Nummer 13. Donderdag 14 Februari 1895.
18*Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
"ÜlTBItOODDIUfflEIÏ.
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
UITGEVER:
"Waalwijk.
De Echo van het Zuiden,
Waalwijkselie en LangstraatsÉe Courant.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden/1,00.
franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
•an den Uitgever.
Advertentiën 1—7 regels 0,60 daarboven 8 cent per regeL
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen ioorhet advertentiebureau van
Adolï Steibeb., Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Er is op het gebied der algemeene politiek
te constateeren een afwezigheid van inciden
ten, welke in haar volkomenheid alleen wordt
geëvenaard door de weinige aiwisseling in
den loop der zaken, 't Draait zoo dag aan
dag om 't zelfde middelpuntje; de oorlog
tusschen China en Japan, voorspellingen om
trent1 Duitschlands politiek, Iialie's politiek
Engelands politiekRuslauds politiek en
Frankrijks politiek, doch bepaalde feiten doen
zich niet voor 't is een periode van af
wachting en ook wel een weinig van rustigen
parlementairen arbeid.
Door Frankrijks kamer worden de beraad
slagingen over de begrooting van het loopende
dienstjaaronder betrekkelijken voorspoed
voortgezet, wel worden er geruchten gehoord
van door de radicalen gekoesterde booze
plannen tot bekamping van een nieuw maand-
crediet indien de regeering de verhooging
der successierechten niet nu reeds aan de
orde stelt, doch dat zal wel zoo'n vaart niet
loopen. In elk geval is de regeering geens
zins geneigd de beschikkingen, rakende de
hervormingen, te behandelen in verband met
de begrooting voor 1895; een dergelijk vraag
stuk is van te groote beteekenis, raakt te vele
en te groote belangen om even gauw in een
paar dagen te worden behandeld.De regeering,
zich vereenigend met Ribot's voorstel, ont
raadt dan ook de behandeling van het her
vormingsvoorstel betrekkelijk de successie-
••rechten en reeds is de som van 17 millioen
trancs, uit die hervorming voortvloeiend
gedekt door overschotten en voorschotten uit
de Deposito-kas.
Er is inderdaad groote kans, dat het be
wind Rosebery van Groot Brittannie 't tot den
herfst bolwerkt de geringe meerderheid
door de regeering verworven bij het eerste
votum ter gelegenheid van de beraadslaging
over het adres van antwoord op de troonrede,
ten spijt. In 1892 namen de liberabri 274
zetels in, de nationalisten 72 en de parnel-
listen 9 zoodat de regeering in 't gunstigste
geval kon rekenen op 355 stemmentoen
was de oppositie aldus saamgesteld 269
conservatieven en 45 unionisten, te zamen
314 stemmen, in 't voor de regeering ongun-
tigsie geval. In die verhoudingen is sinds
door gedwongen en vrijwillige afl redingen
alsook door sterfgevallen, een wijziging ge
komen ten nadeele der regeering: de liberalen
verloren 4 zetels, waarvan twee aan de con
servatieven en twee aan de unionisten, terwijl
de parnellisten wel kunnen gerekend worden
tot de oppositie te zijn overgegaan, waardoor
in 't geheel dus dertien stemmen zijn verloren
gegaan voor de regeeringspartij, welk aantal
der oppositie ten goede komt. Dat is dus
een atneming der meerderheid van 41 tot 15
stemmen.
De eerste klip is door de liberale regeering
omzeild doordien de premier Rosebery met
een zekere handigheid en stuurmansvaardig
heid het rauke scheepje heeft doen manoeu
vreeren. Het groote onmiddellijke gevaar
dreigde, zooals men weet, niet van den kant
der conservatieven, doch van de werklieden
fractie van de democraten, met Keir-
Hardie aan het hoofd. Met twaalf stemmen
is de regeering gered 't is niet veel, doch,
voor een niet verwend bewinddat geen
hooge eischen stelt, juist genoeg om verder
te leven. Rosebery's kabinet is te zwak om
groote dingen te ondernemen, doch juist
krachtig genoeg om in het leven te blijven
tot de oppositie elementen hun tijd ge
komen achten. De werkmans-afgevaardigden
hebben niets ongebruikt gelaten wat tot den
val van het liberale bewind kon leiden ze
hebben hun „bien" genomen waar zij het
vonden. Jeffreys was 't, die een amendement
op het adres verdedigde, waarin de toestand
van den landbouw even treurig werd geheeleri
als die van de industrie en van den handel
en waarin der regeering verweten werd, dat
zij niet op de hoogte is van den droevigen
economischen toestand. Dat was zoo iets als
een votum van wantrouwen in het beleid der
regeering en de slimme vogelaars waren wel
zoo verstandig geweest het net zoo wijd
mogelijk open tc zetten, er was plaats voor
allen, die iets op het bewind hadden aan te
merken of zijn val wenschten, onverschillig
om welke reden of met welk doel.
Minister Harcourt is echter ook niet van
gisteren hij was den luitjes voor, door aan
den aanvang der zitting toe te zeggen de
vorming van een commissie, welker taak zal
zijn van parlementswege een onderzoek in te
stellen naar den gedrukten toestand op elk
gebied en nu weet elkeen wel dat dit zoo
ongeveer gelijkstaat met een aanneming voor
kennisgeving, doch in beginsel toont de re
geering er toch haar goeden wil door en zoo
werd Jeffrey's' motie dan ook verworpen met
273 tegen '261 stemmen een resultaat, dat
(heel eigenaardig en teekenend voor de toe
standen) de regeeringsaanhangers deedjuichen
over de redding voor 't oogenblik en over de
verwerviug vau een meerderheid, hoe klein
dan ook, terwijl dc oppositie eveneens juichte,
doch zij juist over de atneming der meer
derheid, over de bescheidenheid der „over
winning
Naar het Fransch door W. v. R.
Overgenomen uit dc Hlcicrijscht Courant
147
„Heet Ovidius Soliveau, mijnheer, een ellende
ling, die bij verstek veroordeeld werd tot drie
jaren gevangenisstraf wegens diefstal, nu reeds
eenentwintig jaren geleden gepleegd, en die na
dien tijd wellicht op de galeien is terecht geko
men of ergens opgeknoopt is. Dat was zijne gansche
familie, en eene droevige, niet waar, mijnheer
Had men u gezegd, dat Paul Har mant dood is?'
„Ja, dat had men mij verzekerd.'
„Dan vergiste men zich zeer.'
Op het oogenblik dat de beambte deze woorden
sprak, kwam de deurwaarder terug, die met een
boodschap was gezonden naar den prokureur der
rCDeze bracht het bericht mede, dat Paal Har-
mant nooit iets met de politie te doen had.
„Hebt gij nog iets anders te vragen mijnheer?'
vroeg de prefekt aan den schilder.
„Neen, mijnheer; ik weet alles wat ik verlang
de te vernemen, en ik dank den heer Rouget
voor de inlichtingen, welke hij mij verschaft
heeft.'
//Hebben deze inlichtingen u voldaan
„Ja ik ben zeer tevreden geweest te vernemen,
dat Paul Iiarmant niet dood is. Thans blijft mij
niets meer over dan u ie bedanken voor uwe
goede ontvangst en afscheid van u te nemen.'
„Vertrekt gij reeds onmiddellijk?'
„Met den eersten trein.'
„Naar Parijs, gewis
„Neen, naar Joigny.'
Na een hartelijk afscheid werd Stephaan door
den prefekt tot de buitendeur begeleid.
..Er valt niet meer aan te twijfelen,-" dacht hij,
naar zijn hotel terugkeeiend. Paul Harmant is
niet Jacques Garand. Ik vergistte mij zeer, toen
ik deze gedachte in mijn hoold opnam. Hij heelt
zeker met Lucien's vader vermoord. Hij heeft
Het anarchistenproces tc Luik is Zaterdag
geëindigd met de veroordeeling van 8 en de
vrijspraak van 5 der beschuldigden.
Muller en Wesccamp, van wien het bewezen
was dat zij de voornaamste schuldigen waren
aan den dynamietaanslag op het huis van
den burgemeester van Luik en aan dien waar
door Dr. Rensou zwaar gewond en voor zijn
leven blind werd, zijn veroordeeld tot levens
lange tuchthuisstraf.
Broich en Bach, die het plan beraamden
van een ontploffing in den schouwburg, wer
den tot 10 jaar tuchthuisstraf veroordeeld.
Verder zijn Vossen tol 4 jaar, Wilcker en
de koffiehuishouder Schlebach tot 3 jaar, eu
Schlebach's vrouw tot 6 maanden gevange
nisstraf veroordeeld.
Arnold, Leblanc, Verbist, Berg en Jooris
werden vrijgesproken.
De advocaten Neujean en Schuermans, die
voor de beschuldigden pleitten, hadden geen
verdedigingsargument dan dat wat het eer
ste menschenpaar tot zijn verdediging aan
voerde „verleiding". Zij pleitten voor ver
zachtende omstandigheden, oradat de beschul
digden tot de aanslagen werden aangezet
door den Rus Jagolskofsky (alias baron Stern
berg), die, naar sommigen beweren, een agent
der Russische regeering was.
De veroordeelden hielden zich zeer be
daard, met uitzonderiug van Bach. Hij ging
te keer als een razende en hij werd door
eenige gendarmes met moeite weggebracht.
De vrijgesproken studenten Arnold en Le
blanc werden op straat gedreigd door een
woedende volksmenigte. Zij moesten in een
winkel vluchten en gingen van daar in een
rijtuig naar huis.
De gezworenen in dit rechtsgeding moesten
niet minder dan 106 vragen beantwoorden,
waarvan het voorlezen alleen 20 minuten
duurde. Zij beraadslaagden van 11 tot 3 uur.
geene andere reden om te handelen zooals door
hem gedaan wordt dan zijn wensch om steeds
Mary's wil te volbrengen. Maar waarom is hij dan
toch zoo wreed tegen Jeanne Fortier's dochter?
Hoe heeft hij zich het proces-verbaal weten te
verschaffen van Lucia's opname in het gesticht
der gevonden kinderen Van welken medeplich
tige heeft hij zich bediend? Misschien wel van
dien van Ovidius Soliveau.
Na een oogenblik te hebben nagedacht voegde
hij er bij:
„Vruchteloos gaf ik mij overwonnen. Hoezeer
ik mij ook tracht te verzekeren, dat er geen reden
meer van twijfel is, blijft deze toch nog steeds
in mijn binnenste bestaan. Wij zullen zien.'
Stephaan, die tijd in overvloed had, dejeuneerde
op zijn geraak, en om half zes nam hij den trein,
die hem om half negen te Joigny bracht.
Het toeval deed hem in hetzelfde hotel afstap
pen, waar Ovidius een maand te voren onder den
vHlschen aristokratischen naam van baron Arnold
de Reiss gelogeerd had.
Het was dien dag te laat geworden om het
geheimzinnig werk nog voort te zetten, dat hij
aangevangen had, een werk dat te Dijon slechts
eene bittere ontnuchtering had opgeleverd.
Hij stelde alles tot den volgenden dag uit.
Wij zullem hem hier aan zijne bezigheden
laten om intusschen Ovidius in zijne boosaardige
handelingen na te gaan.
Wij hebben den ellendelig verlaten op t oogen
blik, dat hij ra zijne morgenwandeling zich gir.g
kleeden voor het ontbijt.
Na op de hoogte der hallen gedejeuneerd te
hebben, wandelde hij naar de Dauphinestraat.
Hij ging de bakkerij Lebret vourbij. wierp een
nieuwsgierigen blik op den winkel en ging dan
zijn weg voort.
Op het einde der Dauphinestraat ging hij de
St. Andriesstraat in en wandelde langzaam voort,
zeer nauwkeurig lettend op alleswat hij
op zijn weg ontmoette, op de breedte der trotoirs,
den onregelmatigen bouw der huizen, die in een
tijd werden opgericht, toen men nog niet op
regelmatigheid en rooiingslijn lette. Hij liep door
dezelfde straten, die hij des morgens op Jeann s
voetspoor gevolgd had.
De Gït-le-Coeurstraat was versperd ten gevolge
van een ongeluk.
Er was daar een buis gesprongen van de
waterleiding en er waren aanzienlijke herstellings
werken te verrichten.
Over eene groote uitgestrektheid was eeri diepe
sleuf uitgegruver. en de grond lag aan beide zijde
vrij hoog opgeworpen.
Slechts beide trottoirs waren vrij.
Hier en daar lagen planken over den uitgegra
ven greppel om den overtocht van de eene naar
de andere zijde niet geheel te versperren.
Verscheidene dagen duurde dat reeds.
Terwijl hij Jeanne Fortier volgde, had Ovidius
opgemerkt dat de vrouw met hare rollende mand
het trottoir gekozen had aan de rechterzijde in
Gït-le-Coeurstraat.
Ovidius volgde nu zijn weg aan de tegenover
gestelde zijde en hield het oog op de straat
werkers.
In het midden der straat gekomen stond luj stil
om een huisschilder te hooren zingen, die op eene
beweegbare stelling werkte aan de overzijde.
Die schilder was met twee kameraden bezig het
front van het huis te verven. Zij stonden op de
hoogte der tweede verdieping.
Blijkbaar waren de verdiepingen op t oogen
blik niet bewoond, de vensters althans stonden
open en het was te zien, dat men van binnen
ook met groote herstellingen bezig was.
Slechts beneden was het huis bewoond.
Er werd daar een kleine kruidenierwinkel ge-
honden.
Oj eens toonde het gelaat van den bespieder
teekenen eener bijzondere tevredenheid.
Onze lezers hebben zeker wel ooit dergelijke
stellingen gezien, die aan de huizen met touwen
en katrols worden vastgemaakt.
De werklieden kunnen die zonder moeite laten
stijgen en dalen, doch eene onhandige beweging is
voldoende om ze op den grond te doen neder-
storten, waar die zware stellingen dan alles ver
pletteren wat zij ontmoeten.
De touwen, die de stelling aan beide zijden
vasthielden met haken, waren op de vijfde ver
dieping aan de vensterbanken bevestigd.
Indien eene boosaardige hand, die touwen los
maakte, welke dan vrij in hunne katrols zouden
rollen, dan moest de stelling krakend naar bene
den komen.
De zanger had een schoone stem en een onuit
putbaar repertorium. De voorbijgangs stonden
stil even als Ovidius om naar hem te luisteren.
Nog altijd is er geen nieuws van de Gas-
cogne. Een stoomboot, die te St John op
New-Foundland aankwam, heeft in den storm
op Zondag avond een week geieden een
grooten viermaster gezien. Dit kan het ver
miste schip wel geweest zijn; andere booten
echter brengen geen nieuws mede. Men is
zeer ongerust.
De waarde der lading van het stoomschip
La Gascogne kan op 4 milüoen francs worden
geschat, terwijl er verder voor 776000 fraucs
aan gouden dollars aan boord zijn.
Op de lading van de La Gascogne is te
Parijs 10Va per., te New-York 11 pc*, her
verzekering gesloten; op het stoomschip zelf
te Londen 15 pet.
Volgens een later bericht is de Gascogne
Fier op zijn succes wist de schilder steeds wat
nieuws te vinden.
Eensklaps zweeg hij in't midden vaneen triller
en raadpleegdzijn horloge. „Vier uur!' zeide
hij, zijne penseelen en borstels nederleggend.
„Het is tijd een stukje te gaan gebruiken.'
De drie werklieden sprongen door de vensters
naar binnen en verlieten dan weldra met hunne
kameraden die daar werkten, het huis.
Ovidius zag dat zij zich naar eene restauratie
begaven aan de kade; hij bekeek liet huis nog
eens, knikte tevreden en verwijderde zich.
Dien dag kwam hij zeer laat thuis, met een
klein pakje onder den arm, dat hij in een kast
sloot.
Des anderendaags was hij echter weer vroeg
bij de hand. Ook thans droeg hij zijn vodden-
raperspak en spoedde zich naar de plaats waar
de St. Andriesstraat en de Gït-le-Coeurstraat in
elkaar loopen.
Weldra zag hij Jeanne verschijnen, hare mand
voor zich uitduwend.
Hij keek op zijn horloge. Het was zes uur tien
minuten.
Ovidius kwam de Git-le-Coeurstraat, in slen
terde wat om het huis heen, waaraan men met
de werkzaamheden bezig was.
Spoedig vertoonde zich Jeanne weer en even
als den vorigen dag, koos zij liet trottoir aan den
rechterkant.
Zij stond voor verscheidene huizen stil en nam
dan haren weg onder de stelling door.
Nogmaals keek de ellendeling op zijn horloge
en zag dat het zes dertig was.
„Uitstekend!" dacht hij. .„Men zou waarachtig
zeggen, dat het met opzet geschied is. De schil
ders beginnen om zeven uur, en dan zal alles
afgeloopen zijn."
Zonder langer te dralen, daar hij alles wist
wat hij verlangde te weten, keerde hij naar zijne
woning terug, verwisselde van kleederen en gri
meerde het gelaat op eene andere wijze.
Dan nam hij een rijtuig en liet zich naar het
St. Michielsplein brengen, waar hij in een koffie
huis dejeuneerde.
Om twaalf uur vroeg hij zijne rekening, oe-
taalde er. ging weder naar de Git-le-Cocurstraa'..
Hij kwam daar juist aan op het oogenblik, dat
de schilders vertrokken om hun maal te gaan
gebruiken. Wordt vervolgd.