BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
Engeland.
Italië.
Rusland.
Transvaal.
Rijkspostspaarbank.
BINNENLAND,
kwartier Ook aan het idee van „een eer
volle capitulatie" doet Meneliks handelwijze
veel afbreuk, 't is een desillusie meer bij de
vele die Italië reeds heeft op te teekenen,
terwijl nu ook wantrouwen rijst ten aanzien
van de oprechtheid der regeering in deze
waar zijn de voorwaarden tot de capitulatie
van Makalle vastgesteld en hoe luiden zij
Of zoo begint men reeds te vragen
zou 't geweest zijn een overgave op genade
of ongenade en zou er dus geen sprake
kunnen zijn van door Galliano geêischte
rechtendoch alleen van genade bewijzen
der Sjoanen vis tl vis Galliano en de zijnen?
Dan zouden immers de verwijlen van verraad
en trouweloosheid aan 't adres van Menelik
moeten verkeeren in even zoovele lofzangen
op zijn goedheid en zielegrootheid.
Men verwacht een treffen tusschen de
Italiaansche krijgsmacht onder Baratieri (20000
man met -40 kanonnen) en de Sjoanen onder
Menelik (80000 geweren en 20 snelvuurka
nonnen) en deze laatsteu hebben reeds weder
een daad gepleegd, die waarlijk niet getuigt
voor hun opvatting van recht en billijkheid.
Blijkens een Zondag te Rome uit Massowah
ontvangen telegram, is daar bericht gekomen
uit Hausenwaarin wordt gemeld, dat de
Abessiniërs gebruik hebben gemaakt van de
vriendschappelijke betrekkingen, die (sedert
de capitulatie van Makalle) zijn ontstaan, om
de Dankali's (de met de Italianen bevriende
inboorlingen) op verraderlijke wijze aan te
vallen. Het dorp Mad el-Agubo werd ver
brand. Voorts werden 600 Dankali's vermoord
en een groot aantal als slaven medegevoerd.
Zaterdag heeft de rechtbank van Nijvel
uitspraak gedaan in de zaak van de ramp
bij Ottignies. De onder chef die op den dag
van de ramp den stationschef verving, is
vrijgesproken, maar de wegwerker, die den
wisselwachter verving, is veroordeeld tot een
jaar gevangenisstraf en het betalen van een
schadeloosstelling van 18.000 fr. aan de wed.
van den verongelukten machinist. De Staat
wordt voor die 18.000 fr. civiel aansprake
lijk gesteld.
Generaal Boisdeffre is benoemd tot hoofd
van het buitengewoon gezantschap, dat Frank
rijk bij de kroning van den Tsaar te Moskou
zal vertegenwoordigen, en waarvoor een kre
diet van bijna een millioen franc door de
regeering zal worden aangevraagd.
In het noorden en oosten des lands is
men ongerust geworden over de oppositie tegen
het plan der wereld-tentoonstelling van 1900.
De directeuren van eenige der voornaamste
metaal fabrieken in die streken hebben zich
daarom persoonlijk tot den minister van handel
gewend met het verzoek, toch te willen
vasthouden aan de uitvoering van het plan,
uit overweging dat zij in het gebrek aan
werk, dat sedert eenige jaren heerscht, ver
betering zal brengen. De afgevaardigden
deden den minister opmerken, dat in de jaren
die aan vorige tentoonstellingen voorafgingen
en er op volgden, hun industrie belangrijke
voordeelen had genoten.
Zaak-Lebaudy: Zaterdag is in hechtenis
genomen de secretaris van dé Cesti Het is
een Pool van geboorte, Stanislas Sibowski
genaamd. Sedert twee jaar was hij in dienst
glimmenden hoed, die klaarblijkelijk door her
haaldelijk opstrijken telkens opgeknapt werd.
5<T)aar zij schuldeischers had, ging zij in ge
dachten na, welke van hen zich veroorloofde zoo
een afgezant te zenden, die met zijn vuile laarzen
haar tapijten bezoedelde.
Wat verlangt u, vroeg zij, nadat haar onder
zoek geëindigd was, haar best doende er zoo
brutaal mogelijk uit te zien.
In plaats dat Fauverlot door die blikken en
dien toon boos werd, nam hij de gelegenheid
waar, om in zichzelf opmerkingen over 't karakter
der jonge vrouw te maken.
Goedhartig schijnt zij niet te zijn, dacht hij,
en goed opgevoed evenmin.
Hij wachtte met te antwoorden en mejuffrouw
Nina stampte met haar voet op den grond.
Spreek toch, herhaalde zij, wat wilt u
Waarde jnffrouw, zei hij, met zijn zachtste
en nederigste stem, ik ben belast u een briefje
van mijnheer Prosper te overhandigen.
Van Prosper? Kent u hem dan
Ik geniet die eer en ik durf zelfs beweren,
dat hij mij onder zijne vrienden telt.
Maar, riep juffrouw Gipsij, verontwaardigd,
daar hij haar gevoel van eigenwaarde krenkte.
Fauverlot deed, alsof hij dien beleedigenden
uitroep niet hoorde. Hij is eerzuchtig en de min
achting glijdt over hem heen als de regen over
een glad harnas.
Zooals ik zei, ik ben een vriend van hem
en ik ben zeker, dat weinig personen nu voor
hunne vriendschap tot hem durven uitkomen.
De agent sprak zoo ernstig en overtuigend, dat
mejuffrouw Gipsij er door getroffen werd.
Mijnheer, ik ben nooit knap genoeg geweest
om raadsels te ontcijferen; zoudt u niet duidelijker
willen zijn? zeide zij droogjes.
De man der politie trok langzaam het aan
Cavaillon ontnomen briefje uit zijn zak en het
Nina aanbiedend, zei hij Lees mejuffrouw.
Zij vermoedde nog niets kwaads. Hoewel zij
de beste oogen der wereld had, zette zij toch
een mooi lorgnet op, voor dat zij het brieje
opende.
In een oogslag overzag zij het.
Eerst werd zij doodsbleek, vervolgens vuur
rood, een rilling overviel haar en deed haar
wankelen. Fauverlot wilde haar ondersteunen,
ünnoodige voorzorg.
van cle Cesti. Hij wordt beschuldigd een
strafwaardige opdracht te hebben vervuld,
die hem door zijn meester de Cesti was ge
geven.
Zaak Mirman-Meijer. De getuigen van
Mirman en van Arthur Meijer zijn Zaterdag
bij elkaar gekomen. Mirman heeft verklaard,
dat hij Meijer geen satisfactie zal geven en
de beschuldigingen, die hij in de kamer
tegen Meijer heeft uitgebracht op dezen zal
laten rusten.
Men heeft in de Kaapstad het bericht
ontvangen, dat Cecil Rhodes, die aan boord
van het stoomschip „Moor" van Madeira
naar Plymouth is vertrokken, te Londen de
advocaten heeft aangewezen, die belast zullen
worden met de verdedigiog van Jameson en
met de behartiging van zijn eigen belangen
in zake de enquête, die er zal gehouden
worden om de verantwoordelijkheid van de
„Chartered Company" vast te stellen.
De korte inhoud van het rapport van
luitenant-kolonel Galliano is naar Rome ge
seind en daar bekend gemaakt. In 't rapport
worden allen, die tot de belegerden van
Makalle hebben behoord, om strijd geprezen.
Allen hebben hun plicht gedaan, officieren
en minderen, Italianen en Askari's. Tijdens
het geheele beleg heeft niemand zwakheid
aan den dag gelegd.
Vooral de Askari's worden geprezen, om
hun flinke houding, waarop men niet schijnt
gerekend te hebben; nooit klaagden ze over
dorst, hoewel in het fort het nijpendste ge
brek aan water heerschie. Het was daarmee
op het laatst zoo erg, dat men soep moest
koken van het water dat -al gebruikt was om
deeg te kneden. Vijfentwiniig dagen lang kon
niemand zich wasschen.
De verliezen der Italianen zijn aan don-
den twee onderofficieren, vier Italiaansche
en 33 inlandsche soldaten; aan gekwetsten
zes Italianen en 75 inlanders. Met overste
Galliano zijn elf officieren, 107 blanken en
1081 inboorlingen in het kamp te Adigrat
aangekomen, terwijl eenige gekwetsten er op
draagbaren werden binnengedragen.
MASSOWAH, 3 Feb. Ras Makonnen heeft
ook de laatste Italiaansche officieren die als
gijzelaars gehouden waren vrijgelaten.
Men is te Moskou druk bezig met de toe
bereidselen voor de kroning van den czar,
in Mei a. s. Op het „Ghodynskiveld," tegen
over het Peterpaleis, wordt een prachtig
keizerlijk paviljoen in 15eeuwschen Russischen
stijl gebouwd. Daar komen voorts 4 open
tooneelen, een circus, 12 schommels, 11
draaimolens, 10 orkesten, 109 buffetten, tot
onthaal van het volk eu 22 kraampjes met
bier.
Voor de illuminatie van het Kremlin de
oude vesting worden 500,000 lichtjes ge
bruikt, waaronder 14,000 electrische. Voorts
worden de torenbogen bengaalsch verlicht in
bonte kleuren.
Op de plaats, waar de keizer het gebied
der stad betreden zal, wordt een prachtig
paviljoen gebouwd ter verwelkoming van Z M.
en de geheele weg van den stoet wordt
versierd.
De koetsen, die in den kroningsoptocht
rijden, zijn karossen van oud Fransch fabrikaat
De duizeling, die haar bij het vernemen van
dien verpletterenden slag overvallen had, ging
weer bliksemsnel voorbij. Zij wankelde, maar
viel niet. Zij richtte zich hooger op en met haar
kleine handen de polsen van den agent zoo hard
drukkend, dat hij het van pijn bijna uitgilde,
zei ze
Verklaar mij wat dat beduidt. Weet u, wat
dit briefje behelst?
Hoe dapper Fauverlot, dig dagelijks met de
gevaarlijkste schurken in alwrrakirg kwam, ook
was, voor den toorn van juffrouw Nina werd
hij bevreesd.
Helaas, zei hik
Men wil Prf^gr arresteeren, men beschul
digt hem van diefstal.
Ja men beweert, dat hij 350,000 francs uit
zijn kas heeft genomen.
Het is niet waar, riep het meisje, het is
lastertaal, het is onwaarheid.
Zij had Fauverlots polsen losgelaten, en haar
verontwaardiging, een woede als van een bedor
ven kind, uitte zich in verwarde kreten. Zij
scheen zich weinig om haar mooie kieeding met
prachtige kanten te bekoramerer, die zij zenuw
achtig verfrommelde.
Prosper een dief, zei zij, neen, dat kan niet.
Een diefP Waarom zou hij stelen? Heeft hij geen
geld genoeg?
Mejuffrouw, bracht de agent in het midden,
men beweert juist, dut mijnheer Prosper niet rijk
is, dat hij van zijn salaris moet leven.
Dit antwoord scheen de gedachten van juffrouw
Gipsij geheel in de war te brengen.
Maar, zeide zij, ik heb hem toch altijd over
veel geld zien beschikken, niet rijk maar dan
Zij durfde den zin niet te voltooien maar haar
oogen ontmoetten die van Fauverlot en zij be
grepen elkaar.
Haar blik scheen te zeggen
Dus liet zou voor mij zijn, om in mijn
weelde te voorzien? Voor mijn grillen, dat hij
gestolen heeft
Misschien wel, antwoordde de blik van den
geheimen agent. Na even nagedacht te hebben,
was zij echter weer volkomen meester over zich
zelf. De twijfel, die haar een oogenblik over
meesterd had, was geweken.
Neeü, riep zii uit, voor mij zou hij nimmer
gestolen hebben; aat een kassier geld uit de hem
style Louis XV en zeer prachtig. Die van de
keizerin bestaal voor een groot deel uit glas,
in vergulde houten en ijzeren lijsten. Voor
de koets der keizerin en die der keizerin -
weduwe worden 8 prachtig opgetuigde paarden
gespannen, niet bossen van witte struisvederen
op den kop. De 22 andere koetsen van de
grootvorsten en vorstinnen enz., worden ge
trokken door 6 paarden.
De czar zal alleen te paard rijden in de
stoet, gekleed in de uniform van een zijner
garderegimenten met den witten met goud-
gebordutirden hermelijnmantel, welke met een
keten der Andreasorde aan zijn schouders
bevestigd is.
Drie commissioners zijn er uit Engeland
nu heen om bewijs-materiaal te verzamelen
voor het ophanden zijnd rechtsgeding tegen
Jameson. Als zij ook maar niet denken als
de premier: het zijn de Boeren maar; „heretico
non est habenda fides En na alles wat
gebeurt, beginnen wij het te vreezen.
Uit Johannesburg komt bericht, dat de
arbeid in de mijnen blijkens mededee-
ling van bevoegde zijde niet zal worden
gestaakt. Namens de overheid wordt niet
langer naar wapenen gezocht, daar men meent
dat alles is uitgeleverd Groote troepen werk
lieden verlaten den Rand en trekken naar
elders; troepen Duitsche politie doorkruisen
de stad, door hun uitdagend optreden groote
ontevredenheid veroorzakend.
Dergelijke berichten zullen nog wel een tijd
aanhouden, en hun doel is duidelijk. Maar
het zonneklaar geblekene kan men er niet
mede verduisteren en het gepleegde onrecht
Diet wegpraten.
Vanwege hel Transvaalsche gezantschap te
Berlijn wordt aan the Times het volgend
snerpend démenti toegediend van de veront
rustende dépêche, welke dat blad den 27
Jan. uit Johannesburg beweerde ontvangen
te hebben; ,,De Zuid Afiikannsche legatie te
B.rlijn doet u weten, dat, volgens officieele
informaties, eene dépêche als de door u
openbaar gemaakte niet aan het postkantoor
te Johannesburg is aangeboden."
Dat is dus vast één leugenaar gesnapt
Reeds Chamberlain sprak, van die Zuid-
Afrikaansche telegrammen gewagend, van
„kwaadaardige verzinsels."
Aan liet postkantoor te Waalwijk en de
daaronder ressortcerende hulpkantoren werd
gedurende de maand Januari
ingelegd f 7898,78;
terugbetaald f 3369,75.
Het laatste, door het kantoor uitgegeven
boekje, draagt het nummer 2178.
Aan het postkantoor te Kaatsheuvel en de
daaronder ressorteerende hulpkantoren werd
gedurende de maand Jan.
ingelegd f 2536.41
terugbetaald f 1670.86.
Het laatste door dat kantoor uitgegeven
boekje draagt het nummer 1210.
WAALWIJK, 5 Febr. 1896.
Verslag kamer van koophandel.
Vergadering der kamer van koophandel en
fabrieken te Waalwijk gehouden op 29 Janu
ari 1896.
toevertrouwde kas neemt voor een vrouw, die
hij bemint, is verklaarbaar, maar Prosper lieeft
mij nooit bemind.
mejuffrouw, merkte de galante en beleefde
Fauverlot op, wat u daar zegt., meent u niet.
Treurig boog zij het hoofd, zij kon de tranen
nauwelijks terug dringen, die in de oogen kwamen.
Ja ik meen het, antwoordde zij, en het is
de waarheid en, zult ge zeggen, hij is altijd be
reid al uw wenschen te vervullen. Maar wat
bewijst datAls ik zeg, dat hij raij niet bemint
ben ik daar maar al te zeker van en ik kan het
beoordeelen. Eens in mij leven heeft een man
mij werkelijk bemind en door wat ik nu sedert
een jaar lijd, begrijp ik, hoe ongelukkig ik die
gemaakt heb. Ik beteeken niets in het leven van
Prosper, nauwelijks een toevallige
Maar waarom?
Ach ja, antwoordde zij, waarom Als u het
mij kunt zeggen, zijt u knap. Reeds een jaarlang
zoek ik vergeefs antwoord op die vraag en ik
ben nog al een vrouw. Maar doorgrond nu eeu9
de gedachten van een man, die niets verraadt,
van wat er in zijn hart omgaat. Ik heb hem be
studeerd, zooals een vrouw alleen dat doen kan
bij een man, waarvan haar leven afhangt, ver-
geefsche moeite. Hij is goed eu zachtaardig, maar
doet zich anders voor, aan hij werkelijk is. Men
houdt hem voor zwak, maar men vergist zich.
Die blonde man is van ijzer en staal, al maakt
hij den indruk dat hij zeer zwak is. Door haar
gevoel meegesleept, liet Nina den agent in den
grond van haar hart lezen. Zij koesterde geen
wantrouwen tegeuover den man, die haar aan
hoorde en in wien zij, hoewel onbekend, een vriend
van Prosper zag.
Wat Fauverlot betrof, hij feliciteerde zichzeli
inet zijn geluk en zijn slimheid. Slechts een vrouw
kan iemand geheel precies beschrijven. In een
oogenblik van opwinding gaf zij hem de nauw
keurigste inlichtingen, hij wist nu voor 't vervolg
met wien hij te doen had, wat in een onderzoek
de hoofdzaak is.
Men zegt, waagde hij nog te zeggen, dat
mijnheer Prosper speelt en \eel verliest.
Nina haalde de schouders op.
Ja, zei zij, dat hij speelt is waar. Ik heb
hem zonder de minste ontroering groote sommen
zien verliezen en winnen. l-Iij speelt, maar hij is
van harte geen speler. Hij speelt, zooals hij
Tegenwoordig alle leden en de secretaris.
De notulen der vorige zitting worden ge
lezen en goedgekeurd.
De voorzitter zegt ongeveer het volgende:
Mijne Heeren 1
Alvorens tot onze werkzaamheden over te
gaan, is het mij aangenaam u in de eerste
vergadering van het jaar 1896 welkom te
heeten eu geluk en voorspoed toe te wenschen.
Mag ik hierbij den wensch uiten dat het
ons gegeven zij nog vele jaren, onder dezelfde
goede verstandhouding, welke steeds hier ge-
heerscht heelt, voor de belangen van handel,
scheepvaart en nijverheid in deze gemeeute
te arbeiden.
Met genoegen kunnen wij constateeren
dat onze werkzaamheden in het afgeloopen
jaar weer niet onvruchtbaar zijn geweest.
Enkele hoofdpunten wenschte ik in herin
nering te brengen.
Op de eerste plaats immers verkregen wij
een verbeterde dienstregeling op de spoor
weglij n Zwaluwe's Bosch die echter nog
wel te wenschen overlaat. Wij hopen even
wel door met aanhoudende gegronde mo
tieven bij de maatschappij tot exploitatie van
staatsspoorwegen voor den dag te komen
hoe langer zoo meer eene betere aansluiting
te verkrijgen.
Vervolgens verkreeg onze kamer, ook al
na lang wachten en voortdurend vragen, vau
genoemde maatschappijdat de verlichting
met petroleum van het station en het stati
onsemplacement werd vervangen door gas uit
de gemeente-gasfabriek.
Het dezer dagen ontvangen bericht van
zijne excellentie den heer commissaris der
koningin in dit gewest, omtrent het gunstig
besluit van den minister van waterstaat
handel en nijverheid met betrekking tot het
Drongelsche veer, wordt door velen met ons
dankbaar begroet en aanstonds krijgen wij
gelegenheid daarover meer te zeggen.
Aan de orde
1. Onderzoek der geloofsbrieven en instal
latie van de herkozen leden der kamer, de
heeren Timmermans van Turer.hout en P.
van Loon Gz.
De stukken werden in orde bevonden en
de gekozenen diensvolgens geïnstalleerd ver
klaard.
2. Benoeming van een voorzitter. Herkozen
de heer J. B. Timmermans.
3. Idem van een onder-voorzitter. Herkozen
de heer S. Fano.
4. Behandeling van het adres van de kamer
van koophandel en fabrieken te 's Hage, be
treffende reorganistie der kamers van koop
handel en fabrieken in Nederland;
besloten adhaesie aan dat adres te verleenen
en de kamer op de vergadering te doen
vertegenwoordigen.
5o. Brief van ZExc. den heer commissaris
der koningin in Noordbrabant, daarbij me-
dedeelende het besluit van den minister van
waterstaat, handel en nijverheid tot het doen
bouwen van een nieuwe stoomboot van groo-
tere afmeting dan die te Capelle, bestemd
voor hel Drongelsche veer.
Na eenige gedachtenwisseling werd op
voorstel van den hetr Fano besloten den
betrokken minister en den commissaris der
koningin dank te betuigen voor den genomen
maatregel.
6o. Adres der kamer van koophaudel en
fabrieken te Gorredijk aan den minister van
waterstaat, handel en nijverheid, betreffende
het aansprakelijk stellen van den staat voor
de gevolgen van door ambtenaren gemaakte
telegraphische abuizen.
Besloten dit adres te steunen.
7o. Voorstel om naar aanleiding van ver-
soupeert, zooals hij zich dronken drinkt, zooals
hij dwaasheden begaat, zonder hartstocht, zonder
genoegen. Soms vrees ik, dat hij een lichaam
met zich meedraagt, waar geen ziel meer in
woont. O, denk niet, dat ik gelukkig ben. Ik
heb hem nooit anders dan volkomen onverschillig
gezien, dikwijls dacht ik dat het wanhoop was.
En die man zou gestolen hebben, dat geloof
ik nooit. U kunt mij niet uit het hoofd praten,
dat er achter zijn levenswijze iets verschrikkelijks
schuilt, een geheim, een groot ongeluk, ik weet
niet wat, maar er is iets 1
En heeft hij u nooit over zijn verleden ge
sproken
Hij Maar hebt gij me dan niet begrepen
Ik zei u toch, dat hij mij niet bemint.
Weldra nam haar verdriet de overhand. Zij
weende en groote tranen rolden langs haar wangen.
Maar het was slechts een oogenblik van wanhoop.
Zij herstelde zich, hare oogen vlamden van de
grootste plannen.
Maar ik bemin hem, ik, riep zij, en ik zal
hem redden. Ik zal met zijn chef spreken, met
dien ellendeling, die hem beschuldigt en met de
rechters en de geheele wereld. Hij is in hechtenis
genomen, maar ik zal bewijzen dat hij onschul
dig is. Kom mijnheer, laat ons gaan, en ik ver
zeker u, dat hij voor den avond vrij, of ik met
hem gevangen zal zijn.
Dat plan van mejuffrouw Gipsij was zeker zeer
prijzenswaardig en werd door de edelste inge
vingen gedreven; ongelukkigerwijze was het niet
uitvoerbaar. Buitendien strookte het volstrekt
niet met de plannen van den geheimen agent.
Hoe vast hij ook voornemens was, om de moeie-
lijkheden, zoowel als de voordeelen van die zaak
geheel voor zijn rekening te nemen, begreep hij
toch, dal hij Nina niet aan het gerechtelijk
onderzoek onttrekken kon. Den een of anderen
dag zou zij toch voor moeten komen en opgezocht
worden. Daarom wilde hij vooral niet, dat zij
zieli reeds uit eigen beweging vertoonde. Hij
stelde zich voor,1 haar dan te laten verschijnen,
als hem het best voorkwam om geheel alleen de
eer van haar ontdekking te hebben.
Daarom trachtte hij de opwinding van het
meisje te kalmeeren. Hij wist dat het hem niet
moeielijk zou vallen, haar te bewijzen, dat elke
stap ten gunste van Prosper nu een dwaasheid
zou zijn. Wordt vervolgd.