Engeland. Duitschland. Italië. Oostenrijk. BINNENLAND. doctoren, internen, verplegers, voor ieder een had hij een vriendelijk of waardeerend woordje. Dat deze bezoeken, die van eene hooge en humane opvatting van de Presidiale taak ge tuigen, waaraan we tot nu toe niet waren ge wend, bij de Parijsche bevolking in goede aarde vallen, bleek wel bij het vertrek van den president, 't Waren ware ovatiën, die het volk aan Faure bracht, zoowel bij het verlaten van het hospitaal als van de kazerne. Prins Wjazemski, de bekende distantie rijder, heeft nu een record in sportplannen geslagen. Hij wil te paard van Parijs naar New Foundland rijden via Rusland, Siberie en de Behringstraat. De tocht belooft zeer koud te zullen zijn, aangezien de Behring straat natuurlijk alleen in het hïtrtje van den winter is te berijden. Sinds 1889 heeft de stad Parijs fr. 5 millioen uitgegeven om de sneeuw op te ruimen. In de 40 sneeuwdagen, die wij achter den rug hebben, werden niet minder dan fr. 650000 aan dat doel ten koste gelegd. En dan klaagde men nog over de vuile boulevards. Te Pont Saint Vincent bij Nancy hebben weer ongeregeldheden plaats gehad. Er hebben daar belangrijke verbeteringen plaats aan het fort, doch door de kou zijn die werkzaamheden afgebroken. Vrijdag verzocht de aannemer Gilles aan de werklieden om de sneeuw, naar het schijnt, gratis weg te ruimen. De Fransche werklieden weigerden en Gilles kwam toen op het denkbeeld, ze door Italianen te vervangen 18 personen dier nationaliteit kwamen Zaterdag te Pont Saint Vincent aan, maar ze maakten weldra rechtsomkeert, toen zij de houding der Fran- schen zagen. Ongelukkig genoeg voor den aannemer, kwam deze een oogenblik later per rijtuig aan, vergezeld van zijn vrouw en een zijner bloedverwanten. Dadelijk werd het rijtuig omsingeld stukken hout en steen werden geworpen en met moeite ontkwamen de vervolgden op het gemeentehuis. Ook daar werd geschreeuwd ,,sla hem dood"; de paarden werden uitgespannen en het rijtuig in de rivier gegooid. Twee compagnieën gendarmes slaagden er in, de manifestanten uit elkaar te drijven. Werkstaking in de schoen industrie. Men schrijft uit Londen Er dreigt in Engeland gelijk uwe lezers reeds zullen weten andermaal eene groote werkstaking, thans in de schoen- en laarzen- fabrieken, grootendeels gevestigd te Leicester en Northampton. Als zij doorgaat, en dat is waarschijnlijk, is het levensonderhoud van 200000 werklieden er mede gemoeid. Tusschen de fabrikanten en de werklieden in dezen tak van nijverheid heerschen reeds geruimen tijd eenigszins gespannen verhou dingen. Zoowel fabrikanten als werklieden hebben zich tot krachtige vereenigingen ver bonden, en er bestaat sedert 1885 een ver- zoenings-raad die reeds meermalen met succes moeielijkheden heeft weggeruimd. Maar de fabrikanten klagendit de werklieden zich alleen aan de beslissingen van dezen raad onderwerpen, als het hun aanstaat. Dezer dagen is de verzoenings-raad te Leicester ontbonden. In dien raad hadden afgevaardigden van beide partijen zitting. Men was het oneens geworden over zeker geschil, en beide partijen stonden pal. Daarop werd een scheidsrechter ingeroepen, en de 'Naar «Baron de Reiss." Duchemin en Amanda wisselden een blik, aar- in duidelijk hun angst en schrik te lezen stond. Dan vroeg Amanda met eene stem, die van ont roering beefd „Wanneer is die heer gekomen „Daags na het vertrek van mijnheer Raoul.' «Hoe zag er die heer uit?' vroeg Duchemin. «Zeer net. Doch hij geleek niet op baron de Reiss. Hij praatte zeer gaarne en vroeg allerlei inlichtingen waaraan geen einde scheen te komen.' «En men heelt hem geen enkel adres kunnen geven riep Amanda uit. «Pardon, wij hadden het adre; van den baron.' «Hadt gij dat adres «Zeker. Het staat in het nachtregister.' «Een valsch adres. Dat zou ik durven wedden.' fluisterde Amanda haren vriend in 't oor. «Dat geloof ik ook. Er werd gescheld. De dienstmeid moest naar haar werk. «Wie mag toch die man zijn Wat mag hij verlangen sprak Amanda. «Ik begrijp er niets van, en dat verontrust mij even als alles wat geheimzinnig is. Slechts eene zaak is duidelijk Men zoekt ons.' «Zijt gij bang?' «Wel een beetje." «Ik ook. Doch daardoor mogen wij dezen dag niet laten verbitteren. Wij zullen madame goeden morgen gaan zeggen en ons ontbijt bestellen." Een halt uur later zaten beiden in de kleine eetzaal en dejeuneerden smakelijk. De dienstmeid bediende hen. Op dat oogenblik trad Stephaan Gastel binnen. De waardin herkende hem en ging den schilder tegemoet. «Het is waarlijk lief van u, mijnheer, dat ge nu reeds zijt teruggekomen.' «Kan ik onmiddellijk ontbijten, madame.' «Zeker, en ik zal zorgen, dat ge tevreden zijt. Wilt gij hier dejeuneren of in den tuin «Hier," antwoordde de schilder, op een tafeltje wijzend. „Goed. Er zal onmiddellijk gedekt worden.' Terwijl de waardin daarmede bezig was, vroeg zij «Wel mijnheer, hebt gij baron de Reiss ge vonden «Zeker,' antwoordde Stephaan Castel, en ik vraag was, of de quaestie op billijke wijze aan hem onderworpen was. De scheidsrechter besliste, maar de afgevaardigden der werk lieden weigerden te stemmen. Wie een hond wil slaan, kan gemakkelijk een stok vinden. Allerlei andere quaesties werden nu opgehaald. Zoo bijv. het zenden van werk ten platte lande, dat lager betaald wordt, terwijl de werklieden in de fabrieken niets te doen hebben. De fabrikanten wilden in dit opzicht van geen inmenging weten. Dan rees de quaestie der machinerieën, die eigenlijk, ofschoon het niet erkend wordt, de geheele zaak beheerscht. Vroeger moest de werkman 40 verschillende operatien verrich ten, terwijl thans dit alles door verdeeling van den arbeid door verschillende machines geschiedt. Volgens de fabrikanten is de positie van den werkman daardoor verbeterd. Vroeger was hij teer van gestel, wegens de aanhoudende drukking tegen de borst, in een atmosfeer, die vol schadelijke gassen was. Een groot aantal werklieden verdienen ook veel meer dan het door de ambachts-veree- nigingen bepaalde minimum. De unie der werklieden heelt een bedrag van 61,700 in haar bezit. Aannemende, dat, zooals gewoonlijk, de eerste twee weken geen geld wordt uitgekeerd, zouden de werk lieden het minstens een maand kunnen vol houden. Reeds is in eenige fabrieken eene werk staking begonnen en hebben de fabrikanten tot een lock-out (gedaan geven) besloten. Van alle kanten worden pogingen gedaan om alsnog een vergelijk tot stand te brengen. Geestelijken, leden van het parlement, ja, de Board of Trade zelf, deden hun best. De werklieden willen het nieuwe geschil wel aan scheidsrechters onderwerpen, maar de fabri kanten zijn vast besloten om hun standpunt te handhaven en willen tot dusver van geen verdere arbitrage weten. Inmiddels neemt het geschil aanhoudend grootere afmetingen aan. Andere districten sluiten zich bij de werkstakers aan, zooals o. a. Birmingham. Bristol, waar de nijverheid ook sterk vertegenwoordigd is, zal ook wel volgen, zoodat de toestand hoogst ernstig is. Te Berlijn loopt het gerucht dat de keizer van plan zou zijn, met alle keizerlijke prinsen en aan het hoofd der leden van den bonds raad Bismarck te Friedrichsruh met zijn verjaardag te gaan gelukwenschen. Bovendien zouden de zoons van Bismarck bij de gele genheid den eifelijken vorstentitel krijgen. Groot opzien is te Rome gewekt door den moord op den markis Berardi, een van de invloedrijkste mannen der stad. De markies brachtin zijn hoedanigheid van president van den provincialen raad. dagelijks een bezoek aan het krankzinnigengesticht Lungara, om te zien naar werken, welke daar in den grooten tuin werden uitgevoerd. Toen hij daar Vrijdagmiddag weer kwam, sprong een krankzinnige, die bezig was met een grooten hamer steenen stuk te slaan, op hem toe en velde hem neer door een slag op het hoofd. De markies stierf in den daaropvolgeuden nacht. Dezer dagen had de markies aan verschei dene opzichters van het werk zijn ontevre denheid betuigd en een paar ontslagen. Men vermoedt, dat de krankzinnige die opzichters heeft willen wreken. dank u nogmaals voor zijn adres. En gij madame, vroeg hij op zijne beurt, „hebt gij nog iets van Raoul Duchemin gehoord, sinds hij Bois-le-Roi verlaten heeft?' De waardin staarde Stephaan met verwonderde oogen aan. «Kent gij dan den heer Duchemin vroeg zij. „Neen, madame, maar ik brand van verlangen hem te zien, en daar uwe dienstmeid mij gezegd heeft dat hij van plan was den een of anderen Zondag hier terug te keeren, ben ik ook gekomen om hem te ontmoeten. Ik ben van plan dit telken Zondag te doen, zoolang mijn hoop vervuld is.' „Maar mijnheer, dan moet ik u zeggen, dat gij werkelijk zeer gelukkig zijt I" „Heeft de heer Duchemin u geschreven?' „Beter nogl" «Is hij dan hier?' «Ja, mijnheer.' „Zoo 1* „Hij is thans aan zijn ontbijt, en na eene wan deling in 't woud, zal hij hier dineeren.' „Werkelijk, madame! dan tref ik 't zeer ge lukkig! Is de heer Duchemin alleen?' „Neen mijnheer, er is iemand bij hem.' „Mejuffrouw Amanda zeker?" „JuistEene zeer lieve jonge dame.' Er speelde een glimlach om Stephaan s lippen. „Zoo gij wilt, mijnheer," hernam de waardin, zal ik den heer Duchemin waarschuwen." „Nog Diet, madame! Laat eerst de jongelui ontbijten. Doch zoodra zij daarmede gereed zijn gelief hun dan mede te deelen, dat er iemand hier is, die hen graag zou spreken.' De waardin neigde. De schilder gaf het menu van zijn ontbijt op en dejeueerde weldra met goeden appetijt. Een half uur later trad de dienstmeid, die daar iets te verichten had, de zaal binnen. Terwijl de goede ziel een oogslag om zich heen wierp, ont dekte zij onder de personen, die daar aan tafel waren gezeten, den schilder Stephaan Gastel, maak te eene beweging van verbazing en keerde haas tig naar 't kabinet terug, waar Amanda en Raoul gezeten waren. „Mijnheer, madame/ riep zij haast buiten adem uit. „daar is hij. „Wie?" vroegen te gelijk de beide jongelieden. «De heer, die drie dagen geleden hier geweest is om mijnheer Duchemin te treilen I" Een Sardinisclie bandiet gedood. Een bloedige strijd tusschen gendarmes en den roovèrhoofdman Sanna met zijne volgelingen, heeft nabij Cagliari plaats gehad. De strijd eindigde niet voordat Sanna zelf gedood was, terwijl beide partijen zware verliezen leden. Ook de luitenant der gendarmes werd doo- delijk gewond. In het legervooral in de Hongaarsche garnizoenen, trachten tegenwoordig de socia listen en anarchisten vasten voet te krijgen, meestal door middel van strooibiljetten, welke in de slaapzalen, de cantines en de stallen worden binnengesmokkeld.De oflïcieuse Pester Lloyd spoort daarom de commandanten aan tot verscherping van toezicht. Het water in de meeste zijrivieren van de Teiss is aanmerkelijk gezakt. De stand der Donau is niet hoog, en het ijs is 'er grootendeels verdwenen. Op de meeste lijnen van den Zuiderspoorweg is het verkeer hervat. \VAAL\UJK, 13 Maart 1895. Bij kon. besl. is eervol ontslag verleend, wegens verandering van woonplaats, bij de dd. schut terij te Waalwijk, aan L. J. F. Verwiel als 2e luit. a ia suite; benoemd bij die schutterij tot 2e luit. ül ia suite A. J. M. van leisel thans schutter. Krachtens artikel 5 van het prov. regl. van 18 Nov. 1889 (prov. bi. 1830 no 12) kan het vervoer van vrachten bij dooiweder verboden worden op wegen in de provincie Noordbrabant uiet onder beheer van het rijk staande. De commissaris der koningin in ons gewest heeft dit verbod uitgevaardigd in te gaan middernacht tusschen 22-23 Februari 1895. Als een gevolg hiervan werd Maandag namiddag nabij de markt in onze gemeente een voerman staande gehouden, die vermoed werd op zijne kar eene lading te hebben boven het geoorloofde gewicht. Men verlangde van hem dat hij de vracht zou rijden naar de botermijn om ze daar te kun ien wegen. De man was daartoe niet te vinden; hij moest naar Vlijmen en de boter mijn lag niet in zijn weg. De politie scheen ook geen zin te hebben om dit zelf te doen en zoo werd in tegenwoordigheid van een intusschen toegeschoten talrijk publiekde vracht, bestaande uit zakken erwten, door werklieden der gemeentegasfabriek afgeladen. Nadat men e ndelijk eene bascule was machtig geworden is de lading gewogen en daarna het te veel geladtne door de gemeentear beiders opgeborgen in de vestibule van het gemeentehuis. De hecle operatie heeft tot groote hilariteit van de omstanders ongeveer een uur geduurd en had plaats in tegenwoordigheid van rijks- en gemeente-politie met onzen ijverigen burgemeester aan 't hoofd. De zakken erwten liggen nog in de vesti bule van 't raadhuis. In de Zondagavond gehouden verga dering van de harmonie „St. Crispijn" van Waalwijk en Besoijen is de heer J. L. De Visscher, die reeds gedurende 45 jaar le commissaris van genoemd gezelschap is, met algemeene stemmen als zoodanig herkozen. Tot 2e secretaris werd benoemd de heer P Dielman. terwijl terwijl een vijftal adspiranten tot lid werden aangenomen. Opnieuw werd Raoul zeer ongerust. „Heeft hij naar mij gevraagd?" informeerde de jonkman. „Dat weet ik niet, mijnheer. Ik heb hem be neden maar zien zitten." „Waar bevindt hij zich?" „In de groote zaal, aan een ontbijttafeltje." „Ga even,' sprak Amanda tot Raoul, „en zie eens wie deze persoon is, zonder u zelf te laten zien." „Hij zit aan een tafeltje bij 't buffet," verze kerde r.og de dienstmeid. Duchemin trad naar de glazen deur, die toe gang tot de zaal verschafte.. Vergissing was onmogelijk. De artist alleen droeg een lintje in 't knoopsgat. Gedurende en kele oogenblikken hield Raoul den schilder aan dachtig in 't oog en ging dan weder aan tafel plaats nemen. «Wel?" vroeg juffrouw Amanda, die onwille keurig beefde. „Ik ken hem niet," antwoordde de jongman. „Doch ik ben zeker dat hij niet de persoon is, dien ik vreesde." „Wat vreesdet gij dan?" „Dat ons een politieagent vervolgde,' antwoor- de Raoul met ingehouden stem. O daarover mankte ik mij ook beangst," zeide Amanda, „doch nu ben ik weer gerust." De dienstmeid kwam binnen. „Kent gij hem, mijnheer?" vroeg zij. «Neen," antwoordde Raoul, waarop het meisje hernam „Wat zal ik doen, zoo hij naar u vraagt?" Raoul aarzelde. „Wel! Hij zal ons niet opeten.' sprak Amanda, die thans weer al haar aplomb had teruggekre gen. „Laat hem hier komen, kind," zeide zij, „zoo hij naar ons vraagt.' „Goed, mejuffrouw." Het ontbijt werd opgediend. Er werd aan de schellekoord getrokken, een teeken dat de meid naar het buffet werd geroepen. „Heeft de heer Duchemin gedaan?' vfoeg de waardin. „Ja, madame. Ik ga koffie opdienen." „Zeg hem dan, dat er in de groote zaal een heer is, die hem verlangt te spreken." „Goed, madame.' „Waar zijn uwe gedachten meisje vroeg Dank zij den on vermoeiden ijver van den Hinken directeur, den heer Jos. Mahiett, mag de harmonie „St. Crispijn" een nieuw tijd perk v; n bloei tegemoet zien. Burgemeester en wethouders van 's Bosch hebben thans officieel bekend gemaakt, dat HH MM. de koninginnen deze stad op 15 en 16 Mei e.k. zullen bezoeken. Reeds is men bezig verschillende commissiën in het leven to roepen, ten einde HH. MM. eene vorstelijke ontvangst te bereiden. Naar men uit Berlijn aan de Tel. seint, is het bezoek van de keizer van Duitschland aan onze koninginnen bepaald op 3 Augustus. Daarna gaat de keizer tot 14 Augustus naar Engeland. De commissie ter bevordering van het werkliedenbezoek op de Wereld-tentoonstel ling van het hotel- en reiswezen te Amster dam, heeft een rondschrijven verspreid van den volgenden inhoud Waar tegenwoordig de massale productie in omvang toeneemt en het handwerk al meer en meer verdringt, is het de plicht van een ieder, die, hetzij direct, hetzij indirect, groote voordeelen der industrie geniet, zonder daar aan onmiddelijk deel te nemen, om hun, die dat wel doen, en hun leven in werkplaatsen en fabriekslokalen slijten, een minium levens genot te verzekeren. De industrieel gaat ieder jaar van de fa brieksplaats, waar hij woont naar buiten of naar groote steden, om afwisseling te hebben van het eentonige leven, dikwijls gebukt onder zorgen om mee te kunnen arbeiden en strijden op het slagveld der vrije concurrentie. De arbeider mist die gelegenheidwant het loon dat uitbetaald wordt en dikwijls slechts uitbetaald kan worden door de scherpe concurrentie waarbij nog komt dat buiten- landsche producten de markt overstroomen welke dikwijls tengevolge van de goedkoopere grondstoffen voordeelen genieten boven de voortbrengselen der nijverheid van het bin nenland is nauwelijks voldoende voor het onderhoud van hem en zijn gezin. Thans zal er te Amsterdam eene tentoon stelling gehouden worden waar men den vooruitgang der industrie, kunsten en hand werken gedurende de laatste jaren kan be- oordeelen. Daar wordt eene gelegenheid geboden om kennis te verrijken, gepaard met aangename ontspanning welke heilzaam zullen werken op het moreel der bezoekers. Het komité van uitvoering begreep te recht, dat men een en ander onder het bereik van een grooten kring van personen moest brengen, ten einde te zorgen, dat het algemeen belang gebaat werd. Naast verschillende andere subcommissiën, werd er ook eene tot bevordering van het werkliedenbezoek gevormd, welke o.a. moest trachten de werklieden buiten Amsterdam tot een bezoek aan de hoofdstad op te wekken. Men begreep te recht, dat men daarvoor menschen moest nemen, welke de arbeiders en de arbeidersbeweging kennen. -Mannen die door groepen van werklieden tot hunne leiders werden gekozen. Verder tracht men door verlaging van prijzen, door volkskoffiehuizen, genoemd be zoek zoo goedkoop mogelijk te maken. De spoorweg maatschappijen zullen goed- koope treinen organiseeren. Onze commissie is gaarne bereid diegenen, welke zulks mochten verlangen nog nadere inlichtingen te verschaffen, en stelt zich voor over eenigen tijd meerdere bijzonderheden ter kennis van het groote publiek te brengen. Amanda, toen de meid binnenkwam. «Heb ik u zoo even niet gezegd, dat gij dien vreemden heer zoudt binnenlaten?"; „De meid verliet zwijgend het vertrek. „Maar sapristi riep eensklaps Amanda uit, zich tot Raoul wendend. „Toon aan toch dat gij een man zijtl Gij ziet er zoo bleek uit, of er een commissaris van politie met een half dozijn gen darmes gereed stond om u te arresteeren." „Wat zal ik u daarop antwoorden Een voor gevoel zegt mij, dat dit bezoek ons ongeluk is." Eenenveertigste Hoofdstuk. Op dit oogenblik werd de deur van het kabinet geopend, Stephaan Castel, met den hoed in de hand,ver scheen op den dorpel. Amanda en Raonl stonden van hunne zetels op en groetten op hunne beurt. „Ik hoop mevrouw, mijnheer, dat gij mij mijne vrijheid niet ten kwade zult duiden," sprak de schilder. «Ik zou zoo gaarne een onderhoud met den heer Raoul Duchemin hebben." Stephaan wierp een beteekenisvollen blik op Amanda. „Gij kunt vrij spreken in tegenwoordigheid van mejuffrouw/ zeide Raoul. De schilder nam plaats, en de hevige ontroering van den jongman gewaar wordend, sprak hij „Mijne tegenwoordigheid schijnt u te ontstellen, mijnheer. Daarvoor is echter geen enkele reden. Stel u gerust, als ik u verzoeken mag! Wat ik u ook zegge en mededeele, denk er wel aan, dat ik geen vijand van u ben, maar integendeel een vriend, gereed u de hand te reiken, zoo gij toe vallig mijn steun mocht noodig hebben." In plaats van Raoul gerust te stellen, verhoog den deze woorden nog meer zijn angst. Hij stamelde enkele onsamenhagende woorden. Amanda was ook zeer ontroerd en laisterde koortsachtig. „Eerst moet ik u zeggen wie ik ben/ hernam de schilder. „Mijn naam is Stephaan Gastel, kunstschil der en ik woon in de Assasstraat. Om u duidelijk te maken hoe ik er toe gekomen ben u hier te komen opzoeken, zal ik u mededeelen, dat men mij te Joigny verteld heeft, hoe gij te Bois-le-lto:' bij een spoorwegongeluk gekwetst werd en daarna op die plaats onder geneeskundige behandeling zijt gebleven." Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1895 | | pagina 2