Nummer 57. Donderdag 30 Juli 1896. 19" Jaargang. Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen. De Bankiersvrouw. AN TO ON TIELEN Staatkundig overzicht. FEUILLETON. BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. UITGEVER- "Waalwijk. wiifesche ra Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnemen tsp rijs per 3 maanden t' 1, Franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentien 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Nog in deze week moet de beslissing vallen inzake den opstand op het eiland Kreta: het revolutie-comité heeft den volke aangezegd dat de wapenen weder zullen worden opgevat als niet voor 't einde dezer week is gekomen een bevredigend antwoord van den sultan op de eischen der Christelijke afgevaardigden. En de Turksche of juister Mahomedaansche afgevaardigden ter nationale vergadering, hebben in een breedvoerig op gezette verklaring, gericht tot de consuls der groote mogendheden te Kanea, elke concessie aan de Christenen geheeten een voortdurend gevaar voor de rust op het eiland. Dit, ge voegd bij de alarmeerende nieuwtjes van Engelschen en Griekschen oorsprong, welke tot zekere hoogte bevestigd worden van Weenen uit, stemt tot nadenken. Te Athene heet men den staat van zaken te Herakleion verergerd wel moeten de Turken buiten de stad blijven, doch zij be drijven daar dan ook allerlei onbehoorlijkhe den. Over Constanstinopel wordt naar Londen bericht, dat 't moordbedrijf tusschen christe nen en mahomedanen in de provincie Kanea i^C'lig tiert terwijl van Athene uit naar i'Wgelands hoofdstad wordt gemeld, dat de manomedauen zich voorbereiden tot een ernstig verzet. Te Weenen worden deze verontrustende mededeelingen tot zekere hoogte bevestigd't zou alleen op Kreta steeds kritieker worden en 't zou alleen zijn dank zij der moedige houding van den Oos- tenrijkschen consul Pinter, dat te Kanea zelf nog geen vreeselijke conflicten zijn voorgekomen. Tusschen de leiders der oproerige beweging en de christelijke afgevaardigden, die in hun meerderheid reeds weer zijn vertrokken van Kanea, schijnt geen overeenstemming te zijn: terwijl de eersten het einde van den wapen stilstand tegen 30 dezer aankondigen, hebben de afgevaardigden bij nota aan de consuls en den gouverneur-generaal van het eiland, 50 Door zijne oplettendheid bereikte hij zijn doel. Den volgenden dag vond hij tusschen de brieven een met het poststempel Beaucaire. Snel liet hij dezen in zijn zak glijden en, hoewel hij wist, dat zijn broeder hem aan tafel wachtie, ging hij naar zijn kamer, daar hij niet in staat was zijn ongeduld langer te bedwingen. Het was de verwachte brief, door Lafourcade geteekend. Het waren drie zijden en behelsden een massa voor Louis onbeduidende kleinighe den. Over Valentine schreef hij het volgende: vDe mar. van mejuffrouw de la Verberie is een zeer achtenswaardige bankier, André Fauvel genaamd. Ik heb niet de eer hem persoonlijk te kennen, maar ik hoop hem bij mijn volgende reis naar Parijs op te zoeken. Ik heb een plan, dat de welvaart van ons land zal bevorderen en ik stel mij tot taak, het hem voor te leggen, om bij zijné goedkeuring, op zijn geldelijken steun te kunnen rekenen. Ge zult er wel r.iet op teeen hebben, als ik mij op u beroep. Louis beefde als iemand, die zooeven aan een groot gevaar ontsnapt is. Als mijn broeder dien brief in handen had gekregen, had ik mij uit de voeten moeten ''^latTr" al was het gevaar uitgesteld, verloren was hij toch vroeg of laat, want het was niet voor góed uit den weg geruimd. Gaston zou nog een dag of acht op antwoord wachten en dan zeker nogmaals schrijven. Lafourcade zou dan verwonderd dadelijk ant woorden, dus in het gunstigste geval had Louis nog slechts een dag of twaalf voor zich. En het grootste gevaar was, dat die ezel naar Parijs ging; wanneer hij den naam Clameran bij den bankier uitsprak, was alles verloren. Gaston werd intusschen ongeduldig en riep Komt ge haast Ja, antwoordde Louis en na den brief in een geheime lade van zijn koffer te hebben ge borgen, ging hij naar beneden. het uitstel voor de aanneming van hun eischen door den sultan, vastgesteld op 14 dagen, onder aanzegging van een algemeenen opstand over het geheele eiland als de sultan op alles wat zij verlangen, niet ja eu amen zegt. Van voortzetting der beraadslagingen op grond van de bestaande wetten, wilden de christe lijke afgevaardigden niets weten en misschien is dat maar beter ookde stemming over en weer liet alles te wenschen, zoodat telkens gewelddadige incidenten dreigden. Te Konstantinopel schijnt de oude taktiek weer eens gevolgd te zullen worden Abdul Hamid is ongerust over den staat van zaken (hij heeft er reden toe, de Zieke Man en hij is voornemens eenige van zijn ministers te vervangen door andere. Of dat nu de Kretensische questie als bij tooverslag zal oplossen 't Is te betwijfelen, maar de sultan heeft wel eens meer zijn toevlucht genomen tot veranderingen als alleen verbeteringen afdoende konden zijn Te Petersburg schijnt men in de leidende kringen nu ook ongeduldig te worden en verlangend naar daden van de zijde des sul tans het gerucht dat Abdullah Pacha, de militaire opperbevelhebber, zou vervangen wordeu door den verdediger van Plewna Osman Pacha, wordt als grondslag genomen voor een krachtige gisping van Turkije's handelwijze. Door deze vervanging van Ab dullah Pacha door den geweldigen verdediger van Plewna, zou Georgi pacha Berowitsch nog meer op den achtergrond komen en dus speelt Abdul Hamid een dubbel spel, dus tracht hij de mogendheden bij den neus te nemen, reden waarom 't volgens de No- vosti de plicht der mogendheden is de Porte te sommeeren de troepen van Kreta terug te roepen of wel den Kretensers vrij spel te laten door hen te erkennen als oorlogvoeren de partij. Daar zal men te Konstantinopel vreemd van opzien men meende nog wel dat men alles zich onder Ruslands bescherming eigen lijk veroorloven kon. Ondertusschen achtten de gezanten in Hij was vast besloten geld te leenen en dan naar Amerika te vluchten. Raoul inoest er zich dan maar, zoo goed en zoo kwaad als het ging, uit zien te redden. Het speet hem wel, de mooiste zaak uit zijn leven te moeten opgeven, maar een wijze man verzet zich niet tegen het noodlot, doch trekt van de omstandigheden op de beste wijze partij. Den volgenden dag, toen hij tegen het vallen van den avond met Gaston op den weg naar Oloron wandelde, verzon hij een geschiedenis, die eindigde met een voorschot van 20.000 francs te vragen. Zij wandelden langzaam, arm in arm, toen zij op ongeveer een mijl van de fabriek een jong mensen ontmoetten, die als een werkman gekleed was en groette. Louis verschrok zoo, dat Gaston voelde, hoe zijn broeder een schok door de leden voer. Wat scheelt u? vroeg hij verwonderd. Niets, ik stootte mijn voet tegen een steen, wat mij pijn deed. Hij loog, en het trillen zijner stem had dit aan Gaston moeten verraden. Hij was hevig ontroerd, want in dien jongen man had hij Raoul de Lagors herkend. Van dit oogenblik was Louis als verpletterd. De verrassing, een onwillekeurige schrik, ver lamde hem en belette hem te spreken. Hij zweeg dus. Hij liep met zijn broeder over den slofïigen weg, maar als een automaat. liet scheen of hij luisterde en hij luisterde misschien ook, doch verstond «nets en antwoordde nu en dan werktuiglijk zonder te weten waarop. Als toestemmend antwoord gaf hij ja, waar lijk, stellig, misschien, maar wist volstrekt niet wat hij zeide. Terwijl de striktste noodzakelijkheid Louis aan Gastons zijde gekluisterd hield, volgden zijn ge dachten den jongen man dien zij ontmoet hadden. Hoe kwam Itaoul in Oloron Wat kwam hij er doen? Waarom verborg hij zich iueenwerk- fnanspak Sedert een week had Louis bijna dagelijks aan Raoul geschreven, maar nooit antwoord ontvangen. Die stilte, die hij eerst zoo natuurlijk had gevonden, was hem nu vreemd en onver klaarbaar. Zou er te Parijs onverwachts iets gebeurd zijn? Zou er een stuk van het net, waarin hij mevrouw Turkije's hoofdstad 't uoodig hun regeerin gen aan te schrijven om te Athene opnieuw te protesteeren tegen de zending van wape nen en ammunitie aan de Kretensers, terwijl de gezanten te Athene inzake Macedonië hebben aangedrongen op voorzichtigheid en onthouding. Een gevaarlijk bocveupaar gearresteerd. De moordenaars van de op haar villa te Etterbeek nabij Brussel verworgd gevonden mevrouw Royer, zijn gearresteerd. Een op den 17 te Etterbeek gearresteerde bekende spits boef, Gilles Sterckx genaamd, heeft na een langdurig verhoor eu na herhaaldelijk met de buren vau mevrouw Royer te zijn gecon fronteerd, verklaard dat hij den moord te zamen en in vereeniging met een zekeren Emil Koekelberg had gepleegd. Deze laatste is thans eveneens achter slot en grendel gebracht, hoewel hij pertinent volhoudt niets van den moord te weten. Vol gens de bekentenis van Sterckx hadden de moordenaars het misdrijf reeds veertien dagen vooraf beraamd; den 14 dezer, des morgens om negen uur, drongen zij door het hek het park binnen en verborgen zich achter een boschje. Kort daarop kwam mevrouw Royer voorbij hun schuilplaats. Beiden sprongen te voorschijn, grepen haar bij de keel en wierpen haar op den grond, zonder dat zij een kreet kon uiten. Nadat de moordenaars de sterke, zich uit alle macht verwerende vrouw de revolver hadden ontnomen, die zij steeds bij zich droeg, neep Sterckx haar met geweld de keel dicht, terwijl Koekelberg haar armen en beenen vasthield. Op het lijk vonden de moordenaars 7 francs. Zij begaven zich ver volgens door den tuin naar het huis, dronken daar drie flesschen wijn leeg, en doorzochten te vergeefs alle laden en kasten. Zij vonden slechts een tweede revolver, die zij eveneens Fauvel gelokt had, gesprongen zijn Zou Raoul op de vlucht zijn en hem komen zeggen dat alles verloren was. Toen vroeg hij zich af, of een bijzondere ge lijkenis hem niet misleid iiad Was het wel zijn handlanger, dien hij gezien had? Dat hij den man niet kon naloopen, om hem te ondervragen. Zijn angst, de angst der onzeker heid, steeg iedere minuut en werd ondragelijk. Gelukkig voelde Gaston zich dien avond ver moeid. Hij wilde vroeger dan gewoonlijk naar huis en begaf zich naar zijn kamer. Louis was dus eindelijk vrij. Hij stak een sigaar op en ging uit, den be diende zeggend, niet op hem te wachten. Hij begreep, dat zoo het Raoul geweest was, deze wel om het huis zou dwalen en wachten tot hij kwam. En hij bedroog zich niet. Louis had nauwelijks honderd passen gedaan, of opeens schoot een man uit het struikgewas en stond voor hem. De nacht was helder, Louis herkende Raoul. Wat is er gaande? vroeg hij, zijn ongeduld niet langer kunnende bedwingen, wat is er ge beurd? Niets. Wat, dreigt niets in Parijs? In het geheel niet, om beter te zeggen zonder uw bespottel ijken ijver zou alles beter gaan. Louis uitte een woedenden kreet: Wat komt ge dan hier doen? Wie heeft u toegestaan uw post te verlatenop gevaar af ons verlies in de hand te werken Dat is mijn zaak, zei Raoul zoo kalm mo gelijk. Plotseling vatte Louis den jongen man beet en sprak met een ruwe stem, die het gevaar hem gaf Ge zult me de redenen van uw dwaas gedrag geven. Zonder groote moeite, met een kracht, die men nooit bij hem verwacht had, rukte Raoul zich los en sprak zoo uitdagend mogelijk Een beetje zachter hoor, ik wil niet zoo ruw behandeld worden, of ik zal antwoorden, en hij nam een revolver uit zijn zak. Rechtvaardig u, riep Louis of. Of wat? Zie er eens voor altijd van af, mij bang te maken. Ik wil u antwoorden, maar niet hier midden op den weg en bij dien'mane metten a men. Sterckx is eerst 20 Koekelberg 22 jaar oud. Vadermoorder vrijgesproken. Hel Hof van Brabant heeft een vader moordenaar, den 22jarigen landbouwer René Vandeudaele, vrijgesproken. De vader had, na een hevigen twist, waarbij hij op twee van zijn zoons schoot en één verwondde, zijn vrouw en kinderen verlaten, om met een minnares te gaan samenleven. In Juni 1.1. kwam hij weet naar de hoeve, razend en tierend, met een revolver gewapend en onder het uiten van allerlei bedreigingen, liet was toen, dat René hem neerschoot en hem daarna met nog een schot vlak voor zijn hoofd afmaakte. De jonkman stelde zich onmiddellijk in handen van het gerecht. Na een welsprekende verdediging door de advocaten Max en Huijsmans vonden de ge zworenen in de omstandigheden aanleiding om den vadermoordenaar niet schuldig te verklaren. René werd daarna onmiddellijk in vrijheid gesteld. Ter gclegenhèid van het socialistisch werk liedencongres te Rijssel hebben daar ernstige ongeregeldheden plaats gehad van de zijde van het pnbliek. Het waren echter minder anti-socialistische dan anti-Duitsche beweeg redenen, die hier in 't spel waren wegens deelneming aan het congres van de Duitschers Bebel, Liebknecht en Singer en men hoorde dan ook veelal „Weg met Duitsch- land „Leve Frankrijken roepen om de Marseillaise. Eenmaal bezig evenwel vond de menigte spoedig allerlei vermaken uit hevig gefluit ging op uit de om deu schouwburg, waar het congres vergaderde, opgepakte menigte en in de koffiehuizen hadden botsingen en vechtpartijen plaats. Ook de vensterruiten van burgemeester en wethouders, die het congres gesteund hadden, moesten het ontgelden eu schijn, hoe weet ge, dat men ons niet bespiedt Kom mee. Zij sprongen over het slootje aan den kant van den weg en liepen dwars door de velden, zich om de maïsplanten niet bekommerende, die zij vertrapten. Toen zij een eind van den weg verwijderd waren, begon Raoul Zoo, waarde oomnu zal ik u zeggen, waarom ik hier ben. Ik heb uw brieven ont vangen, gelezen en herlezen. Gij hebt voorzichtig willen zijn, dat begrijp ik, maar te gelijker tijd zijt ge zoo geheimzinnig geweest, dat ik u niet begreep. Van alles wat ge geschreven hebt, kon ik maar één ding opmaken, dat ons een groot gevaar dreigde. Ongelukkige, reden te meer, om op uw hoede te zijn. Goed geredeneerd, maar waarde en moedige oom, voor dat ik het gevaar weerstand bied, wil ik weten, waarin dat bestaat. Ik ben mans genoeg om te weten, welk gevaar ik loop. Ileb ik u niet gezegd, rustig te zijn. Raoul maakte de oolijke beweging van een Parijschen straatjongen, die over de goedgeloo- vigheid van een naïven burger spot: dus ik zou u te volle moeten vertrouwen Natuurlijk, na alles wat ik voor u gedaan heb, is uw twijfel bespottelijk. Wie is u in Londen wezen halen, toen ge niet wist, wat te beginnen? Ik. Wie heeft u een familienaam gegeven, aan u, die noch familie, noch naam had Ik Wie werkt op dit oogenblik, om ons een toekomst te bezorgen. Weer ik en altijd ik. Om goed te kunnen luisteren had Raoul een zeer ernstige houding aangenomen. Prachtig, zei hij nu, schitterend I Waarom bewijst ge r.iet, dat ge u voor mij opgeofferd hebt Ge hebt mij zeker niet noodig gehad, toen ge mij kwaamt halen, hé? Jawel, beweer je nog dat ge de edelmoedigste en onbaatzuchtigste der menschen zijt. Clauaeran zweeg, hij vreesde door zijn toorn meegesleept te worden. Maar, vervolgde Raoul, genoeg van die kin derpraatjes. Ik ben gekomen, omdat ik u ken en omdat ik het vertrouwen in u heb dat ik moet hebben. Als het u gelegen kwam, mij ir» den steek te laten, zoudt ge geen oogenblik aarzelen.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1896 | | pagina 1