Staatkundig overzicht.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Spanje.
Duitschland.
Zwitserland.
Noorwegen.
en, wat er ook in de toekomst moge aange
wend worden om door een of andere orga
nisatie aan de oplossing van conflicten een
gemakkelijk te bewandelen weg te banen
het geschil zal toch altijd eenige ontstemming
teweegbrengen bij de partijen in 'l geding.
Dat is het gevaarlijk moment, van hetwelk
opruiers zoo gaarne gebruik maken om de
communicatie af te snijden, de kloof zoo wijd
mogelijk uit te graven; dan worden er woor
den gespioken, soms daden verricht, die men
later noch terugroepen noch ongedaan maken
kan. Dan wordt vernietigd, wat toch in elk
geschil een uitmuntend middel zou wezen
om spoedig tot vredesherstel te komen,
namelijk de gezindheid om de zaak ook eens
van het tegenovergesteld standpunt te bezien
en een antwoord te zoeken op deze vraag
Wanneer ikzooals ik hier ben, met mijn
goede en kwade hoedanigheden, op de plaats
der tegenpartij stond, hoe zou ik dan nu
handelen?
Spreken we dus hier van vormen, het is
duidelijk dat zij ook een inhoud hebben; zij
zijn slechts uitingen van iets dat wezenlijk
bestaat, en dat men zoo maar niet kan afleg
gen als een opperkleed. Bij het onderhouden
en aankweeken dier vormen behoort wel
degelijk een voortgaan in de geestesrichting,
van welke zij getuigenis geven; het een is van
het ander niet af te scheiden. Onze land-
genooten moeten zich doordringenonze
kinderen moeteu worden doordrongen van
het besef, dat alleen onderlinge welwillendheid
de maatschappij in stand doet blijven; dat
wanneer wordt aangehouden op een strijd
dien men meent dat tot het einde toe moet
worden uitgevochten, dat einde zeer stellig
voor beide partijen noodlottig is. Wij allen,
groot en klein, wij snoeten met zorg de on
derlinge achting verbinden en leeren verbin
den aan het „selfrespect", en de belangen
die wijzelf voorstaanin overeenstemming
brengen met die waarbij anderen zijn be
trokken.
\j—d—an—a—e—
Dit is het einde van de periode van ou-
zekerheid van de vele gissingen en
veronderstellingenczaar Nicolaas II vau
Rusland zal met zijn gemalin over enkele
dagen een reis ondernemen, deels over land,
deels over zee en hij zal bij die gelegenheid
een bezoek brengen aan keizer Frans Jozef
te Weenen aan keizer Wilhelm te Breslau,
ter bijwoning van de najaarsmanoeuvres, (5
tot 7 September) aan de koninklijke famillie
van Denemarken te Kopenhagenaan de
koningin van Engeland te Baltimoreaan
president Faure van Frankrijk te Parijs, aan
de groothertogelijke familie van Hessen te
Darmstad.
Dat is zoo iets als een beleefdheidstournée
op groote schaal en indirect kan de politiek
er natuurlijk niet vreemd aan blijven. Reeds
nu valt het eigenaardige feit te constateeren,
dat men te Parijs, bij volkomen negeering
van de overige ontmoetingen, des czaren
samenzijn met Felix Faure als iets wonder
heugelijks beschouwt wel een bewijs, dat
Rusland Frankrijk niet heeft verwend.
Ruslands czaar moge de reis door Europa
niet aanvaarden met het doel een algemeene
vredebond te stichten, hij moge met zijn reis
niet bedoelen de oplossing van alle moeie-
lijke staatkundige vraagstukken het feit
zelf van zulk een groote reis getuigt wel ten
gunste van den algemtenen politiekeu toe
stand
Raoul viel Louis driftig in de rede en sprak
Genoeg, ik ben geen oogenblik van plan ge
weest, mij terug te trekken. Al die tegenwerpin
gen maakte ik alleen om u te bewijzen wat ge
van mij verlangt en dat ge zonder mij niets
kunt doen.
Ik heb nooit het tegendeel beweerd.
Dus wat zal mijn deel zijn Wat biedt ge
mij aan als ik slaag; wat als alles mislukt?
Ik zei u immers reeds, dat ge 25,000 francs
rente zult hebben, en alles, wat ge van af lieden
tot mijn bruiloftsdag nog verovert.
öoed. Maar welke waarborgen geeft ge mij?
Dat dit punt moeielijk te regelen was, wisten
beiden; zij hadden alle reden elkander weder
zijds te wantrouwen.
Wat vreest ge vroeg Louis.
Alles, antwoordde Raoul. Waar moet ik
voldoening vragen, als gij mij bedriegt
Aan den dolk Neen, dank u, men zou mij
uwe huid zoo duur laten betalen, als die van
een eerlijk man 1
Eindelijk na lang beraadslagen werd alles naar
beider genoegen geregeld, en zij scheidden met
een warmen Handdruk.
Helaas l Mevrouw Fauvel en haar nicht zouden
de gevolgen van die tijdelijke eendracht onder
vinden. Alles gebeurde precies, zooals Louis de
Olamerau voorspeld had. Nogmaals, juist toen
mevrouw Fauvel het waagde ruimer te ademen,
veranderde Raoul zijn gedrag plotseling en begón
hij zijn oud leventje met hernieuwde kracht.
'Vroeger had mevrouw Fauvel zich telkens af
gevraagd, wat hij toch met al dat geld deed, nu
behoefde zij zich die vraag niet meer te herhalen.
Raoul blufte opzijn buitensporige hartstochten,
hij vertoonde zich overal, als die soort jonge-
heertjes gekleed, die de boulevards versieren; bij
alle eerste voorstellingen zag men hem in de
voorste loge en bij de wedrennen in een rijtuig
met vier paarden bespannen.
Nog nooit had hij zoo dikwijls en dringend
om geld gevraagd, nog nooit had mevrouw Fauvel
in zulke enorme uitgaven moeten voorzien.
Hij nam zich ook volstrekt niet meer in acht
en had alle kieschheid op zijde gezet. Vroeger
had hij haar met duizenderlei verontschuldigingen
om geld gesmeekt, nu gebood hij, alsof hij iets
vroeg wat zij moest doen, hij eischte en bedreigde
haar bij de minste tegenwerping op erge wijze.
Te Parijs komt men reeds in een zekere
zenuwachtige spanning: Rusland's alleenheer-
scher, de man, die vrijelijk beschikt over het
wel en wee, over het leven en den eigendom
van zoovele millioenen, op den klassieken
bodem der democratie 't Is klaarblijkelijk
veel meer dan men had durven hopen en
verwachten en zelfs met demogelijkheid van
een czarenbezoek schijnt men nimmer in
ernst rekenschap te hebben gehouden. Men
weet namelijk niet waar men Nicolaas II
onder dak zal brengen
In het departement van buitenlandsche zaken
of wel in het gebouw der Russische ambassade.
Tusschen deze beide zal de czaar te kiezen
hebben in het eerste geval wordt hij ont
vangen door de Fransche regeering, in het
tweede geval blijft hij eigenlijk op Russi-
schen bodem. In de kabinetsraad vau Vrijdag
a.s. zal 's czaren bezoek en al hel er mee
samengaande besproken worden en dan komt
ook de dubbeltjes quaestie op het tapijt,
evenals binnen korten tijd in een buitenge
wone zitting van den gemeenteraad.
Dat alles zal gaan als van een leien dakje
en er is dus over het keizerlijk bezoek niet
veel meer te zeggen dan dat het schitterend
wordt voorbereid en dat het geen directe
politieke beteekenis heeft. Dat weet men te
Parijs ook wel en daarom is een Parijsch
blad avas) weer eens met een oud ver
haaltje voor den dag gekomen, dat het den
goedgeloovigen, onder haar lezers voorneuriet
op een nieuwe wijze,
Wilhelm II van Duitschland zou ook zoo
graag eens naar Parijs gaan en hij zou er,
Elzas Lotharingen buiten spel gelaten, heel
wat voor over hebben. Maar er is een zeer
groote moeilijkheid. Felix Faure moet eerst
naar Duitschland komen. Dat gaat ook zoo
1 cht niet en daarom is de prins van Wales
opgetreden als tusschenpersoon hij heeft den
president der Republiek een formeele uit-
noodiging doen geworden en deze heeft
schriftelijk geantwoord. In elk geval zou de
samenkomst tusschen den president en den
keizer moeten plaats hebben voor het ten
toonstellingsjaar. Juist de expositie is 't na
melijk, welke Wilhelm II aanlokt als meer
minnen den onschuldigen visschersknaap.
Wordt een waar Muzelmansch schrikbe
wind op Kreta, en met name te Herakleon,
waar nu weer het volgende geschied is
Toen de nieuwe gouverneur daar aankwam
de vorige weet men, was zwaar door de
Muzelmannen gekwetst gaf hij last al de
poorten der stad te sluiten, teneinde te be
letten, dat nog meer Muzelmansche gezinnen
de stad binnentrokken, om zich in de huizen
der Christenen te nestelen. Maar de vele
duizenden Muzelmannen, die reeds in de stad
waren, liepen toen te hoop en dreigden de
poorten met geweld te zullen openen. De
gouverneur werd beschimpt en mishandeld,
zoodat hij zich genoodzaakt zag een winkel
binnen te vluchten, waarna inderdaad het
grauw de poorten opende en weer een aantal
Muzelmansche gezinnen binnendrongen, die
zich met geweld meester maakten van de
woningen, die hun aanstonden, en zich daar
installeerden. Het zal een reuzenwerk worden,
hier later weer de oorspronkelijke eigenaars
en de indringers te schiften.
Over het algemeen schijnt het daar eene
ware volksverhuizing. Naar Nauplia emi
greerden 600 Christenen en naar Athene
7000.
Aan den anderen kant is een 60-tal jonge
GriekeD, onder welke 8 officieren van aan
zienlijken huize, gelukt naar Kreta over te
Op die wijze geraakten de bronnen der beide
vrouwen langzamerhand uitgeput. Binuen een
maand had de ellendeling hare spaarpenningen
verteerd. Toen namen zij haar toevlucht tot die
schandelijke redmiddelen der vrouwen, wier ge
heime uitgaven de ruïne voor een huishouding
zijn. Zij bezuinigden alles, lieten de schuldeischers
wachten en kochten op krediet. Daarna vergroot
ten zij de rekeningen of verzonnen er zelfs eenige.
Zij wendden zulke kostbare grillen voor, dat de
heer Fauvel meer dan eens glimlachend tot haar
zei: - Wel, wel dames, ge wordt erg coquet.
Arme vrouwen In geen maanden hadaen zij
iets gekocht, zij leefden van hun vervlogen
weelde, lieten hunne vroegere kleederen verma
ken en zuchtten over hun stand, dien zij moesten
ophouden. Madeleine zag met schrik het oogen
blik naderen, waarop zij zouden moeten weigeren
en alles uit zou komen.
Niettegenstaande zij alle opofferingen als on
nuttig beschouwde, zweeg zij. lis Raoul er van
overtuigd zal zijn, dat wij hem niets meer kunnen
geven, zei zij tot haar tante, zal hij ophouden
en zich beteren.
En het oogenblik kwam, waarop zij beiden
onttakeld waren. Den vorigen dag had mevrouw
Fauvel eenige gasten gehad en slechts met groote
moeite had zij den kolt het noodige geld kunnen
geven, om inkoopen in Parijs te doen.
Op dien dag kwam Raoul en beweerde nog
nooit in zulke verlegenheid te zijn geweest, hij
had bepaald 2000 francs noodig.
Zij zeiden hem, hoe ver het gekomen was en
smeekten hem te wachten, maar hij wilde er
niets van höoren en was zonder medelijden.
Maar ongelukkige, riep mevrouw Fauvel
wanhopend, ik heb niets meer ter wereld. Gii
hebt mij alles ontnomen. Alleen mijn sieraden
bezit ik nog, wilt ge die Als ze u kunnen
dienen, neem ze dan I
Hoe schaamteloos hij ook was, bloosde de
jonge bandiet even. Hij had medelijden met die
ongelukkige vrouw, die zoo goed en toegevend
voor hem was geweest, hij beklaagde dat onge
lukkige meisje, dat het slachtoffer was van een
werk, waaraan zij part noch deel had.. Maar hij
had zijn woord gegeven, hij wist, dat een mach
tige hand die vrouwen bijtijds van der. rand des
afgrond3 zou terugtrekken en hij zag een ver
mogen, een groot vermogen aan het einde van
steken. Te vergeefs werd door het Grieksche
oorlogschip „Kisso* jacht op het vaartuig
gemaakt.
Daarentegen zijn wel te Larissa aangehou
den een twintigtal gewapenden, die Macedonië
wilden binnenvallen.
De Engelsche pers is verre van gesticht
over het vrijsprekend vonnis over den Bel
gischen kapitein Lothaire. The Times is be
trekkelijk kalm, alleen met bitterheid consta
teert zij, dat veiligheid van leven en eigendom,
een der eerste eischen in een beschaafden
staat, aan den Congo te wenschen overlaat.
Maar wild is Daily Telegraph, die schrijft, dat
Lord Salisbury onmogelijk eene dergelijke
beslissing kan dulden. Brutaalweg sluit het
artikel „Een Engelschman, onschuldig aan
de misdaad, welke hem ten laste wordt ge
legd, is door een onbeschaamden Belgischen
officier gedood. Koningin Elisabeth zou zich
eerder meester gemaakt hebben van Ant
werpen, dan te dulden, dat de schuldige
ongestraft bleef.
En dat na de Jameson geschiedenis.
■■■J".».-ui i 'ii'
Te Parijs zijn de drie direteuren van de
Fransche Naaimachine-maatschappij gevangen
genomen. Men schat het passief op twee
millioen francs. De fabriek te Montlu^on en
de nog nog voorhanden machiues zijn echter
zeker een millioen waard. Maar 300 werk
lieden staan op straat.
Een van de directeurs, Deslinaire, speelde
te Montlu<pon, als leider van de collectivis-
tischc partij, een politieke^röl van eenige
beteekenis. i
Het is Zondag bijjfcre^evechten
te Marseille ernstig toegegaan. De voorstel
ling werd uitsluitend door vrouwen gegeven,
en dezeu weigerden te voldoen aau den eisch
van het publiek om de stieren te dooden.
Het volk werd woedend, vernielde een stuk
van het gebouw, en stak er den brand in.
De arena is geheel afgebrand.
Men schrijft uit TouIod
Vele Italiaansche werklieden verlaten de
scheepstimmerwerven om naar Spezzia, Genua,
Livorno en andere Italiaansche havenplaatsen
terug ie keeren. Men brengt dit in verband
met de groote schepen, die de Italiaansche
regeering wil laten bouwen met het oog op
het hervatten der krijgsoperaties in Abyssinie.
Te Bardo in Tunis is Zaterdag een
Mohamedaan Benzerti wegens moord opge
hangen. Toen hij zeven minuten gehangen
had, werd hij afgenomen en in een kist
gelegd. Maar toen men hiermee bezig was,
richtte de opgehangene zich in eens op en
zeide Geef me eerst wat te drinken, voor
je me begraaft. De doodgraver en zijn helpers
namen verschrikt de vlucht. Spoedig deed
de gevangenisdokter zijn best om den man
dien men eenige oogenblikken te voren het
leven had willen benemen, in het leven terug
te roepen. Inderdaad gelooft men hierin te
zullen slagen. Maar dau kan men hem toch
moeilijk weer ophangen
Terwijl de berichten van regeeringsover-
winninkjes en van rebellensuccesjes blijven
toestroomen, wordt uit Key West aan den
Herald een bericht gezonden, volgens hetwelk
al die schurkenstreken die hij later weer goed
hoopte te maken.
Ilij onderdrukte dus zijn medelijden en ant
woordde ruw Geef ze, ik zal ze naar den
lombard brengen.
Mevrouw Fauvel gaf hem een étui, waarin een
stel diamanten was. Het was een present, dat
haar man haar eens gegeven had, toen hij zijn
kas opmakend, ontdekt had, dat hij meer dan
een millioen bezat.
En zoo groot was de verlegenheid dier twee
vrouwen, welke te midden eener vorstelijke weelde
leefden, op wier orders tien knechten wachtten,
wier paarden in .de stallen prijkten, dat zij Raoqi
smeekten haar toch iets van het geld te brengenj
wat hij op den lombard er voor kreeg. i
Hij beloofde het en hield woord. Mtȣr men
had hem nu een nieuwen weg geo'pgnd een
nie3"\fre mijn, om te ontginnen en hii. maak'te er
gretig gebruik van, en één voor verdwenen
alle sieraden van mevrouw Fauveq' en vervolgens
ook die van Madeleine; de eq,rGp had slechts
gebeden en tranen om zich 'tegenover de ellen
delingen te verdedigen die h,'aar z00 behandelden
en dat was niet veel.
Raouls afpersingen had<ben dikwijls zulke
hevige tooneelen ten gevol1,.,^ jai hij er zelf
door bewogen en verward \Werd en dan voor
zich zelf den grootsten afLeer en verachting
koesterde. i
-De moed ontbreekt mij, verder te gaan, zei
hij tot Louis, laat ons met {dg wapenen in de
hand stelen, maar laat ons die t Wee arme vrouwen
niet vermoorden; dat is meer dai j verdragen kan.
Claineran scheen niets verwox 1derd, en zei: ja
ik weet wel, dat het treurig jSj maaj- de nood
zakelijkheid kent geen wette; n n0g een weinig
moed en geduld, wij zijn h aast aan ons doel.
Zij waren er dichter bij, dan 1 dj zelf vermoedde.
Tegen liet einde van Novem ber was mevrouw
Fauvel zoo zeker van een nad erende uitbarsting
overtuigd, dat zij er toe over{ Ting> zjcb tot den
markies te wenden. Zij had ht'm na zqn terug
komst uit Oloron slechts eens gezierij' toen hij
het verhaal omtrent de erfenis bad ko'inen ver
tellen. Op dat oogenblik was zii zeker overtuigd,
dat hij Raoul s booze geest wai reden waarom
zij hem toen zoo koel ontvanger t' jiad en hij zich
voornam niet meer te komen.
Zij aarzelde lang, voordat zij \viadeleine in dat
generaal Weyler met de opstandelingen over
eengekomen zou zijn de vijandelijkheden te
staken.
Het bericht is zeer belangrijk, maar wij
zijn niet verwend wat de betrouwbaarheid
betreft van bijna alles wat ons uit of omtrent
Cuba wordt gemeld. Daarbij komt dat het
agentschap Havas noch uit Madrid, noch uit
Havana iets vernomen heeft. En het klinkt
weinig waarschijnlijk dat de rebellen, anders
dan op voorwaarden welke voor Spanje nu
nog onaannemelijk moeten worden geacht,
er toe te vinden zullen zijn het vuur te
blusschen dat zij zoo lang wakker hebben
weten te houden.
In het wereldvermaarde klooster La
Rabida, bij Huelva (Spanje) heeft Vrijdag
gedurende de Mis een man een bom met
een brandende lont neergelegd. Hij werd
gevat door een gendarme, die de lont bluschte.
Men vond nog twee bommen bij hem.
Reeds sedert eenigen tijd liepen er ge
ruchten dat er een nieuw koloniaal schandaal
in het vooruitzicht was. Thans heeft het
Tagebialt een uitvoerig artikel vol beschul
digingen tegen den gouverneur van Kameroen
Jesko von Puttkamer, aan wien drankzucht
en geldelijke afhankelijkheid van Hamburger
kooplieden in Kameroen verweten, ja zelfs
oneerlijke neigingen ten laste gelegd worden.
Voorts wordt er op gezinspeeld dat deze
Puttkamer enkel door nepotisme (als zoon
vau den vroegeren minister) gouverneur is
geworden, terwijl de vorige verdienstelijke
gouverneur Zimmeren uit de betrekking zou
zijn gedrongen. In verband met dit schandaal
zou ook het aftreden staan van den hoogge-
schatten Afrikakenner, ritmeester von Stelten,
die commandant van de Duitsche troepen
in Kameroen is geweest.
Een ooggetuige verhaalt, dat de keizer
den Franschen marine attaché Buchard, die
hem namens het Fransch gouvernement dank
kwam betuigen voor het hulp verleenen aan
den „Général-Chanzy" en leedwezen over het
vergaan van de „litis," met ijzige koelheid
heeft ontvangen. Men schrijft dit toe aan de
incidenten met den vorigen attaché Mandah-
Granceij.
Een noodlottig bergongeluk wordt uit
Morcles (Waadland) bericht. Een lOjarige
Duitsche knaap, die met een Engelsch jonk
man van 19 jaren het „Kruis van Javersnas"
beklom, is daarbij in een afgrond gevallen.
Hij leefde nog toen men hem daaruit haalde,
maar hij stierf weldra aan de bekomen wou
den.
Een jonkman is dezer dagen, in een
vlaag van waanzin, van den zoogenaamden
Künzeli van het kasteel Laufen in den water
val van Schaffhauseu gesprongen. Hij kwam
er echter goed af. Eerst weid hij door den
stroom meegesleept; toen begon hij te zwem
men en ten slotte werd hij door een schipper
met een schuitje gered.
Te Christiania heeft een geweldige brand
gewoed 17 groote huizen zijn door het vuur
vernield. De schade wordt op een half
millioen kroneu berekend.
De braüd brak uit iu een schaafwerkplaats,
waar 200 arbeiders bezig waren. In een
oogenblik stond het geheele lokaal in vlam.
plan inwijdde, haar tegenwerpingen vreezend,
maar tot haar groote verwondering stemde het
jonge meisje toe, want het ongeluk, die bewon
derenswaardige meester, had haar vermoeidver-
mogen eerst opgewekt erj daarna snel ontwikkeld.
Nadat zij over alle3 nagedachten alle omstan
digheden onderzocht en onderling vergeleken
had, was zij dè Slotsom gekomen dat Raoul
slechts een werktuig van zijn oom was. Want
ZU QOrdeelde zeer verstandig, dat Raoul, die een
goed hart had, zonder verborgen drijfveeren zijn
'macht nooit zoo zou misbruiken en zij maakte
daaruit op dat zijn gedrag slechts eer. gedwongen
masker was. Ja, zij was zoozeker daarvan over
tuigd, dat zij, indien het alleen van haar afhing,
allen bedreigingen weerstand zou bieden daar
deze toch nooit uitgevoerd zouden worden.
Huiverend herinnerde zij zich eenige blikken,
die Clameran haar had toegeworpen en haast
ontdekte zij dan de waarheid. Zij gevoelde dat
hur. gedrag slechts ten doel had, mevrouw Fauvel
te dwingen haar in de armen van den markies
te werpen.
Vast besloten zich zelf zoo mogelijk op te of
feren ondanks de tegenwerpingen van haar geest,
niettegenstaande haar geheele wezen er tegen in
opstand kwam, wensente zij bijna dat dat offer
volvoerd ware omdat ieder leven boven dat te
verkiezen was, waartoe Raoul haar bracht.
Dientengevolge antwoordde zij Hoe vroeger
of u mijnheer ae Glameraxi ziet en spreekt tante,
des te beter voor ons.
Hierop schreef mevrouw Fauvel den markies
een briefje waarin zij hem meldde dat zij den
volgenden morgen bij hem in het hotel du Lou
vre zou komen.
Hij ontving haar met koude, bestudeerde be
leefdheid, als iemand, die miskend is en zich nu
beleedigd en bedroefd op een afstand hoadt.
Over Raouls gedrag scheen hij ten hoogste
verontwaardigd, en op een gegeven oogenblik
ontsnapte hem een hevige vloek en beloofde hij,
hem de les te zullen lezen.
Toen mevrouw Fauvel vertelde, dat hij zich
telkens tot haar wendde, en niets aan zijn oom
wilde vragen, scheen deze ten zeerste verbaasd.
Wat, riep hij uit, dat is te brutaal.
Wordt vervolgd.