Nummer 23. Donderdag 21 Maart 1895. 18e Jaargang
"ii[ iSÜOOHiUGSTElï.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
Spi
anje.
UITGEVER;
Waalwijk.
^■T.'Hiu—r— in i mvummw=j^—w—p—wPUT—i n—i i il r^mami ijl U „™p«'Wja' 1
De Echo ran het Zuiden,
Wulvfjksrlf ra IjUfstraiLsrbr Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00.
franco per posi door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
ean den Uitgever.
Advertentiën 17 regels ƒ0,60 daarboven 8 cent per rcgeJ-
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitse! -
land worden alleen aangnomen looi liet advertentiebureau vin
Adolï Steineii, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Iti Belgie staat men weer voor een nieuw
tijdperk van woelingen, opstootjes en wan
ordelijkheden. De socialisten zijn van plan
met alle hun ten dienste staande middelen
het gemeentekieswetontwerp van de regeering
te bestrijden. Zij willen niets weten van de
twee wijzigingen welke in het meervoudig
stemrecht zijn gebracht den census ver
schillend naar bevolking der gemeenten, en
de vierde stem. Immers die wijzigingen zijn
sterk in hun nadeel, daar de meeste plaatsen
in gemeentebesturen waarop ze hoopten hun
ontgaan als het wetsontwerp onveranderd
wordt aangenomen.
Ze zullen dus een uiterste poging doen om
de regeering en de kamermeerderheid over
te halen tot een schikking. Hun bedreigingen
zijn in geenen deele ijdel, en ze hopen
evenals in 1893, hun wil door te drijven door
middel van een algemeene werkstaking, door
openbare vergaderingendoor luidruchtige
betoogingen op straat, enz.
Te Madrid hebben ernstige feiten plaats
gehad. Donderdag jl. had de Resumen een
artikel gepubliceerd, waarin verzekerd werd,
dat de jonge officieren in het leger zich zeer
weinig koningsgezind betoonden en met weinig
geestdrift naar Cuba vertrokken. Denzelfden
avond begaven 35 infanterie-officieren zich
naar de bureaux van de Resumen, vernielden
het materieel en mishandelden de redacteurs.
Vrijdagmorgen protesteerde de Globo op een
krachtige manier tegen dezen niet te qualifi-
ceeren aanval en verklaarde, dat hierdoor
ernstig inbreuk gemaakt was op de vrijheid
der pers. Denzelfden avond deden 60 offi-"
eieren een inval in de bureaux van de Globo,
vernielden er de meubels, wierpen de letter
kasten het raam uit en maakten zich ten
slotte meester van den hoofdredacteur en
twee medewerkers, die ernstig mishandeld
werden. Hierna begaven de officieren zich,
hoogst opgewonden, naar de bureaux van de
Heraldo, die gebarricadeerd waren en waar
Naar het Fransch door W. v. R.
Overgenomen uit de Meierjsche Courant
157
Tweeënveertigste Hoofdstuk.
Na een oogenblik zwijgens richtte Stephaan
Castel zich tot Amanda en sprak
.//Wilt gij mij mcdedeelen al wat gij van dien
man weet, al wat gij hebt opgemerkt, al hetgeen
waarop gij hem betrapt hebt, sinds den dag dat
gij hem voor het eerst ontmoettet en den tijd dat
hij u heeft verlaten
„Ja, zoo gij mij belooft
„Wat zou ik u beloven
«/Dat gij ons helpt in onze wraakneming.'
„Reken op mij, aaar onze belangen volkomen
samenloopen.»
„En zal Raoul geen slechte gevolgen daarvan
ondervinden
„Zoo er reeds vervolgingen zijn ingesteld, dan
zal ik die morgen reeds tegenhouden."
„Dan zult gij alles weten."
Amanda begon het verhaal barer kennismaking
met den valschcn baron de Reiss, deelde alles
mede wat zij van hem ondervonden, gehoord en
gezien had, alles wet zij had vermoed.
„Gij liadt gelijk," zeide Stephaan, zoodra zij
geëindigd had, „die kerel is zeker Lucia's moor
denaar, en hij handelde voor Harmant's rekening;
dat is duidelijk. Doch de materieele bewijzen
ontbreken, en wij zouden toch duidelijke getui
genissen moeten hebben, om de twee ellendelingen
te kunnen verpletteren! Ik kan over u beschikken,
niet waar mijnheer Duchemin?"
„Geheel en al, mijnheer.'
„Ga dan voort Harmant te bespieden, want door
hem, (daarvan ben ik overtuigd zullen wij het
verblijf ontdekken van zijn medeplichtige."
„Ik zal mijn best doen."
„Zoodra gij weet waar Ovidius woont, zal ik u
zeggen wat gij dan te doen hebt. Bij hem zullen
de aanval dus mislukte. Het getal was in-
tussohen aangegroeid tot 400, die zich nog
eens naar de Resumen begaven, waar alles,
wat nog heel was, vernield werd. De kapitein-
generaal van Madrid gewaarschuwd, snelde
in groot tenue toe en slaagde er in de ver
bitterde officieren te doen uiteengaan.
Het gebeurde is natuurlijk in de Cortes
ter sprake gekomen en heeft tot eene storm
achtige zitting aanleiding gegeven. Toen de
minister van oorlog de voornaamste schuld
van het gebeurde van de officieren op de
redactiën trachtte af te wentelen, stonden
alle aanwezige verslaggevers der dagbladen
op en verlieten de tribune.
Nog ernstiger verwikkelingen even wel heeft
het gebeurde doen ontstaan in den boezem
van het ministerie, ja zelfs aanleiding gegeven
tot eene crisis. De minister van oorlog wilde
de schuldige officieren voor een krijgsraad
de overige ministers voor de gewone recht
bank doen terechtstaan. Men kon het hier
over niet eens worden, en toen heeft Sagasta,
namens het geheele kabinet, der koningin om
ontslag gevraagd.
Martinez Campos is tot betere handhaving
der orde tot garnizoens-commandant der
hoofdstad benoemd.
Aangaande het geschil inet Amerika in
zake het beschieten van de Allianza, ver
klaarde de minister van buitenlandsche zaken,
dat Amerika inderdaad heeft gereclameerd,
maar dat hij hoopte de zaak volgens recht
en billijkheid en overeenkomstig de nationale
waardigheid te regelen.
Aan eb Frankfurter wordt uit Petersburg
geseind, dnt men zich in de Rnssische hoofd
stad ongerust maakt over den plotselingen
omkeer in de publieke opinie in Engeland
ten gunste van Japan. Men vreest dat een
geheim verdrag, onlangs tusschen die landen
gesloten, de reden van die verandering is.
Verscheiden schepen van de Russische
Oostzeevloot worden gereedgemaakt om naar
het Oosten te kunnen vertrekken. Bovendien
zal het Middellaudsche-zee eskader in zijn
wij het bewijs vinden, ik ben er zeker van, dat
wij tegen den millionair zoeken."
Amanda viel hier den schilder in de rede.
„Kent gij dan Harmant niet?» vroeg zij.
„Zeker ken ik hem, ik kom bij hem aan huis,
en hij is reeds bij mij geweest."
„Kunt gij dan niet handelend optreden
„Neen, want een onbehendig woord, een enkele
onvoorzichtige daad zou hem op zijne hoede doen
zijn. En is het eenmaal zoo ver gekomen, dan zou
hij spoedig voor goed verdwijnen."
„Denkt gij dat?'
„De jacht, die de heer Duchemin gisteren op
hem en Ovidius gemaakt heeft, zal hem reeds tot
voorzichtigheid hebben aangespoord," ging de
schilder voort, „wij moeten dus op onze hoede
zijn. Zoo die lieden eene nieuwe misdaad beramen,
wat waarschijnlijk is, dan moeten wij hen weten
te verhinderen dit te doen."
Terwijl hij zoo sprak, dacht Stephaan aan Jeanne
Fortier, van wier tegenwoordigheid te Parijs Paul
Harmant op de hoogte was.
„Beschik over mij, dat herhaal ik, mijnheer,"
„Wat hebt gij gedaan sinds uwe komst te Parijs?"
„Niets dan bespieden.'
„Daar gij niets verdient, hebt gij geene andere
middelen dan de schadeloosstelling u door het
spoor uitbetaald, en dat zal spoedig verslonden
zijn. Mijne beurs is te uwer beschikking."
„Dat is onnoodig, mijnheer,' sprak Amanda,
„ik kan over ecnige spaarpenningen beschikken.
Ik heb ze voor het gemeenzame werk over."
„Mijn aanbod blijft toch bestaan. Gelief daar,
zoo noodig, aan te denken. Hier is mijn kaartje.
Mijn adres staat er op. Waar woont gij?"
„In de Damesstraat no. 28 in het kwartier van
Battignolles, woon ik," antwoordde Amanda en
Raoul huist in de buurt. Ziehier mijn adres.'
„Zoodra gij nieuws hel t, welk uur het ook zijn
moge, ware 't zelfs in het midden van den nacht,
kom onmiddellijk tot mij.,
„Zeer gued
Stephaan stond op en zeide: „Wees bedaard,
mijnheer Duchemin, en reken op mij. Er zal geen
vervolging tegen u worden ingesteld.
„Ik ben overtuigd van uwe goedheid, mijnheer,
en dank u uit den grond mijns harten."
De schilder, door de twee jongelieden begeleid,
verliet het zaaltje en begaf zich, na zijne rekening
voldaan te hebben, naar het station.
geheel naar de Stille Zuidzee gaan, om zoo
noodig gemeenschappelijk met Engeland (zegt
de Times) tegen Japan op te treden.
Te Walsenburg in Colorado is eeoige be
roering ontstaan over de uitspraak der jury
inzake het lynchen van ecnige Italianen de
jury zegt dat de daders onbekenden zijn
indien de politie er, troepen er geen ontzag
onder hielden, zou 't wellicht toch nog tot
ongeregeldheden komen. De gezant van Italië
heeft nu opnieuw aangedrongen op een ijverige
nasporing van de schuldigen.
Italie's regeering is vrij algemeen genoemd
als de directe aanleiding van het conflict
tusschen Venezuela en de bekende Europee-
sche staten. Die regeering vindt zulk een
aantijging natuurlijk niet pleizierig en zegt
dan ook dat het betrokken document volstrekt
niet vertrouwelijk was en dat bovendien de
diplomaten reeds voor de publicatie met
heenzending waren bedreigd. Toch wil Italië
trachten de moeielijkheden in der minne te
doen bijleggen en heeft daarom graaf Magliano
naar Caracas gezonden.
Van Cuba is een officieel telegram ont
vangen, waarin van een zware neerlaag der
opgestanenen gesproken wordt, terwijl de
stoomboot „Olivette'1 te Tampa in Florida
het bericht gebracht heeft, dat het verzet veel
ernstiger isdan de Spaansche regeering
erkennen wil. Er is een voorloopige regeering
ingesteld, die over 5000 goedgewapende rui
ters moet beschikken. De opgestanenen ver
zekeren, dat alle officieele Spaansche tele
grammen geschreven zijn met het doel Europa
te misleiden.
Op den directeur van een suikerfabriek in
Fleurus is een dinamietaanslag gepleegd. De
bom was neergelegd op het vensterkozijn van
In den trein stappende dacht hij
„Zoo ik mij niet vergis, dan zal Jeanne For-
t'ier, de moeder van Georges, nu spoedig in hare
eer hersteld zijn."
Duchemin en Amanda zegenden het toeval, dat
hun zoo onverwacht een sterken bondgenoot had
aan de hand gedaan.
Het overige van den dag brachten zij vroolijk
door, en keerden des avonds naar Parijs terug, na
plannen gevormd te hebben voor Raouls optreden
in het vervolg.
Niettegenstaande al hetgeen zijn medeplichtige
had kunnen beproeven om hem gerust te stellen,
koesterde Paul Harmant een grooten angst.
Zou die Amanda Régamy. zou die ltaoul Du
chemin niet gevaarlijk voor hen gaan worden
Hoe
Hij wist er niets van, maar toch vreesde hij,
en vruchteloos dacht de industrieel dan weer
Jeanne is dood! Dus heb ik niets meer te
vreezen van die zijdeAmanda kan Ovidius
slechts een boos hart toedragen, want mij kent
zij nietEn binnen acht dagen zal Ovidius
Frankrijk verlaten hebben! Waarom zou ik dan
nog langer mij angstig maken
Zoo vaak herhaalde hij zich deze woorden en
toch was hij niet gerust.
's Maandags begaf hij zich reeds vroeg naar
Courbevoie.
Toen de millionair zijn hotel verliet in deMu-
ïillostraat had hij onwillekeurig een onderzoe
kenden blik om zich heen geworpen.
Er was niemand op straat, en daaruit besloot
Harmant, dat hij niet bespied werd.
Toch vergiste hij zich.
Raoul Duchemin stond op post te Courbevoie
aan de overzijde der fabriek op de kade, en had
het uiterlijk van een hengelaar aangenomen. Een
huurrijtuig wachtte op een honderdtal stappen,
nabij de brug.
Laat ons than9 den jongman verlaten om een
bezoek te brengen bij Jeanne Fortier.
De brooddraagster had na den verschrikkelijken
angstdien zij bij den val doorstaan had, haar
werk niet onderbroken; doch toen de reactie zich
deed gevoelen, werd zij eensklaps zoo vermoeid
in geheel haar lichaam, dat zij den patroon een
paar dogen rust moest vragen.
De heer Lebret dacht er zelfs niet aan zich daar
tegen te verzetten.
de eetkamer. Door de ontploffing werd nie
mand getroffen, maar het raam sprong uit de
voegen, de ruiten barstten en de meubelen
in de kamer vielen om. Voor een paar dagen
is een dergelijke aanslag gepleegd op een
ingenieur in de plaats.
Bij een zekeren J. aan huis zijn dynamict-
patronen en lonten ontdekt, maar hij beweert
ze gevonden te hebben.
Tc Marseille is 5 Kg. Favierkruit en een
honderdtal patronen verdwenen. Er wordt een
onderzoek ingesteld.
In een groote Fransche stad hebben
de voorzitter der rechtbank en de procureur-
generaal elkander in de openbare terechtzitting
erbarmelijk toegetakeld. Een rechter is uit
Parijs gezonden om een onderzoek in te
stellen.
Er bestaat al minder hoop op terugkeer
der Reina Regente het schip wordt nu al
acht dagen vermist en hoewel ook van de
Fransche mailboot de Gascogtie gedurende
een even lang tijdsverloop niets vernomen
werd, vergete men niet, dat dit schip op den
Grooten Oceaan zwalkte, terwijl de Spaansche
kruiser toch onmogelijk heel ver van eenige
kust af kan zijn.
De minister van maiine heeft schepen ter
opsporing gezondenthans weer den kruiser
Alfonso XII naar de kust van Marokko, waar
Arabieren beweren de Reina te hebben zien
worstelen tegen den storm en daarna aan
den grond loopen.
De kustte'egraafwacht van de provincie
Oran (Algerie) heeft de maritieme prefectuur
van Toulon bericht, dat op een tiental mijlen
van Tarifa wrakhout is gezien dat naar het
schijnt afkomstig is van oorlogsschip. Aan
den Spaanschen minister is hiervan kennis
gegeven.
Verder rapporteeren de gezagvoerders van
het Engelsche stoomschip Mayfield en van
„Gevoelt gij er behoefte aan langer rust te ne
men," voegde hij er bij, „dan moet gij vrij uw
werk laten staanGij zijt hier thuis, mama
Lison. en uwe plaats wordt bewaard."
„Ik dank u mijnheer Lebret,' antwoordde zij,
„doch ik zal er geen gebruik van maken. Maan
dag morgen kom ik weer in dienst.'
„Zooals gij wilt, mama Lison."
De goede vrouw bracht den Zaterdagavond en
den geheelen Zondag in de kamer van hare lieve
Lucia door.
Het geluk, dat het gezicht harer dochter de
wreed beproefde moeder in het hart stortte
werkte meer versterkend dan de beste genees
middelen in staat zouden geweest zijn te doen.
te meer nog, daar Lucia, die schier geheel her
steld was, haar met de teederste zorgen omringde.
Zondag avond gevoelde Jeanne zich ook veel
beter.
De wonde aan het voorhoofd, door een doek
bedekt, genas zeer goed.
Des morgens ging Jeanne, zooals zij beloofd
had, naar de bakkerij. Naar hare gewoonte, begaf
zich de vrouw naar het llendez-vous der Bakkers,
in de Seinestraat. om voor haar werk iets te ge
bruiken.
De zaal was vol; 9omraigen namen in dat vroege
morgenuur reeds een glaasje sterken drank, of wel
een roomer witte wijn een pierenverschrikker
naar zij zegden; anderen ledigden groote tassen
koffie met melk.
Mama Lisson werd door luide vreugdekreten
ontvangen.
Sinds het ongeluk had men haar niet meer
gezien; allen beijverden zich nu haar van harte
te feliciteeren.
De beide bakkersjongens, die wij reeds hebben
leeren kennen, wilden ter eer van Jeanne drin
gend een algemeen rondje betalen. Toen zij al
deze blijken van sympathie zag, welker oprecht
heid niet in twijfel kon getrokken worden, schoten
hare oogen eensklaps vol tranen.
Tot tienmaal toe moest zij aan de belangstel
lenden mededeelen, hoe het ongeluk gebeurd was.
Gelukkig dat het verhaal niet lang duurde.
Eindelijk vertrok zij om haren tocht door de
stad te beginnen.
De twee bakkersknechts, die niets meer te doen
hadden bleven nog daar met eenige kameraden
en rookten hun sigarette.