Fridtjof Nansen's terugkeer, Nummer 69. Donderdag- 27 Augustus 1896. 19 aar ga Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. De Bankiersvrouw. ANTÖON TIELEN FEUILLETON. UITGEVER Waalwijk. 'V, cho van het Wiialwijlisclie en Langstraatsche Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsp rijs per 3 maanden f 1,—. Franco per post door het geheele rijk fl,35. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentien 1 7 regels f 0,60daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg, Reclames 15 cent per regel. Een jaar geleden ongeveer, den lSen Februari jl„ a-etd de beschaafde wereld door de telegraaf in een begrijpelijke spanning gebracht. Op dien datum namelijk werd uit Irkoetsk naar St. Petersburg getelegrafeerd dat de leverancier van Nansen, de koopman Kuchuarew, den prefect te Kolvensk had doen weten, dat Nansen, de bekende Pool reiziger, de Noordpool bereikt en land ont dekt had, en nu den terugtocht aanvaardde Dit korte bericht veroorzaakte een enorme sensatie, die gelukkig een halfjaar tijd heeft gehad om te kalmeeren. Gelukkig want het sensatiebericht zou teleurstelling wekken, te grooter, naarmate de ontgoocheling spoe diger kwam. En de ontgoocheling is met Nansen's terugkeer gekomen, zonder tot groote teleurslelliug aanleiding te geven. Den 24en Juni 1893 verliet Fridtjof Nansen aan boord van het speciaal voor dat doel gebouwde schip „Fram< (Voorwaarts) de haven van Christiania, in gezelschap van 14 tochtgenootén en met een voor een tocht van vijf jaar berekende hoeveelheid proviand munitie etc. Het schip „Fram" was van een buitengewoon plomp modelhad een lengte van 40 meter, een maximale breedte van 11 meter en mat 600 ton. De »Fram"wasdus betrekkelijk een klein zeilschip. Met het oog op buitengewone voorvallen was het ook voorzien van een stoommachine van 160 paardekracht, die dagelijks .slechts 2s/4 ton kolen verbruikte. Tot Chavarowa, aan Straat Ignor, het laatste Europeesche station, waar Nansen een zeker aantal voor de expeditie benoodigde honden aan boord nam, werd hij vergezeld door zijn secretaris Christofersen. Deze zag hem den 3den Augustus 1893 in de Karische zee aan den horizon verdwijnen. Nansen was van plan door de Karische zee naar de Nieuw Siberische eilanden koers te zetten en dan noordwaarts het ijs in te drin gen, om zich door het drijfijs te laten me devoeren. In verband met de door hem 58 Toen geleidde, of liever droeg hij mevrouw Fauvel naar de kamer, waar hij haar ontmoet had en zette haar daar op een leuningstoel neer. Zij was zoo afgemat en haar dof starende oogen vertoonden zoo duidelijk hoe beneveld haar geest was, dat liaoul vreesde, dat zij krankzinnig was. Mevrouw, zei hij en poogde haar koude han den te verwarmen, kom tot u zelve. Ge hebt mij het leven gered en wij bewijzen tegelijker tijd een belangrijken dienst aan Prosper. Vrees niets, alles zal wel in orde komen. Hij zal mis schien beschuldigd worden, maar als hij ontkent en zijn schuld niet kan bewezen worden, moet hi' weer vrijgelaten worden. Maar hij verspilde zijn tijd tevergeefs aan die leugentaal, zij was niet m staat hem te begrijpen en zeide slechts Raoul ge hebt mij gedood. Haar stem klonk zoo aandoenlijk, week en wanhopig, dat Raoul er door getroffen werd en op het punt stond het gestolene terug te brengen doch de gedachte aan Clameran hield hem tegen. Tóen ziende, dat zij bewegen loos in haar stoel bleef liggen en vreezende Madeleine of den heer Fauvel te huis zouden komen, drukte hij haai de hand en vertrok. In het restaurant, waar zij gezeten hadden, wachtte Clameran ongeduldig op zijn neef. Hij twijfelde er aan, of diens moed hem op het laatste oogenblik niet verlaten had, of alles wel goed was gegaan en toen hij hem zag binnen treden, stond hij doodsbleek en angstig op en vroeg nauwelijks verstaanbaar: Welnu? Het is gedaan oom, dank zij uw hulp, ben ik dus de slechste aller ellendelingen; haastig opende hij zijn vest en wierp de bundels bank biljetten op de tafel, die nog vuil was van deri wijnwelken Louis hem had laten drin ken en zei op hatelijken en verachtenden toon Wees tevreden, die som zal drie personen de eer, misschien zells het leven kosten. Clameran bleef uiterlijk kalm, maar had met bevende hand het geld opgenomen, dat hij be- gestelde theorie der zeestroomingen, meende hij ten slotte aan de Oostkust van Groenland te zullen landen. Den 21en Juli van dit jaar was het drie jaar geleden, dat Nansen Noor wegen verliet om zijn waagstuk te onderne men, en op eenduur van drie jaar had hij zijn reis berekend wanneer de omstandigheden haar gunstig waren. Den 4en Augustus 1893 passeerde de „Fram" de straat Ignor en op zijn tocht ont dekte hij verscheidene eilanden langs de kust tot Kaap Tscheljuskin en een in de Karische zee' verschillende punten werden sporen der ijsperiode gevonden, tijdens welke Siberie nog met ijs bedekt moet zijn geweest. Van Kaap Tscheljuskin af werd het schip in /noordelijke en noordwestelijke richting voort gedreven. De temperatuur daalde snel en bereikte gedurende den winter een minimum van 620 Celsius onder nul. Niettemin bleef de bemanning der „Fram» steeds gezond. Teu zuiden van den 79en breedtegraad had de zee een diepte van 90 vadem naar het noorden stevenende steeg deze echter tot 1600 1900 vadem. Door deze waarneming werd ook de theorie vernietigd, dat de bodem van de IJszee van alle organische vormen ontbloot zou zijn. Onder de ijsbedekking der Poolzee werd een hoogere temperatuur en een grooter zoutgehalte van hec water waar genomen, hetgeen aan den invloed van den golfstroom wordt toegeschreven. Gedurende den zomer steeg die temperatuur tot 3L 33° Celsius boven nul. Noordelijke winden verhinderden de //Fram" verder noordwaarts te stevenen. Eenige dagen na Kerstmis 1894 bevond het vaartuig zich op een hoogte van 83° 24'het uiterste punt van noordelijke breedte, dat ooit door den mensch werd bereikt. Toen de „Fram" verder aanhoudend naar het noordwesten werd gedreven, ver wachtte Nansen, dat het vaartuig in korten tijd de grootst mogelijke noordelijke breedte zou bereiken. Daarom verliet hij den 14en Maart op een N.B. van 830 59' en 1020 57' O L. van Greenwich, met luitenant Johansen het schip, voelde, om zich van de echtheid te overtuigen en zei Nu behoort Madeleine mij. Raoul zweeg, die vreugde na dat zooeven afge speelde tooneel, maakte hem woedend en bedroefd. Louis legde die droefenis verkeerd uit en vroeg lachend Heeft het moeite gekost Ik verbied u, antwoordde hij buiten zich- zolf, versta mij goed, ik verbied u nog ooit met mij over dien avond te spreken. Ik wil ver geten. Clameran haalde onmerkbaar de schouders op en zeiZooals ge wilt, vergeel het, neefie. vergeet het. Ik neem echter aan, dat ge niet zult weigeren als herrinnering die 350.000 fruncsuan te nemen. Behoud ze, zij behooren u. Die edelmoedigheid scheen Raoul noch te verwonderen, noch aan te doen, want hij zeide kalm Volgens onze afspraak komt mij meer toe. Het is slechts een begin. En wanneer komt de rest? Op den dag van mijn huwelijk met Made leine, niet eer. Ge zijt een te kostbare hulp, om nu reeds bui ten u te kunnen; ge weet, dat ik u niet vertrouw, ik ben niet zoo zeker van uw oprechte genegen heid. Raoul bedacht, dat een misdaad volbrengen en er geen voordeel van hebben hoegenaamd geen doel had. Hoewel hij met het vaste voornemen was teruggekomen, met Clameran te breken, be sloot hij hem niet te verlaten, voordat hij alles had, wat hem toekwam. Ik neem dat voorschot aan, maar ik doe geen boodschappen meer dan die van van avond. Dat weiger ik. Cla.i,eran barstte in een lach uit: Goed antwoordde hij. goed. Ge wordt eerlijk, dat is een goed gekozen oogenblik, nu ge rijk zijt. Ik hoop, dat uw geweten u gerust zal stel len, ik zul zulke diensten niet meer van n ver langen. Gij treedt nu terug en mijn rol begint. XXI Meer dan een uur, nadat Raoul ver! rok ken was, bleef mevrouw Fauvel in die verdooving ver zonken, die aan ongevoeligheid grenst en altijd met het doel de zee ten noorden van de koersrichting der »Fram« te onderzoeken.* Zij namen 28 honden, drie sleden en Iwee kajaks mede. Spoedig legde het opeenge stapelde ijs hun zooveel hinderpalen in den weg, dat de reis slechts noode vorderde. Ook dreef het ijs met groote snelheid naar het zuiden. Het ijs hinderde den reizigers zoo danig, dat Nansen den 7en April, toen hij den 86en graad Noorderbreedte met 14 mi nuten overschreden hadtot de conclusie kwam, dat het ouverstandig zou zijn, de reis in noordelijke richiing voort te zetten, waarom hij de richting naar Frans Jozefsland insloeg. In Juli werd het door talrijke, met mulle sneeuwmassa's bedekte kloven en wakken bijna onmogelijk, den tocht voort te zetten; ook begonnen de rantsoenen sterk te vermin deren. Het land dat op dc door Payer vervaardigde kaart op den 83en breedtegraad is aangegeven, was niet te vinden. Eerst den 6en Augustus bereikten de reizigers met ijs bedekte eilanden. Den 26en Augustus kwamen zij onder 81° 13' N. B aan een plek, die uitstckeud tot winterkwartier geschikt leek, en waar zij dan ook overwinterden. Den 29en Mei 1896 brak Nansen met zijn tochtgeuoot op en zette de reis naar het zuiden gedeel telijk over het ijs, gedeeltelijk met de booten voort. Gedurende hun overwintering op Frans Jozefsland voedden de beide reizigers zich met berenvleesch en walvischspek. Zij be ijverden zich het land zoo nauwkeurig mogelijk te doorvorschen, teneinde de bestaande kaar ten te verbeteren. Tot hun groote verrassing ontmoetten zij op een hunner onderzoekings tochten op een ijsveld ten zuidoosten van Kaap Flora, den noordpoolreiziger Jackson, die met hetzelfde doel den tocht naar het noorden had ondernomen. Jackson ging niet verderdoch aanvaardde met Nausen en Johansen de terugreis en bracht hen aan boord van het Engelsche stoomschip „Windward", uitgezonden om de Jackson-expeditie van proviand te voorzienwelk stoomschip de reiziger dezer dagen te Vardö aan den noord- spits van Noorwegen (Varanger Fjord) aan op zedelijke crisissen of hevige lichamelijke smart volgt. Langzamerhand keerde de werkelijkheid terug en met het denkvermogen haar leed. Alles vertoonde zich nu duidelijk voor haar geest en kleinigheden, die haar voorheen ontgaan waren, vielen haar nu op. Zij begreep nu, dat zij het slachtoffer eener schandelijke comedie was ge weest, dat Raoul haar koelbloedig gepijnigd had, met haar leed spottend, op haar teederheid spe- culeerend. Maar Prosper, was deze al of niet medeplichtig? Dat beteekende op dat oogenblik alles voor haar. Ja, Raoul had haar goed getroffen. Nadat zij die gedachte eerst verworpen had, keerde deze nu terug, en daGht zij er verder over na. Wie anders dan hij kon het woord genoemd hebben, wie anders die som geld neergelegd heb ben, wat tegen de orde van den chel was? Wat zij omtrent zijn gedrag vernomen had, stemde wel met Raoul's verhaal overeen en nog altijd vol liefde, zocht zij het uitgangspunt van den diefstal bij een ander dan bij Raoul. Men had haar verteld, dat Prosper een dier schepsels beminde, die geheele erfenissen aan grillen verspillen en de standvastigste mannen verleiden. Sinds dien tijd achtte zij hem tot alles in staat. Wist zij zelf nu niet bij ondervinding, waartoe een onverzichtigheid voeren kan? Hoewel zij Prosper voor schuldig hield, m zij toch toegeven, dat op haar zelf alle veranT^ woordelijkheid rustte. Wie had hem uitdathuis verbannen? Wie den gladden spiegel zijner hoop aan stukken gebroken Wie had hem tot zulk een leven gebracht, waarin hij vergetelheid hoop te te vinden. Zij wist niet, wat te doen, of zij alles aan Madeleine zou vertellen of niet en be sloot eindelijk, dat Raouls schuld haar geheim zou blijven. Dot rekende zij tot haar plicht, zoo als zij altijd had gedaan en waardoor zij in al die moeilijkheden gekomen was. Toen Madeleine dus om elf uur te huis kwam, zei zij haar niets en om alles te verbergen, was zij zelfs zeer spraakzaam. Toen haar man en Lncien naar huis kwamen, was zij dan ook uiterlijk kalm. Toch stond zij vreeselijken angst uit. De ge dachte kwam bij haar op, dat haar man het in zijn hoofd kon krijgen, naar het kantoor te gaan en de kas te onderzoeken hij deed dit wel eens. Tot overmaat van smart sprak hij dien avond wal zette. De „Fram" met haar ervaren kapitein en de geheele equipage is ook behouden te Skjervö aangekomen. En nu de resultaten van dezen tocht, die een aaneenschakeling was van gevaren en ontberingen Zooals wij reeds zeiden slaagde Nansen er niet in de Noordpool, het nimmer betreden, geheimzinnige aspunt onzer planeet, te be reiken. Hij bereikte echter een punt, gelegen onder 86° 14' N. B. dat waarschijnlijk nog nimmer door den mensch werd bezochthij ontdekte nieuwe eilanden en geografische gesteldheden waardoor het witgelatén vlak op het noordelijkste gedeelte der wereldkaart aanzienlijk zal inkrimpen, en sloeg hel tot heden bestaande Noordpoolrecord van luite nant Lockwood (83o 24') met ruim 40 geo grafische mijlen. Dit alles geeft der weten schappelijke wereld reden tot tevredenheid, hetgeen echter niet verhindert, dat men met belangstelling den uitslag tegemoetziet van de Noordpoolreis", die door den ingenieur Andrée per luchtballon wordt ondernomen. Fr worden nu nadere bijzonderheden bekend over 'ie ontmoeting van de equipage der Windward met Nansen en luitenant Johansen (nietluitenant Sigurd Scott Hansen, tweede officier die aan boord van de Fram was gebleven maar Fredrik Hjalman Johansen, in 1867 te Skiën geboren, een van de sterkste gymnasten en ski-loopers van Noorwegen). Toen dr. Nansen in de verte het geblaf hoorde van honden waren de twee reizigers in hun kajaks, die ze saamgebonden hadden, met een teut er over heen; Johansen sliep en dr. Nansen, die de week had, kookte het ontbijt. Hij wekte dadelijk zijn metgezel en ging er op uit, Johansen bleef bij de booten. Spoedig hoorde deze laatste weer hondenge blaf, maar daarna verliepen drie uren zonder eenig teeken van leven, toen Johansen in de verte een man zag loopen met een lang geweer op den schouder. Daar dr. Nansen een kort geweer had, kon het deze niet zijn. Johansen wuifde met een Nourdsche vlag, en slechts over Prosper, van het verdriet, dat hij had, dat deze zich zoo veranderd had, van zijn onge rustheid over hem en over de oorzaken, die hem toch van zijn huis konden verwijderen. Geluk kig keek hij daarbij noch zijn vrouw, noch Ma deleine aan, want dan waren haar ontstelde ge zichten hem zeker opgevallen. De nacht was voor mevrouw Fauvel lang en ondragolijk. Over zes uur, dacht zij, over drie uur, over een uur, zal alles ontdekt worden. Wat zal er dan ge beuren De dag kwam, het werd levendiger in huis, zij hoorde de knechten heen en weer loopen, daarna de kantoren openen en de bedienden komen. Het *was haar onmogelijk, op te staan. Een onoverwinnelijke zwakheid en hevige pijnen wierpen haar in de kussens terug. En daar in bed, klappertandend en in haar angstzweet ba dend, verwachtte zij den afloop, over het bed geboden; inet gespitste ooren wachtte zij, toen Madeleine binnentrad, die haar juist verlaten had. Deze was witter dan een doode, haar oogen stonden wild, zij beefde als een blad van een boom. Mevrouw Fauvel begreep, dat de diefstal ontdekt was. Tante; weet u wat er gebeurd is? vroeg Madeleine, men beschuldigt Prosper, de kas bestolen te hebben, de commissaris is er: men zalhemnaar de gevangenis brengen. Een zucht £H«*ltPreenige antwoord. Daarin herken ik de hand van Raoul of den markies; vervolgde Madeleine. Hoezoo Dat weet ik niet, alleen weet ik, dat Prosper onschuldig is. Ik heb hem zooeven gezien en ge sproken. Als hij schuldig was, had hij de oogen niet tot mij durven opslaan. Mevrouw Fauvel opende den mond, om alles te bekennen, maar zij durfde niet. Wat willen die monsters toch van ons? zei Madeleine, welke opofferingen verlangen zij nog meer? Prosper onteeren I Zij hadden hem liever moeten ver-* moorden, dan had ik mij ook kunnen dooden. De binnenkomst van mijnheer Fauvel deed haar zwijgendeze was zoo opgewonden, dat hij nauwelijks kon spreken. De ellendeling, stamelde hij, het te wagen, mij te beschuldigen, mij laten verstaan, dat ik mijzelf zou bestolen hebben. En die markies de Clameran. die aan mijn vertrouwbaarheid scheen te twijfelen I Toen vertelde hij, wat er gebeurd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1896 | | pagina 1