BUITENLAND. Frankrijk. Spanje. Engeland. troon niet met eiken afzonderlijken werkman kan contracteerenin dezelfde werkplaats moeten alle arbeidersal verschilt hun loon naar den aard hunner taak of hunner be kwaamheid onder hetzelfde recht staan. Maar ongewenscht is het ookdat in de zelfde gemeente onderscheiden bepalingen geldig zijn bij hetzelfde vak althans dat er groote afwijkingen zijnwant in dat geval zou de concurrentie een meer dan gepasten invloed kunnen uitoefenen. Men behoort het eens te worden aangaande het maximum van den werktijd en het minimum van het loon het overigens aan den vrijen wil overlatendegunstiger conditiën aan te. bieden dan deze cijfers aangeven. Voorts zijn er regelingen aangaande overwerk, stuk werk Zondagswerknachtwerk, over welke men het in hoofdzaak eens moet zijn en die dan worden nedergelegd in een regle ment waaraan patroon en werkman zich houden. Vertegenwoordigers van de beide groepen door de overigen gemachtigd, heb ben die bepalingen te formuleeren elk werkman krijgt bij den aanvang zijner dienst betrekking Uvee door den patroon of zijn gevolmachtigde onderteekende exemplaren van het contract.daaronder hijna er be hoorlijk kennis Van. te hebben genomen, zijn naam plaatst. Het eene blijft in zijn bezit, kan zoo nuodig voor andere doeleinden gebruikt worden o& de dagteekeningen van begin en einde zijner, verbintenis te consta- teerenom zijn aanspraak op kiesbevoegd heid vast te stellen het andere komt in handen van den werkgever, Nog in andere opzichten dan door de eenvoudige wetsbepalingen die we als nood zakelijk voorstelden, kan de Staat het sluiten van werkcontracten bevorderennamelijk door alle stukkenhierop betrekking heb- benpe vrij te stellen van zegelrecht, zonder dat zulks van eenigen invloed is op hun bewijskracht in rechtenen doorin geval van conflictden kantonrechter in deze de aangewezen mantot een snelle afdoening in Staat te stellen als deskun digen ter voorlichting fungeerenwanneer er Kamers van Arbeid zijnde besjfören dier Kamersof liever van de afdeeling, die het betrokken bedrijf vertegenwoordigt, of bij het ontbreken dier lichamen een pa troon en een werkman bij niet-overeen- stemming een neutraal persoon, door beiden aan te wijzen. Ten einde de mogelijkheid van verschil in opvatting tot een miuimum terug te brengen en daardoor de noodzake lijkheid van de tussehenkomst van anderen dan de vertegenwoordigers der belangheb benden te vermijdenmoeten de artikelen van het contract zoo duidelijk zijndat er geen tweeërlei lezing kan bestaaner moet geen materiaal voor advocatenarbeid in ge vonden worden. Ook zalin gewone gevallen, niet in eerste instantie een beroep gedaan behoeven te worden op den rechterwij stellen ons voor dat, indien of hei voorstel der Regeering betreffende de Kamers van Arbeid in wer king zal zijn getreden, of, wat nu reeds hier en daar is geschied, vrijwillige ver- eenigingen van dien aard zijn tot stand ge komen dezen in de eerste plaats zullen trachten liet geschil bij te leggen en dat U kunt bij ons eten en dan kan Pilorel u overzetten. De nieuwsgierigheid deed Louis besluiten te gaan, en tegen zeven uur bereikte hij de note- boomen. Reeds lang wachtte Mihonne op hem. O, zijt u daar, mijnheer, riep zij verheugd, ik begon reeds te wanhopen. Ja, ik ben er vrouwtje, wat hebt ge mij te zeggen Hebt ge niets van uw broeder gehoord, mijnheer de markies? Het speet Louis, dat hij gekomen was, daar hij docht dat de vrouw niet bij zinnen was. Dij weet toch, zei hij, dat mijn arme broeder zich in de Rhone heeft geworpen en verdronken is. Neen mijnheer, dat is hij niet, hij is gered en heeft aan mejuffrouw Valentine opgedragen, het aan den markies de Clameran te gaan zeg gen. Saint Jean heeft haar verhinderd zulks te doen. Later wilde ik u een brief brengen, doch toen was u vertrokken. Louis verschrok op het hooren dezer woorden. Houdt gij geen droomen voor werkelijkheid? vroeg hij. Weet gij soms nog meer? Alleen dat Valentine met een rijken bankier in Parijs getrouwd is. Hoe heet die bankier? André Fauvel. Mihonne wilde nog meer zeggen, toen zij op ruwen toon haar naam hoorde roepen. Mijn man roept mij, riep zij verschrikt en zoo snel als hare beenen het toelieten, snelde zij naar de hoeve terug. Zij was reeds eenigen tijd in huis, toen Louis nog onbeweeglijk op dezelfde plaats stond. Hij verwifderde zich, denkende: Dat zou vreeselijk zijn, als Gaston nog leeft en zijn geld komt opeischen, dat moet ik onder zoeken. Waar is Gaston heen gegaan? Leel't hij nog? Wat is van hem geworden? Misschien kan ik daar nog wel partij van trekken. Voor alles moet ik zien te onderzoeken, wat er van Gaston geworden is. XVI. In de twintig jaar van haar huwelijk had me vrouw Fauvel, geboren Valentine de la Verberie slechts één werkelijk verdriet gehad en dat was een van die smarten, die ons gewoonlijk in het diepst van ons gemoed treffen. partijen zich aan die uitspraak onderwerpen. Alleen bij weigering gaat men naar den kantonrechteren deze heeft reeds dadelijk in het rapport, dat ter zake is uitgebracht door de eerste bemiddelaars, een krachtigen steun. Langs den hier in hoofdtrekken aange geven weg is het mogelijk conflictenuit welke oorzaak ook ontstaanop te lossen zonder maatregelen van gewelddie zoo gemakkelijk tot schennis van het recht voe ren. Alleen zijn wij overtuigd, dat het van groot belang is den socialen vrede te waar borgen; laat er dan ook een drang rijzen uit dezen boezem der samenlevingdie met ijver doet zoeken naar de middelen om dat groote doel te bereiken. (R. N.) De ramp van (le „Drummond Castlc. Ziehier hoe de ramp zich heeft toegedaan, volgens verhaal van de overlevende matrozen Het was fraai, kalm weer, alleen werd het uitzicht door een lichten mist eenigzins be lemmerd. Verscheidene passagiers waren nog aan dek, alleen de vrij talrijke kinderen waren naar kooi. Eensklaps hoorde men een lang gekraak en het voorsteven van het schip begon te zinken. Op dat oogenblik was de kapitein Pearce op de brug en luitenant Brown op den voorsteven. Kalm blijven jongens riep de kapitein dadelijk. Daar hij meende op de waterdichte schotten te kunnen rekenen, gaf hij order het dek te doen ontruimen maar de „Drummond-Castle" zonk meer en meer en de passagiers liepen in de grootste ver warring door elkaar. Toen hij zag dat alle hoop verloren was, beval de kapitein dat men de booten moest uitzetten. De matrozen haastten zich te gehoorzamen, maar voordat zij de booten konden uitzetten, zonk het schip, naar Wood zeide als een blok lood." Hij, Wood, stond bij een der booten, die hij haci losgemaakt. Toen het schip zonk, ge raakte hij onder de sloep/ maar hij dook, wist er ouder uit te komen en kloin er in. Iets verder zag hij zijn kameraad Goldbolt zwemmen. Door middel van een plank, die hij uit het water had opgevischt en die hij als riem bezigde, wist hij hem met de sloep te bereiken en redde hem. De stroom deed de sloep met de twee zeelieden van de plaats des onheils afdrijven. Om 2 uur, na mid dernacht, hoorden zij in hun nabijheid een stem, die in het Engelsch om hulp riep. Het was een der schipbreukelingen die eveneens door den stroom was meegesleept. De beide zeelieden trachtten hem te bereiken, hetgeen met de gebrekkige hulpmiddelen, die zij had den om hun vaartuig te besturen, niet gelukte en de ongelukkige werd voor hun oogen door de zee verzwolgen. Den geheelen nacht dreven Wood en Goldbolt rond, slechts ge kleed in hemd en broek. Toen de dag aan brak zagen zij om zich heen niets meer dan lucht eu water, geen enkel zeil vertoonde zich aan den horizon. Wood lag met kramp op den bodem van de boot en kon zich niet meer bewegen. Om zeven uur zagen zij in de verte een schip, daar was de redding. Goldbolt richtte zich in zijn'volle lengte op eu zwaaide met de armen. Gelukkig werden deze teekeneu opgemerkt het overige weet men. „Het hartverscheurend gejammer der vrouwen en kinderen, die met het schip in de diepte verdwenen, zal ik mijn levenlang niet vergeten, voegde Goldbolt er bij, toen hij zijn verhaal geëindigd had. Beide geredden hebben een begrafenis van slachtoffers bijge woond. In een der Fransche bladen wijt men de schuld van het onheil aan onvoorzichtigheid van kapitein Pearce der „Drummond Castle". Het is niet de eerste maal, zegt men, dat de nabijheid van het eiland Ouessant aan Enge land een schip en menschenlevens kost. De weg langs ka3p Finistere is een der gevaar lijkste van den geheelen Oeeaan en de kapi tein en de officieren van de „Drummond Castle," allen ervaren zeelieden, kenden die gevaren. Bovendien voegt men er bij, zijn nergens langs de kusten zulke nauwgezette maatregelen getroffen om ongelukken te voor komen als jni t hier. Het vergane schip was slechts 15 jaren oud en in uitmuntenden staat, bovendien was de zee kalm, weinig wind en onbeduidend mist. Men neemt daarom aan, dat de kapitein roekeloos is geweest om tijd te winnen en de reis binnen den vastge- steldeu tijd te volbrengen, iets waar de Engelsche zeelieden hun eer in stellen. Hij heeft den koristen weg genomen, maar die ook het meest gevaar oplevert, en dit heeft de ramp veroorzaakt. Aldus de lezing, die het Fransche blad er van. geeft. De beschuldiging is ernstig en daarbij moet men in het oog houden, dat de beschuldigde niet meer in staat is zich te verantwoorden. Het zal wel nooit met ze kerheid te zeggen zijn, waaraan de oorzaak moet worden toegeschreven. Op last van den prefect van politie te Pa rijs is Bertillon naar Ouessant vertrokken, om portretten te maken van de aangespoelde lijken, opdat men later, bij eifenis questie, identiteit der verongelukten zal kunnen vast stellen. 3Ioor«l te Parijs. De moordenaars van Barones de Valley in de Rue Penthièvre te Parijs zijn in hechtenis genomen. Hst zijn drie knapen, «opgescho ten jongens", als helers zoo vaak een rol spelend bij misdaden in den tegenwoordigen tijd. Een van hen is de 17 jarige bood- schaplooper der baronesde zoon eener vroegere huishoudster van de oude dame. Hij bracht zijn twee makkers bij haar. Zij hebben alle drie reeds bekend. Diefstal was het doel van de misdaad. De oude barones die hare laatste jaren doorbracht in onoogelijk vuile kamers, vol bedorven overblijfsels van pracht en weelde, was als jonge en schoone dame zeer gevierd in de hoogste kringen te Parijs. Vorst Met- lernich, bij wien zij als jong meisje dikwijls logeerde met haren oom, den minister De Montbel, wilde haar uithuwelijken aan een vorst Esterhazy. Zij trouwde met een schat rijk diplomaat, den baron De Valley. Zij schitterde onder de regeering van Louis Philippe in alle salons en was een der toon geefsters in legitimistische kringen. Ook richtte zij het tijdschrift la Violette op, dat George Sand onder zijn medewerkers telde. Zij bewees indertijd Frankrijk een dienst door van haar connecties met het hof van Marokko gebruik te maken tot het in orde brengen van een lastige quaestie. Het laatste deed zij van zich spreken in 1870 toen zij aan de table d'hote in de Kursaal te Wiesbaden een oud Duitsch officier, die daar naar aanleiding van den val van Metz een toast instelde op de glorie van het Duitsche leger, een oorveeg gaf. En de elegante, groote dame, die met de eersten des lands had verkeerd, werd op haar ouden dag een gierige woekeraarster die hare slachtoffers uitzoog, alleen om geld dacht, rondliep als een bedelaarstsr en in vuil en ongedierte leefde, omdat zij te gierig was. het noodige uit te geven voor kleeding en bediening. Zoo '.rok zij de aandacht van de jonge boeven wier slachtoffer zij werd en die haar op klaarlichten dag in haar eigen woning vermoordden. Hare treurige geschiedenis is een roman uit het werkelijke leven, waarbij vele sensatie romans het moeten afleggen. Een gauwdief' door een hond gearresteerd. Een berucht individu, zekere Lucien Mau- rouard, een 26-jarig zwerver, die evengoed den weg wist in de gevangenis als in eens anders zakken, slenterde Zaterdagmiddag tegen drie uur door de rue de la Tombe Issoire te Parijs, toen zijn aandacht plotseling ge trokken werd door een melkboer, die op zijn wagen plaats nam en een welvoorzien geld zakje naast zich op den bok neerlegde. Al vorens er de zweep over te leggen, herinnerde de melkboer zich, dat hij nog iets vergeten had hij sprong van den bok en verdween in de gang van een huis. Maurouard maakte van deze zeldzame gelegenheid gebruik door op den wagen toe te springen en het geldzak je te grijpen. Op het zelfde oogenblik echter vloog een hond, die onder den bok lag, den dief naar de keel en greep hem stevig tusschen de tanden, terwijl het paard weg- draafde. Marouard, die zich als een wanhopige wrong en hevige smartkreten slaakte, viel eindelijk op straat en werd overreden. Voor bijgangers snelden toe, evenals de melkboer, door wiens optreden alleen het mocht geluk ken, den waakzarnen hond los te doen laten. De onfortuinlijke gauwdief, wien het bloed bij siroomen uit een vreeselijke wond aan de keel vloeide en wiens voet door een wiel van den wagen half afgereden was, werd in een apotheek voorloopig verbonden en naar het hospitaal vervoerd, waar hq ter beschikking der justitie blijft. Ontploffing. In het dorpje Garcia, bij Barcelona, heeft wederom een vreeselijke ontploffing plaats gehad, thans in een fabriek. De berichten zijn nog te onvolledig om uit op te maken of men hier wederom te doen heeft met een anarchistischen aanslag het is waarschijnlijk. Er zijn tal van slachtoffers en er heescht onsteltenis in de streek. Anarehistenwct. Het wetsontwerp tegen de anarchisten is door Canovas ingediend. Het bevat acht ar tikelen van den volgenden inhoud. Alle misdrijven, met ontplofbare stoften gepleegd, zullen berecht worden door krijgs raden. De daders en deelnemers zullen met den dood gestraft worden samenzweerders met altijddurende of tijdelijke verbanning. Opruiing tot bedoelde daden, mondeling of schriftelijk, zal met levenslangen dwangarbeid gestraft worden, indien zij door daden ge volgd wordt. De regeering zal de dagbladen mogen schorsen en verbieden en de anarchis tische vereenigingen ontbinden. Zij zal per sonen, die anarchistische meeniugen verkon den, mogen verbannen, en hun verblijfplaats in de koloniën aanwijzen, indien zij terugko men. De wet zal vier jaren duren en dan verlengd kunnen worden. Reuter's correspondent te Boenaland seint Arme vrouw! Alsof alle vereenigde mensehe- lijke machten het verledene ongedaan konden maken. En nu werd hare hoop op de toekomst even als haar huiselijk geluk plotseling vernietigd I Na eenigen tijd kon zij haar gedachten weer verzamelen en nadenken. Toen kwam het bij haar op, dat zij zich te vroeg en voor niets ongerust maakte. Van wien was die brief? Van Gaston zonder twijfel. Wel nu, wat stond haar te vreezen? Zij zou sterk zijn, en hem zoo koel mogelijk ontvangen. Hij was in Frankrijk teruggekeerd en wilde haar terugzien. Dat verlangen was toch gemakkelijk te verklaren en zij kende hem genoeg om te weten dat zij niets van hem te vreezen had. Hij zou komen en haar met een ander getrouwd vinden, als een oude huismoeder zien. Zij zouden misschien over het verleden spreken en het be klagen, zij zou hem de sieraden teruggeven en dat zou alles zijn. Toch werd zij door angst gekweld. Zou zij Gaston bekennen, dat zij nog veel aan hem ge dacht had Dit zou gelijk staan met zich over te geven, met het geluk van haar man en kin deren op het spel te zetten. Zou zij zichzelf zoo kunnen beheerschen, dat zij haar gevoelens verborgen hield Zij zat nog over alles na te denken, toen men haar kwam zeggen dat de tafel gedekt was. De moed ontbrak haar echter, naar beneden te gaan. Zij gaf voor niet wel te zijn en ging naar haar kamer. Voor het eerst sedert haar huwelijk was ze blij dat haar man niet thuis was. Weldra kwam Madeleine vragen, hoe het met haar tante ging, doch. deze zond het meisje weg, voorgevende dat zij zware hoofdpijn had en slapen moest. Zij wilde de toekomst onder de oogen zien en overleggen, wat haar den volgenden dag te doen 6tond. En die dag kwam. Tot twee unr telde zij de uren, toen de minuten.Eindelijk, toen het half drie sloeg, werd de deur geopend en meldde een bediende de markies de Clameran aan. Wordt vervolgd. In 1859 had zij haar moeder verloren, die tij dens een harer vele bezoeken te Parijs aan een longontsteking bezweken was. Tot liaar laatste oogenblik was de gravin vol komen helder van geest geweest en eenige minuten voordat zij den laatsten adem uitblies, had zij tot haar dochter gezegd: Nu, heb ik geen gelijk gehad, toen ik u aanraadde, om te zwijgen, toen André u ten huwelijk vroeg? Mij hebt gij een goeden ouden dag bezorgd en gij hebt een aangename toekomst voor u. Na dien dag herhaalde mevrouw Fauvel die woorden^dikwijls, zij had geen oogenblik reden tot verdriet gehad, zelfs geen traan gestort. Wat bleef haar nog te wenschen over Na al die jaren bleef André nog steeds voor haar, wat hij sedert den eersten dag geweest was. Bij zijn riet verminderde liefde voegde zich die verrukkelijke intimiteit, die uit overeenstemming van gedachten, en een onwankelbaar vertiouwen voortvloeit. Alles liep dat gelukkig huishouden mee. André had zich voorgenomen rijk te worden, cn die hoop was vervuld. Ja zijn wenschen en die van Valentine zeker, waren verwezenlijkt. Hun twee zoons Lucien en Abel, waren even schoon als hun moeder, edelmoedig en verstandig, de trots der familie en het hoofdbestanddeel van het huiselijk geluk. Men had dus alle reden te beweren, dat er niets aan Valentines geluk ontbrak;als haar man en zoons 's avonds uit waren en zij dan alleen was, had zij gezelschap van een allerliefst jong meisje, Madeleine, die zij als haar kinderen op gevoed had, en van wie zij evenveel hield alsof het haar eigen dochter was. Het was een nichtje van den heer Fauvel, dat hare ouders reeds in de wieg verloren had, waarop Valentine haar tot zich naai. Op den dag van hare komst had de heer Fauvel verklaard, dat hij voor haar een som geld zou vastzetten en liet hij inderdaad 10.000 francs inschrijven voor Madeleines bruidschat. Hij had er zich vervolgens een genoegen uit gemaakt met die 10.000 francs aardig om te gaan. Hij die voor eigen rekening nooit twijfelach tige speculaties waagde, had met het geld van zijn nichtje op zonderlinge wijze gespeeld. Het was slechts een spel voor hem, dat hij altijd voortzette, zoodat (lie 10000 francs een half rail- lioen was geworden. Zij, die de familie Fauvel benijdden, hadden dus wel gelijk. Valentines gewetensbezwaren, André belogen te hebben, verminderden dan ook langzamerhand en zij dacht de boete door haar liiden betaald te hebben. Wel dacht zi.i wel eens aan een raogelijken terugkeer van Gaston, aan wien zij nog altijd met liefde dacht en vreesde dat haar man dan zou bemerken, dat zij hem met liefde voor een ander in het hart getrouwd had. In zulke oogenblikken van angst was zij dan dikwijls van plan hem alles te bekennen en om vergeving te vragen, maar telkens stelde zij het weer uit, zoodat er ten laatste niets van kwam. Zoo dacht zij nooit meer in de gelegenheid te komen haar man haar levensgeheim te moeten meedeelen. Zeker vermoedde zij niet, dat het verzwijgen daarvan haar het leven zou vergallen. Op een November middag toen haar man voor zaken op reis was, bracht een der bedienden haar een brief, die door een onbekende, die ge weigerd had zijn naam te noemen bij den con cierge was afgegeven. Zonder de minste argwaan verbrak zij het enveloppe en las pws #Mevrouw Is het te veel op uw hart gerekend als ik u om i een half uur onderhond verzoek Morgen tusschen twee en drie uur zal ik de eer hebben n\ij ten uwent te laten aandienen. Maikies de Clameran." Gelukkig was mevrouw Fauvel alleen. Een even groote angst als die, welke aan den dood voorafgaat, deed hart bij het lezen dezer woorden ineenkrimpen. Zij herlas ze wel tienmaal half luid om zich van' de werkelijkheid te overtuigen, om zeker te zijn dat het geen zinsbedrog was. Wel tienmaal met een aan krankzinnigheid grenzenden angst sprak zij den naam Clameran uit en spelde dien alsof ze hem nooit gehoord had. En de acht letters welke dien naam vorm den dansten haar voor de oogen. O, zij had geloofd, zij had gehoopt, dat hij het verleden vergeten had, dat hij gestorven was of voor altijd verdwenen. Dwaasheid, daar stond hij op eens levend voor haar.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1896 | | pagina 2