VERMIST. Looiersknecht W. Timmermans Zonen. Advertentién, Een R.C. gebedenboek Een bekwaam Staatkundig overzicht. BUITENLAND. Frankrijk. Spanje. Engeland. Turkije. Rusland. de H, Alphonsus de Lig. Vergadering van het Departement Langstraat der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen op Dinsdag 3 Maart in „Musis Sacrum." kan nog GEPLAATST worden op de looierij van en misschien ook deze, voor den wal kunnen komen. Lastige procedures zijn dan ook vermeden. Een gegrond motiet voor een desbetreffend verzoek aan den minister ligt voor de hand. Na de opening van den Nieuwen Maasmond zal het water aan het Keizersveer meer slib bevatten dan vroeger; dit water loopt bij vloed het Zuideratvvateringskanaal in en be zinkt in de doodloopende Waalwijksche haven. Baggeren wordt dus weer noodig en de oor zaak daarvan zit in een rijkswerk. Wanneer de staat nu geld verschaft voor verbreeding en verdiepingkan deze som beschouwd worden als de afkoopprijs voor den doorloo penden last van meer baggerwerk. «ataiiimiiin iijwiu.il ni.n.iiii putst» l)c nederlaag der Italianen in Afrika. Het nieuws over de door de Italianen in Abessinie geleden nederlaag (men spreekt nu van den dood van drie generaals en van een verlies van 10,000 man, die öf gedood öt gewond öf gevangen genomen zijn, terwijl cr 72 kanonnen en 2 vaandels zijn verloren geraakt) kan nu juist niet schaarsch worden geheeten, doch wel eenigszins verward. Wat heel wel te begrijpen is. Het tooneel van den strijd is lang geen bekend terrein, zelfs in kaart krijgt men slechts een vagen indruk van den juisten staat van zaken, doch dit eene staat vast De nederlaag van de Italiaansche legermacht is een geweldige geweest. Terwijl nu reeds van verschillende zijden wordt gemeld, dat gene raal Baratieri ter beschikking wordt gesteld en naar Rome zal worden geroepen om voor een krijgsraad rekenschap af te leggen van zijn doen, weet men niet eens zeker of de opperbevelhebber (dat was hij 1 Maart nog: de 22 Februari benoemde Baldissera was nog niet gearriveerd en Baratieri's ontslag als gouverneur van Erythrea dateert van 3 dezer) eigenlijk wel aanvaller is geweest: waarschijn lijk is dat Baratieri zich heeft laten verlokken tot den aanval, gedreven door eerzucht en zijn berekeningen baseerend op geruchten van afwezigheid van een groot deel der met Meuelik strijdenden om diens kroning te Axum bij te wonen, doch mogelijk is het evenzeer, dat hij (Baratieri) is aangevallen. Volgens het rapport van generaal Baratieri, Woensdagmiddag te Rome door de regeering ontvangen, is Zaterdagavond om 9 uur, bij maneschijn, reeds een begin van uitvoering gegeven aan Baratieri's plotseling genomen besluit om handelend op te treden. In drie kolonnes trok men uit op het kamp der Sjoanen te Adoua, wat heel moeielijk is over een te brengen met twee telegrammen in den morgen van denzelfden dag afgezonden naar Rome en waar.n de stellingen van den vijand onneembaar worden geheeten, 't Italiaansche leger dus veroordeelend tot werkeloosheid in afwachting van de aangekondigde verster kingen. En de kolonne onder Albertoni is aangevallen op weg naar Adoua, te Abba Garima, vijf kilometer ten zuiden van Adoua. Zijn dus de Italianen eigenlijk niet de aan gevallenen geweest, zijn zij niet zeiven in de strikken verward geraakt, die zij te kwader ure den vijand gespannen hadden Toen het treffen met de Sjoanen plaats vond, hadden de lui onder Albertoni reeds een moeielijken tocht achter den rug door twee bergpassen. Het begon te dagen toen Baratieri bericht kreeg, dat tot dusver alles goed was gegaan. Om zeven uur hoorde men geweerschoten en 't schijnt wel, dat de aanval der Sjoanen even onverwacht als hevig is geweest: de Italiaansche artillerie kon 't vuur niet openen zij vond er den tijd niet toe' Wel kreeg Bormida, die het bevel had over den rechtervleugel, spoedig bericht van 't gevecht en wel rukte hij met zijn zes bataljons en vier batterijen iets naar voren, doch de lin kervleugel onder Albertoni was verder opge rukt dan voorgeschreven was en toen kreeg het centrum onder Arimondi, order om een hoogte te bezetten ten einde Albertoni met snelvuur te ondersteunen. Het werd nu een levendig gevecht en Bormida (rechtervleugel) werd bevolen eveneens alles te doen om Albertoni te helpen, doch 't is nog niet be kend of dit bevel hem bereikt heett. 't Was op dit moment, dat de vijand van links en van rechts oprukte in groote scharen, Alber toni nopende terug te trekken, wat eerst in goede orde ging. Een oogenblik zelfs wist men (Bormida?) den vijand tegen te houden door een op hem gericht snelvuur en generaal Albertoni trok zich terug naar de stelling van generaal Arimondi. Nu kwam 't hache lijke moment: de vijand maakte gebruik van het den Italianen zeer ongunstig terrein, hij stortte zich van alle zijden op de terugtrek kende bataljons, het werd nu een gevecht van man tegen man bijna of eigenlijk van tien man tegen één en in de vreeselijke ver warring, voor een deel ook door het geacci denteerde terrein, geraakten de Italiaansche troepen verdeeld: een deel vluchtte met de kolonels Brisatti en Stefani naar Mai Haini, een ander onder Baratieri, Ellena en Valen- zano naar Adicagi (boven Senafé 100 kil. van Adoua terwijl vau de generaals Arimondi (bevelhebber van den middelvleugel) en Al bertoni (bevelhebber van den linkervleugel) niets met zekerheid te melden is. Zoo ongeveer vertelt het rapport van Ba ratieri de zaak en eindigt met de consta teering, dat men zich van de levendigheid van het gevecht geen denkbeeld kan vormen; wat heel wel aan te nemen is Is er nu na lezing van deze gegevens wel met goed recht te spreken van een geregeld gevecht, is er wel te denken aan een gron dige kennis van het terrein, is 't niet eer geweest een reeks van verrassingen, zich vereenigend in een „Massenmoord" en is in dat alles niet te zien een onvergefelijke roe keloosheid van de zijde der bevelhebbers Asmara is nu het middelpunt van de Ita- taliaansche bewegingen, daar zal Baldissera de overblijfselen der Italiaansche strijdmacht vereenigen met de versterkingen uit het moederland, van daaruit zullen de krijgs- operatien worden geleid. Bij de opening der Ilaliaansche Kamer Donderdag was een ontzaglijke menigte in den omtrek van Monte Citorio saamgestroomd. In de Kamer zelf waren zaal en tribunen stampvol. Te twee uur werd de zitting geopend, Crispi verklaarde dat het kabinet zijn ont slag heeft ingediend en dat de koning het heeft aangenomen. Deze verklaring lokte op vele banken toejuichingen u-t, de uiterste linkerzijde maakte groot rumoer. Crispi zegt verder dat de ministers voorloopig in functie zullen blijven en er voor zullen zorgen dat de openbare orde niet verstoord wordt. Ver volgens verzoekt de voorzitter der Kamer, hare zitting te verdagen totdat de Kroon een beslissing genomen zal hebben. Onder veel drukte en geschreeuw gingen nu de leden naar huis. De troepen zijn te Rome nog altijd ge consigneerd. Het Quirinaal, de ministeriën en de gezantschapshotels worden bewaakt. De universiteit is gesloten. Er hebben eeni- ge opstootjes plaats gehad in de hoofdstad en vrij ernstige ongereldheden te Turijn en Milaan. De Koning heeft bet besluit geteekend waarbij generaal Baratieri ter beschikking van de regeering gesteld wordt. Hij is reeds naar Massaua ontboden. De advocaat-generaal van den krijgsraad te Rome heelt alle rapporten van Barratieri ontvangen, ten einde zijn verantwoordelijk heid na te gaan. De 'egercommissie uit de Fransche kamer heeft het onderzoek van het koloniale lcger- ontwerp voortgezet. Ze heeft met 14 tegen 4 stemmen beslistdat de bewaking van Algerie en Tuuis niet zal toevertrouwd worden aan het koloniale leger; daardoor is in hel voorstel Cavaignac een diepingrijpende ver andering gebracht. Het heeft allen schijn, of de Fransche regeering op maatregeleu zint om haar mis noegen te toonen over de weigering van den Paus om hare voorstellen betreffende de bezetting der ledige bisschoppelijke zetels goed te keuren. Volgens een officieuse nota heeft de ministerraad in zijn laatste zitting zich bezig gehouden met de schending van het Concordaat, die daarin zou bestaan, dat in enkele diocesen apostolische brieven zijn gepubliceerd, waarin ter gelegenheid van het gedenkfeest van Clovis'doop een nationaal jubileum wordt verordend. De Tsesaréwitsj troonopvolger heeft Faure te Nizza een bezoek gebracht. De trein van den president ging hem afhalen te La Turbie. Na een onderhoud van eenige minuten met Bourgeois en Lockroy hadden de president, de Tsesaréwitsj en de prinsen van Oldenburg en Leuchtenberg een hartelijk onderhoud van een kwartier. Den prinsen werd met groote plechtigheid uitgeleide gedaan. Generaal Weyler moet naar Madrid geseind hebben dat hij de versterking van zijn le germacht met 25000 man, hem aangeboden, vooreerst niet noodig heeft. Door den minister-president Canovas is aan den vroegeren uitgever van het blad La Lucha een schrijven gericht, waarin de premier ontkent dat te Madrid eenige betooging tegen de Vereenigde Staten heeft plaats gehad. Maar algemeen, zegt Canovas, is in Spanje het gevoel van afkeer, nu opstandelingen, die geen duimbreed grond op Cuba bezitten evenmin een havenplaats, die geen gevecht in het open veld durven wagen en niets doen dan plantages verbranden en Spanjaarden vermoorden dat die lieden als oorlogvoe rende partij worden erkend, terwijl de oorlog door Spanje op Cuba gevoerd wordt op zoo menschelijke wijzeals ooit in Europa of Amerika het geval is geweest. De Times bericht uit Kaapstaddat commandant Kronjé naar Pretoria ontboden is om aan de regeering verslag te doen onder welke voorwaarden Jameson's overgave heett plaats gehad. Hij houdt vol, dat de overgave geheel onvoorwaardelijk geschiedde. Hij beloofde alleen, dat hij het leven van Jameson's manschappen zou sparen, totdat hij hen aan de regeering overleverde. Uit Pretoria wordt aan de Times bericht, dat de lezing van de Trausvaalsche regeering omtrent de overgave de volgende is Nadat de witte vlag was uitgestoken, heeft de com mandant der Boeren zich om bevelen tot Pretoria gewend. Hij ontving het antwoord, dat de overgave onvoorwaardelijk moest zijn. Dit werd aangenomen, maar na de overgave drongen vele opgewonden boeren er op aan, dat de officieren onmiddellijk zouden worden doodgeschoten. Willoughby deed toen een beroep op Kronjé om hen te beschermen. Uit Konstantinopel wordt gemeld, dat terwijl 15 door gendarmes begeleide inwoners van Zeitoen in Alpistan proviand kochten, 9 hunner werden gedood. Eenigen werden gewondtevens werden hun de lastdieren ontnomen. De Porte heeft beloofd het geval te onderzoeken. Zes der verbannen aanvoer ders uit Zeitoen werden in Mersina in arrest gehouden naar Adana gebracht en daar gevangen gezet. In een telegram uit Irkóetsk meldt de gouverneur van Irkóetsk dat hij op zijn vraag per renbode het volgende antwoord heeft ontvangen: „Peter Iwanowitsj Koesjnaref, die handel drijft op Oestjansk, heeft den lOen November (1895) aan den koopman Koesjnaref te Ja- koetsk per brief het volgende meegedeeld „Wij vernemen dat de onderzoekingsreiziger dr. Nansen aan de Noordpool een cnb;kend land heett ontdekt en terugkeert." De Noor delijke IJszee zal dus doorzocht worden. Berichten waardoor deze meedeeling van Koesjnaref zou kunnen worden bevestigd heeft anders niemand te Jakóetsk ontvangen." Om de juistheid van de tijding na te gaan, en zoo noodig de expeditie te hulp te komen, beveelt de gouverneur van Jakóetsk aan een lid van het bestuur van het district Wercho- jansk om zich naar Oestjansk te begeven. De zaal was vrij goed bezet, in de pauze telden we circa 100 personen; verschillende personen aan wier opkomst men bij een voordracht over zoo'n belangrijk onderwerp niet twijfelde, schitterden, tot verbazing van zeer velen, door afwezigheid. Ongeveer 8 uur begint Dr. H. J. van 't Hoff van Rotterdam zijne voordracht met te zeggen dat goed drinkwater een van de eerste, zoo niet de eerste levensbehoefte is en noemt het aantal gemeenten in Nederland, waar nog niet op den watertoestand wordt gelet, zeer groot. Men talmt maar.... en talmt maartotdat eindelijk een van de zoo gevreesde epidemieën zich vertoont, en men geheel onvoorbereid tegen dien mach tigen vijand moet optrekken. Vervolgens gaf spreker een overzicht van de cholera epidemieën van af de 17e eeuw. De cholera, voortkomende uit Azie, is bekend om de hevige en snelle verspreiding en daar om Aziatische cholera genoemd. De groote epidemie te Londen in 1849 werd besproken, en daarna toont spreker een a n d e m i e van den choleraloop van 1866 67. Op deze kaart kan men zeer dui delijk zien den loop dezer epidemie van af het ontstaan te Calcuttatrekkende naar Perzie, Klein Azie, en door de Roode-, de Middellandsche- en Kaspische zee naar Eu ropa, waar dan de met die zeeën in ver- bandstaande rivieren voor verdere versprei ding zorgdragen want 't zijn juist de aan rivieren gelegen plaatsen, waar de cholera zich 't ergst vertoont. Een staatscommissie, die voornamelijk te Groningen, Utrecht en Rotterdam hare on derzoekingen heeft gedaan, heeft aangetoond dat het aantal gevallen van gebruikers van rivierwater en dat van regenwater staat als 4-1. De epidemie van 1866 bezorgde aan Rot terdam alleen 1242 dooden. Hierna gaf spreker eenige projecties, die de verschillende typen baccillen van cholera en typhus, in eerste stadium en later, afzon derlijk of bijeengevoegddikdun, lang, hoekig, rond, S vorm, of dubbele S vorm, 2500 of 3000 maal vergroot deden zien. De laatste cholera epidemie gaf aan Ham burg 8200 dooden. In een gedeelte van een ziekenhuis aldaar gaf men gekookt en in 't andere gedeelte ongekookt water, en juist daar, waar niets dan gekookt water werd gebruikt, hebben zich geen verschijnselen voorgedaan. Het „kookt nu drinkwater" doet dan ook veel goed, juist doordat de in het water voorkomende bacteriën door koken onscha delijk worden gemaakt, doch niet iedereen kan steeds zijn drinkwater koken. Door eigen onderzoekingen over 1893 en '94 was spreker gebleken, dat het grootste deel der aangetasten schippers waren Van de typhus epid.emie te Fünfkirchen in 1890 en 91 was men er achter gekomen, dat de oorzaak was besmet bronwater en toen de besmette put gesloten was, vermin derde het aantal lijders zeer sterk tot het zoo goed als verdwenen wasen ziet, in 1891 werd plotseling weer eene sterke rijzing waargenomen die haar oorzaak had in de wederopenstelling der bron, en nd sluiting weer sterke vermindering. Hierna kreeg men nogmaals interessante projecties te zien. In de pauze, die toen volgde, werd gele genheid gegeven tot bezichtiging van heusche baccillen,.... maar voor dit doel doodgemaakt, want men kan nooit .veten, zoo er maar eentje was die zoo'n glaasje wat onvoorzichtig behandelde zóu dat 't brak, zou men Waal wijk een cholera- of typhus epidemie kunnen bezorgen. Van de gelegenheid tot bezichtiging werd druk gebruik gemaakt, vooral de microscoop kreeg druk bezoek, men zag daar een drup peltje water, ivaarin cholerabaccillen, die 1500 maal vergroot waren en nog waren die bacillen niet grooter dan heel-fijne zand- korrelties. 't Troi ons hoe prettig dr. van 't Hoff het vond aan ieder, die maar vroeg, de noodige inlichtingen te mogen geven, en aangemoe digd door zijne aangename wijze van op helderingen geven, werd hem nog al veel en dikwijls hetzeltde gevraagd, maar steeds kwam het antwoord als of het den eersten keer was; de heer Van 't Hoff is een aangename persoonlijkheid die door zijn prettige causerie- toon zijn gehoor wist te boeien. Na de pauze behandelde spreker hoofd zakelijk de filtratie vau drinkwater, en gat een paar aanschouwelijke voorstellingen door langs mechanischen weg bacteriën door filtra tie uit het water terugtehalen. Een goede zandlilter zorgt ten allen tijde voor water vrij van ziektekiemen zelfs ver dient het aanbeveling om regenwater te filtreeren omdat regenwater van ar 't dak nog gelegenheid heeft om ziektekiemen op te nemen. Vervolgens kreeg men te zien projecties van enkele filtersen daarna een druppel Rotterdamsch leidingwater, en een dito Maas water, zooals het gisteren, zegt spreker, in de Maas te Rotterdam aanwezig was; 't verschil was enorm, het leidingwater mooi— kelder en het Maaswater groezelig—vies. Een paar uur geleden, gaat spreker voort, is mij een flesch met Waalwijksch water ter hand gesteld, en 't is me nu niet te doen om dit water te onderzoeken, maar dit wil ik wel zeggen dat ik wel water gezien heb dat helderder was. Langs scheikundigen weg toonde spreker achtereenvolgens aan, dat dit water geen ammoniak, geen salpeterigzuur en geen ijzer bevat. Verder toont spreker een zandfilter, bovenop zand, dan kiezel en dan filtreersteen; op deze wijze wordt te Rotterdam per dag 40.000—60.000 M3 en per jaar 7^2 millioen kubieke meter gefiltreerd water verkregen. Ten slotte wekt spreker de vergadering op, om toch vooral gebruik te maken van de middelen, die tegen die gevreesde ziekten zijn aan te wenden. Een daverend applaus beloonde spreker voor zijne leerrijke voordracht. Terstond daarop nam de voorzitter van het Departement Langstraat (de heer Van Everdingen) het woord en zeide ongeveer 't volgende „Het doel der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen is ket algemeen volksgeluk te bevorderen zij tracht dit doel mede te bereiken door in verschillende deeleu van ons land voordrach ten te doen houden, niet alleen voor ledeu maar ook voor niet-leden, dus werkelijk tot Nut van 't Algemeen. We zijn van avond aangenaam en nuttig beziggehoudenwe hebben gehoord welke maatregelen tegen die gevreesde ziekten te nemen zijn, en kunnen ons dus wapenen. Ik hoop dat het gehoorde van dezen avond u niet in uwe droomen zal verschijnen en u onrustige nachten zal bezorgen. Uit naam dezer vergadering dank ik u dr. Van 't Hoff recht hartelijk voor uwe aange name en leerrijke voordracht." Vervolg Nieuwsberichten in het Bijvoegsel met titelplaat Terugbezorging verzocht bij den uitgever van dit BLAD tegen één gulden beloo ning.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1896 | | pagina 2