Nummer 36. Zondag 5 Mei 1895. 18e Jaargang.
kïsïj^ i K' "T355SSES5SS
DE UtOODDRUffiL
Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen.
Staatkundig overzicht, j
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Belgie.
i
ii ui a—pmmymmm
De Echo van het Zuiden,
IVaalwyiisciie ra Langstraatsche Courant.
Franco per post door het geheele rijk f 1,35. A.NTOON TTIRTjT^TV opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
«n T„' rSr6" er'Z" 0 6 Zenden land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
aan den Ul^ge^ei j Waalwijk.Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Zooals da Meidag Woensdag is gevierd te
Weenen, te Parijs, te Londen, te Berlijn, te
Brussel, te Pest, te Rome, te Bern, te Lis
sabon en overal in de provincie van die
landen, welker hoofdplaatsen genoemde steden
zijn, is hij geweest een bevestiging van de
algemeene verwachtingen, een stap nader op
den weg tot verheffing van de intrede der
Meimaand tot vacantiedag, zij 't voorloopig
nog maar voor heel weinigen
In 't algemeen sprekend, kan gezegd wor
den, dat in Europa Woensdag niet is gebleken
de macht der 'sociaal democratische leiders
dat niet is gemanifesteerd een bijzonder so
lidariteitsgevoel tusschen de arbeiders der
verschillende landen en dat een heel kleine
minderheid opgaand in de groote massa
getoond heeft in den eersten Meidag iets
bijzonders te zien. Algemeene staking van
den arbeid was er eigenlijk nergens; te Rome,
te Milaan, te Lissabon, te Bern en hier en
daar in de centra dei industrie van Belgie en
Frankrijk, staakt:n eenigen der arbeiders, doch
't bleef ook daar rustig en de vergaderingen,
in den loop van den dag en Woensdagavond
allerwegen gehouden, werden dooreengeno-
men heel slecht bezocht. Te Parijs oreerden
de sprekers voor stoelen en banken; te Londen
waren er in Hydepark slechts weinig be
langstellenden en die er nog waren, haastten
zich om na de aanneming van een motie ter
verkrijging van den wettelijk vastgestelden
achturigen werkdag en de uitbreiding van het
stemrecht en tegen het kapitalisme en den
eigendom naar huis te komen: 't regende
van-'t begin tot het eind. Alleen te Weenen
was de deelneming aan de betooging veel
grooter dan vorige malen, doch daar was er
dan ook wel oorzaak Yoormen wilde er
door protesteeren tegen de regeering naar
aanleiding van haar houding in de kiesrecht
uitbreiding.
Zoo werden in Oostenrijks hoofdstad ge
houden 54 vergaderingen 25 door sociaal-
Naar het Fransch door W. v. R.
Overgenomen uit de Meierijsche Courant
„Doch alvorens naar de Assasstraat te rijden
moet gij even stilhouden in de Damesstraat no.
28."
„Goed, mijnheer."
De koetsier klom op den bok en vertrok.
Toen zij 't paviljoen van Ovidius Soliveau voor
bijreden, ontdekte Raoul daar een groote menigte
nieuwsgierigen, die vol belangstelling de agenten
ondervroegen, die er op post stonden.
Duchemin ademde vrijer, toen het rijtuig een
vijftigtal meter verder was gekomen.
Op den Boulevard van Batignolles nam de
koetsier zijn ontbijt mede en haastte zich dan naar
de Damesstraat.
Amanda had een verschrikkelijken nacht door
gebracht.
Om zes uur was zij opgestaan.
En nog geen nieuws van Raoul 1 Wat mocht
er toch wel gebeurd zijn? Welke onverwachte ge
beurtenis kon hem zoo lang hebben tegengehouden?
Vol angst en schrik stelde de jonge vrouw zich
deze vragen, zonder in staat te zijn er eenig ant
woord op te geven.
Om zeven uur kleedde zij zich en maakte zich
gereed om naar Stephaan Gastel te gaan.
Eensklaps stond er voor de deur een rijtuig stil.
Zij hoopte, en deze hoop werd niet beschaamd.
Raouls hoofd verscheen aan het portier.
„Kom spoedig naar beneden 1* riep haar de
jongman toe.
Amanda haastte zich te gehoorzamen.
„Waarom komt gij niet naar boven ,vroeg zij.
„Om twee reden Eerstens heb ik een voet ver
stuikt
„O, mijn God!-...*
Wees gerust; dat zal spoedig genezen zijn.
Tweedens moet ik naar de Assasstraat."
„Wat is er gebeurd?"
democratische vakvereenigingen en 29 volks
vergaderingen en overal was de eisch dezelfde:
de achturige werkdag, het algemeen stemrecht,
opheffing van het kapitalisme. In den na
middag werd er een monsteroptocht gehouden
langs het parlement en door de hoofdstraten,
welks voorbijtrekking drie kwartier duurde.
De schatting van het aantal deelnemers is
40000, vrouwen en kinderen meegerekend. De
orde was voorbeeldig. De kreten waren
„Leve het algemeen stemrecht»Weg met
de coalitie!" Te Buda Pest werden ook be
toogingen gehouden doch op veel kleiner
schaal en uitsluitend ten gunste van de soci
aal-democratische beginselen.
De verschillende groote staten van Europa
hebben nu alle zoo ongeveer een beurt gehad:
de een na den ander is genoemd als voor
nemens zijnde zich aantesluiten bij Frankrijk,
Rusland en Duitschland om te protesteeren
tegen het door Japan van China geëischte.
't Schijntdat de kleine staten nu aan de
beurt zijn en wat groote eer voor het
bescheiden stukje grond, dat wij ons vader
land heeten met Nederland wordt be
gonnen Ondertusschen hoort men uit 't
Oosten weinig belangrijk nieuws, dat volkomen
vertrouwbaar is. Li Hung Changs ontbieding
te Peking, door den keizer in eigen persoon,
wordt een bewijs geheeten van de zekerheid
der ratificatie en dan wordt Japan een krachtig
verzet toegedicht tegen de eischen van Rus-
laud, welks recht tot inmenging de regeering
van den mikado beslist ontkent en welks
aanmatiging Japan met gelijke munt wil be
talen.
Dat klinkt heel ernstig en stemt tot na
denken zou Frankrijk en zou Duitschland
zich nu met de wapens in de vuist partij
stellen voor Rusland In Japan neemt men
de zaken niet van den lichten kant en heet
men de relatiën met Rusland dreigend. Aan
de pers is elke toespeling op de aangelegen
heid verbodente Tokio zijn vier bladen
geschorst alleen omdat zij hadden gemeld
dat er een geheime samenkomst van het
„Ik heb de papieren."
„Onze papieren
„Ja, ja, en bovendien nog de overlijdingsakte
van den waren Paul Harraant. Ovidius is van
nacht niet thuis geweest."
„Die is in arrest," antwoordde Amanda.
„In arrestherhaalde Raoul.
n J a."
„Hoe weet gij dat?"
Amanda verhaalde in korte woorden wat er
gebeurd was.
„O thans gaat het uitstekend,4' zeide Raoul, na
aandachtig naar Amanda's woorden geluisterd
te hebben. „Maar mijn voet doet mij erg lijden.
Breng een pantoffel mede en een schaar. Ik zal
de bottine opensnijden.
Amanda ging naar boven, en was weldra terug
met hetgeen Raoul verlangde.
Zoodra de laars van den voet was, gevoelde
Raoul zich zeer verlicht. Amanda's pantoffel was
hem groot genoeg.
„Gij gaat nu naar uw ateliers," sprak hij tot
Amanda, „en ik zal den heer Gastel waarschuwen.
Stap in 't rijtuig; ik zal u in de St. Honoréstraat
brengen.
Amanda voltooide haar toilet, steeg in het
rijtuig en stapte aan de woning van madame
Augustine uit.
Stephaan Castel had ook een zeer slechten nacht
doorgebracht. Even als Amanda wachtte hij met
ongeduld op Raouls komst.
Om vier uur in den morgen ging hij te bed, doch
kon den slaap niet vatten.
Om zes uur was hij reeds in zijn atelier.
Daar stond het doek, dat daags te voren door
twee werklieden was ingepakt, en in de nabijheid
het kleine kartonnen paardje, dat de schilder
zelf zou overbrengen.
De commissionnairs werden tegen acht uur
verwacht om het schilderstuk in de Bonaparte-
straat te bezorgen.
Stephaan, wiens ongeduld steeds aangroeide,
liep met groote stappen door zijn atelier. Hij
vroeg zich af waar ltaoul toch blijven mocht en
begon te vreezen dat hij het bij Ovidius zeer
slecht had afgebracht.
„En waarom is Amanda, die gisteren nog hier
is geweest, niet terugkomen?" vroeg zien dan
wfip.r af. -Waar bljj|*j ?itj 9I
Zou alles thans om mij heen instorten op het
kabinet had plaats gehad en verschillende
bladen verschijnen met onleesbaar gemaakte
kolommen, 't Schijntdat de Japanners
Ruslands militaire macht in 't Oosten van
heel geringe beteekenis achten of ten minste
niet in overeenstemming met den gevoerden
toon en onvoldoende om den eischen kracht
bij te zetten. De Fransche schepen zouden
zich bereid moeten houden voor alle even
tualiteiten en zelfs zou Rusland Frankrijk en
Duitschland reeds formeel hebben uitgenoo-
digd tot de onderteekening van een nota aan
Japanwaarbij gedreigd wordt met een
militair optreden.
Punch geeft op treffende wijze uiting aan
de stemming der openbare meening in En
geland in een zeer gelukkig geslaagde plaat,
waarop China en Japan worden afgebeeld als
twee kaartspelers, wier spel is geëindigd en
waarvan de kleinste zich nu gereed maakt
met een tevreden gelaat een aanzienlijke
winst aan goudstukken op te strijken. „Moet
hij dat alles hebben vraagtmet een on
tevreden gelaat op den geldstapel wijzend
een Russisch matroos, die met een Franschen
en een Duitschen kameraad als min ot meer
beteuterd toekijker achter den verliezenden
Chinees heeft post gevat. „Wel" merkt
John Buil op, een torschgebouwd Engelsch
matroosdie in eene rustige houding van
zelfbewuste kracht achter den Japanner zijn
pijpje staat te rooken „wel, het is eerlijk
spel geweest, en dan zie ik geen reden om
er tusschen te komen
Naar verzekerd wordtheeft een vierde
mogendheid zich aangesloten bij het bekend,
door Duitschland geleid protest tegen het
Japansch-Chiueesche vredesverdragen die
mogendheid zou Spanje wezen, 't welk zijne
belangen op de Philippijnsche eilanden door
al te groote machtsuitbreiding van Japan
bedreigd zou achten.
De National Zeitung doet eene wanhopige
poging, om Duitschland's weinig sympathieke
houding in da Japansche interventie geschie
denis te vergoelijken en met name het ge
grond verwijt te wederleggen, dat het thans
oogenblik dat ik hoopte de waarheid over het
drama van Alfortville te zien schijnen en tevens
over verscheidene andere misdaden door Ovidius
bedreven, maar door Paul Harmant, den boos
wicht ingegeven, door Harmant betaaldZou
alles mislukt zijn? Wie weet of Raoul niet door
Ovidius vermoord is 1"
De artist liet zich op een divan nedervallen en
was in diepe gedachten, toen eensklaps de deur
geopend werd.
De kamerdienaar verscheen op den dorpel.
„Wat wilt gij vroeg de gewezen voogd van
Georges, hopende dat ae komst van Amanda of
Raoul zou gemeld worden.
Doch hij vergistte zich zeer.
„Mijnheer," zeide de kamerdienaar, „de com
missionairs zijn daar om het doek te halen."
„Dat zij binnenkomen!»
De dienaar ging hen roepen.
„Weest voorzichtig!" zeide hun de schilder.
„Gij kunt gerust zijn, mijnheer," antwoordde
een der werklieden. „Dat kennen wij."
„Vooruit dan
De werklieden namen de kist op.
Deze was zeer zwaar.
„Zijt gij gereed vroeg een der commission
nairs, „ja," antwoordde de andere. „Vooruit I*
Hetzij door onbehendigheid of door eene valsche
beweging, eensklaps liet de eerste comraissionnair
los en de kist rolde met geweld ten gronde, in haren
val het kartonnen paardje verpletterende.
„Ellendelingen Kondt gij dan geen betere voor
zorgen nemen?" riep de schilder den commission
nairs toe, terwijl hij de schrijftafel verliet, waar
hij een briefje aan Georges schreef.
„'t Is mijne schuld uiet, mijnheer Castel." ant
woordde de werkman, „de kist schoof mij uit de
handenMaar het schilderstuk heeft niets ge
leden doch dat kartonnen paardje dat daar stond
zal wel.....*
„Ellendelingen!" riep op nieuw de schilder uit.
„Zoo gij niet sterk genoeg zijt, dan kon mijn
knecht u toch helpen
„O, mijnheer, wij zijn sterk genoeg! Dat zult
gij eens zien
De twee commissionnairs namen op nieuw de
kist op en brachten deze buiten het atelier.
Het paardje was totaal verpletterd Uit zijne
gaper.de borst kwamen oude stukjes linnen, ver
frommelde papieren en andere voorwerpen van
juist hetzelfde doet wat het in 1870 van
anderen niet dulden wilde. Het blad spreekt
van een aangevallen en uitgetart zijn van
Duitschland, van oneindig zwaardere offers
welke het heeft gebracht, en qualificeert de
annexatie van Elzas Lotharingen slechts als
een terugneming van vroeger geroofd land,"
hoewel Von Bismarck nog onlangs zelf
verklaardedat het was omdat men een
bolwerk noodig had tegen nieuwe Fransche
aauvallen. Voorts betoogt het blad, dat het
aantal vierkante kilometers grondgebied, door
Japan thans geëischtgrooter is dan door
Duitschland in 187C verworven. Dit laatste
cijferen van de National Zeitung vooral toont
duidelijk aan, dat zij zelve feitelijk hier geen
principieel verschil kan zien van wat in 1870
gebeurde, toen Duitschland zich terecht ver
zette tegen vreemde interventie en beknabbe
ling van zijn oorlogsbuit.
En evenmin als de Duitschers toen, zijn
de Japanners nu het zijn de woorden van
een Reuter-telegram uit Yokohama „in
eene stemming om met gelatenheid aan te
zien, dat eenige mogendheid hen van de
vruchten hunner overwinningen op de Chi-
neezen berooft."
Koning Leopold van Belgie is weer te
Brussel, gezond en wel, naar men zegt.
Den len Januari 1890 waren er in Belgie
6000 herbergen waar men, om geen vergun
ning te hoeven betalen, alleen bier verkocht.
Maar sedert de nieuwe wet is dat getal ge
stegen tot 43000. De minister van financien
beklaagt zich in een aandoenlijke circulaire
over die geweldige vermeerdering. Het ergste
is, voegt hij erbij, dat in de meeste van die
zoogenaamde bierhuizen tersluiks sterke drank
wordt getapt, zoodat de schatkist voortdurend
wordt benadeeld. De minister machtigt de
dien aard te voorschijn.
„Wat zal Georges zeggen mompelde Stephaan,
de overblijfselen van het paardje met den voet
van zich afstootend. „Hij hield zooveel van deze
gedachtenis„'t Is een waar ongeluk 1"
Terwijl hij dit speelgoed over den grond schoof,
sleepten de oude papieren na, die Stephaan reeds
opgemerkt had. Doch hij moest zijn brief eindigen.
Castel schreef
„Mijn dierbaar kind
„Heden bereikt gij uw vijf-en-twintigst jaar. Ik
„vergeet het niet, zooals gij duidelijk zien kunt,
„maar zend u thans het doek dat ik u reeds lang
„beloofd heb. En bovendien heb ik u belangrijke
/mededeelingen te doen.
„Om negen uur zal ik bij u zijn.
„Gelief mij te wachten.
„Uw gewezen voogd en goede vriend,
„STEPHAAN CASTEL."
„De kist is opgeladen, mijnheer," zegde een
comraissionnair, weder binnentredend. „Waar moet
zij gebracht worden
„Aan dit adres, in de Bonapartestraat.... Dezen
brief zult gij aan den heer Georges Darier af
geven, die daar woont."
„Goed, mijnheer Castel.'
„En dan zult gij terugkeeren om uw loon te
ontvangen."
„Zeer goed, mijnheer."
De twee commissionnairs vertrokken.
Toen Stephaan zich omkeerde vielen zijne oogen
weder op de overblijfselen van het pa rdje, de
papieren en lompendie er in waren geborgen
geweest."
„Het Trojaansche paard va9 niet beter gevuld,"
dacht hij, alles oprapend. „Waarmee heeft men
toch dit speelgoed opgevuld
Terwijl hij deze woorden sprak, zag hij eens
na wat hij in de hand hield.
„Dat kan niet van den fabrikant komen,*ging
hij voort. „Dat zijn dingen, die Georges, toen hij
nog zeer klein was, daarin moet gestopt hebben.'
Eensklaps stond Stephaan stil met wijdopen-
gesperde oogen, den blik op een papier gevestigd,
dat hij zoo goed mogelijk ontplooid had.
Hij werd zeer bleek.
Een naam dien hij zeker daar niet dacht te
ontmoetenhad eensklaps zijne aandacht ge
trokken. Wordt vervolgd.