Nummer 50.
Zondag 23 Juni 1895.
18e Jaargang.
VERGEEF ONS ONZE SCHOLDEN,
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
UITGEVER:
De opening van het Noord-Oostzee
kanaal.
De Echo va n het Zuiden,
Waalwijkschc mi Laiiplraalschc Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentien 1—7 regels f0.60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3maa! ter plaatsing
opgegeven worden 2raaal berekend. Advertentien voor Duitsch-
worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamborg. Reclames 15 cent per regel.
Men moge over de tusschen Frankrijk en
Rusland in deze dagen gewisselde beleefd
heden en vriendelijkheden denken zooals
men wilmen moge (zich op het Fransche
standpunt plaatsende) meenen, dat het 's cza-
ren toeleg is geweest de geheele wereld en
Duitschland in de eerste plaatste toonen
hoe^ innig de relatien tusschen de republiek
in 't westen en het czarenrijk in.'t oosten
zijn of, de zaak bekijkend door een Duitschen
bril, tot de conclusie komen dat men te
Petersburg even gereserveerd blijft als altijd,
niets wil weten van een accoord op papier
met minutieuse omschrijving der wederzijd-
sche rechten en verplichtingen niet te
loochenen is 't in elk geval, dat de algemeene
belangstelling zich heeft verdeeld tusschen
de feestelijkheden te Kiel en 't geen er ge
schiedt aan de Seineboorden. Wat daar in
Parijs op touw wordt gezet door een handvol
chauvinistee of zich dus noemende sensatie-
lustigen, heeft geen beteekenis en loont ter
nauwernood der moeite eener kennisneming,
doch heel anders is 't met wat achtereenvol
gens is geschied in het paleis Bourbon en op
het Elysée.
Wat eerst Ribot en na hem Hanotaux
heeft gezegd aangaande de verhouding tus
schen Frankrijk en Rusland; de aanbieding
van de Andreasorde aan Felix Faure juist
op dit oogenblik, de na voorafgegane over
eenkomst gezamenlijke tocht van het Fransche
en het Russische eskader naar Kiel, als ware
het één vloot dat alles werpt een schaduw
op de zoo kostbare feestelijkheden ter gele
genheid van de opening van het Noord Oost
zeekanaal en vele der Duitsche bladen geven,
in een een oogenblik van zwakheid, uiting
van hun spijtgevoel door hatelijke en van
ontstemdheid getuigende artikeltjes, even zoo
vele blijken van menschelijke kleinzieligheid
en naijver
Men kon in Duitschland immers vooruit
weten dat Frankrijk en Rusland niet met de
Met Piero de Tolomei richtte Ugo allerlei feesten
aan, jachten op klein wild, valken of wilde zwijnen.
En wanneer Pia dan, op haar lievelings paard
Zoraida met gloeiende wangen door de bosschen
draafde, of wanneer zij met den klapwiekenden
valk op de kleine hand vroolijk naar boven staarde
in de blanwe lucht en met welluidende stem den
vogel tot opstijgen aanvuurde, dan vergat Ugo
alles om zich heen. Weg was de luidruchtige jacht
met het schetterend hoorngeschal en het blaffen
der honden, weg de statige schoonheid der rots
partijen en de bosschen. Zij alleen was daar voor
nem, en hare onbeschrijfelijke lieftalligheid deed
zijn hart te sterker ontvlammen.
Eens op een schoonen lentedag, toen de zon
haar warm en verkwikkend licht over Siena's
heuvelen goot, gebeurde het dat Pi» hare gezind
heid omtrent Ugo, tot heden voor hem een raadsel,
verried. Dat dacht hij tenminste en wijl die ver
meende openbaring van hare gevoelens in zijn
voordeel sprak, beschouwde hij den 10 April,
waarop dit voorval plaats had, als de gelukkigste
dag zijns levens.
Ter eere van den gezant eener machtige Noord-
Italiaansche stad werd namelijk in een opzettelijk
daartoe gebouwde renbaan op de Piazza del
Campo een groot steekspel gegeven, waaraan de
bloem der Sieneesche ridderschap deel nam. Op
de overdekte zitplaatsen, behangen met bonte
tapijten, hadden al de vrouwen en meisjes uit
stad el. land plaats genomen, de edeldames op
de voorste rijen, de vrouwen der aanzienlijkste
burgers daarachter, terwijl de mannelijke toe
schouwers de uiterste rijen bezetten.
Als eerste nummer van het programma zou
de jeugdige Piero de Tolomei zijn krachten meten
met dien van den Provencaalschen ridder Rai-
mond de Ventadour, een der beste kampioenen
van zijn tijd.
Bij den eersten stoot, volgens de regelen der
kunst toegebracht, splinterden de lansen als
stroohalmen, en, zonder ook maar een oogenblik
zelfde gevoelens aan een zoo specifiek Duitsch
vertoon zouden kunnen deelnemen als bij
voorbeeld Oostenrijk en Italië of Spanje en
Engeland Dat stond immers vast van het
oogenblik, dat, onder den invloed van den
pracht- en praallievenden keizer, besloten
werd een internationaal karakter te geven
aan de feesten, zoo iets als aan de inwijding
van het Suez-kanaal. Doch dat men belang
rijker dingen schrijft over de relatien tusschen
Rusland en Frankrijk dan over het Kieler
feestvertoondat men deze beiden steeds
dicht aaneengesloten heet en vooral dat die
intimiteit gemanifesteerd is of wil men liever:
gesymboliseerd door de gemeenschappelijke
aankomst te Kiel dat kan men in Duitsch
land over 't algemeen niet goed zetten en nu
worden er logens verteld en er worden ge
zochte uitleggingen gegeven aan enkele woor
den en daden, alles ter verkleining van een
niet te loochenen feit en ter kalmeering van
eigen agitatie.
Dat is in zijn genre ook struisvogeltaktiek
men tornt aan voor zichzelf sprekende feiten
en veinst zichzelf ze niet te gelooven
Keizer Wilhelm kwam Woensdagmiddag
omstreeks halfvijf met zijn vier oudste zonen
te Hamburg aan, waar hij aan 't station door
burgemeester Lehmann en de leden van den
senaat ontvangen werd. Op zijn rit door de
stad werd de keizer door de bevolking met
de meeste geestdrift begroet en toegejuicht.
Aan het diner ten stadhuize sprak de
keizer, in antwoord op de verwelkoming des
burgemeesters zijn dank uit voor de buiten
gewone warme ontvangst. Als op de vleugelen
des winds dus sprak Z. M. kwam het
gejubel der bevolking mij tegen, als voelde
ik hier den polsslag van het geheele Duitsche
volk, dat er trotsch op is, zijn vereenigd rijk
door zijne vorsten en aanzienlijke gasten
vertegenwoordigd te zien.
Met weemoedige dankbaarheid herdacht
in den zadel te wankelen, stormden de beide
kampvechters elkaar voorbij.
De schildknapen brachten nieuwe lansen en
weder stormden de kampvechters op elkander
in, ditmaal met gunstiger gevolg voor ltaijmond
de Ventadour. De speer van den vreemdeling raak
te Pia's broeder juist onder den arm en na
een korte worsteling werd de hijgende Piero uit
de zadel gelicht en op den grond geworpen.
Na eenige pauze kwam de beurt andermaal
aan den Provenjaal. Wederom wierp hij zijn te
genstander met bewonderenswaardige behendig
heid uit den zadel. Met flor opgeheven hoofd
reed hij het kreit rond, om daarna met een paar
teugen vurigen Chianti, nieuwe kracht en nieuwe
strijdlust op te doen.
Als tiende in de rij zou Leone zich meten met
den overwinnaar, en met ingehouden adem bogen
zich de toeschouwers over de borstweringen, daar
trad in het strijdperk de verpersoonlijking van
Siena's ridderkracht om den Provenjaal voor zijn
overmoed te straffen.
Deze strijd moest beslissen aan wien voortaan
in bet ridderlijk Europa de eereplaats toekwam.
De heraut gaf het teeken, en een wervelwind
gelijk, vlogen de beide ridders op elkaar los.
Hoog stoof het zand op, tot aan de zitplaatsen
der vrouwen, een seconde lang was het een ver
warde massa, toen reed Leone della Pietra met
opgeheven luns vrij en fier rondde zadel van
den Provencaal was echter ledig.
Bedwelmd door den val werd de overwonnene
weggedragen en een luid en eindeloos gejubel
beloonde den overwinnaar. De vrouwen en jonk
vrouwen wuifden met hare gekleurde doeken,
bloemen en kransen vielen in een dichten regen
op Leone neer. Alleen Pia, hoewel haar gelaat
▼an geestdrift gloeide, gedroeg zich als gewoonlijk
kalm en bezadigd, tot innige voldoening van Ugo
die haar met gespannen aandacht gadesloeg.
Leone's triomf wierp, al hield Pia zich inge
togen, toch een donkere schaduw op Ugo's stem-
raing. Opnieuw en bitter werd hij door Leone's
standvastig geluk herinnerd aan den tegenspoed
die hem altijd en hardnekkig volgde. Ongeluk,
dat was het kenmerk van zijn leven. Zoo kwam
het dat kracht en zelfvertrouwen hem verlieten
toen de beurt aan hem kwam om in het strijd
perk te treden.
Misschien maakte het bewustzijn dat Pia van
Z. M. vervolgens „den grooten keizer en diens
heerlijken zoon", onder wie het werk begon
nen is dat twee zeeön vereenigen zal tot
zegen der volkeren en tot bevordering des
vredes. De te Kiel verzameldemet staal
gepantserde macht moet beschouwd worden
als een zinnebeeld des vredes en der samen
werking der Europeesche volkeren tot hand
having ran Europa's beschavings-roeping.
Alle volkeren toch wenschen den vrede, wijl
zij dien noodig hebben. Slechts in trede
kan de wereldhandel, de handel van Hamburg,
gedijen!
Met een Hoch op Hamburg eindigde Z.M.
zijn toespraak.
Op den maaltijd die verscheiden uren
duurde, volgde het avondfeest in het Alster-
bekken. Jammer dat het weer niet zeer fraai
was. Van 's middags af vielen er van tijd
tot tijd regenbuien.
Niet ver van den hoofdiogang van het
raadhuis vloeit een kleine arm van de Alster
voorbij. Eene breede landingstrap, rood be
kleed en met bloemen en planten versierd
was hier opgeslagen. De feestelijke stoet
der gasten stroomde uit het raadhuis naar
de opgetooide scheepjes onder aan de trap.
De keizer, levendig, voorop; vlak achter hem
twee vorstelijke grijsbaarden, de Beiersche
prins regent en de koning van Saksen. Het
heele schitterende gezelschap in het gevolg.
Zoo ging het naar het kunstmatige eiland
in het midden van het Alsterbekken. Het
meer pretentieuse dan mooie bouwwerk, geheel
verlicht, vormde mei zijn vlammenden licht
toren, het middelpunt van de geheele illumi
natie der Alster.
De keizer nam in de keizerlijke tent, die
van alle zijden open was, met zijn gevolg op
blauw zijden stoelen met groote tijgervellen
plaats. Zoo kon hij door allen gezien worden,
want de keizerlijke tent stak boven de om
geving uit. Van zijn hoogeu zetel overzag
de keizer en genoot den vurigen aanblik van
de verlichtingdie zich aan zijne voeten,
overal rondom tot in de verte uitstrekte.
Daar krioelden de glanzende scheepjes
uit hare loge op hem neerzag hem onrustig en
verlegen.
Genoegde anders zoo behendigeijzersterke
ruiter werd reeds bij den eersten schok zoo hevig
op den grond geworpen, dat zijn bloed uit het
vizier op den grond stroomde.
Een angstkreet van Pia was het laatste wat hij
vernam, toen verloor hij zijn bezinning.
Als hij weer tot zichzelven kwam stond de
arts over hem gebogen om zijn kwetsuur te on
derzoeken, die gelukkig niet ernstig bleek te zijn,
en in een paar dagen wel genezen zou.
Waar ben ik vroeg Ugo.
1° het paleis der Tolomei, antwoordde Piero
uit een vensternis naar voren komend.
Ugo wendde het hoofd om en zag in dezelfde
vensternis de blonde Pia, die nu ook naderbij
trad en hem uitvorschend met haar groote, zwarte
oogen aanziend vroeg zij hartelijk
-- Hoe gevoelt gij u signore de Falconari
En die paar woorden brachten hemelzaligheid
in Ugo's hart, zoo zacht, zoo innig spreekt alleen
een jong meisje als zij bemint. Ja, juichte het
in hem, zij bemint mij zij bemint mij I
De sombere jaren, cfie achter hem lagen vergat
hij Leone benijdde hij niet langer zijn voorspoed,
zijn bloemkransen uit de handen der edelvrou-
wenzijn toejuichingen van de bewonderende
ridderschap.
Hij roemde zich gelukkig, dat hij in het strijd-
>erk de nederlaag geleden had, dit onheil toch
ïad hem geopenbaard wat waarde kon schenken
aan zijn leven: de genegenheid van Pia de To
lomei.
Den volgenden dag was Ugo geheel hersteld
alleen een smal verband om zijn hoofd herinnerde
nog aan het ongeval.
Pia hield zich geheel den dag op den achter
grond en nam niet deel aan den zangwedstrijd
die op de ridderspelen volgde.
Ugo legde dit geheel in zijn voordeel uit. Zij
treurde om de nederlaag, die hij den dag te voren
geleden had, zij wilde niet schitteren op feesten
zoolang hij de herinnering aan de ramp van
gisteren nog op het voorhoofd droeg. Daarom die
zachte verslagenheid, dat echt jonkvrouwelijk
schuchtere, dat haar dubbel bekoorlijk maakte.
Ugo bedroog zich in Pia's geraoeds tóestand
niet, inderdaad zij beminde.
Zij beminde, niet hem, o, neen, het was de
de drijvende tribunen met toeschouwers de
bloemenboot en die om het hardst voeren
alles dooreen. Daar tusschen siste het wa
tervuurwerk. Aan den oever golfde fantas
tisch verlicht eene enorme menschenmenigte.
En op den achtergrond staken de drie hoogste
kerktorens van Hamburg badend in het
schelle bengaalsche vuur, als vlammentongen
tegen den nachtelijken hemel uit.
Terwijl op de Alster nog onafgebroken de
vuurpijlen opschoten, scheepte zich de keizer
tegen elf uur op zijn tweede raderjachtde
Kaiseradler, in. Langzaam schaarden zich
de veertien kleine aviso's der vreemde mo
gendheden achter het keizerlijke schip, en
zoo voer de geheele vloot de Elbe af naar
den mond van het kanaal bij Brunsbüttel
waar het eerste schroefjacht des keizers de
Hohenzollern, met vijf groote Duitsche trans
atlantische stoombooten stil de komst des
keizers afwachtten. Deze kolossen van schepen
namen toch voorzichtigheidshalve geen deel
aan den nachtelijken tocht door de overvulde
haven van Hamburg en het moeilijke vaar
water der Elbe.
Op het oogenblik dat de keizer wegvoer
werd de algemeene verlichting der Elbe
ontstoken, en zoo trok de keizer met zijn
internationaal geleide over een vlammenden
waterweg naar Brunsbüttel, aan de tallooze
verlichte schepen in de haven, de verlichte
huizenrijen, pakhuizen en tolkantoren voorbij.
Overal rondom, op den grond, in het water,
in de lucht gloeide het en spatte en blik
semdeglinsterde en fonkelde het. Op de
grens tusschen Hamburg en Altona brandde
een geweldige, veertig voet hooge rijksadelaar
van gaslichten een vuurzee brak hier uit
als afscheidsgroet van de stad Hamburg.
Spoedig ging de vaart nu voor eenigen
tijd langs de zomerkwartieren van rijke Ham
burgers, en dan verder langs lichte stadjes
en glanzende dorpentot de oevers zich
al verbreeden en de lichten al spaarzamer
worden op het land en het eskader eindelijk
nog slechts in eigen schijnsel voer.
Donderdag 's morgens passeerde te vier
florie van de stad der drie heuvelen, den toe-
omstigen capitano van Siena, het was Leone
della Piëtra, die haar hart gewonnen had.
Eenigen tijd na het schitterende wapenfeest
brak er een oorlog uit en weder vervolgde Ugo
het ongeluk hij werd krijgsgevangen gemaakt.
Maanden lang smachtte hij in een der vreeselijke
gevangenholen van den trotschen Karei d'Anjou,
die dreigde hem te dooden, als niet Siena binnen
een bepaalden tijd den buitensporig hoogen los
prijs betaalde.
Tweemalen wist Leone, wien intusschen de
hoogste militaire en staatkundige waardigheid in
Siena was opgedragen, het uiterste te voorkomen,
en eindelijk gelukte het hem, trots de zeer on
gunstige tijdsomstandigheden, de enorm hooge
«om voor den hebzucntigen d'Anjou bij elkaar
te krijgen.
Ugo kreeg de vrijheid weer. Eu toen hij zich
haastte binnen Siena's muren terug te keeren,
ontmoette hij, even binnen de poorten, de vroolijke
bruiloftsstoet van den capitano Leone met Pia
de Tolomei, die hem luidruchtig en hartelijk als
een lang verwachte gast verwelkomde.
Ugo leed in die dagen veel en vreeselijk.
Terwijl hij daar zat, op de eenzame zolder
kamer, tusschen de antieke kasten, doorleefde hij
nog eens die treurige dagen uit het verleden en
bitter en droevig wera zijn stemming. Zijn
levensgeluk, altijd was het ellendig en onherroe
pelijk verstoord En door wien, door wien. Door
den vriend, die hem eenmaal van den dood had
gered. Hij had hem alles ontnomen, hij had al
wat vreugde gaf in zijn dor, eentonig leven ver
stoord met ruwe hand. j Was het waarlijk een
vriendendienst geweest n?ftf te onttrekken aan
de hand van den beul om hem te slingeren in
een leven, dat in zijn ellende ondragelijk was,
was het niet beter geweest, de beulsknechten van
den Frank hun werk te laten voltooien. Een bijl
slag en de bange leveusdroom ware uitgedroomd.
Want nu te moeten denken: hij weet, hij ver
moedt niets van uw innerlijken strijd,van de harde
slag?n die hij u heeft toegebracht, hij begrijpt
niet, dat hij uw ziel heeft beroofd van al water
mooi in was I Hij denkt zich uw broeder, dat
toont hij telkens en telkens weer, hij wil uw
beschermer zijn, uw weldoener en hij is in waar
heid, schoon onbewust uw ergste vijand.
Wordt vervolgd.