Nummer 49.
Donderdag 18 Juni 1896.
19e Jaargang.
voor de abonn^L
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De Bankiersvrouw.
ANTOON TIELEN
FEUILLETON.
UITGEVER-
Waalwijk.
Zij die zich voor
het volgend kwartaal
op dit blad abonneeren, ontvangen
de nog deze maand verschijnende
nummers GRATIS.
De Echo van het Zuiden,
Waalwijksclie en Langstraatsclie Courant
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsp rijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door bet geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3raaal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
«bjü.isui 1 -mua»
Uitsluitend voor de abonné's op
bestaat gelegenheid om zich te abonneeren
op het Geïllustreerd Zondagsblad tegen den
lagen prijs van 30 cent, franco per post
371/2 et- per kwartaal.
Keurige verhalen met prachtige illustraties
komen in het Geïllustreerd Zondagsblad voor,
benevens rebussenprijsraadselspuzzles,
schaak- en damrubriek enz.
LIJST VAN BRIEVEN, geadresseerd aan on
bekenden.
Verzonden gedurende de 2e helft van Mei.
Van Waalwijk
Briefkaart.
Couman Breda.
III.
Werd vroeger de electriciteit voortgebracht
door wrijven met een zijden lap of slaan met
een kattevel, in 1744 werd door Bose in
Wittenberg een werktuig uitgevonden,waarmee
men door wrijving niet alleen gemakkelijk
electrititeit kon opwekken, maar dezelve ook
kon verzamelen.
In den loop der tijden werd deze toestel
door verschillende natuurkundigen aanmerke
lijk verbeterd. In 1840 werd de eerste stoom
electriseermachine ontdekt.
De aanleiding daartoe was eene waarneming
van den engelschen spoorwegmachinist Seghill.
Hij zag n. 1. dat wanneer hij de stoom die
ontweek uit de veiligheidsklep,met zijn lichaam
in aanraking bracht en dan de hand bij de
39
Hij dacht geen oogenblik met smart aan het
verleden. Wat konden hem nu zijn vader en
broeder schelen? Hij spande alle veerkracht van
zijn geest in om in het geheimzinnige zijner toe
komst, die hem te Parijs wachtte, te dringen.
Had hij niet alles om gelukkig te zijn Hij
was jong en schoon, zoo gezond als een visch,
droeg een adellijken naam en was rijk. Hij had
20.000 francs in kas en kon zich nog tienmaal
zooveel verschaffen.
Dat leken hem schatten, waaraan nooit een
eind kon komen.
'li"»-*Tóen hij 's avonds, juist toen de gaslichten
!5 ontstoken werden, op de straat van Parijs stond,
was het hem, of hij die groote stad in bezit
nam, dat zij hem behoorde, door hem gekocht
kon worden.
Louis deelde die illusies met alle jongelui, die
onverwacht een groot vermogen in handen krij-
fen. Hij kende de waarde van het geld niet eD
ie onwetendheid doet zeer groote erfenissen
verspillen, die door spaarzaamheid bijeengegaard
zijn.
Van zijn invloed doordrongen, aan de toege
vendheid der buitenlui gewend, had de jonge
markies zijn land verlaten in de verbeelding dat
hij door zijn naam en fortuin te Parijs een be
langrijk persoon zou worden.
De werkelijkheid viel hem dan ook zeer tegen.
Tot zijn groote verwondering ontdekte hij, dat
hij in die enorme stad niets beteekende. Hij zag
weldra, dat hij te midden dier onverschillige
en drukke menigte evenveel beteekende, als éen
druppel water in de zee.
Maar die weinig streelende waarheid kon een
zoo vast besloten jongmensch niet ontmoedigen,
wat het ook kostte, hij wilde zijn hartstochten
bevredigen.
Zijn naam gaf hem tenminste dat, voor zijn
toekomst ongelukkig voordeel, dat de deuren der
faubourg Saint Germain voor hem geopend wer
den.
metalen klep bracht er een electrische vonk
overging. Dit verschijnsel werd 't eerst nader
bestudeerd door Armstrong, die tengevolge
van zijn onderzoekingen de stoom electriseer
machine daarstelde. Later zijn nog onderzoe
kingen in deze richting gedaan door Faraday
en onzen Leidschen Hoogleeraar Rijke.
Tal van electriseermachines zijn nog daar-
gesteld, zoo de inductiemachiue van Holtz,
'ie van Beltz. etc. Na 't verzamelen van de
electriciteit moest men nu nog trachten die
electriciteit te condenseeren n. 1. op 't kleinst
mogelijk oppervlak de grootst mogelijk hoe
veelheid electriciteit te verzamelen.
Men noemde die voorwerpen condensators.
De eerste proeven werden genomen te
Leiden door Cuneus in 1746 en door zijn
leermeester Mussenbroek herhaald. De geno
men proeven zijn nog steeds bekend als die
met de Leidsche flesch. De vorm der conden
sators is {meestal een eivormige. Brengt men
nu 2 condensators, de eene met positieve de
andere met negatieve electriciteit geladen,
dicht bijeen, dan kan tusschen die twee eene
vonk overspringen; de condensators zijn dan
gedeeltelijk of geheel outladen. De sterkte
der vonk zal afhankelijk zijn le van de sterkte
der lading, 2e van de afstand der condensators
de z. g. slagwijdte, 3e van den weerstand die
de electriciteit moet overwinnen om zich te
kunnen vereenigen n. 1. den weerstand der
lucht. Hoe kleiner n. 1. de laatste is bij 't
gelijk blijven van 1 en 2, des te sterker zal
de vonk zijn.
Brengt men nu de 2 condensators in een
luchtverdunde ruimte, dan zal, zooals wij boven
zagen, de vonk sterker en helderder zijn.
Beken 1 zijn ons hier 't electrische ei en de
Geisslesche buis. In de Geisslesche buis zijn
aan beide uiteinden platinadraden ingesmolten,
brengt men die nu in verbindiug met de 2
electrodes van een Ruhmkorffsche inductor
dan zal men binnen in de buis lichtverschijn
selen waarnemen. (De Ruhmkorffsche inductor
is eene machine in staat om een sterken elec-
trischen stroom voorttebrengen.
Aan die zijde, waar de positieve electriciteit
Daar maakte hij met eenige mannen van zijn
leeftijd kennis, die evenals hij, van adel waren,
doch die over evenveel of tweemaal zooveel
renten beschikten, als zijn kapitaal groot was.
Bijna alle bekenden, dat zij zich door hooge zui
nigheid staande hielden en hun dwaasheden zoo
regelden, als een handwerksman de uitstapjes,
die hij Zondags met zijn huisgezin maakt.
Deze en nog vele andere mededeelingen, die
den nieuweling wel verwonderden, openden hem
echter de oogen niet. Hij volgde de verkwistingen
dier jongelui op, maar dacht er niet aan ook
een voorbeeld aan hun voorzichtigheid te nemen;
hij leerde wel geld uitgeven, maar niet goed
rekenen, zooals zij.
Hij was de markies de Clameran, vertelde dat
hij een groot vermogen bezat en werd dus goed
ontvangen; al bezat hij geen vriend, had hij
volop kennissen.
Hij vond in de kringen, waar hij voorgesteld
en ontvangen werd, wel tien gedienstige geesten,
die er zien een genoegen uit maakten hem in
de geheimen van het elegante leven in te wijden
en hem het landelijke in zijn manieren van
handelen en denken onder het oog te brengen
en af te leeren.
Hij profiteerde veel en vlug van die lessen.
Na drie maanden was hij volkomen op de hoogte,
zijn reputatie van goed speler was gevestigd en
hij was door een modedametje al netjes gecom
promitteerd.
Nadat hij eerst in een hotel afgestapt was,
had hij een gemakkelijk ingerichte verdieping
in de buurt der Madeleine gehuurd met een stal
voor drie paarden.
Hij voorzag die woning slechts van het strikt
noodige; ongelukkig kostte dit allerrioodigste
een aardig sommetje, zoodat hij, nadat hij zich
gevestigd had, zijn kas opmakende, tot de ont
dekking kwam, dat dit korte oponthoud te Parijs
hem reeds 50.000 franc9 gekost had, het vierde
gedeelte van zijn vermogen.
50.000 francsl Louis dacht er over dat leventje
weer op te geven. Maar hoe kon hij zich nu
terugtrekken Overigens ontkiemden zijn on
deugden snel in dit bekoorlijk middelpunt. Hij
had vroeger gedacht dat hij sterker zou zijn, maar
de verleiding lokte hem van alle kanten.
Bovendien werd zijn verbeelding geprikkeld
door het zien van zooveel rijkdom en verrassende
zich bevindt, de anode kant, straalt een pur
perrood licht uit, van de negatieve of kathode
kant straalt een blauw violet licht uit; beiden
naderen elkander dicht maar zijn door een
donkere streep gescheiden. Een nieuwe perio
de traden de lichtverschijnselen in de Geiss
lesche buizen in, toen in 1869 proffesser Hittorf
in Munster ontdekte dat, wanneer men de
lucht in de buizen verdunde tot op VIOOOOOOO
der gewone dichtheid, de lichtverschijnselen
een geheel ander karakter aannamen. Eenigen
tijd later, maar geheel onafhankelijk van den
Duitschen geleerde, deed de Engelsche na
tuurkundige Crookes dezelfde ontdekking en
bouwde zelfs op die ontdekking de theorie
van eene vierde aggregaatstoestand welke
theorie door de natuurkundigen echter niet
is over genomen. Bij deze verdunning zal
n. 1, 't roode licht van de anodekant hoe
langer hoe meer worden teruggedrongen en
ten slotte 't blauw van de kathodekant de
geheele buis vullen. Deze ontdekkingen van
Hittorf en Crookes leidden tot een reeks van
onderzoekingen o. a. door Herz, Goldstein,
Reislinger enz. en voerden ten slotte tot de
ontdekking van Röntgen. Lenard, een leerling
van Herz ontdekte 't eerst dat, wanneer men
in de glazen buis een deel verving door pla
tina, de lichtstralen niet werden tegengehou
den maar daar doorheen drongen en stelde
daar tegenover een photografische plaat, die
met zwart karton bedekt was, waarop alzoo de
gewone lichtstralen niet konden inwerken; dat
dan die plaat dezelfde verandering onderging
alsof ze aan lichtstralen was bloot^s*6^1-
Röntgen werkte nu in een volkomen donkere
kamer en zag bij 't door laten der stroom dat,
niettegenstaande de buis geheel met zwart
karton was omgeven er toch fluorescentie op
trad. (Fluorescentie noemt men 't verschijnsel
dat een lichaam bij op- en doorvalleud licht
verschillende kleuren vertoont)
Hij herhaalde de proef nu door een plaat
te nemen, die bestreken was met een stof die
buitengewoon voor fluorescentie geschikt is
n. 1. Baryumplatin cyanur. Zoo dikwijls hij
nu een ontlading door de buis liet gaan zag
voorbeelden van onverwacht succes.
Hij dacht, dat hij in die groote stad, waar de
millioenen over de boulevards rollen, ook zijn
millioen wel zou weten te vinden. Doch van de
wijze waarop, had hij geen flauw idee. Hij ver
beeldde zich, dat hij, evenals zooveel anderen,
ook wel eens door het toeval goed bedeeld zóu
worden; maar ook daarin vergiste hij zich.
Maar Louis dacht niet na. Evenals de man, die
in de loterij hoopt te winnen, zonder ooit te
spelen, zei iiij tot zichzelf: Bij gelegenheid zal
een rijk huwelijk mij wel redden.
Dat rijke huwelijk deed zich echter niet voor.
Wel kreeg hij zijn laatste bankbiljet in handen.
Op zijn dringende aanvraag om geld ant
woordde zijn notaris
Er blijft u niets meer te verkoopen over,
dan het kasteel zelf. Dit heeft wel veel waarde,
maar in zijn verwaarloosden toestand zal het
moeielijk, zoo niet onmogelijk zijn, er een kooper
voor te vinden.
Wees echter overtuigd, dat ik geen moeite zal
sparen, enz.
Louis was verpletterd, dat had hij niet zien
aankomen. Wat te doen Hij had niets meer te
hopen en het lag beneden zijn waardigheid even
als zooveel arme gekken ieder iaar te verrijzen,
een tijd lang te schitteren, om daarna plotseling
te verdwijnen.
Maar hij kon van dat aangename leven dat hij
gedurende drie jaar geleia had geen afstand
doen en was vast besloten, om nadat hij zijn
vermogen verbrast hadnu zijn eer te wagen.
Louis de Clameran hield vol, zooals een van
zijn geld beroofd speler die om de speeltafels
rondsluipt en zich voor de kansen van anderen
interesseert, „altijd gereed hun, die door het lot
begunstigd werden, de hand te bieden.
Eerst leefde hij van den naam van zijn verloren
vermogen, van het krediet, dat iemand bezit, die
in korten tijd veel geld uitgegeven heeft, doch
die bron was weldra uitgeput.
Er kwam een dag, waarop de schuldeischers
in getale opkwamen en de geruïneerde markies
moest zijn laatste bezittingen in hun handen laten,
als meubels, rijtuigen en paarden.
Naar een bescheidener woning gevlucht kon
hij het nog niet van zich verkrijgen, met die
rijke jongelui te breken, die hij voor zijn vrien
den gehouden had. Hij leefde nu van hen, even
hij de plaat groen fluoresceeren. Aangezien
nu noch de gewone lichtstralen, noch die
van 't gewoon electrische licht die eigen
schap bezitten door zwart karton heen
dringen, moet men hier te doen hebben r«
een bijzondere soort stralen, die hij X stral\
noemde.
Bij zijne verdere onderzoekingen kwam h\
tot eene ontdekking, die 't grootste, 't meesi
belangrijke is, waaraan de X stralen haar
practische waarde ontleenen, n. 1. dat alle
lichamen die stralen doorlaten, niet echter in
gelijke sterkte.
Zoo liet een boek van 1000 bladzijden nog
zeer goed de stralen door, evenzoo gedroegen
zich stukken hout van 2 a 3 c.M. dikte een
aluminium laag van 15 m.M. dikte hief echter
't doorlaten geheel op. Glazenplaten gedroegen
zich zeer verschillend; was 't glas loodhoudend
dan gingen weinig stralen, door was 't glas
loodvrij dan werden weinig stralen geabsor
beerd. Van meer belang echter waren zijn
onderzoekingen op 't menschelijk lichaam.
Plaatste hij tusschen de toestel en 't daar
achter gelegen scherm de menschelijke hand,
dan zag hij op 't scherm de hand afgebeeld
maar 't vleeschgedeelte weinig donker't
beengedeelte sterk donker. Hieruit volgt
dat 't vleesch van de hand de X stralen ge
makkelijker doorlaat dan 't beeugedeelte.
Röntgen trok hieruit in verband met andere
onderzoekingen de volgende conclussie „hoe
dichter hoe compacter een lichaam of eene
stof is, des te moeielijker zal het de X stralen
doorlaten" aangezien hierop echter reeds
uitzonderingen zijn bekend geworden zal
men 't beste doen verdere proefnemingen
aftewachten, alvorens eene algeraeene wet
aantenemen. Hoewel achteraf gezien 't voor
de hand lag, was toch de ontdekking van
R. van belang, dat n.l. de X stralen zich te
genover de photographische platen gelijk
gedragen als de lichtstralen.
Moet men echter bij de photogiaphie de
zilverplaat blootstellen om de lichtstralen op
te nemen die van het te photografeeren voor
werp uitgaan bij de X stralen laat men 't
als vroeger van zijn leveranciers. Hij leende
telkens van af één tot twintig francs en gaf nooit
iets terug, llij wedde en betaalde niet, als hij
verloor.
Hij plunderde de jongsten onder hen en wendde
op duizenderlei wijze schandelijke middelen aan
die eindigden met eene boete van 2000 francs.
Zij joegen hem niet weg, maar lieten hem
voelen, wat een gunst het was, dat zij hem
duldden. Zij geneerden zich niet voor hem en
zeiden luid hoe zij over hem dachten.
Wanneer hij alleen in zijn armzalige woning
was, barstte zijn woede gewoonlijk los. Hij kon
wel alle vernederingen verdragen, maa om ze
niet te voelen, zoover had hij het nog niet ge
bracht.
Reeds lang werd hij door afgunst verteerd en
brandde hij van begeerten, die ieder gevoel van
eerlijkheid in hem verstikten. Om eenigen jaren
in overvloed te kunnen leven, wilde hij alles
wagen, ja, hij voelde zich zelfs in staat, daarvoor
een misdaad te begaan. Zoover kwam liet echter
nog niet, maar hij werd in een schandelijke zaak
van afzetterij en oplichterij betrokken.
Een oud vriend zijner familie, de graaf Com-
marin, redde hem, en voorzag hem van middelen
om naar Engeland over te steken.
Waarvan zou hij in Londen leven
Hij daalde tot de laagste sport der maatschap
pelijke ladder af en de markies de Clameran.
leefde in een wereld van schurken en gevallen
vrouwen, met wie hij alle kansen en de schande
lijkste voordeelen deelde.
Gedwongen Londen te verlaten, doorreisde hij
achtereenvolgens geheel Europa, zonder ander
vermogen dan zijn brutaliteit, zijn volkomen
bedorvenheid en zijn handigheid, die hem altijd
ten dienste stonden.
Eindelijk keerde hij in 1865, na in Hamburg
een buitenkansje gehad te hebben, naar Parijs
terug, iu de meening, dat men hem daar ver
geten had.. Het was achttien jaar geleden dat hij
Frankrijk verlaten had.
Voor dat hij een besluit nam, waar zich neder
te zetten, waar een bron te zoeken om te kunnen
leven, dacht hij aan zijn geboorteplaats.
Niet dat hij daareen bloedverwant of vriend had,
van wien hij hulp kon verwachten, maar hij
herinnerde zich het oude kasteel, waarvoor de
notaris indertijd geen kooper had kunnen vinden