"buitenland."
Een blik in Madeline's hart.
Belgie.
Spanje.
Duitschland.
Italië.
Oostenrijk.
Amerika.
BINNENLAND."
voorkomen, te meer daar het beginselvraag
stuk, waarover de meeningen zijn verdeeld
geen vraagstuk is, dat na korten tijd van de
dagorde kan worden geschrapj. De sociale
quaestie neemt een steeds breedere plaats in.
Zij treedt gestadig op den voorgrond. Zij
beheerscht al meer en meer het politieke
leven en de hervormingen, welke zij eischt
zijn talrijk en ingrijpend.
Wat er dus naar aanleiding van de Zater
dag genomen beslissing moge geschieden of
niet geschieden, het feit dat een lichaam als
de „Liberale Unie", waaibij ongeveer tachtig
vereenigingen met tusschen de negen en
tienduizend leden waaronder de „fine
fleur" der partij zijn aangesloten een
program heeft aangenomen, dat in de meest
gezaghebbende liberale organen is bestredeu
en, naar het woord van prof. Oppenheim, het
doodvonnis uitspreekt over verschillende co-
rypheeen, mag ontegenzeggelijk een gewichtig
feit worden genoemd.
De jonge liberalen hebben in de »Unie"
gezegevierd. Zij hebben wraak genomen over
de nederlaag in den strijd over het kiesrecht-
vraagstuk geleden. En voor de oud liberalen
rijst thans ernstiger en nadrukkelijker dan
ooit de aloude vraag Wat nu
(Centrum).
De parlementaire rechterzij heeft Maandag
een bijeenkomst gehouden om een voorzitter
voor de kamer te kiezen. Voor den alge-
meenen aandrang is Beernaert gezwicht, en
hij neemt de herbenoeming tot voorzitter aan.
Verscheiden leden hebben de regeering uiterst
hard gevallen over het ontslag van den mi
nister van oorlog. De voorstanders van
hervorming van het leger hebben de tegen
standers gebrek aan vaderlandsliefde verweten,
en ile laatstgenoemden hebben op dtnzelfden
toon geantwoord. De regeering heeft bij
monde van den president, de Smet de Naeyer,
verklaard dat zij getrouw blijft aan het be
ginsel van den persoonlijken dienstplicht
maar dat zij zich voorbehoudt, het tijdstip
voor het indienen van een desbetreffend ont
werp te bepalen. Ten slotte heeft de ver-
gaderiug besloten het geheim te bewaren
over de beraadslaging.
De katoenmagazijnen, deel uitmakende
van de ververijen der flrma Roos en Zoon
te Grimbergen, bij Dendermonde, zijn door
brand vernield. De schade wordt op 60,000
francs geschat.
Uit Key-West wordt aan de New-York
Herald geseind, dat de Cubaansche opstan -
delingen voor hun versterkingen van Loma-
Rubi een dynamietmijn hadden aangelegd,
die zij bij de aankomst der Spanjaarden lieten
springen. Vele Spanjaarden werden gedood
of gewond. Onder de gekwetsten bevinden
zich de generaals Ninoz en Echague. Maceo
is naar het binnenland teruggetrokken. Hevige
regens belemmeren de krijgsverrichtingen.
Uit Madrid wordt bericht, dat generaal
Weyler zijn troepen last heeft gegeven eiken
dagbladcorrespondent, vreemdeling of Span
jaard, die zich op het oorlogsterrein vertoont,
neer te schieten.
Uit Manilla wordt gemeld, dat de marine
troepen door 4000 opstandelingen aangevallen
zijn, die teruggeslagen werden. Maarschalk
worden wat ge nu zijt,
Ge deed een goed huwelijk ook de doch
ter van een graaf en dertig duizend pond.
Doch wat beteekent dat alles, wanneer haar
zoon een moordenaar is, wiens naam, uw
naam binnen weinige weken op de lijst der
misdadigers zul staan? Oit de nieuwsbladen ver
nam ik, dat ge hier in Maliscombe waart. De
eerbiedwaardige fiiguur van den beroemden rech
ter leunde tegen den muur van het huis. in welks
schaduw zij stonden hij was doodsbleek.
Hij stak de handen vooruit, als om haar af te
weren.
Zeg mij hoeveel geld ge moet hebben, zei
hij hcesch. Ik zal het u geven op dezelfde voor
waarden als voorheen. Ge moet mij voortaan met
rust laten. Dag en nacht vervloek ik het uur,
waarop ik u het eerst ontmoette. Daarom sta ik
hier nu een ellendeling, onteerd in het oog
van God, gedwongen leugen op leugen uit te
spreken, totdat alle waarheid mij begeven zal
hebben
Om der wille van die ontmoeting is zij, de
smetteloos reine, mijn heilige ten grave ge
daald uit verdriet over de ongenade van haren
zoon.
Hij brak af. Een geluid, dat op eeu snik ge
leek volgde.
Met krachtsinspanning herkreeg hij zijne zelf-
beheersching.
Geef mij uw adies, zei hij haastig.
Ik zal u het geld zenden. Ge kunt mij ver
trouwen. Tegenover u heb ik nog nooit mijn
woord verbroken.
De vrouw nam een boekje uit den zak, nam er
een kaartje uit, en overhandigde het hem.
Na eenige woorden gewisseld te hebben gingen
beiden huns weegs zij naar het station-en hij
met versnelden tred huiswaarts, den weg op naar
Andley Court.
HOOFDSTUK XVI.
Om tien uur in den morgen van den negenden
December, den dag waarop het verhoor van
Frank Anson begonnen zou worden, was Made
line Harvey bezig zich te kleeden.
Lord Melbury had gewenscht, dat ze niet bij
het verhoor tegenwoordig zou zijn, doch de
mogelijkheid bestond, dat ze wellicht ophelde-
Blanco houdt zich met de colonne Rios nabij
Novelelta staande. Hij zal met 8000 min
tegen de opstandelingen in de provincie
Cavite optrekken.
Sedert langen tijd voor het eerst waren
Maandag weder de tribunes van den rijksdag
overvol met toehoorders eti waren ook de
hot en de diplomatieke loges goed bezet
hoewel in deze laatste de groote sterren,
d. w, z. de gezanten, ontbraken.
De leider van het Centrum, graaf Hompesch,
een slank man met wit haar en zeer aristo
cratisch voorkomen beperkte zich tot een
zeer korte, zoo kleurloos mogelijke motiveering
van de interpellatie van het Centrum.
Dadelijk daarop nam de rijkskanselier
Hohenlohe een groot vel papier, waarvan hij
met langzame, buitengemeen duidelijke stem,
ieder woord afgemeten uitsprekend, zijn ver
klaring aflas, welke in haar voorzichligen stijl
aan het beroemde woord uit het kluchtspel
herinnert „Mijn naam is Haase, ik weet
nergens van en wacht het tegenbewijs af
Dat wil zeggen, dat Hohenlohe zich diplo
matiek zoover mogelijk achter de beschutting
der staatsgeheimen terugtrok, en daar hij in
1890, dadelijk na den val van Bismarck, niet
in funclie is geweest, zoo kon meende hij
over dat tijdperk der staatkunde frhr. Von
Marschall, die toeD re :ds staatssecretaris voor
buitenlandsche zaken wasbeter bescheid
geven. Intusschen kwam Hohenlohe zijne
majesteit den keizerdie sedert Bismark's
val immers persoonlijk de politiek in de eerste
plaats leidt, in zooverre tegen de verschillende
pers-aanvallen uit het met Bismarck bevriende
kamp te hulp, als hij, Hohenlohe, verklaarde,
dat volgens zijn overtuiging de toenmalige
wijziging in Duitschland's staatkunde volko
men gegrond was en dat noch toentertijd
noch thans Engelsche invloeden daarbij in
het spel waren.
Hohenlohe oogstte van alle zijden toejui
ching; ook van de banken der vrienden van
Bismarck, hetgeen met de redevoeiing van
frh. von Marschall in mindere mate het geval
was, al sprak deze ook zeer voorzichtig en
betrekkelijk handig. Hij moest dan ook een
hoogst moeielijken oratorischen eierdans uit
voeren, waarbij hij onder herhaalde diepe
buigingen voor Bismarck's populariteit en
genie tegelijk de door den keizer zelf aan
gevangen nieuwe politiek als veel meer in
overeanstemming met de tijdsomstandigheden
en veel practischer moest voorstellen. Hij
kwam bij zijn uiteenzettingen dientengevolge
ongeveer hierop neer:
Met die politiek van herverzekering door
dubbele verdragen kon wel een zoo geniaal
en door de geheele wereld erkend, d. w. z.
gevreesd staatsmau als Bismarck het wagen,
maar voor een zwakkeren opvolger scheen
deze staatkunde te „gecompliceerd." Ik be
wonder zijn grootheid zonder afgunstmaar
wij kleiner geslacht moeten er ons eenvou
diger doorhelpen. Daarom zou het onrecht
vaardig zijn Caprivi aan te vallen, die naar
zijn beste overtuiging heeft gehandeld. Overi
gens bewijzen de onveranderd goede betrek
kingen tot Rusland dat het zoo ook heel
goed gaat. Hierbij uitte Marchall in woorden
waaraan hij als diplomaat een kiesch be-
dekkinkje wist te geven, de hoop, dat juist
oplossing der Oostersche quaestie die nu op
den voorgrond sraat, de mogendheden van
het vasteland jaren lang -zoozeer zal bezig
houden, dat zij daarover onder elkaar geen
oorlog zullen beginnen, die hunne krachten
aan een andere zijde verlammen zou.
ring zou kunnen geren. En dan, ze zou de uren
thuis niet hebben doorleefd.
Haar gelaat was bleeker dan eene maand ge
leden. Het was schoon onder de schaduw van
haren grijzen hoed en boven het dikke grijze
bont van haren mantel.
Er lag droefheid in hare oogen en over haar
geheel gelaat; doch angst, verdriet nocli vrees
kon het kinderlijke teniet doen of de schoonheid
van haar gelaat verminderen,
Ze luisterde schijnbaar naar Amalia's gebabbel,
doch in werkelijkheid hoorde ze slechts de tee-
dere stem van hem, die haar geheel vervulde.
Gedurende één dag in haar leven den daar
waarop ze Frank Anson aan de Doveney ont
moet had en zijn liefdesverklaring had aangehoord,
was ze volmaakt gelukkig geweest.
Niet geheel volmaakt, omdat de schaduw van
het verleden haar nog achtervolgde en 't gewicht
van haars vaders ongenade hare jeugdige ziel
terneerdrukte.
En toch de eerste uren na die ontmoetting
waren de gelukkigste geweest, die zij ooit ge
kend had. En dankbaar had zij het oog ten
hemel geheven. Toen was de vreeslijke morgen
aangebroken, met die verpletterende mededeeling
aan de ontbijttafel.
Het onverwachte schouwspel in de volle ge
rechtszaal, en de verklaring van Thirtle, ten aan-
lioore van de voornaamste ingezetenen van
Malliscombe, dat ze George Taxier ontrouw was
geworden. Toen het onderhoud met den eigenaar
van den molen.
Zij had innig en oprecht medelijden met hem
gehad. Tranen hadden haar langs de wangen
geloopen, toen zij hem van uit het venster had
gadegeslagen, terwijl hij zich met gebogen hoofd
verwijderd had, geheel verouderd.
De menschen noemden haar harteloos, doch ze
had hem vroeger reeds gezegd, dat ze hem niet
beminde.
Was het verkeerd, was het slecht, dat zij een
ander had liefgekregen?
En dan.... hij kon buiten haar; hij had haar niet
noodig, zooals Frank Anson.
Zij was zijn eenige vriendin behalve Priscilla,
wier positie niet veroorloofde, dat ze hem open
lijk bijstond. Madeleine was moediger.
Er lagen duistere dagen voor haar, duisterder
dan haar moederlooze jeugd ooit gekend had.
Marschall die zich heel beleefd nu naar
dezen dan naar genen kant richtte, vond
herhaaldelijk bijval links en in het cemtrum.
Algemeen werd die bijval eerst, toen hij in
een climax van vaderlandslievende slotwoor
den Duitschland met vertrouwen in de toe
komst liet kijken.
Zoolang de twee vertegenwoordigers der
regeering spraken, was er in de zaal de
scherpste aandacht, welke weldra in onver
schilligheid omsloeg, toen de ontzettende
fraseur dr. Lieber van het Centrum met zijn
gewone mooie zinnen begon. De algemeene
belangen van zijn partij in het oog houdend,
wond Lieber zich voornamelijk op voor het
Duitsche verbond met Oostenrijk Hongarije,
welks bevolking weer het oude vertrouwen
in de spreekwoordelijke Duitsche trouw moest
krijgen.
Meer succes op de linker banken oogstte
dr. Lieber, toen hij boosaardig vroeg, wat er
wel gebeurd zou zijn, indien deze onthullin
gen, in plaats van op de redactietafel der
Hamburger Nachrichten terecht gekomen
waren op die van de Vorwflrts. (Zeer goed!
wérd er van links geroepen.)
Waar dr. Lieber voornamelijk het Duitsch-
Oosienrijksch verbond verheerlijkt, en staag
vermeden had Bismarck's na2sn te noemen*
daar keerden de conservatief frijhr. Von
Manteuffel en nationaal-liberale hoofdrede-
naar professor Enneccerus de medaille om.
Zij prezen het Drievoudig Verbond natuurlijk
ook, maar verlangden dat de regeering al
haar best zou doen om de vriendschappelijke
betrekkingen met Rusland te onderhouden.
Daarbij bewonderden zij Bismarck's staats
manskunst uit volle borst.
Na dezen spraken nog Richter, Urbach,
Liebknecht, Hausmann en Von Sonnenberg.
Het debat duurde zes uur, waarna de ver
gadering gesloten werd.
Volgens de Amberger Volkszeitang heeft
het Beiersch ministerie van oorlog wijziging
gebracht in het reglement op de raden °van
eer voor officieren. Officieren, die zich uit
beginsel tegen het duel verklareu, zullen
voortaan niet meer zonder verderen omslag
tot ontslag mogen worden worden voorge
dragen.
De negus Menelik heeft aan de koning
Humbert geseind, dat het vredesveidrag na
onderhandeling met majoor Nerazzini onder
teekend is, en de verwachting uitgesproken
dat die onderteekening geratifieerd en de
vrede definitief gesloten zal zijn op den ver
jaardag der koningin 20 November.
Mojoor Nerazzini seinde uit Adis Abeba,
dd. 25 October Ik heb heden een vredes
verdrag onderteekend en een overeenkomst
betreflende de vrijlating der gevangenen. Het
was een indrukwekkende plechtigheid. Het
vredesverdrag vangt aan met den wensch der
vriendschap, die vroeger tusschen de beide
landen beslaan heeft, weder aan te knoopen.
Dan volgen de artikelen. Hel bericht van
het sluiten van den vrede met Abessynie
kwam te Rome zeer onverwacht, 's Middags
geloofde de officieele wereld nog aan een
beursmanoeuvre, ofschoon ook het bericht
van den slag bij Adoea, op 1 Maart van dit
jaar, eerst over Frankrijk, dus langs een om
weg, Italië bereikte. Maar in den namiddag
werd in een buitengewonen ministerraad
madegedeeld dat de Itahaansche gezant te
Parijs, Tornielli,_ bevestiging van het bericht
had gekregen bij een onderhoud me.t minister
Hanotaux.
Sommige bladen begroeten het sluiten van
Dagen, waarin moed en vertrouwen haar zouden
moeten bijstaan.
Langzaam daalde ze de trap af en ontmoette
kapitein Roper.
Zijne oogen zochten de hare.
Dus gaat gij naar het verhoor zei hij afkeu
rend. Er bestaat geen reden toe. Indien men u
noodig heeft, zal men u wel halen.
Het meisje schudde het hoofd.
Ik zou hier niet kunnen wachten. De onze
kerheid zou onverdragelijk zijn. En misschien,
voegde ze er aan toe, zijn oogen met een uit-
dagenden blik ontmoetende, zal ik in staat zijn
hem hoop te geven. Mijn gelaat zal wellicht het
eenige zijn dat hem liefdevol in de oogen blikt.
Ik vrees, dat de hoop, welke gij hem wel
licht geven zult, valsch zal zijn, wierp Roper op.
Een man, die men niet /onschuldig* pleiten
kan, heeft weinig kans de galg te ontsnappen.
Ik veronderstel, dat wanneer hij ter dood ver
oordeeld is, gij beschaamd zult zijn, dat ge dwaas
genoeg waart hem lief te hebben en uw naam
openlijk met den zijnen verbonden te hebben.
Ik zei u onlangs, dat ik gedurende twintig
jaar tegen hem gestreden heb, vervolgde hij,
Ik heb gestreden om de achting van zijnen
vader en die verkregen. Ik heb zijnen goeden
naam beklad en om zijne erfenis gevochten en
ze hem ten laatste ontrukt. Nu strijd ik met
hem om u.
Waarschijnlijk zal hij ter dood veroordeeld
worden en zoodoende voor eeuwig uit uw leven
en het mijne verbannen zijn. Doch al zou zijn
leven gespaard blijven, ik, ja ik, zal zorgen d'at
hij u nooit krijgt. We zijn gezworen tegenstan
ders en een man offert niet licht de vrouw, die
hij lief heeft, op aan een man. dien hij haat.
En gij schijnt in uw trots vergeten ije zijn,
wat ik u onlangs zeide, dat een paar woorden
van mijn kant u daarhenen zouden zenden, waar
uw vader thans is, met zoo een brandmerk op
uw aangezicht, datj zelfs Frank Anson u niet
vergeven zou.
Het is niet waar, zei Madeline, het is niet
waar.
Doch het hart zonk haar in de schoenen en
haar gelaat verbleekten.
Roper glimlachte.
Het is half waar, zeide hij. En dat is voor
de wereld genoeg. Of ge die raadselachtige zaken
den vrede met groote vreugde andere maken
voorbehoud noemen de grensregeling het
zwakke punt of verbazen zich, zooals de
Popoio Romano, dat er geen sprake is van
de Doelwijk, hetgeen, zegt het blad, doet
denken aan een adder onder het gras.
De Negus heeft aan president Faure het
sluiten van den vrede medegedeeld, met de
woorden: Wij zijn gelukkig, dat onze vrien
den zich met ons verblijden", onderteekend
Ménelik, Empereur.
Fanre heeft daarop eeu gelukivensch ge
zonden.
Bosnië heeft de vorige week vreeselijk te
lijden gehad van overstroomingen. InRudo aan
de 1 urksche grens zijn 110 huizen verwoest,
in Janja aan de Drina veel, terwijl hier 13
mannen zijn verdronken bij hun pogingen om
anderen te redden. L)e bloeiende Duitsche
volkplanting Frans-Josephs-Feld is door de
vloeden geheel vernield. De schapen en de
geiten, de aanplant, het huisraad, alles is
verloren gegaan, en 1500 menschen zijn
geheel zonder dak.
l)c rijkdom der Verecnigdc Staten
vim Noord Amerika.
De rijkdom der Vereenigde Staten van
Noord Amerika wordt op 154,000.000,000
gulden gsechat. Dat is een som, meer dan
voldoende om het Russische en het Tursche
riik, Noorwegen en Zweden, Denemarken en
Italië, Australië en Zuid Amerika, al de lan
derijen, mijnwerkeu.steden, paleizen, fabrieken
schepen, veestapels, juweelen, kortom alles,
wat 117 millioen menschen hun eigendom
noemen, op te koopen. Wie echter is eige
naar van dezen ongehoorden rijkdom, door
den arbeid voortgebracht? De helft van
dezen rijkdom is in handen van 23,000 men
schen,drie vijfde behoort aan 31.000 menschen,
100,000 menschen bezitten 8 milliard gulden
en van dezen bezitten 70 alleen 425 millioen
gulden. Er zijn 9 personen, die ieder van
135 tot 425 mitlioen gulden hun eigendom
noemen en wier jaarlijksch inkomen 1 milliard
gulden beloopt. Het grondbezit wijst dergelijke
verhoudingen aan. 15 procent der inwoners
bezitten het geheele gebied, de overige 85
procent kunnen niet een stukje grond hun
eigendom noemeu. De spoorwegmaatschap
pijen bezitten 211 millioen acres, de Van
der Bilt's meer dan 2 millioen een zekere
heer Diston meer dan 4 millioen, de Stan
dard Oil Company 1 miliioen, buitenlandsche
kapitalisten 21 millioen acres,
WAALWIJK, 18 Nov. 1896.
Veemarkten.
Toen verleden week de minister van Bin-
nenlandsche zaken het verbod had uitgevaar
digd om in Waalwijk veemarkt te houden; en
vele boeren, hiervan onbewust, toch met hun
vee afkwamen, trokkeu zij, gevolgd door de
kooplieden, naar Besoijen, waar druk zaken
werden gedaan.
Thans heeft de minister goed gevonden,
met ingang van 15 November het houden
van markten, openbare verkoopingen, ten
toonstellingen en andere vereenigingen van
herkauwende dieren en varkens te verbieden
ook in de gemeenten Baardwijk en Besoijen.
Naar men ons mededeeldt zullen nu a. s.
Vrijdag de veekooplieden bijeenkomen op
den Capelschen dijk bij de herberg van de
wetende of onwetende bedreef, nooit zult ge in
staat kunnen zijn de gevolgen er van op te hel
deren. En die gevolgen begrijpt ge die
gevolgen maken u ongeschikt ooit de vrouw te
worden van een eerlijk man.
Deze woorden hadden haar als een messteek
getroffen. De koude, snijdende toon, waarop ze
uitgesproken werden, had een storm van veront
waardiging, van fleren tegenstand in haar doen
herleven.
Ze was vuurrood geworden, doch slechts tooi
een oogenblik, toen werden wangen en lippen
doodelijk bleek.
Dit was de tweede maal, dat kapitein Roper
zoo tot haar gesproken had.
Wat kon hij van haar weten?
Waarop doelden al deze gezegden?
Zoover ze zelf wist, had ze nooit eenig kwaad
in haar leven gedaan.
Eenzaam, afhankelijk, moederloos en erger dan
vaderloos, had ze gestreden en gebeden om
sterkte en kracht. Kon het zijn, dat in sommige
van die tooneelen, waarin de blindelingsche
gehoorzaamheid voor haren vader haar geleid
had, zij onwetend iets ten uitvoer had gebracht
dat
O, God ze moest er niet aan denken. Konden
haar onschuldigen blik en manieren het werk
tuig zijn geweest in de handen van haren vader
envan kapitein Roper? van dien man, dien
ellendigj Kon het zijn?
Vader, bad ze met den blik hemelwaarts
gericht, zeg dat het niet waar is. Gij, die al uwe
kinderen bemint, zeg dat het niet waar kan zijn
dat een vader zijn kind zou misleiden. Vader
smeekte zij nog eens.
Half bewusteloos leunde ze tegen den muur.
Kapitein Roper had haar verlaten, ze was alleen-
alleen met zichzelf, alleen met God.
De twijfel was haar hart binnen geslopen en
en een bang voorgevoel overmeesterde haar.
Het kan niet waar zijn, snikte ze; die man
heeft gelogen.
Nog eens zocht ze troost bij haren Vader daar
boven en angstig, kinderlijk klonk het:
Vader, sta mij bij in deze uren; wees mij
arme zondares genadig
Wordt vervolgd,