Nu miner 56,
Zondag 26 Juli 1896.
19 Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De Bankiersvrouw.
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
FEVJLLETOJS.
BUITENLAND.
Belgie.
UITGEVER:
Waalwijk.
.7
Echo van het Zuiden,
Waalwyksche ril Lanptraatsée Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsp rijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk fl,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitach-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
'tHeeft wel weer iets van een na "lerende
epldimiepas heeft de nieuwe formatie van
Italië zich aan beide deelen der Wetgevende
Vergadering voorgesteld of de kans op een
crisis in Spanje neemt toe en de geruchten
uit Bulgarije's hoofd- en residentiestad luiden
ook al niet gunstig voor de formatie-Stoilow,
terwijl de oppositie in Engelands Lagerhuis
een kleine overwinning behaalde, welke en
kele heel voortvatende tegenstanders van het
regime-Salisbury verlokte tot het geroep
„aftreden
Di Rudini en zijn mannetjes kunnen te
vreden zijn over de ontvangst in Kamer en
Senaat van de zijde der oppositie wordt de
regeeringsmeerderheid geschat op ruim hon
derd stemmen reden waarom de heer en
't minder wenschelijk hebben geoordeeld een
votum van vertrouwen uit te lokken 't zou
alleen hebben kunnen dienen ter aantooning
van hun eigen geringheid in aantalVoor
't moment schijnt de regeeriug niet voorne
mens te zijn onderhandelingen met Frankrijk
aan te knoopen om een modus vivendi te
treffen op economisch gebiedde geruchten
dat de directeur van het departement van
Striugher, naar Parijs zal gaan in bijzondere
zending van regeeriogswege, wordt weerlegd
door de mededeeling van den minister van
buitenlandsche zaken Visconti Venosïa in den
Senaat, dat op het oogenblik met Frankrijk
geenerlei onderhandelingen over handelsaan-
gelegeDheden worden gevoerd.
Sagasta, de leider der liberalen in Spanje,
vermoedelijk opvolger van Canovas del Cas
tillo als minister president ('t gaat nu al sinds
jaren beurt om beurt tusschen deze beiden)
heelt ter gelegenhein van zijn 70en verjaardag
de conservatieven aansprakelijk geheeten voor
den tegenwoordigen staat van zaken en hij
heeft zich met de zijnen, voor 't geval de
conservatieven gedwongen zijn terugtetreden,
bereid verklaard hun nalatenschap te aan
vaarden, ondanks de min gunstige omstandig
heden.
49
Louis boog het hoofd. Gaston sprak onwille
keurig de treurige waarheid.
Ik zou u tot last zijn, zei hij eindelijk.
Tot last? Ik geloof dat ge gek zijt. Heb ik
u dan niet gezegd, dat ik rijk ben. Dacht ge dut
ge alles gezien hebt, wat ik bezit? Dat huis en
die fabriek maken geen vierde deel van mijn
vermogen uit. Ik heb ze voor een prik gekocht.
Dacht ge dat ik aan zoo een onderneming alles
zou wagen wat ik in twintig jaar verdiend heb?
Ik bezit ongeveer 24000 francs rente en mijn
candeelen in Brazilië schijnen verkocht te wor
den, ik heb geluk. Mijn correspondent heeft mij
reeds 400.000 francs doen toekomen.
Louis beefde van genoegen. Eindelijk zon hij
weten, in hoever hij bedreigd werd.
"^Mke correspondent vroeg hij zoo onver
schillig mogelijk.
Wel, mijn vroegere compagnon in Rio. Het
geld ligt te mijner beschikking bij mijn bankier
in Parijs.
Een van je vrienden
Neen. Hij is mij door mijn bankier uit Pau
als een zeer rijke, voorzichtige man aanbevolen,
hij heet, wacht eens even Fa u vel en woont
in de rue de Provence.
Hoezeer Louis zich ook bebeerschte en hoewel
hij voorbereid was, op hetgeen hij hoorde, werd
hij beurtelings bleek en rood, maar Gaston be
merkte het niet en vroeg:
Kent ge dien bankier?
Bij naam, ja.
- Dan zullen wij weldra samen kennis met hem
ipaken, want ik ben van plan met u naar Parijs
te gaan, om uwe zaken te regelen, voordat ge
hier komt wonen.
Toen Louis dit onverwacht plan vernam, waar
van de verwczelijking hem moest vernietigen,
had hij toch de kracht kalm te blijven, hij voelde
dat Gastons blik op hem rustte, en vroeg
Zoo, hebt ge wezenlijk plan naar Parijs te
gaan
Dat is heel braaf van Sagasta, doch 't is
niet erg bemoedigend voor Canovas c. s.
de leider der liberalen zou niet aldus spreken
als hij geen reden had iets te hopen.
't Kan zijn, dat de aanvaarding van het
bewind minder aantrekkelijk is midden in
den oorlog me: de Cubaneezen, dan in ge
wonen vredestijd, doch daartegenover staat
dat de conservatieven voor alles Spanjaarden
zijn en als zoodanig bereid tot elk offer voor
Cuba en gezind elke formatie te steunen, die
krachtig optreedt tegenover de als opstande
lingen gedoodverfde strijders voor recht en
vrijheid.
Canovas zelf meent, dat de zitting der
Cortes stellig zal duren tot half Augustus
alleen op de subsidie der spoorwegen stelt
de oppositie 150 amendementen voor
De kans op een kabinetscrisis in Bulgarije
wordt steeds grooter, met den titularis van
handel Natschevitsch wordt nu ook minister
Peirow (oorlog) genoemd als geneigd tot
terugtredingwat zou gelijkstaan met een
volkomen zege der Russische diplomatie in
de emigranten-quaestie en met een groote
agitatie in de militaire kringen.
't Was bij de artikelsgewijze beraadslaging
over de Iersche Landbill, dat de auti-parnel-
list Esmonde een amendement voorstelde
van ondergeschikt belang. De minister van
Ierland Balfour bestreed het, doch Esmon-
de's amendement werd aangenomen met 99
tegen 66 stemmen, waarop Balfour, sterk in
de meerderheid van de regeering in het huis
van 670 leden, lachend verklaarde het artikel
waarop Esmonde doelde, wel te willen in
trekken onder toezegging van een nieuwe
indiening later.
Als ontstemdheid het bewijs, was van on
gelijk, zou 't er voor sultan Abdul Hamid
leelijk uitzien hij is werkelijk boos op zijn
ministers in verband met het verloop der
zaken op Kreta en zou zelfs omzien naar een
nieuwe combinatie. En juist is het nieuws
uit Kanea weer iets minder verontrustend
de nationale vergadering van Kreta is Maan -
Zeker, wat is daar voor vreemds aan
Niets.
Ik heb een afkeer van Parijs, maar ik word
er door eigen belang heen gedreven, hij aarzelde
even. Enfin, mejuffrouw de la Verberie woont,
zooals ge mij zeide, in Parijs, ik wil haar weer
zien.
Aha I
Gaston dacht even na, hij was zichtbaar be
wogen.
Louis, ik kan u wel zeggen, waarom ik haar
terug wensch te zien, ik vertrouwde haar inder
tijd de sieraden onzer moeder toe.
En wilt ge die na twintig jaar opeischen?
Ja, of liever neen, maar dat is eigenlijk
een voorwendsel. Ik wil haar terugzien, omdat
omdat ik haar vroeger bemina heb, dat is
de waarheid.
Maar hoe wilt ge haar terugvinden?
O, dat is eenvoudig genoeg. De eerste de
beste in Beaucaire zal mij de naam van haar
man kunnen noemen, en als ik dien eens weet
morgen zal ik naar Beaucaire schrijven.
Louis antwoordde niet.
Als mannen van zijn aard zich plotseling tegen
over een onverwacht gevaar bevinden, zvriigen
zij gewoonlijk. Zij kennen den invloed dien een
schijnbaar onverschillige raad kan uitoefenen en
vermijden een woord te spreken zonder er het
gewicht en de gevolgen van overwogen te hebben.
Louis vermeed ten minste over de plannen van
zijn broeder te redetwisten, want de voornemens
van een man bestrijden, staat gelijk met ze
slechts vaster wortel te doen schieten. Iedere
bewering heeft de uitwerking van een hamerslag
op een spijker.
Behendig wendde Louis het gesprek van dit
onderwerp af en gedurende den geheelen dag
werd er niet meer over Parijs en Valentine ge
sproken.
Toen hij des avonds alleen in zijn kamer was,
begon hij over het dreigende gevaar na te denken
en over de middelen, dat af te wenden.
Eerst scheen hij wanhopig. In de twintig jaren
dat hij van zijn stoutmoedigheid leefde had hij
dikwijls rooeielijke oogenblikken doorgebracht.
Hij was op valsch spelen be'rapt, de geheele
Europeesche politie was hem up de hielen ge
weest, en genoodzaakt onder een valschen naam
van stad tot stad te vluchten; men had hem
dag werkelijk saamgekomen en zij heeft,
zonder dat eenig incident tusschen de aan
wezige christenen en mahomedanen was
voorgekomen, haar bureaux gevormd. Deze
zitting moet gelden als bewijs van den goeden
wil der leiders: na dezen zullen zij alleen
voor den vorm zitting nemen tot des sultans
antwoord ingekomen is op de van de zijde
der christenen gestelde eischen. Tot 30 dezer
zou er gewacht worden, dan zou de Epitropie
den wapenstilstand afbreken en de christelijke
afgevaardigden zouden verplicht zijn hun
mandaat er aan te geven.
De Spaansche minister van financiën is naar
het heet, voornemens bij de wetgevende macht
een buitengewoon crediet te vragen van 160
millioen, waarvan 34 millioen voor de te
Genua gekochte kruisers, 50 millioen voor
twee nieuwe pantserschepen, en het overige
voor verbetering der werven.
Uit Spaansche bron wordt gemeld, dat de
berichten, betreffende eene overwinning van
het Cubaansche opstandelingenhoofd Antonio
Maceo op generaal Suarer Inclan valsch zijn.
Tevens wordt aan de Heraldo gemeld, dat
Maceo aan het been gewond is; deze kwetsuur
belet hem echter niet te paard te rijden en
de operaties te leiden.
De gouverneur van Saloniki heeft te Kon-
stantinopel gemeld, dat twee Grieksche ge
wapende benden ter sterkte van ongeveer
honderd man elk, op Turksch gebied een
inval hebben gedaan. Daar op de bedreigde
plaatsen een voldoende Turksche troepen
macht bijeen is, meent de gouverneur, dat
hij de benden spoedig onder de knie zal
hebben. Het is wel aan te nemen, dat even
als een tiental jaren geleden, de Turken
deze Grieksche benden in een ommezien
over de grenzen terug zullen werpen.
Koning Leopold van Belgie is, onder den
gevat en in de gevangenis geworpen, maar hij
was op een wondere wijze ontsnapt.
Hij had alles doorstaan en niets gevreesd.
Zijn geest kon de schandelijkste plannen sme
den en hij was in staat ze koelbloedig uit te
voeren.
Maar op dat uur kon hij niet nadenken, zijn
vertrouwen en schaamteloosheid hadden hem nu
geheel verlaten.
In een val geloopen, waaruit het hem onmo
gelijk scheen te ontsnappen, was hij op het punt
moedeloos te worden en den strijd op te geven.
Ja, hij vroeg zichzelf af, of het niet verstandig
zou zijn, van zijn broeder een groote som te
leenen en zich dan uit de voeten te maken.
Tevergeefs kwelde hij zijn geest. Zijn onder
vinding wees hem geen enkel goed redmiddel
aan. Hij was in omstandigheden geraakt, die hij
zelf voorbereid had en over de toekomst naden
kend, zag hij niets dan verdriet en ongeluk.
Het gevaar dreigde van alle kanten en was
niet af te wenden.
Hij moest voor den bankier, diens vrouw en
nicht vreezen, voor Gaston, die na alles ontdekt
te hebben, zich zou wreken, voor Raoul zelfs,
die hem in zijn ongeluk zou \erlaten, eu zijn
gevaarlijkste vijand worden.
Bestond er een middel, om de ontmoeting van
Gaston en Valentine te voorkomen?
Klaarblijkelijk niet en het oogenblik van hun
samenkomst was dat van zijn verderf.
Zoo in zijn overdenkingen verdiept, bemerkte
hij niet, dat de tijd omging en toen de dag aan
brak, bemerkte bij, dat hij nog voor het raam
zat en zijn brandend hoofd, dat dreigde te bersten,
door den morgenwind liet afkoelen.
Ik zoek te vergeefs, er is niets aan te doen,
niets dan tijd winnen en een gelegenheid af
wachten.
De val van het paard te Clameran had bewe
zen, wat hij onder een gelegenheid verstond.
Louis sloot het raam, ging te bed en was zoo
aan het gevaar gewend, dat hij toch insliep,
's Morgens verraadde geen rimpel op zijn voor
hoofd den doorgestanen angst.
Hij was vroolijk en praatte meer dan te voren.
Hij was op eens even onrustig geworden, als hij
tot nu toe kalm was geweest en sloeg allerlei
uitstapjes in den omtrek voor.
Hij wilde Gaston bezig houden, zoodat al diens
Daam van graaf van Ravenstein een reisje
gaan maken naar de Noordkaap.
Hij heeft dus alle kans op een ontmoeting
met keizer Wilhelm die op het oogenblik
met de Hohenzollern langs de Noordsche
kusten kruist.
De moordenaars van juffrouw Royer
van Woluwe-St. Pieter, zijn gevonden. Ijverige
nasporingen leidden de vorige week tot het
aanhouden van een weerbarstigen dienstplich
tige, Gilles Sterckx, twintig jaar oud, Deze
jongen was een landlooper, die al meermalen
veroordeeld was wegens diefstal, roof, enz.
Zondagochtend werd zijn vaste metgezel
Emiel Koekelberg gevat, 's middags losgela
ten. en 's avonds weer in hechtenis genomen.
Emiel die twee jaar ouder is dan Gilles
beweerde nooit op het Groene Kasteelke
geweest te zijn en noch mijnheer noch juf
frouw Royer ooit gezien te hebben. Desniet
temin werd hij in verzekerde bewaring ge -
honden, evenals Sterckx.
En ziet, Dinsdag bekende deze laatste dat
hij en Koekelberg samen den moord hadden
gepleegd, en dat zij veertien dagen tevoren
het plan daartoe hadden opgemaakt. Dinsdag
voor acht dagen hadden zij geen cent meer
op zak, en bes'oteu niet langer te aarzelen.
Zij slopen door een gat in de heg den tuin
van het Groen Kasteelke binnen, verscholen
zich in de struiken wachtten lot juffrouw
Royer hun voorbijging, naar den stal, en
sprongen plotseling van achteren op haar los.
Zij grepen haar bij den hals, wierpen haar
voor den grond en ontrukten haar de revolver.
De vrouw was zeer gespierd, en de worsteling
was hevig, maar eindelijk werden de boeven
hun slachtoffer baas. Koekelberg hield haar
armen en beenen vast, terwijl Sterckx haar
de keel toeschroefde tot ze dood was.
Ze namen haar de poriemonnaie af, waarin
zeven frank zaten, sleepten het lijk onder het
kreupelhout, en gingen het huis binnen. Daar
dronken ze drie flesschen wijn op en door
zochten de kasten, maar vergeefs. Alles wat
ze vonden, was nog een revolver. Sterckx
gedachten van Parijs en vooral van Valentine
afgeleid zouden worden en hoopte er in te zul
len slagen,zijn broeder met behendigheid van het
plan, haar weer te zien, af te brengen. Hij zou
hem dat weerzien als geheel nutteloos voorstel
len, als zeer pijnlijk \oor beiden, lastig voor
hem en gevaarlijk voor haar.
En wat die sieraden betrof, welnu, als Gaston
er op bleef staan, die op te eischen, zou hij, Louis
zich wel met die taak willen belasten. Hij zou
beloven, ze hem te bezorgen, daar hij toch wel
wist, waar ze waren.
Maar hij zou weldra weten, dat zijn hoop en
pogingen vruchteloos waren.
Op een goeden dag zei Gaston
Ik heb geschreven.
Louis wist maar al te goed, waai over zijn
broeder sprak, want was het niet het onderwerp
zijner voortdurende gedachten
Zeer verwonderd vroeg hij echter
Geschreven, waar heen aan wien
waarom
Naar Beaucaire, aan Lafourcade, om den
naam van Valentine's echtgenoot te weten.
Denkt ge dan nog altijd aan haar
Altijd.
Ziet ge er niet van af haar terug te zien
Minder dan ooit.
-- Maar denkt ge er dan niet aan, dat zij, die
u beminde, de vrouw van een ander en waar
schijnlijk ook moeder is Zal ze u ontvangen
weet ge, of ge haar leven misschien niet zult ver
bitteren, of ge uzelf niet veel verdriet op den
lials zult halen
Ja, ik weet het, ik ben dwaas, maar die
dwaasheid is mij dierbaar.
Gaston zei dit zoo beslist, dat Louis begreep
dat er niets meer aan te doen was.
Hij bleef echter geheel dezelfde en hield zich
schijnbaar alleen met uitstapjes bezig, doch in
werkelijkheid bracht hij zijn tijd door met zich
over de brieven die kwamen, ongerust temaken.
Hij wist precies, hoe laat de brievenbesteller
kwam, en om dien tijd stond hij toevallig altijd
in het portaal, om dezen op te wachten.
Als hij met zijn broeder afwezig was, spoedde
hij zich, bij hunne terugkomst, naar de Kamer,
waar hij wi3t dat de aangekomen brieven neer
gelegd werden.
Wordt vervolgd.