BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. Italië. Oostenrijk. Turkije. Rusland. BINNENLAND. De Burlet, de tegenwoordige minister van binnenlandsche zaken, zal de porteteuille van buitenland overnemen. De vurige protecti onistische afgevaardigde van Leuven, Schol- laert, wordt minister van binnenlandsche zaken, Nijssens minister van publieke werken, welk departement voor hem ingesteld is. Een ministerieele verklaring is gelezen, waarin de redenen van het ontslag van De Mérode en die van de instelling van een ministerie van publieke werken meegedeeld worden. Daarna zal De Smet de Nayer een ontwerp indienen, waarin voorloopige maatregelen genomen worden in het belang van den Congostaat. Een ongeluk met een luchtballon. Zondagmiddag omstreeks halfzes steeg de aeronaut Toulet van de place St. Lambert te Luik op met zijn grooten ballon >le Prince Albert." Drie passagiers waren voor hun pleizier in het schuitje gestapt om de luchtreis mede te maken. De ballon was reeds tot bijna duizend meter gestegen, toen plotseling het omhulsel van den ballon eene groote scheur bekwam, waardoor deze snel begon te dalen. Toulet, die het gevaar in al zijn omvang begreepwierp zoo spoedig mogelijk ver scheidene zakken ballast over den rand van het schuitjedoch de ballon begon steeds sneller te dalen, zoodat ten slotte het schuitje met duizelingwekkende vaart naar beneden schoot en neerviel bij de brug van Huy midden in het kanaal der Ourthe. Het schuitje werd ondergedompeld en een der passagiers, die er uitsprong, nam een bad, dat zeer lang van duur was. Onmiddellijk was er hulp aanwezig en door het aantrekken van den kabel werd de ballon naar den wal getrokken. Het bleek, dat hij over eene groote lengte was gescheurd. Alle reizigers kwamen gelukkig met den schrik en een onvrijwillig bad vrij. Bijna de geheele Luiksche bevolking was getuige van dit ongeluk, dat boven verwachting goed is afgeloopen. Uit Guyana is bericht ontvangen, dat in een streek, waar geen geregeld bestuur in gesteld is een afschuwelijke aanslag heeft plaats gehad, die echter onmiddellijk door voorbeeldige straf gevolgd is. Een Franschman, Trajane, had zich op het bewuste gebied, dat door allerlei avonturiers, Brazilianen vooral, bezet is, gevestigd. Hij werd van alles beroofd en naar Carswene gevoerd. De gouverneur van Cayenne zond het adviesjacht „Bengali" met een compagnie mariniers om Trajane te bevrijden. De kapitein der mariniers Lunier naderde, ver gezeld van een trompetter en een sergeant het dorp, waar de gevangene zich bevond en eischte diens invrijheidstelling. Nauwelijks bevond hij zich in tegenwoordigheid van het hoofd der avonturiers, Cabral, of deze schoot op hem en beval zijn gewapenden makkers op de soldaten te schieten, die bij desloepen gebleven waren. Ter zelfder tijd werd uit alle huizen geschoten. Luitenant Destoux geweerschoten hoorende; snelde toe aan het hoofd van de compagnie mariniers en slaagde er in, de aangevallenen te ontzetten. Een hevig gevecht volgde, dat met de vernieling van het dorp eindigde. De aanvallers, de makkers van Cabral, lieten 60 dooden achter. Hun verliezen moeten echter veel grooter Deze woorden stelden den valschen Paul Har- mant weer eenigszins gerust. Hij verzocht zijne bezoekers plaats te nemen. „Dierbare vriend," sprak hij dan, zich tot den artist wendend, „duid mij dit koel onthaal niet ten kwade. Ik was van morgen in het geheel niet goed." „Het is zwaar weder/ antwoordde de schilder. „Wellicht krijgen wij onweer. Dat zal wel de oorzaak zijn." „Maar thans is het al veel beter. Gelief mij nu het doel uwer komst mede te deelen." Terwijl de millionair deze woorden sprak, wierp hij een zijdelingschen blik naar het ver trek, waar hij Jeanne had binnengesleept. „Dat zal ik u zeggen," antwoordde Stephaan. „Spreek, als ik u verzoeken mag." „Zijt gij niet twee jaar lang leerling geweest aan eene polytechnische school te Chalons?" „Ja.* „Gij hebt daar schitterende studiën gedaan, naar het schijnt, en de school meteen zeer vleiend getuigschrift verlaten." „Ja, dat is juist." „Na de school verlaten te hebben, hebt gij veel gereisd „Ja, werkelijk. Zeer veel. Ik heb Duitschland, Holland, Belgie en Italië doorloopen." „Zijt gij niet in Zwitserland geweest. „Ja, in Zwitserland ook," antwoordde Jacques Garaud, een ongerusten en wantrouwenden blik op den schilder werpend. „Zijt gij nog al lang in Zwitserland gebleven?" vroeg dan weer Stephaan, zonder iets bijzonders te laten blijken. „Vijftien a zestien maanden, geloof ik; doch ik kan 't me niet juist meer herinneren. Het is reeds zoo lang geleden." „Ja, het is zeer goed te begrijpen, dat gij dit alles zoo nauwkeurig niet meer weet. Maar,wan neer gij eens goed nadenkt, zult gij misschien nog wel ^gelegenheid vinden mij eenigszins in te lichten omtrent een persoon, die reeds langover- lecfen is-v „Wie is die persoon „Hebt gij in de ateliers, die gij in Zwitserland bezocht, niet een zeer bekwaam mécanien gekend, Jacques Garaud genaamd Terwijl Stephaan deze woorden sprak, richtte hij een doordringenden blik op den millionair. geweest zijn, daar er ir. de huizen wel zullen omgekomen zijn en velen, hoewel gewond ontvlucht waren. Waarschijnlijk is Cabral zelf ook gewond. De Franschen hadden 5 dooden en 20 gewonden. „De Bengali" is te Cayenne teruggekomen. De begrafenis van den kapitein en van de 4 matroozen heeft met groote plechtigheid plaats gehad. Bij de inwijding van het gedenkteeken voor maarschalk de Mac Mahon, welke op 4 Juni te Magenta zal plaats hebben, wordt het Fransche leger officieel vertegenwoordigd door generaal de Vaulgrenan t, oud ordonnans officier van den maarschalk. Te Saint Arnoult des Bois, bij Chaitres, heeft een groote brand verscheidene huizen in de asch gelegd. Dit is de vijfde brand in dat plaatsje binnen een tijdsverloop van veertien dagen en men denkt aan boos opzet. Een man is gevat onder verdenking van die branden aangestoken te hebbenmaar hij werd weer vrijgelaten, omdat er geen bewijzen waren voor zijn schuld. Te Courville is in de gevangenis een opstand uitgebroken. Da directeur en de verdere beambten werden verjaagd. Er is naar Chartres getelegrafeerd om versterking. Dit is de tweede maal in de 18 maanden dat de inrichting bestaat, dat er oproer uit gebroken is. Tot de vermakelijkste Parijzenaars werd eenige jaren geleden de Chinees Tsjeng Ki Tong, attaché militaire bij 't gezantschap, gerekend, Hij was generaal, maar tevens was hij man letteren, publicist, en vóór alles was hij boulevardier. Plotseling verdween hij, opgeroepen door zijn regeering. Men zei dat hij van allerlei leelijke d ngen onrechtvaar- diglijk werd beschuldigd, men fluisterde dat zijn hoofd wei zou vallenNu blijkt hij nog te leven hij is volgens een bericht in de Times een van de hoofden der republi- keinsche beweging op Formosa. MADAGASKAR. Generaal Duchesne heeft geseind dat de legertrein van het hoofdkwar tier van Majoenga vertrokken is om zich bij de troepen van generaal Meizinger aan te sluiten. Weldra vertrekt hij zelf met de ver schillende chefs langs den oever der Betsiboka om zich aan het hoofd der troepen te stellen die den langen weg van Majoenga en Maro- woay naar Tananariwe nog slechts voor een klein gedeelte hebben afgelegd. Waar de Franschen overigens op hun weg een sterkte tegenkomen, nemen zij die, meestal zonder strijden waar zij de Howa's ont moeten, verslaan zij hen, bijna zonder ver liezen. Geueraal Metzinger die met groote snelheid is voortgedrongen, bevindt zich thans te Mahatomboka, dat is reeds 1/3 graad ten zuiden van Marowoay. Verder spreekt men van reizenwelke Rainilaiaivony, de premier-gemaal, door het land maakt om de Howa's tot weerstand aan te sporen. Drie Sakalawen hooiden hebben hun steun aan de expeditionaire troepen toe gezegd. Het bekken der Betsiboka, waar de Fran sche troepen thans doortrekken, is zeer uit gestrekt en moerassig; het dorp Androto, thans genomen, is een ware oase in die woestenij. Een tiental kilometers voorbij het dorp begint de eindelooze hoogvlakte van Ankarafantsika, 170 meters boven de zee gelegen. Het is met gras van twee drie meters hoog dicht- bewassen. Evenwel loopt er een voetpad over in de richting van Tananariwe. liarmant doorstond dien blik. „Jacques Garaud,herhaalde Mary's vader op doodbedaarden toon. „Die naam is mij niet geheel onbekend.' „Zoo 1" „Maar ik kar. niet juist zeggen, waar ik hem gehoord heb." „Raadpleeg eens goed uw geheugen." ja, nu weet ik hetWas die Jacques Ga raud niet meesterknecht in de fabriek van Jules Labroue te Altortville? Verloor hij niet 't leven als slachtoffer zijner toewijding, toen Jules La broue vermoord werd in zijn eigen fabriek, die in brand stond?.... Dat hebt gij mij zelf verteld!" „Juist! Juist 1 Hebt gij dien man gekend?" „Neen, in het geheel niet." »Zijt gij daar wel zeker van „Zeer zeker." De valsche Paul Harmant stond op heete kolen. Wat had deze ondervraging te beduiden? Waarom strekte de schilder hem toch zoo on barmhartig op de pijnbank uit Stephaan hernam „Hebt gij te New-York, waarheen gij gegaan zijt, na Frankrijk verlaten te hebben, en waar gij dank zij uwe bekwaamheden en uw groot talent eene zeer hooge positie hebt weten te verwerven, niet van dien man liooren spreken Het wantrouwen van den valschen Paul Har- mant werd grooter en grooter. „Wat zou ik van hem vernomen hebben? De man was dood „Tal van personen veronderstellen dat hij niet dood is.' „En gelooft gij dat ook „Misschien wel.Er zijn er, die beweren, ik meen het u reeds gezegd te hebben, toen gij in mijn atelier een schilderstuk beschouwdet, dat de arrestatie voorstelt eener vrouw, die veroordeeld werd onder de beschuldiging Jules Labroue ver moord te hebben dat Jacques Garaud val- schelijk aan zijn dood deed gelooveri." „Dat is belachelijk!" „En waarom „Met welk doel zou de man getraèht hebben de menigte op dergelijke wijze te misleiden „Om allen argwaan van zich af te weren en ongestoord van de honderdnegentigduizend Dan ken te kunnen genieten en van de vruchten der uitvinding door hem ten nadeele van Jules La- De beruchte Sardiiiische roover Giovanni Sedda is in een gevecht met gendarmes uit Mandas gedood. Hij had negen moorden op zijn geweten en hij was de schrik van het eiland maar er bh ven nog verscheidene anderen overdie bijna even geducht zijn als hij. Lichte schokken komen te Laibach nog nu et» dan voor. Volgens officieele gegevens be draagt de stoffelijke schade in de stad ruim drie millioen en in de omstreken ruim vier millioen florijn. Door een waterhoos zijn de voorsteden van Praag overstroomd. Het water drong kelders en kamers binnen en verscheiden bewoners moesten in bootjes gered worden. Groote schade is aangericht. Een noodlottige aardbeving in Epirus (Eur. Turkije) heeft Pararaythia, een kleine, maar welvarende stad, nagenoeg geheel vernield. Men weet met zekerheid, dat aü menschen om het leven kwamen; maar nog velen worden vermist. Voorts werden 150 menschen meer of mind r ernstig gewond. Een oude Grieksche kerk is door de schokken eenige meters ver verschoven; maar het gebouw bleef nog staan. Den dag na de eerste aardbeving kwam er nog een aantal schokken; in 't geheel waren er 26. De inwoners, die in grooten angst verkee- ren, kampeeren in het open veld. Met deze aardbeving valt weder een ver hoogde werking van den Vesuvius samen, evenals ook verleden jaar bij aardbevingen in Japan Turkije en Calabrie. Er komen dikke rookwolken en vuurmassa's uit den krater, en op den top van den berg is een nieuwe kegel ontstaan, welke reeds 70 voet hoog is. Brand te Constantinopel. Bij een in de Armenische wijk te Constantinopel uitgebro ken brand werden 150 houten huizen e.'ne prooi der vlammen. Vijfhonderd personen zijn daCtioor dakloos geworden. Menschenlevens zijn niet te beklagen; de aangerichte schade wordt geschat op 300.000 gulden. Een Russische wraakneming. De stad Fohi- guirine, in de provincie Kiew, heeft met be langstelling het proces van twee harer inwo ners, Etienne Enitch en Jacques Mijlynitch gevolgd, die, om eene familieaangelegenheid te wrekeneen katholiek priester uit den omtrek, Korjeuevsky, ergerlijk hadden mis handeld. De eene had zich als koetsier, de andere als huisknecht vermomd en zoo waren zij bij den priester gekomen om hem te bewegen in het rijtuig te stijgen, daar er, op een landgoed, twintig mijlen buiten de stad een stervende was. Hun list gelukte en toen zij met den priester op een eenzaam gedeelte van den grooten weg waren gekomen, nood zaakten zij hem uit het rijtuig te stappen en sloegen hem met de zweep en met knup pels zoolang, totdat de ongelukkige bewuste loos op den weg bleef liggen, waarna zijne beulen zich in ga'op uit de voeten maakten. Dit gebeurde des avonds en niet voor het aanbreken van den volgenden dag, ontwaakte de priester uit zijne verdooving en sleepte broue gestolen, dien hij tevens schandelijk ver moord heeft." Jacques Garaud glimlachte. „Dat sprookje heeft geen recht van bestaan," antwoordde hij. „Hij is 't niet, die Jules Labroue vermoord heeft, daar eene vrouw wegens die mis daad door 't hof veroordeeld is tot levenslange gevangenisstraf." „Die vrouw beweerde dat zij onschuldig was, en verzekerde een duidelijk bewijs in haar bezit gehad te hebben vande schuld des meesterkneehts." „Welk bewijs?" „Een brief van Jacques Garaud ontvangen." „Had die brief bestaan, dan zou zij hem den rechters wel hebben voorgelegd." „Dat kon zij niet, maar de brief bestond toch.' „Eene fabel." „Eene waarheid ik verzeker het u." „Hoe weet gij dat, waarde mijnheer „Ik weet het met de grootste zekerheid, daar de brief thans weergevonden is." Niettegenstaande Jacques Garaud eene bijzon dere macht over zijn persoon uitoefende, rilde hij thans toch op zichtbare wijze. „'tSchijnt, dat gij hierin eenig belang stelt," zegde Stephaan. „O, zeer weinig! Dat kunt gij wel begrijpen. Maar gij maakt mij eenigszins nieuwsgierig. Wat gij hier zegt schijnt mij zoo zonderling! Een brief, die na eenentwintig jaar wordt weergevonden? Is dat niet zeldzaam Waar was die brief?In een oud meubelstuk wellicht Ot in een flesch?" „Neen, in een klein kartonnen paardje." „De valsche Paul Harmant verbleekte en beet zich op de lippen. Dat kartonnen paardje/ ging Stephaan Castel weer voort, „was een speelgoed van den kleinen Georges, Jeanne Fortier's zoon, door Jacques Ga raud zelf geschonken „Ziedaar geheel een roman; doch hij is zoo on waarschijnlijkdat gij 't mij niet euvel duiden zult, zoo ik er niet aan geloof-" „Zoo? Gelooft gij er niet aan?" „In 't geheel niet." „Hier is de brief." zegde Stephaan een papier uit den zak te voorschijn brengend. „Wil ik u dat schrijven eens voorlezen P" Jacques Garaud sprong eensklaps op. „Maar wat kan dat alles mij schelen, mijnheer Castel vroeg hij op heeschen toon. hij zich met moeite voort naar een hut, die op een vrij grooten afstand was gelegen en waar hij geheel gekneusd en met bloed be vlekte en gescheurde kleederen aankwam. De schuldigen werden met het oog op de alge- meene strafvermindering bij de troonsbestij ging van keizer Nicolaas II tot slechts vier en twee maanden gevangenisstraf en tot tweehonderd roebel schadeloosstelling ver oordeeld. WAALWIJK, 29 Mei 1895. Het bestuur van den koninklijken doelen „Recht door Zee," gevesMgd bij den heer Besier alhier, heeft besloten tijdeus het feest van haar 50jarig bestaan, het muziekkorps te engageeren van de dienstdoende schutterij van 's Hertogenbosch. Naar wij vernemen zal het er op dien dag recht feestelijk toegaan. De tuin zal prachtig versierd en 's avonds schitterend verlicht worden. Door de Nederlandsche Vereeniging van Postzegelverzamelaars zal met medewer king van de 's Hertogenbossche Club van Postzegelverzamelaars eene tentoonstelling worden gehouden in de groote zaal der lie dertafel Oefening en Uitspanning te 's Her togenbosch. De tentoonstelling, die door hare verschei denheid der bezichtiging overwaard zal zijn, wordt geopend Zaterdag 1 Juni a.s. des namiddags ten örio uur en zal dan geopend blijven tot 8 uur. 2 Juni (1ste Pinksterdag) is ze geopend van 10 7 uur en 3 Juni (2de Pinksterdag) van 10—2 uur. Wij hopen dat deze tentoonstelling een druk bezoek moge ten deel vallen en daardoor de Postzegelkunde en de liefhebberij voor den postzegel in het algemeen worde be vorderd, vooral omdat tegenwoordig deze liefhebberij zulke vlucht genomen heeft en het nuttige met het aangename vereenigt. Te Sprang brak eergister nacht brand uit, waardoor een huis, bewoond door twee gezinnen, in asch werd gelegd; een en ander was tegen brandschade verzekerd doch de schade overtreft het verzekerd bedrag. Oor zaak onbekend. Gisterenavond brandde te Drunen een boerenhuizing af, oorzaak onbekend. De be woner die nog een en ander trachtte te redden, geraakte in den vuurgloed door het afschuiven van het dak, waardoor hij ernstige brandwonden bekwam. Een en ander was laag verzekerd. Een paar jongens werden Zondag be trapt. toen zij in een gesloten wagon van de tram aan de haven alhier eene hoeveelheid tarwe zich toeeigenden. Om hun jeugd en onbesproken afkomst zal dit voor hen moge lijk tot eene waarschuwing ot kleine les dienen, doch men zij gewaarschuwd, daar dergelijke feiten aan de haven meermalen voorkomende, wel eens tot ernstige gevolgen kunnen aan leiding geven. Gedurende het verblijt van H. M. de regentes in het buitenland, moeten alle aan het adres van H. M. gerichte brieven bezorgd worden aan het kabinet der koningin te 's Gravenhage, waar voor eene geregelde opzending dier stukken aan H. M. zal worden zorg gedragen. Zaak burgemeester van Sliedrecht Uitspraak doende in het verzet door den heer J. A. van Haatten, burgemeester van Sliedrecht, ingesteld tegen de verwijzing zijner „Dat zal ik u zeggen," antwoordde de schilder, het gezegelde papier, dat hij onderweg gekocht had, op Harmant's bureau nederleggend. De millionair keek den schilder met eene ver bazing aan, die niet geveinsd was. „Wat is dat?" vroeg hij. „Ziet gij 't niet Gezegeld papier." „Ja, dat zie ik wel... Maar wat heeft dat te be duiden „O, gij zult mij weldra begrijpen Vooreerst hebben wij eene geldzaak te bespreken." „Eene geldzaak herhaalde Mary's vader. „Ja...... Wat wordt eene som v an honderd negen tig duizend franken, eenentwintig jaar lang uit gezet, intrest op intrest?" De valsche Paul Harmant antwoordde niet. „Dat verdrievoudigt het kapitaal, en meer nog," sprak nu Raoul Ducliemin, „Laat ons eene ronde som nemen," hernam Stephaan, en zich tot den millionair wendend, voegde hij er bij„Mijnheer, gelief mij voor rekening van den heer Lucien Labroue de som van 500.000 franken ter hand te stellen, een kapitaal dat met al de intresten de som verte genwoordigt door u in 1861 ten nadeele van zijn vader gestolen." „Mijn naam is Paul Harmant, mijnheer!' riep de ellendeling uit, krankzinnig van angst en schrik. „Gij beleedigt mij „Uw naam is Jacques Garaud. En gij zijt doortrapt booswicht!' „Ziedaar eene schandelijke leugen, een schaam- telooze laster." „Ziehier de overlijdensakte van Paul Harmant, die eens leerling was aan eene polytechnische school te Chalons en later in het hospitaal te Geneve overleed,... Welaan, Jacques Garaud, het uur heeft geslagen om u te verantwoorden tegen over hen, die gij hebt uitgeschud. Later zal de gerechtigheid met u afrekenen. Begin eerst met de betaling der gevraagde vijfhonderdduizend franken." „En geen wapen om mij te verdedigen,* sta melde de millionair woedendThans ben ik verloren. En mijne onschuldige dochter sleep ik mede in het verderf." „Dat zal van u afhangen," antwoordde Stephaan, „Betaal eerst, en dan zullen wij nader zien.' Slot volgW

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1895 | | pagina 2