Nummer 16,
Zondag 24 Februari 1895. I8e Jaargaa
Dl! BROODDRUGSTFl
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
1 I
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk,
i
UITGEVER:
Waalwijk.
De Echo van het Zuiden,
Wuiilwijltsclu' en Langstraatsche Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden/LOO.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 1—7 regels f 0,60 daarboven 8 cent per regel»
groote letters naarplaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land wordeit alleen aangnomen door het advertentiebureau van
A.dolï Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De beleediging, onlangs te Madrid door
den half-krankzinnigen generaal Fuentesden
Marrokkaanschen gezant aangedaan schijnt
geboet en verzoend te wezen, althans uit
Madrid korat nu het bericht, dat men het
eens is geworden over eene wijziging der
tusschen Spanje en Marokko gesloten over
eenkomst.
Spanje ziet daarbij at van zijn bedongen
recht om een consul aan te stellen in de
hootdstad Fez, terwijl de sultan van Marrokko
de geldigheid erkent van al de finaucieele
verplichtingen, door zijnen vader tegenover
Spanje op zich genomen en spoedige afdoe
ning belooft der 400,000 piasters, welke hij
met de betaling der oorlogschatting in ter
mijnen ten achteren is.
Met de afbakening der grens zal voorloopig
gewacht worden. De sultan staat in voor
orde en veiligheid op het tussshengelegen
gebied.
Nu deze schikking getroffen is, zal de ge
zant eerstdaags vertrekken.
De beraadslagingen in het parlement mo
gen op 't oogenblik in Duitschland niet over
zoo heel gewichtige aangelegenheden loopen
(de aanneming bij derde lezing van het cen-
trumsvoorstel tot intrekking der Jezuitenwet
van 4 Juli 1872, door den rijksdag, is eigen
lijk ook geen heel verrassend evenement, 't
is nu weer aan den bondsraad om te zeggen
of de negatieve beslissing van 't vorige jaar
blijft gehandhaafd) de binnenlandsche toestand
levert stot te over voor breedvoerige beschou
wingen.
Caprivi's lot schijnt ook dat te worden of
wel reeds te zijn van Von Holenlohede
zelfde intriges bedreigen hem, hij retireert
den conservatieven niet snel genoeg hij
draalt te lang met zich geheel over te geven
aan de reactie en een ontvangst zooals den
agrariërs Maandag door den keizer is te
beurtgevallen, is weinig geschikt om de hee-
ren tot inkeer te brengen. Ze verzoeken niet
Naar het Fransch door W. v. R.
Overgenomen uit de Mcicr'jsche Courant
150
„Zeer zeker, mijnheer. Maar wij zouden hem
dit kunnen vragen.'
„Komt hij dan terug?»
//Ja, mijnheer, hij komt hier een Zondag door
brengen met juffrouw Amanda?'
„Wie is juffrouw Amanda?
„Eene zeer lieve jonge dame, die hem hier is
komen opzoeken.'
„Kent gij het adres dier dame
„Neen, mijnheer."
„Kendet gij haar vroeger
„Ja, mijnheer. Zij heeft hier in gezelschap van
een net heer veertien dagen doorgebracht."
„En wie was die mijnheer?
„Een baron."
Een baron I" herhaalde de schilder.
„Ja, baron de Reiss.'
Stephaan ontstelde min of meer bij 't hooren
van dien naam.
„'t Is wel baron de Reiss, dat gij gezegd hebt?"
riep hij uit, schier niet in staat zijne ooren te
gelooven.
„Ja, mijnheer.'
„Kent gij het adres van dien baron?"
„Neen, mijnheer.'
„Maar hebt gij dan hier geen nachtregister
„Zeker, mijnheer.'
„Eischen de politie-reglementen niet daarin alle
personen op te schrijven, die bij u logeeren, al is
t slechte voor een enkelen nacht?'
rJa, mijnheer.'
„Dan moet de baron toch zijn adres hebben
achtergelaten,'
„'t Is mogelijk, mijnheerO, daar is madame,
die zal u beter kunnen antwoorden," voegde er
de dienstmeid bij, op eene zware dame wijzend,
die thans het voorvertrek binnentradIk ga
meer: ze eischen en dreigen; de handelsver
dragen moeten eenvoudig maar verscheurd
worden, ze staan den idealen van de protec-
tionisten in den weg en dus alle gevaar
van een tarievenoorlog met Rusland en mo
gelijk zelfs met Oostenrijk—Hongarije getrot
seerd. Nog wil men Von Hohenlohe bedenk
tijd geven, nog wordt hij niet tot de vijanden
gerekend van de „goede zaak" der reac
tionairen, doch lang verwijl kan men hem
niet geven Caprivi's lot moge hem: ten
voorbeeld strekken
Wat Maandag in de algemeene vergade
ring van den „Bund der Landwirthe" is
gesproken en met geestdrift is toegejuicht,
zweemt, allen loyaliteits betuigingen ten spijt,
heel sterk naar revolutie, onverwijlden terug
keer tot het oude regime eischen zij en
dreigementen sparen zij niet. Von Hohenlohe
schijnt doordrongen te zijn öf van zi'n eigen
kleinheid en onbeduidendheid of van de
grootheidde macht en het aanzien der
reactiemannen hij richt vriendelijke vader
lijke vermaningen tot de fanatieke leiders
Lutz, von Ploetz en Von Wagenheim, waar
hij hun een „tot hiertoe en niet verder"
moest toeroepen. De Norddeutsche Allg.
Ztg. heeft nu een groot artikel gebracht
waarin nadrukkelijk het gevaarlijke wórdt
gereleveerd van de agitatie der leiders, zoo
als die Maandag den geheelen dag is gevoerd.
Zou 't nu niet wenschelijk zijn geweest
dat de regeering er nadrukkelijk de aandacht
van den keizer op had gevestigd aan welke
mannen of liever aan welk optreden hij door
zijn ontvangst ten palcize en door zijn toe
spraak een zekere sanctie, een zeker
cachet heeft gegeven Men vertelt nu te
Berlijn, dat de keizer heel ontvreden is over
de agitatie der agrariërs en bepaald ontstemd
over de mededeelingen, door de leden der
deputatie in de vergadering omtrent zijn
woorden gedaan ze zouden namelijk en
kele gedeelten verdraaid en andere, als minder
voor hun zaak dienende, eenvoudig hebben
verzwegen. Dat lijkt heel veel op een sensa
tienieuwtje en den ernst van den toestand
vermindert het geenszins.
intusschen uw koffie gereed maken.'
Vierendertigste Hoofdstuk.
De eigenares des hotels naderde.
„Wat is er, mijnheer?" vroeg zij.
Stephaan herhaalde de vraag, die hij zooeven
gesteld had.
„Dat meisje weet niet wat het zegt," mijnheer!"
antwoordde de vrouw. „Zeker heb ik het adres
van mijnheer den baron, een zoo beminnelijk en
gedistingeerd persoonGij begrijpt wel, dat ik
mijne boeken niet aan mijne ondergeschikten ter
inzage geef."
„Dat begrijp ik zeer goed, madame, en vind
het ook uitstekend,' antwoordde Stephaan Castel.
„Verbeeld u,dat ik in nauwe betrekking sta tot den
heer de Reiss.... wij hebben elkander in Duitsch
land gekenddoch de baron is steeds op reis en
heeft nooit een vast domicilie.... Uwe dienstmaagd
heeft mij toevallig zijn naam genoemd, en zoo hij
thacs te Parijs is, wat mij zeer waarschijnlijk
schijnt, dan zal ik mij haasten hem de hand te
gaan drukken.'
„Ik zal u oogenblikkelijk tevreden stellen
mijnheer.'
i)e waardin kreeg een register uit eene kast,
raadpleegde dit en zeide dan
„Baron de Reis woont te Parijs, Vintimille-
straat no. 19.'
Castel dankte de vrouw en schreef het adres
in zijn zakboekje.
De meid bracht de koffie, Stephaan gebruikte
een tas en begaf zich naar het station.
Hij verlangde in Parijs te zijn, waar hij des
morgens ten elf ure aankwam.
Zonder tijdverlies liet hij zich naar de Vinti-
millestraat brengen om te vernemen of het op
gegeven adres juist was.
Hij had alle reden van te twijfelen.
Baron de Reiss was in no. 19 in 't geheel niet
bekend, evenmin als in no. 18 of 20, waar de
schilder ook informeerde.
Hoe meer Stephaan moeite aanwendde om het
licht te doen schijnen, des te meer kwam hij in
de duisternis.
Wie kon die man wel ziju, die zeker een
valschen naam droeg, te Joigny de schulden van
Duchemin betaalde en in gezelschap van Amanda
te Bois-le Roi eenige dagen ging doorbrengen
Naar The Times uit Cairo verneemt, wordt
de houding der mindere klassen te Alexan-
drie tegenover de Europeanen bepaaldelijk
dreigend en uittartend. De aankomst van
talrijke Bedouinen in den omtrek der stad
is een nieuwe bron van onrust, en verschijn
selen doen zich voor die aan de gewelde
narijen van 1882 voorafgingen.
Volgens een telegram uit Cairo aan de
Débats overdrijven de Engelsche bladen den
toestand in Egypte. Zeven inboorlingen had
den met drie dronken matrozen twist gekregen
en hierin ziet nu de Engelsche pers een
fanatisme, dat voor alle vreemdelingen ge
vaarlijk zou kunnen worden.
De Vossische Zeitung meent dat de Khedive
van Egypte zich terecht tegen de eischen
van Engeland verzet. Het blad meent dat
de Engelsche politiek in Egypte bij alle groote
mogendheden zeer weinig sympathie moet
hebben.
Bij de Japansche vertegenwoordiging zijn
nu door de regeering verdere 10 millioen
yen of dollars aangevraagd tot voortzetting
van den oorlog, hoewel na de inneming van
Wei hai Wei besloten werd aan leger en vloot
voorloopig eenige rust te geven.
In berichten van de Russische Telegraphen-
Agentur wordt verzekerd, dat de Japansche
regeering zich bereid heeft verklaard, de
krijgsverrichtingen geheel te staken voor het
geval China met ernstige vredss voorstellen
voor den dag komt. De Agentur schijnt daar
aan te gelooven en spreekt over de moge
lijkheid, dat de toestanden in Oost-Azie
weldra eene aanmerkelijke wijziging zullen
ondergaan.
Het agentschap spreekt tegen, dat Engeland
en Rusland hunne bemiddeling aanboden.
Daaraan bestaat trouwens geen behoefte,
daar Japan nimmer weigerde te onderhan
delen en nu eindelijk een van ernstige vol
machten voorzien gezant door China werd
afgevaardigd. Bedoeld wordt natuurlijk Li-
Hung Chang, die naar Japan onderweg is.
Naar verzekerd wordt had China eerst aan
Japan voorgesteld de vredes onderhandelingen
Aan hem was het Stephaan twijfelde geen
oogenblik daaraan dat Duchemin 't processtuk,
uit liet archief te Joigny ontvreemd, ter hand
had gesteld.
De pseudo-baron kon dit slechts gekocht heb
ben om het aan Paul Harmant te verkoopen. Dat
was boven allen twijfel verheven.
Doch waar zou hij den sleutel zoeken van het
raadsel, dat hem meer en meer onoplosbaar werd?
Drie personen waren in staat hem dien sleutel
te verschaffen, Duchemin, juffrouw Amanda en
baron de Reiss.
Deze drie waren echter niet te vinden.
Duchemin zou wel een dag te Bois-le-Roi gaan
doorbrengen; dit had hij althans beloofd, maar
wanneer
De schilder sloeg den weg in naar zijne woning.
„Eene schoone expeditie 1' sprak hij thuisko
mend. „Wees niet fier jongen I Gij weet niet veel
meer dan toen gij vertrokt.
Gedurende den tijd door Stephaan volkomen
verloren bij het najagen van een zeker loffelijk
doel om den waren moordenaar van Jules Labroue
te vinden en zoo de eerherstelling van Jeanne
Fortier te bewerken, bereidde een ellendeling den
dood der arme vrouw.
Wij hebben gezien hoe Ovidius steelsgewijze
in het huis sloop der Git-le-Coeurstraat en zich
daar in een alkoof opsloot.
Daar legde hij zich neder, doch niet zonder te
morren tegen de hardheid dezer legerstede en de
booswicht wachtte daar het oogenblik af der
volvoering van zijn misdaad.
Deze misdaad eischte eene zekere voorbereiding,
die niet goed in het duistere geschieden kon, zoo
hij althans geen gebruik maakte van een lantaarn,
en dat zou gevaarlijk geweest zijn. Want had
men licht op de kamer gezien dan zou de ellen
deling de aanwezigheid van een vreemde verraden
hebben.
Om vijf uur des morgens begroette hij het
eerste krieken van den dag.
Zoodra de duisternis door een grijsachtig bleek
licht vervangen werd, verliet Ovidius zijn alkoof
en op de teenen gaande om geen gerucht te ma
ken, naderde hij een venster en hield het oog op
het huis aan de overzijde.
te doen voeren te Port-Arthur, daar dit, met
het oog op den leeftijd en den gezondheids
toestand van Li-Hung Chang verkieslijker
werd geoordeeld. De Japanners hebben zich
evenwel niet geroepen gevoeld hunnerzijds
den man te ontzien, die door zijn keizer zoo
onbarmhartiglijk tusschen gunst en ongunst
is heen en weer geslingerd, zonder naar zijne
gezondheid te vragen, en zoo zal Li naar
Japan komen.
In Mantschourije vielen de Chineezen, thans
bij Humocheng, opnieuw de Japanners aan,
maar werden met een verlies van 30 man
teruggeslagen. De Japanners leden bij dit
gevecht geen enkel verlies.
Uit Tientsin komt bericht, dat de Taotai
hoofd-mandarijn Hung en generaal Yeh-Chi-
cao (die schuldig zijn aan de overgave van
Port-Arthur) tot gevangenisstraf zijn veroor
deeld tot aanstaanden herfst. Alsdan deze
gevangenisstraf is dus een der verfijnde
wreedheden der Chineesche rechtspleging!
zullen ze worden ter dood gebracht.
De toestand der glasindustrie te Charleroi
wordt voortdurend hachelijker, vooral tenge
volge van het sluiten der Amerikaansehe
markten, die altijd het voornaamste débouché
gevormd hebben voor de Belgische glaswaren.
Thans liggen de magazijnen vol, verscheidene
voorname iabrieken hebben haar ovens reeds
moeten blusschen, wat een duizendtal arbei
ders werkeloos gemaakt heeft, terwijl andere
glasblazerijen dit voorbeeld zullen volgen.
Om dit zoolang mogelijk tegen te houden,
moesten de loonen verminderd worden en
dit besluit heeft een zekere agitatie veroor
zaakt.
Het bevalt den Parijzenaars zeer, dat de
nieuwe presideut der republiek, dé heer Felix
Faure, zooveel bewegelijkheid ontwikkelt en
Alle vensters waren nog gesloten. Niemand
was er nog op straat.
De touwen der stelling die over de katrols
liepen, wij hebben dat reeds uitgelegd waren
eenvoudig aan de stangen van het zware ijzeren
raambalkon vastgemaakt. Om deze stelling ir. eens
naar beneden te doen storten, was het niet ge
noeg de touwen aan beide zijden een voor een
door te snijden. Dit moest in eens geschieden.
Dan zou de stelling met snelle vaart neder-
ploffen en alles verpletteren dat er onder was.
De twee touwen dan, die de stelling vasthiel
den, moesten met elkander vereenigd worden in
een punt, dat dan gemakkelijk kon doorgesne
den worden.
Ziehier hoe Ovidius dit aanlegde.
De touwen waren vrij lang.
Hij begon de knoop aan de rechterzijde los te
maken en bevestigde dan het einde des touws aan
het balkon van het linker venster.
Na dit gedaan te hebben deed hij juist het
zelfde aan de andere zijde, maar in tegenoverge-
stelden zin.
Ovidius had om dit werk te verrichten eene
kracht moeten ontwikkelen, waarvoor men hem
niet in staat zou geacht hebben. Hij moest toch
de ontknoopte touwen zoo vasthouden dat de
stelling zoo min mogelijk in beweging kwam.
Het zweet stroomde den vindingrijken boos
wicht over voorhoofd en wangen.
En toch was zijn werk op verre na nog niet
geëindigd.
De ellendeling haalde een sterk stuk touw uit
den zak en bond de twee koorden op het punt
waar zij gezamenlijk een St. Andrieskruis vorm
den zeer stevig bij elkander.
Er werden verscheidene knoopen gelegd en zoo
vast dat de zware koorden onmogelijk konden
verschuiven.
Ovidius was geruimen tijd bezig geweest.
Een oogenblik stond hij stil om adem te
scheppen en keek op zijn horloge, dat zes uur
aanwees.
„Op dit oogenblik verlaat Jeanne hare bakke
rij,' mompelde de man. „Nog vijfentwintig mi
nuten wachtens.... Nu moet hier alles nog ont
knoopt worden.'
Wordt vervolgd.