zaak Dreyfus is den gouverneur van Parijs overhandigd geworden. Sedert twee dagen heeft Dreyfus geen verhoor meer ondergaan. De instructie vergeven en Lucia te dooden, zal ik mij wreken, al moet die wraak mij ook mede in het verderf storten." Ovidius volgde de kade op weg naar 't station. Ook hij was in gedachten verdiept. Op eenigen afstand ontdekte hij dr. Richard, in gezelschap van den grijsaard, dien wij kennen. De bejaarde vrouw en de twee jeugdige meisjes voltooiden het groepje. René Bosc wandelde langzaam voort en rustte op den arm des dokters. De grijsaard droeg een strooien hoed met breeden rand. Toen Ovidius de wandelaars voorbijging, groette hij beleefd. De dokter was zeer koel, doch René Bosc maakte eene vriendelijke neiging, terwijl hij Ovidius aanstaarde. „Een uwer klanten?" vroeg hij aan den dokter. „O neen," antwoordde deze op minachtenden toon. Ovidius had nauwelijks eenige stappen verder gedaan, toen hij eensklaps een kreet hoorde slaken. Hij keerde zich om en zag dat de strooien hoed den grijsaard van het hoofd was gewaaid. Hij raapte hem in zijne nabijheid op en bood den ouden man zijn hoofddeksel aan. „Dat is van u, mijnheer," zeide hij. „Zeer vriendelijk van uantwoordde René Bosc. steeds de oogen op Ovidius gericht hou dende, „en ik dank De man voltooide den bego nen zin niet. Eensklaps toonde zijn gelaat een zonderlinge uitdrukking. „O, zijt gij hierriep hij eensklaps uit, een paar stappen achteruitwijkend. „Gij zijt dan weer van Amerika teruggekomen?" „Uwe trekken zijn mij niet onbekend, mijnheer," antwoordde Ovidius, „doch ik zoek vruchteloos." „Ik was aan boord van de Lord-Maire met u, in 1861," onderbrak hem René Bosc. Ovidius huiverde. „En," ging de vroegere agent der openbare veiligheid voort. „Zoo gij mij niet meer herkent, ik herken u des te beter. Mijn naam is René Bosc." En zonder er dan nog een woord bij te voegen, keerde hij den pseudo-baron de Reiss den rug toe, die eensklaps zeer bleek werd en zich haastig verwijderde. „Gij kent dan dien man vroeg de dokter verwonderd. schijnt afgeloopen. Het is waarschijnlijk, dat de krijgsraad binnen acht dagen bijeenkomt. Het schijnt, dat men de pers eenige mede- deeliugen zal doen, om de publieke opinie gerust te stellen. De hevige storm uit het Zuidwesten bleef Dinsdag den ganschen nacht en ook Woens dag tot in den voormiddag doorwoeden en heeft reusachtige schade aangericht. De maildienst in het Engelsche Kanaal moest gedeeltelijk geschorst worden. De slagregens hebben op vele plaatsen overstroomingen veroorzaakt. Groote gedeelten van de lijnen der Great Western en van andere spoorweg maatschappijen staan onder water.De Theems- vallei boven Windsor staat blank. De Norddeutsche Allg. Zeitung bevat een opzienbarend artikel, waarin een samengaan der regeering met het Centrum, als zijnde ten^ minste eene gematigde partij, wordt be pleit als zeer wel mogelijk. Onder de Duitsche studenten worden nu reeds toebereidselen gemaakt voor eene hulde aan Von Bismarck op zijn aanstaanden 80en verjaardag (1 April 1895). Den grijzen staatsman wil men bij die gelegenheid een adres doen aanbieden door een deputatie van studenten van alle Duitsche hoogescholen. Te Elberfeld heeft in den nacht van 13 op 14 dezer een brand gewoed, waarbij 10 menschen om het leven kwamen. Tot Dinsdagmiddag is men bezig geweest de lijken, waaronder dat van een politieagent die tot redding der bewoners in het huis gesneld was, uit de puinhoop te voorschijn te halen. Allen waren gestikt. Op last der justitie zijn vier personen, verdacht van brand stichting door achteloosheidin hechtenis genomen. In het huis woont zekere Maria Bender, die een sigarenwinkel drijft. „JaEen geschiedenisje, dat ik u dadelijk verhalen zal." Terwijl Ovidius haastig naar -t station stapte, dacht hij „Wat! Is nu die vroegere politieman te Bois- le-Roi 1 En nog wel bij dokter RichardDat zal mijn vertrek nog verhaasten... 'tls hier niet goed voor mij I En na enkele oogenblikken voegde hij er bij „Doch zoo ik Amanda hier laat, kan zij den dokter wederzien en van hem vernemen, dat ba ron de Reiss eigenlijk Ovidius Soliveau heet. René Bosc zal dit niet verzwijgenMaar wat geeft dat ook? Te Parijs teruggekeerd, zal Ovi dius Soliveau even als baron de Reiss voor goed verdwijnen." Aan 't station wierp hij den brief in de bus en ging dan naar het bureau van de telegraaf en seinde „Paul Harmant, industrieel, Courbevoie (Seine). „Ik keer naar Parijs terug. „Baron de Reiss.' Dan stapte hij naar het hotel en vroeg dat men tegen des anderen daags de nota zou gereed maken. René Bosc en zijne familie hadden met den dokter de woning bereikt van diens zuster, welke, zoo als wij weten, aan het hotel Rendez-vous der Jagers grensde. De dame, eene nog jonge rijke weduwe, had bij zich eene juffrouw van gezelschap, die haar nooit verliet. Zij waren gezeten in den tuin onder een groepje hoogopgaande schaduwrijke boomen nabij den afsluitingsrauur. De dokter bemerkte haar van verre. Hij stelde de goede dame zijne kennissen voor, die zij met de grootste minzaamheid ontving. „Zet u hier bij mij neder, mijnheer Bosc, zeide zij tot den grijsaard. „Hier voelt men geen tochtje." „En 't waait nog al sterk, madame. Zooeven nog werd mijn hoed door een rukwind afgeworpen en bij die gelegenheid werd ik in tegenwoordig heid gebracht van een schurk der ergste soort." Amanda, wij hebben het reeds gezegd, was aan de andere zijde gezeten van den muur met een boek in de hand. De stem van René Bosc wekte haar uit hare gepeinzen. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1894 | | pagina 1