Staatkundig overzicht. BUITENLAND. Frankrijk. Spanje. Engeland. gezegde Wie het doel we achten dien vooral van niet minde? be lang dan de economische. Bekend is het wil moet ook de middelen willen. Deze uitspraak is eigenlijk slechts een algemeemheid, die zelfs in dezen vorm eenig voorbehoud noodzakelijk maakt. Vooreerst moet op de middelen, uit een ze delijk oogpunt beschouwd, niets zijn aan te merken door het doel worden zij noch ge wettigd, noch geheiligd. Rein zij de voet, die het pad bergopwaarts bewandelt, en geen blos van schaamte bedekke het gelaat, dat frank en vrij zich wenden moet naar het licht der zon. Ten tweede behoort er tusschen doel en middelen een nauw verband te zijn men moet gevoelen, dat elke poging een schrede voorwaarts is. Al beletten vaak de omstan digheden, in rechte lijn op het doel af te gaan, ook de schipper die bij tegenwind laveeren moet zwaait maar niet op goed ge luk af, maar houdt wel degelijk het eindpunt zijner manoeuvres voor oogen; kan hij niet langs de basis van zijn driehoeken voort schrijden, hij komt toch waar hij wezen moetal moet hij zijn weg over de beide andere zijden kiezen. Vervolgens is het noodig dat al de rnen- schen, die elk voor zich hetzelfde doel trachten te bereiken, met elkander in overleg treden over de aan te wenden middelen. Want, kan van vele gezegd worden dat zij inderdaad doeltreffend zijn, zij zijn het niet in gelijke matehet is zaak, de beste te kiezen, om krachtsverspilling te vermijden. Ook is het terrein, waarop wij ons bewegen moeten, niet altijd zoo ruim, dat elk zijn eigen rich ting maar kan volgen: beproeft men zulks, dan dreigt altijd het gevaar van botsingen. Wie het pas aangehaalde gezegde bezigt, denkt daarbij niet zelden Wie het doel wil, moet ook de middelen willen, die ik wensch te bezigen; en het is duidelijk, dat deze be perking noodlottige gevolgen kan hebben of ten minste tot onzekere uitkomsten leidt. Het laatste nu wordt dikwijls heel slecht in het oog gehouden. Zoolang er alleen spra ke is van een te bereiken doel, zijn wij zeer mild met betuigingen van overeenstemming. De teekening van het gebouw dat we zul len optrekken vinden we allen goed, maar daarna moet het plan van den arbeid worden vastgesteld, en dan loopen de meeningen uiteen. Zeker, het is ons recht en onze plicht, een eigen opinie te hebben maar blijft het dat ook, wanneer blijkt dat het ons niet zal gelukken voor ons bestek de noodige samenwerking te verkrijgen Moeten we dan niet, in het belang der goede zaak, on ze inzichten wijzigen, met volkomen behoud van ons oordeel, dat, indien de anderen zich hadden kunnen of willen vereenigen met wat wij voorstellen, de plannen waar schijnlijk beter ten uitvoer zouden gelegd worden De gemeenschapszin vraagt van ons vaak zeer vele offers, en, we zijn volstrekt niet ongeneigd die te brengen. Is eenmaal waar- lij* onze geestdrift gewekt voor een goed doel, dan willen we er veel van het onze aan ten koste leggen. Alleen, als van ons wordt gevraagd afstand te doen, niet van ons geld of van onzen tijd, maar van een per- een balletje op te gooien, nadrukkelijk be- soonlijke meening, van iets dus, dat we i toogend zijn ernstige gezindheid om een eind als een deel van ons verstandelijk kapitaal ij te maken aan clen oorlog. Zoo gebeurde 't, aanmerken, dan trekken we ons terug, want l| ^at Salsa Meneliks gezindheid berichtte aan d/j» t rr O n r O rt 1 IJ In 1 ri i «».»»-% nn.% l at olter valt ons te zwaar. Om onzen af tocht te dekken spreken we dan van onze generaal Baldissera, die van zijn kant er weer kennis van gaf aan de regeering te Rome uo u^acu apioAci. unn v u uu waarop deze den -00r beval de onderhan- beginselen/' en ja, wjn die in het spel, delingen voort te zetten. Nu zijn er wel dan houdt alle redeneering op. Halt even, waarde vriend, die gereed staat met het verwijt, dat wij daar de begin selloosheid gaan prediken, weet wel wat gij zegt en tracht, om billijk te zijn goed te onderscheiden. Als beginsel achten wij het raadzaam alleen die overtuigingen in het geding te brengen, die betrekking hebben op het doelmen gaat te ver wanneer wij die qualificatie ook toepassen op eerlijke middelen. Er zou, wij allen weten het bij ondervin ding, oneindig veel meer gedaan worden, als do menschen wat meegaander waren, niet zoo steil op een eenmaal ingenomen standpunt bleven staan, minder geneigd tot strijd voeren om gelijk te hebben. Er moest een niet zichtbare maar wel voelbare leiding zijn, die de plaats vervult van den aan voerder in het leger wij behooren, om flink voorwaarts te komen, in één richting te gaan, een en hetzelfde middel krachtig aan te wenden. Zouden we dan, met onzen maatschappelijken arbeid, niet beter opschie ten R. N. tuigen dat ik reeds een meubelkoopman heb ont boden; hij neemt hier alles, behalve de schilde rijen voor 12000 lrancs. Ondanks zichzelf sprong de kassier even op wat mijnheer Verduret niet ontging. Ja, zei hij, het is wel hard, maar het is noodig. Luister eens, vervolgde hij op een toon, die met hun geheele onderhoud in weerspraak was, gij zijt ziek en ik ben de dokter, »an wien opgedragen is, u te genezen. Als ik het te bont maak, bid dan, maar laat mij begaan. Zoo wordt ge gezond. Ga uw gang, mijnheer, antwoordde Prosper, die zich hoe langer hoe meer beheerscht gevoelde. Uitstekend. En laten wij ons haasten want de tijd dringt. Zijt gij de vriend van mijnheer de Lagors? Van Raoul? Ja, mijnheer, de intime vriend. Zoo, en wat is dat eigenlijk voor een heer schap? Die betiteling heerschap scheen Prosper te beleedigen. Mijnheer, antwoordde hij op bitsen toon, mijnheer de Lagors is een neef van mevrouw Fauvel, het is een jonge, rijke, nette, geestige man en de oprechtste en eerlijkste jongen dien ik ken. Hm, hm I zei mijnheer Verduretdie heeft heel wat goede eigenschappen en ik verheug mij in het denkbeeld, hem te Jeeren kennen; ik heb hem in uw naam een briefje geschreven, om hier te komen en nu heeft hij laten antwoorden, dat hij zal komen. Wat, riep Prosper verbaasd uit, u kunt ver onderstellen.... O, ik veronderstel niets. Alleen moet ik dien iongen man zien. Ik heb zelfs een plan en ik zal u vooruit zeggen, wat gij met hem spreken moet Een heftige ruk aan de schel onderbrak mijn heer Verduret. Sapperloot, zei hij, nu is het uit met mijn plan. Waar kan ik mij verbergen, om te zien en te luisteren? Ik ga, ik kom, riep de kassier. Geloof mij Prosper, het geldt uw leven, zei mijnheer Verduret op een toon, die den weer- spannigsten geest zou onderwerpen, spreek met dien man geen woord over uwe plannen, noch over mij. Toon hem uzelf ontmoedigd, zwak Indien de nieuwe formatie-Di Rudini er in slaagt bij de kennismaking met kamer en senaat van Italië, eenige zekerheid te geven aangaande den stand der met Menelik aan geknoopte vredesonderhandelingen en indien dan aangekondigd kan worden de kans op een spoedige beëindiging van den heilloozen krijg in Afrika, zonder dat Italie's nationale eer en waardigheid er al te opvallend onder lijden, met redding van den uiterlijken schijn dus, dan zou er zekerheid zijn op den steun van de groole meerderheid cler natie. Tot recht begrip der dingen zou men Di Rudini c.s. kunnen beschouwen als de cura toren in het failliet-Crispi en als zij nu de kunst verstaan rekening te houden met de omstandigheden in aanmerking nemen den desolaten toestand, waarin zij de ziak hebben gevonden; als zij overwegen alles, wat tegen de voortzetting van den krijg getuigt dan is er werkelijk wel kans op een vergelijk. Of die kans groot is? Majoor Salsa is vóór een achttal dagen naar Adoua getrokken met de formeele opdracht om van Menelik te ver werven de machtiging dat hij (Salsa) zorg droeg voor de op het slagveld gebleven Italianen (men zegt nu 80 procent van de geheele in 't vuur gekomen krijgsmachtDe majoor is allervriendelijkst ontvangen en hij had in opbracht Meneliks eventueele vredes voorstellen aan te hooren. Daar kwam 't al spoedig toe, doch eerst liet de negus den majoor eens zien over welke krijgsmacht hij beschikt; er werd revue gehouden over 100000 man, welgewapend en flink geoefend, er werd een bezoek g ebracht aan de proviandmagazijuen alles te eere of eigenlijk ter onderrichting van majoor Salsa En zoo'n slimmerd heetten de Italianen tot vóór korten tijd een barbaar Toen dan Salsa gezien had dat de negus van zijn kant heusch niet naar den vrede behoefde te verlangen, begon deze zoo eens aarzelend. En hij verdween, terwijl Prosper naar de deur liep, om llaoul binnen te laten. De beschrijving, die zijn vriend van mijnheer de Lagors gegeven hadwas niet overdreven. Men kan zich geen gelukkiger gezicht voorstel len, waarop zich edeler karakter afschilderde. Raoul, die voorgaf 24 jaar te zijn, zag er uit als ware hij nauwelijks 20. Hij was van mid delmatige grootte, en prachtig gebouwd, üm zijn verstandig voorhoofd krulde weelderig licht ka stanjebruin haar uit zijn groote blauwe oogen spraken openhartigheid en trots. Zijn eerste beweging was, den kassier om den hals te vallen. Arme vriend, zei hij, hem de hand druk kend, arme Prosper Achter deze teedere ontboezemingen verborg zich een zekere terughouding, die den kassier ontging, maar die mijnheer Verduret opmerkte. Toen hij in het salon was, vervolgde hij: uw brieije heeft mij oneindig veel verdriet ge daan. Ik vroeg mij zelf af, of ge gek waart ge worden. Ik heb alles in den steek gelaten, en ben naar u toe gevlogen Prosper scheen nauwelijks te luisteren en dacht over dien brief na, dien hij niet geschreven had. Wat had men in zijn naam geschreven? Wie was toch die man, wiens hulp hij aangenomen hadJ^^ jT^tlntbreekt u dan alle moed? vervolgde mijn heer de Lagors, waarom wanhopen Op onzen .leeftijd is het nog vroeg ger.oeg, zijn leven nog iteens te beginnen. Ge hebt toch nog vrienden? 'Ik ben gekomen, om u te zeggen: Reken op mij, ik ben rijk, ge kunt over de hellt van mijn ver mogen beschikken. Prosper was voor dat, met zulk een edelen eenvoud gedane aanbod, zeer gevoelig. Dank u, Raoul, zei hij met bewogen stem; dank u. Helaas, al het geld der wereld zou mij op dit oogenblik tot niets dienen. Waarom niet? Wat zijn uwe plannen? Zoudt ge in Parijs willen blijven Ik weet het niet, ik heb geen plannen, ik kan niet denken. Ik zei het u reeds, hernam Raoul levendig, ge moet uw leven op nieuw beginnen. Veront- •tthuldig mijn oprechtheid, maar die ontstaat uit mijn vriendschap voor u het is toch onmogelijk menschen die Meneliks eischen in extenso den volke kond doen, doch veel vertrouwen verdienen die onthullingen niet, terwijl van anderen, minstens even vertrouwbaren kant gezegd wordt, dat een hoofdeisch van Menelik (die betreffende de door Italië aan te gane verplichting om geen versterkingen meer te bouwen in Erythrea) als niet voor inwilliging vatbaaris verworpen, 't Is wel opvallend dat in verschillende lezingen omtrent den staat van zaken, deze eisch van Menelik wordt vermeld en dan in vereeniging met de ont ruiming van Adigrat door de Italianen en met de verheffing van Tigre tot onafhankelijke prorineie onder bestuur van een bevrienden ras (Makounen?) terwijl de grensbepalingen onderling nogal wat verschillen. Natuurlijk zouden de gevangenen wederzijds worden uitgewisseld, dan zou er tusschen Abessinie en Italië een vriendschaps - en vredes-verdrag worden gesloten en dat alles zou geschie den met gesloten beurzen. Wat er van dit alles waarheid is en wat fantasie, is niet bij benadering vast te stellen, wat evenwel den revanchemannen uit beginsel en den revanchemannen uit oppositie lust (dat zijn in hoofdzaak de aanhangers van Crispis) niet belet moord en brand te schreeu wen over Italie's schande, over de vernedering van het koninkrijk voor de oogen van de geheele Leschaatde wereld en meer dergelijk fraais wat een warme kamerzitting ver wachten doet. Indien de regeering den oor log beëindigd kan krijgen door Kassala er aan te geven, door de grenzen van Erythrea terug te brengen tot den driehoek Massowah Asmara-Keren en door formeel af te zien van de uitbreidingspolitiekzou 't alleszins raadzaam zijn de gelegenheid niet te laten voorbijgaan. Komt 't niet tot een vergelijk dan kan eerst tegen October de campagne op groote schaal hervat worden nu reeds is de kleine regentijd aangebroken, die in Mei gevolgd wordt door de groote regenperi ode, welke Italië dwingt tot werkeloosheid met handhaving echter van een groote krijgs macht. Het officieuse bericht, dat generaal Baldissera den moed en het vertrouwen te ruggekeerd heet en de afzending der drie tot vertrek gereede betaljons met drie bat terijen volkomen overbodig acht, is alweer gelogenstraft: hij heeft juist dringend gevraagd om zes bataljons en zes batterijen, welk ver zoek de regeering heeft beantwoord meldende terughouding van alle versterkingen De nieuwe regeering verkeert in een heel moeilijk parket, al wacht haar dan ook geen besliste nederlaag, zooals de volgelingen van Crispi voorspellen en wenschen. Vóór alles moet rekening worden gehouden met Italie's internationale positie „noblesse oblige" Italië kan niet doen wat een kleine mogend heid wèl zou kunnen, Italië heelt verplichtingen tegenover zijn bondgenooten Duitschland en Oostenrijk; met deze beide machtigen moet het gelijk in stap blijven John Buil laat zich weder eens van zijn waren kant kijken Dongola moet genomen worden (in 't belang van Europa's geschokt prestige in Afrika, dus heet het in de En- gelsche pers en wie weet of er dan nog geen gelegenheid is Khartoum te heroveren 't Is in Egypte wel rustiger dan immer voor dezen, voor u in Parijs te bfijven. zoolang die geheim zinnige diefstal niet opgehelderd is. En als die nooit- opgehelderd wordt? Reden te meer, om u te doen vergeten. Luister eens, een uur geleden sprak ik nog met Clameran over u. Ge beoordeelt hem verkeerd, want hij houdt zeer veel van u. Hij zei: Als ik in Prospers plaats was, zou ik alles verkoopen. Ik zou naar Amerika gaan, en daar mijn geluk beproeven en zou terugkomen om met mijn mil- lioenen hen te verpletterendie mij verdacht hebben. Die raad bracht Prosper's trots in opstand. Hij maakte echter geen enkele tegenwerping, want de woorden van dien onbekende, die hem beluisterde, schoten hem te binnen. Welnu? vroeg Raoul. Ik zal er over nadenken, mompelde de kas sier, ik zal zien, ik zou wel eens willen weten, hoe mijnheer Fauvel er over denkt. Mijn oom? Ge weet toch, dat wij op gespan nen voet zijn, sedert ik zijn voorstel afsloeg, om bij hem op kantoor te komen. Sedert een maand was ik niet bij hem in huis, maar wel heb ik berichten omtrent hem gehad. Door wien Door uwen beschermeling, den jongen Cavail- ion. Mijn oom schijnt sinds dien diefstal nog meer van de wijs af te zijn, dan gij. Men ziet hem nauwelijks op het kantoor, men zou zeggen, dat hij van een vreeselijke ziekte herstellende is. En mevrouw Fauvel en de kassier aarzelde even, en mejuffrouw Madeleine? O, zei Raoul op lossen toon, mijn tante is even vroom als altijd, zij laat missen voor den schuldige lezen. Wat mijn mooie en koude nicht betreft, die houdt zich niet met zulke kleinig heden bezig, zij heeft het veel te druk met toe bereidselen voor het bal masqué, dat de heeren Yandidier overmorgen zullen geven. Een barer vriendinnen heeft mij verteld, dat zij een genie van een naaister ontdekt heelt, die een kostuum voor haar maakt als eeredamc van Catherina de Medecis, het moet een wonderwerk worden. Het is zeker dat een vreeselijke smart, die onze gedachten verdooft, tevens een soort van onge voeligheid met zich brengt. Prosper, die reeds zooveel geleden had, werd door dien laatsteu slag geheel verpletterd. Madeleine, mompelde hij, Madeleine. Mijn- maar de onmiddelijke gevolgen van de ne derlaag der Italianen, geven Engeland een hoogst welkome gelegenheid om nadrukkelijk zijn recht en zijn plicht ie betoogen tot de occupatie van 't Land der Farao's. Met de krijgstoerustingen is men reeds druk bezig. Het eerste bataljon van het regiment van Nord-Staffordshire (het Engelsche bezetting corps) wordt naar Wady Halta gezonden, vanwaar 8000 man inlandsche troepen, deel uitmakende van het Egyptische leger, den Nijl optrekken tot Oil Oreh (Dongola). Het transport is reeds geregeld, deels per spoor (tot Girgeh, 544. kil van Kairo) deels per boot (tot 770 kil. verder) waarna het moei lijkste gedeelte komc (400 kil. met vijf water vallen en tal van stroomversnellingen.) Dat alles en veel meer nog, is reeds voor langen tijd voorbereid door Engeland, dat Soedan nog altijd een heel begeerenswaard bezit acht en in de laatste gebeurtenissen een wonder welkome aanmoediging ziet om dit lievelingsdenkbeeld tot verwezenlijking te brengen, om den volke kond te doen hoe uooazakelijk de handhaving van den Staat van zaken in Egypte is. Dat heet nog eens gebruik maken van de omstandigheden Aan het Hoofd van 't Fransch gemeene- best, den heer Faure, is door den Oosten- rijkschen gezant namens keizer Frans Jozef plechtiglijk het grootkruis der St. Stevensorde vereerd. Inlichtingen uit bijzondere bron stellen Reuter in staat, op nieuw het gerucht als zou er een Kongoloosche expeditie naar Soe dan gaan, tegen te spreken. Maar in het vooruitzicht van een voortdringen van de Derwisjen naar de Bahr-el-Ghazal, tengevolge van het aanrukken van Egyptische troepen op Chartoem, heeft de Kongo-staat zijn legerplaats opgeslagen aan de Nijl en Frankrijk voorgesteld, gemeenschappelijk verdedigend tegen de Derwisjen te werk te gaan, Op Cuba heeft kolonel Galli, Gomez op de vlucht gedreven, die 50 man verloor. Maceo is uit de provincie Pinar del Rio verdreven. Een zeer hevige brand heeft te Bombay de „leger- en marine-magazijnen" vernield. Men schat de schade op f 1,700,000. Het eiland Volcano, bij de kust van Sicilië, dat dezer dagen te Londen in veiling werd gebracht, heeft geen kooper gevonden. Er was zelfs niemand, die er een bod op deed. Toch zou men denken, dat het bezit van zulk een eiland, met een echten vulkaan die naar men zegt, eens in de honderd jaren in werking komt met zijn wijngaarden en vijgeboomen, wel aantrekkelijk zou zijn voor een romantischen geest, die er het stadsge woel en de drukten van het leven wil ont vluchten, of voor een kapitalist, die er wijn en vijgen wilde verbouwen en de zwavel- en salammoniakmijnen wilde ontginnen, welke, naar men zegt, in den berg worden gevonden. Ook zou Volcano misschien niet ongeschikt zijn voor eene of andere sociale proefneming. heer de Lagorsdie van die ontroering niets scheen te bemerken, was intusschen opgestaan. Ik moet u verlaten, waarde Prosper zei hij. Zaterdag zal ik de dames op het bal zien en zal ik u weer nieuws van haar kunnen brengen. Tot dien tijd moed gehouden en denk er aan, wat er ook gebeuren moge, op mij kunt ge rekenen. En voordat hij wegging, gaf hij zijn vriend nogmaals de hand. Hij was zeker reeds op straat toen Prosper, bleek, onbeweeglijk en verpletterd, nog op dezelfde plaats stond. De stem van mijnheer Verduret maakte een einde aan zijn sombere overpeinzingen Dat zijn nu uw vrienden, zei deze. Ja, antwoordde Prosper met bitterheid, en toch bood hij mij zijn halve vermogen aan, zooals u hoorde. Mijnheer Verduret trok medelijdend zijn schou ders op. Wat beteekent dat voor hem, zei hij, waarom bood hij u zijn geheele vermogen niet aan? Zulke aanbiedingen neemt men toch niet aan. En toch ben ik overtuigd, dat die mooie man gaarne tien mooie biljetten van 1000 francs zou geven, als hij wist, dat de oceaan tusschen hem en u was! Hé, mijnheer, en waarom? Wie weet, misschien wel om dezelfde reden, dat hij u heeft doen opmerken, dat hij sinds een maand niet meer bij zijn oom aan huis komt. Maar dat is waar, mijnheer, dat weet ik zeker. Natuurlijkantwoordde mijnheer Verduret spottend, maar ga u nu, als het u blieft, aanklee- den, dan zullen wij samen een visite bij mijn heer Fauvel gaan brengen. Dat voorstel bracht Prosper in opstand. Nooit, riep hij woedend uit, neen nooit zou ik het kunnen verdragen, dien ellendeling te zien. Die weerstand verwonderde mijnheer Verduret niet. Ik begrijp u, zei hij, en ik kan dat veront schuldigen, maar hoop toch, dat gij op dat besluit terugkomt. Evenals ik mijnheer de Lagors wenschte te zienwil ik ook mijnheer Fauvel zien, hét moet, begrijpt ge? Zijt gij op dat punt zoo zwak dat ge u geen vijf minuten bedwingen kunt? Ik zal mij als eer. bloedverwant van u voorstellen, gij behoeft geen woord te spreken. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1896 | | pagina 2