Nummer 104. Zondag $9 December 1895. 18e Jaargang. LÏÏFDI OVEüWIIVT. Toegewijd aan Handd, Industrie en Gemeentebelangen. Nieuwjaars-Advertentiën, AÊTOON TIELEN, Aan onze lezers! FEUILLETON. UITGEVER- Waalwijk. Evenals vorige ja- ren zal ook nu we derom in ons nummer van 1 Januari aanstaandegelegenheid bestaan tot het plaatsen van tegen den prijs van 30 cent. Vanaf HEDEN tot DINSDAG 31 December, 's middags 12 uur, kan de inzending geschieden. De Redactie. Het volgend nummer zal Woens dagochtend verschijnen. Advertentien worden ingewacht tot Dinsdag 31 December, 's mid dags 12 uur. HAAST U LANGZAAM. HuUfjksrtf rt Langstraalscbo Courant Dit Blad verschijnt W oensdag en Zaterdagavond. Abonnement sp rijs per 3 maanden f 1, Franco per post door het geheele rijk fl,I5. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco e zenden aan den Uitgever Advertentiën 17 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3 ra aal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel Honderden fraaie gravures en tal van boeiende romanszoomede belangwekkende msdedeelingen uit alle oorden der wereld werden gedurende den afgeloopen jaargang van het Geïllustreerd Zondagsblad opgeno men terwijl gedurende 1896 nog meer zorg nog meer moeite aan platen en inhoud zal worden besteed. Dit Geillustreerd Zondagsblad voor onze Courailfc verschijnt wekelijks is uitsluitend voor de lezers van ons blad verkrijgbaar en kost slechts 30 cents per kwartaal van 13 nummers of slechts fU/g cent per nummer. 24 Valentine kon aan Koenraads smeeken, aan La- geman's beredeneerd aandringen en aan Agnes' liefkozende woorden niet lang weerstand bieden, te meer daar haar eigen hart ook temgunste van hun wenschen sprak. Het werd weer licht in haar gemoed, dat met vreugde en hoop op een nieuw levensgeluk werd vervuld. Toen men na eenige weken afscheid nam, vertrok Koenraad met de belofte dat zij hem wilde toebehooren om 's levens lief en leed met hem te deelen. Zij keerde niet met Agnes naar Berlijn terug. Het was haar onmogelijk weer in de stad te ver toeven, waar zij onverdiend zooveel geleden had en waar de schrikbeelden van het verleden haar zouden aangrijnzen. Zij nam haar intrek in een damespensior.uat te Dresden, waar Koenraad haar dikwijls kon komen bezoeken. In stilte werden Koenraad en Valentine ook te Dresden in het huwelijk verbonden, waarbij Lageman en Agnes tegenwoordig waren. Dit paar was reeds in den vorigen herfst door den band des huwelijks vereenigd. Na een huwelijksreis door Italië keerde Koen raad met zijn jonge vrouw thans naar eigen haard terug. Nog altijd had Valentine haar afkeer van Berlijn niet overwonnen, gaarne voldeed Koenraad daar om aan haar verlangen en vestigde zich op het heerenhuis te Zeckta. Door aankoop van ver schillende landerijen had hij zijn grondbezit aanzienlijk vermeerderd, zoodat het nu de uit gestrektheid van een groot riddergoed had, waar aan hij den naam Rechlingshofen had gegeven. Aan' het station wachtten Agnes en Lageman het jonge paar op en reden toen mee naar Rech lingshofen. Snel vloog de fraaie landauer over den straatweg en daar men elkaar veel te ver tellen had, sloegen allen weinig acht op de omgeving. Doch plotseling riep Koenraad Kom kijk nu eens rond, wij komen op het grondgebied Franco per post 0.37Va cent Beleefd wordt elk onzer lezcsdie rog niet op het Geillustreerd Zoudasblad inge- teekend is, verzocht, achterstand biljet ingevuld aan het bureau vandit blad te doen bezorgen. Inhoud van no 1 Nieuwjaar, (met ill.) Uit \ct dagboek van een dokter, (met 5 ill.) -j-Het rijwiel in Noorwegen. Nieuwsjaaj-savond (met ill.) Nieuwjaarsavond. Dichterlijke stemming, (met ill.) Eenvoir% (met ill.) Eenvoudig, (met ill.) Rei verloren weddenschap. Het rijwiel in ienst der misdaad. Een slachtofFer der witeuschap. Bij opbod, (met ill.) Oplosing Prijs raadsel CLXIX. Anecdoten. Rebus No, 1. Damprobleem buizen als deskundigen. Rekenkunde, (me ill.) Het bed als bliksemafleider. Schaakru briek. Mededeelingen. Er ligt een schat van levenswisheid in zoo menig hoogst eenvoudig woord, 't welk ons door een breed voorgeslacht, over vele eeuwen heen soms reikende, is ijagelaten. En om dien rijkdom aan het licht telireugen, hebben wij niet eens heel diep tc graven; de oudjes verstonden bij uitnemendheid de kunst om, zoo zij wilden, de dingen zeer duidelijk voor te stellen. Ons spreekwoord is een overblijfsel uit de klassieke oudheid, en tóch klinkt het nog zoo frisch en nieuw modisch, als ware het pas gisteren aan den mond van een onzer tijdgenooten ontsnapt; het heeft postgevat in alle landen, is vertolkt in alle talen, en wordt, misschien wel om diezelfde reden, in den regel averechts toegepast. De tegenstelling is gemakkelijk op te lossen; vau Rechlingshofen. Ziet ge daar de witte zeilen van die schepen in het kanaal Daar ginder komen de ovens in het gezicht, vulde Agnes aan. Wat zijn dat voor waterplassen daar mid den in de weiden vroeg Lageman. Die plassen zijn ontstaan door het uitgraven der kleiaarde, die wij in den vorm van steenen en dakpannen afleveren, antwoordde Koenraad. Zoo, zoo, dus ge verandert de oppervlakte der aarde in water, schertste Lagman. Aan zulke landverwoesting, diende paal en perk gesteld te worden. Welnu, doe dan maar een wetsvoorstel als ge zitting neemt als afgevaardigde; dat ge geko zen wordt is toch zoo goed als zeker. Maar komaan, spoedig zijn we in ons eigen huis, voegde hij er met bewogen sten» bij, terwijl l.ij de hand zijner vrouw greep. Het rijtuig kwam nu uoor een dorp, dat in feestdos gehuld was. Opgeschoten knapen en meisjes liepen een eind met het rijtuig mee om het paar aoor hoera geroep welkom te heeten. Overal zag men vroolijke gezichten. Koenraad stond in het rijtuig met zijn hoed te zwaaien en boog telkens om zijn dank te betuigen, terwijl Valentine beschroomd knikte. Maar groet dan toch vriendelijker, Valen tine. De menschep, zullen anders denken dat ge hoogmoedig zijt en gij, Agnes, zit recht, dat past als ge naast een vorstin door de rijen van haar onderdanen rijdt, plaagde Lageman, die bijzonder vroolijk gestemd was, doch hij zweeg toen hij Valentine in het gelaat keek. Zij had haar reis- sluier naar achter geslagen en nu zag hij de tranen, die in haar oogen parelden. Daar hoorde men geweerschoten, de paarden begonnen van schrik te steigeren, maar de oude Lorenz hield zijn dieren goed in bedwang. De uitkijkposten hadden het rijtuig bemerkt; het zwenkte en rolde voort op de groote laan naar het heerenhuis die met een prachtige eerepoort was versierd. Hier bleef het rijtuig stilstaan; de opzichter Lehnert, de oude machinist König en de meesterknechts der verschillende werkplaatsen stonden daar geschaard om het paar te begroe ten. Stapvoets reed men verder tusschen twee rijen werklieden, die aanhoudend hoera riepen haast u, maar overhaast u niet, blijf meester van uw bewegingen, zorg dat gij steeds kunt ophouden of van richting veranderen als het noodig is, vat goed uw doel in het oog, maar schiet het niet voorbij, want dan hebt gij het natuurlijk gemist. Dat overmatige spoed dik wijls kwaad doet, is, zoo de lessen der onder vinding daartoe onvoldoende zijn geweest, ons ook al in onderscheiden vormen geleerd; zelfs de tabeldichter heeft er ons van trachten te overtuigen toen hij ons verhaalde van den haas, die met een slak een wedloop aanging en schandelijk verloor, omdat hij zijn krachten overschattende, te laat was begonnen toen de ander reeds een heel eind ver was, nu veel te hard moest loopen en zijn poot brak óf zoo iets. Beter dan die kunstige combinatie van omstandigheden licht ons de werkelijkheid in, eigen ervaring, de lotgevallen van an deren, de gebeurtenissen die de stof vormen van de geschiedenis, zoowel van 't heden als van 't verledene. Een niet zelden voorkomende opvatting is deze haast u, maar zoo langzaam mogelijk. Ge kunt wel de bewegingen nabootsen, de allures aannemen, de drukte laten zien van iemand, die in groote spanning verkeert wegens gebrek aan tijd, dat hindert niet, als gij maar zorgt heel weinig van uiv plek te komen. Op den weg van den vooruitgang loopt men het minst gevaar rechts voor een dolleman, links voor een achterblijver te worden uitgemaakt, als men met veel ver toon den pas markeert, zooals militairen en gymasten het noemen. Ge hebt een oceaan van tijd, waarmee gij eigenlijk geen raad weet, en zult dus, als het te pas komt, zeer korte en schier onleesbare briefjes schrijven met „in haast" er onder. Best, dat geeft een indruk van volhandigheid, die uw reputatie ten goede komt. Maar leg het nu ook zoo aan, dat gij niets tot stand brengt wat de rust van anderen kan verstoren, hen doen opwippen uit hun gemoedelijke zelfgenoeg zaamheid. Deedt gij dit, ge zoudt van on bedachtzaamheid worden beschuldigd, en het verwijt oploopen, bij zeer gewaardeerde op volging van het eerste, het tweede deel van tot aan het voorplein, waar een tweede cerepoort was opgericht. Hier stond een groep in het wit gekleede meisjes opgesteld. Snel hielp Koenraad thans zijn vrouw uit het rijtuig en arm in arm staande namen zij de fraaie ruikers aan, die hun werden aangeboden, onder het opzeggen van eenige verzen. Na zijn hartelijken dank betuigd te hebben voor/ie feestelijke ontvangst, noodigde Koenraad alle werklieden en verder personeel aan een grooten feestmaaltijd, welke dien avond zou wor den gegeven. Gevolgd door Lageman en diens vrouw voerde hij daarop zijn echtgenoote haar nieuwe woning binnen. Aan het middagmaal, dat in in een kleine fraai versierde kamer voor de twee echtparen werd opgediend, sloeg Lageman een toast op den eigenaar van Reclüidgshofen, waarbij zijn gevoel hQm echter overmeesterdehij bleef steker.. Agnes kwam hem te hulp door vlug haar glas champagne op te heffen en met Koenraad te klinken. Deze nam nu het woord om zijn hartelijken dank te,betuigen, maar in zijn aan doening bracht hij het niet verder dan de woorden: Zonder u en Agnes zouden wij thans niet hier zijn Des avonds bij het groote feestmaal voor de werklieden waren beide heeren beter bespraakt, en bij den dans lieten ze zich ook niet onbetuigd. Valentine opende het bal met Lehnert en danste later ook met den ouden Konig, met den tuin baas en met de meesterknechts aer verschillende werkplaatsen. Toen het leest afgeloopen was en Lageman met Eijn vrouw hun slaapkamer hadden opge zocht stonden Koenraad en Valentiie hand in hand op het balkon om bij het heldere maan licht nog een weinig van de heerlijkavondi ucht te genieten. Wie had kunnen denken, d.it ik hier de vrouw des huizes zou worden, toen ik twee jaar geleden hier kwam als gezelschapsjuffer van uw moeder fluisterde zij hem toe. Wie dat had kunnen denken Wel ik Toen stond het reeds bij mij vast, dat ik u moest bezitten. Hij sloot haar in zijn armen en kuste haar. Als mijn vader u gekend had zou hij trotsch geweest zijn op zulk een schoondochter, het spreekwoord uit het oog te hebben ver loren. Wilt gij vooruit, voortreffelijk, wij ook: maar laat het dan liefst zijn met een snelheid gelijk nul. De ouden wisten erg best wat zij voor hadden met hun spreekwoord: Festina lente, zij voegden er onmiddellijk bijsed fes tina Juisthaast u in elk geval; op dit gedeelte, niet op het andere, valle de nadruk. Vooruit moeten we, en he: leven is zoo kortAan het einde moeten we werkelijk een baan hebben afgelegd, met het gelaat niet met den rug naar het ideaal, naar het geen we voor waar en goed houden. Stilstaan kan men niet; dat is iti strijd met de wetten der natuur. In de bewegingsleer spreekt men wel van „het doode punt", maar het is ook slechts een punt, voor hetwelk de kleinst mogelijke voorstelling van plaats en van tijd nog te groot is; het is de kentering tusschen de twee elkander onmiddellijk opvolgende getijen, de overgang tusschen voor- en ach terwaarts. Wij kennen stelselmatige" lieden, die ge- looven zich een nauwkeurig, afgepast begrip eigen gemaakt te hebbeu van toestanden op maatschappelijk, op staatkundig, op zedelijk gebied zij hebben hun vast „principe" en wijken daar niet van af, wat er ook om hen heen gebeure. Welnu, ook zij vergissen zich. Ongemerkt oefenen de inzichten van anderen invloed uit op de hunne, en zij worden er door,tegen wil en dank soms, door meegevoerd, of wel, zij zetten zich schrap er tegen in, en dat verzet drijft hen terug naar de reactie. De groote fout van het doctrinairisme is. dat het meent, gevonden te hebbeu wat wij allen, ons leven laog, en wat alle geslachten na ons zullen moeten blijven zoeken, met on verpoosden ijver; het bewaakt angstvallig een diamant, die eigenlijk niets meer is dan een slordig geslepen stuk bergkristal. Al onze opvattingen van waarheid, van vrijheid, van recht zijn voor herziening vatbaar; gelijk gewone menschen heel spoedig spreken van zuiver water, maar de scheikundige, de man die 't weet. ons vertellen zal dat de absolute voegde hij er bij. Maar uw moeder? Ach Koenraad, als ik aan haar denk, bekruipt mij een gevoel alsof het een onrecht voor haar is, dat ik hier ben, en een rilling ging haar door de leden. Hij sloeg haar doek vaster om haar schouders en zei met warmteGe zijt hier met 't volle recht, dat de liefde ons geeft. Ten laatste zou mijn arme moeder dat recht ook wel erkend hebben. Maar ge hebt uog een ander recht om hier te zijn. Verwonderd keek zij hem aan. Ik begrijp u niet. Als mijne echtgenoote zijt gij meesteres op Rechlingshofen. In mijn hart dankte ik u daar innig voor toen ik dezen morgen onder de men schen stond, wier eeltige handen ons rijkdom verschaffen. Ja, ik was ook getroffen. Dat eenvou dig vers: „De steenen helpen ons aan brood, Zij schutten ons voor menig' nood Maar bouwen ook voor u een huis Dat zullen wij voor hen ook bouwen, viel Koenraad in. Ik stel mij zeiven tot taak het leven voor mijn werklieden zoo aangenaam te maken als mogelijk is. Mijn gronden moeten niet alleen steenen leveren, maar ook vruchten des velds, waarvan allen kunnen genieten. Laten wij dan ook zorgen voor goede scholen voor de jeugd en voor een gesticht tot verzor ging der ouden van dagen. Schertsend zei Lage man dezen morgen, dat wij op een vorstelijk echtpaar geleken; maar die woorden hebben een diepe beteekenis: wij hebben ernstige plichten te vervullen. Welnu, overzie dan uw rijk, zeide hij ter wijl hij zijn arm om haar heen sloeg; neem het in bezit en bestuur het tot heil van allen en tot geluk van mij. Amen I fluisterde zij, en drukte innig zijne handen. Hij voerde haar terug iu de kamer en in den lindeboom onder het venster zong de nachtegaal zijn heerlijk lied. EINDE.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1895 | | pagina 1