Nummer95. Donderdag 26 November 1896. 19 Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELEN FEUILLETON. In 't volle licht. UITGEVER* Waalwijk. Complicatiën der protectie. Mr. M. Mees schrijft in De Economist het volgende; Als bewijs tot welke complicatiën de bescherming aanleiding geeft, moge het volgende dienen. In het voorjaar dezes jaars klaagden de meelfabrieken hier te lande terecht over de concurrentie van Eransche meelfabrikanten, die eene bedekte export premie kregen, en daardoor het meel hier konden leveren be neden den natuurlijken kostprijs. Hoe die premie gegeven werd, zal uit hetgeen hier volgt duidelijk zijn. Het inkomend recht in Erankrijk op tarwe is fr. 7 per 100 kilo' s. Voert men dit graan weer uit, dan krijgt men het be taalde recht terug. Maar men kan die fr. 7 ook terug krijgen, door, in plaats van tarwe, meel uit te voeren. Tot in dezen zomer kreeg men dit bedrag terug, door 60 kilo's meel uit te voeren omdat officieel werd aangenomen, dat uit 100 kilo's tarwe ge maakt werden 60 kilo's meel. In werkelijk heid maken de fabrikanten er 7 0 kilo's uit, en meer. Ze hadden dus 10 kilo's meel over, vrij van inkomend recht zij verdienden dus fr. 1.66 op de 100 kilo's meel en konden dus het meel hier zooveel goedkooper leveren. Vandaar de klachten van de meelfabrikan ten zoowel hier als in Engeland. Naar het schijnt hebben de gouvernemen ten van beide landen de aandacht van het Eransche gouvernement daarop gevestigd. Maar een feit is het, dat Frankrijk daarin verandering gebracht heeft in Augustus 11. Er werd bepaald, dat de fr. 7 per 100 kilo's tarwe alleen teruggegeven zullen worden bij uitvoer van 67*/s kilo's meel. Daardoor houdt de fabrikant slechts Zl/2 kilo's meel vrij van recht over, en wordt de uitvoer- premie van fr. 1.66 teruggebracht op fr 0,37 per 100 kilo's uitgevoerd meel. De wijze waarop die uitvoerpremie ver rekend wordt is als volgt. Als de importeur van graan de fr 7 betaalt, krijgt hij daarvoor een kwitantie, acqnit. De meelfabrikant, als hij niet zelf graan ingevoerd had, koopt van de importeurs zulke acquits. Vroeger kon bij b.v. van Havre meel uitvoeren tegen acquits van graan, dat b.v, te Marseille geïmpor teerd was. Maar in Augustus 11. werd ook be paald, dat het meel op die wijze alleen kan uitgevoerd worden uit havens waar de ac quits zijn afgegeven dus uit de havens waar een correspondeerende kwantiteit graan was ingevoerd. Bij sommige soorten van meel worden 60y2 kilo's meel (in plaats van 67V2 kilo's) gelijk gesteld met 100 kilo's tarwe,omdat dit meel gemaakt is van tarwe, die gerekend wordt zooveel minder op te brengen. Tot nog toe kon men alleen meel uitvoeren op een acquit van ingevoerd graan, soortgelijk als dat waarvan het meel gemaakt is; b. v. meel van harde tarwe mag niet uitgevoerd worden op een acquit van zachte tarwe. De Eransche meelfabrieken trachten nu ge daan te krijgen, dat daarop niet meer gelet zal worden. De meelfabrikanten iu Holland klaagden er over, dat hun concurrenten in Erankrijk nog een ander voordeel hadden, namelijk dat door de groote aanvoeren van graan de prijzen in Erankrijk gedrukt waren, zoodat de fabrikanten aldaar nog veel lager hier konden verkoopen, dan het verschil, door de export- premie veroorzaakt. Merkwaardig is het, dat nu de Eransche fabrikauten er over klagen, dat de relatief lagere prijzen in Erankrijk, vergeleken met de prijzen in het buitenland, nadeelig voor hen zijn. Om dit duidelijk te begrijpen, moet men het volgende weten. geweest, toen eenige uren na zijne aankomst op Andley Court de verleiding zich op zijn weg geplaats had in den vorm van een belangrijk gouvernements bericht. De oogst in Erankrijk. Tunis en Algeriè schijnt overvloedig te zijn, en de prijzen te drukken, Vermoedelijk zullen de importeurs de mogelijkheid vooruitzien, dat zij ingevoerd graan weder moeten uitvoeren; ook is mis schien de invoer van granen in den laatsten tijd minder; maar in elk geval verkoopen de importeurs die acquits niet meer zoo laag als vroeger, terwijl ze vroeger te krijgen waren voor fr, 0.50, kosten ze nu fr. 1.75. Daardoor krijgt de fabrikant, die meel uit voert slechts fr. 5.25 in plaats van fr 7 per 67Yo kilo's meel en vermindert de uitvoer premie op fr. 0.27 per 100 kilo's meel. De meelfabrikanten in Erankrijk klagen er nu over (zooals mij uit een particulier schrijven bleek), dat zij lijden onder de maatregelen van hun gouvernement en dat zij alleen kunnen bestaan als de oogst in Frankrijk slecht is. En onze meelfabrikanten klaagden er over, dat zij leden door de goedkoope prijzen van het graan in Erankrijk. Heb ik hierboven ten onrechte gezegd, dat de protectie allerlei wanverhoudingen schept. Met een gerust gemoed kan men thans zeggen, dat de zaak der zoogenaamde anti- ma^onnieke onthullingen, in 't voll; licht is geplaatst en dat geen ernstige twijfel meer kan bestaan, omtrent den aard „dier open baringen". Haks Bataille, de schrijver, of althans een der voornaamste schrijvers van „Le Diable au XIXième Siècle", heeft zich zeiven ontmaskerd. Met het grootst mogelijk cynisme heeft hij verklaard, dat wat hij schreef en in overleg met anderen opstelde, verzonnen is en geen ander doel had, dan den katholieken het geld uit den zak te jagen. De geheele uitgave van „Le Diable was niet anders dan een speculatie, een brutale en onwaardige speculatie op de goedgeloovigheid, op de onwetendheid, op de onvoorzichtigheid, op den trek naar 't geheimzinnige van het publiek. De >truc", dit bekent dr. Hacks zonder schroom, is uitnemend geslaagd. >Le Diable au XIXième Siècle heeft een ruim debiet gevonden en de zotte verhalen (onder een schaterlach door ongeloovigen neerge schreven zijn helaas door onderscheidene katholieken voor echte munt aangenomen. Na de pertinente verkla-ingen van den vin dingrijken dokter en de verwarde explicaties van zijn vooi maligen vriend en medewerker Leo Taxil, mag men verwachten, dat met de „onthullingen" van „Le Diable au XIXième Siècle" thans voor goed is afgerekend en geen katholiek dit boek meer zal in handen nemen, laat staan eenige waarde hechten aan zijn inhoud. Maar behalve tot de zaak Bataille, bleek Leo Taxil ook in de nauwste betrekking te staan tot dezaak Diana Vaughan. De persoon van Diana en de „onthullingenwaarmede zij de wereld verraste, hebben in hem haren voornaamsten verdediger gevonden. Met ridderlijken moed sprong hij voorde „miss«, die haar verblijfplaats stipt geheim moest houden, wijl dolk en vergif haar bedreigden in de bres te Trente Met veel aplomb, met tranen in de oogen wees hij de aanvallen af tegen haar gericht. En met uitvoerige, langdradige correspondenties heelt hij haar bestaan dat bestaan, waarvoor geen enkel bewijs geleverd is trachten te verdedigen in de pers. Edoch, op hopelooze wijze is hij sinds eenige weken in den hoek gedreven. Te Trente werd hij gesommeerd onder het geheim der biecht aan een bisschop de noodige be - wijzen voor het bestaan zijner heldin te leveren, maar op het vastgestelde uur verscheen hij niet op het appèl en de bisschop, mgr. Lazzareschi, wachtte te vergeefs. De aarts bisschop van Edinburg, mgr. Macdonald, op wien hij zich beroepen had, verklaart van zijn kant nimmer tot Diana in betrekking te hebben gestaan en haar volstrekt niet te ken nen, terwijl de prelaat tevens laat doorsche- gf«»*.UHII|l|»H>l—IWII I I MaMWMWIWWMIWW.MMliW'.MJ MMIII'yWiM»III I III IW—WffWWMl—■«■■IUIII P——i«—■■l—j—Wl—(HaWPSTM I'MUW^II I IWHIW'<W 11| If H W1« l De Echo van het Zuiden, Waalwyksche ra LangslraalsÉe Com Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1, Franco per post door het geheele rijk fl,35. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentiën 1 7 regels f 0,60daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. 14 De beschuldigde was, naar sprekers nieening en hij geloofde dat de geheele jury het met hem eens zou zijn de eenige persoon, die iets zekers van de zaak kon weten. Hij had nooit tevoren in zijn geheele leven, eene' misdaad gekend, zoo geheimzinnig als deze en nooit kon hij er bijvoegen een beschul digde gezien, die geheel bij zijne zinnen, weigerde een woord te zeggen, om zich uit zoo een ge vaarlijke positie, waarin hij zich bevond, te redden. Om de een of andere reden werd dit uitstel ge weigerd. Het verhoor werd voortgezet, en de aanwezigen luisterden roet de grootste aandacht. Het motief tot den moord werd zeer duidelijk gemaakt. Het was bewezen dat te dien tijde Frank Auson schulden had tot een bedrag van vijf duizend pond. Bij dit punt zag de gevangene verwonderd en verontwaardigd op. Hij luisterde aandachtig. Groote sommen had hij geleend waarvan hij zelfs de rente nog schuldig was. Nog kleinere bedragen was hij schuldig aan wijnkoopers, sigarenhandelaren, kleermakers en bloemisten. De rekening van den bloemist alleen bedroeg zestig pond aan orchideën. Frank Anson hief plotseling de rechterhand op en maakte zijn boord los; hij had een gevoel alsof hij stikken zou. De beweging was dezelfde, die mr. Purkiss hem eens in de pastorie had zien maken, toen hij hem over de schulden van Frank Anson gesproken had. Mogelijk herinnerde de predikant zich dat nu, want hij zag met een twijfélachtigen blik den gevangene aan, alsof hij er nog niet volkomen van overtuigd was dat zijn vroegere secretaris en de gevluchte zoon van den rechter één en dezelfde persoon was. Hoe is het mogelijk, hoe is het mogelijk, dacht hij. Het onderzoek van de misdaad werd voortgezet. De beschuldigde was dus in geldverlegenheid Dit bericht was een zoo groot staatsgeheim dat de minister er hem niet over gesproken, doch het eenvoudig in een kistje in zijn bureau gesloten had. De afschuwelijke gedachte moest toen in het brein van den secretaris opgekomen zijn een afschrift van het bericht te nemen, of anders zich volkomen van den inhoud op'de hoogte te stellen en dan het kostbare geheim per post af te zenden aan den financier aan wien hij het verkocht had. Indien de zaak zoo was afgeloopeu, zou zijn positie veilig gebleven zijn. En al zou 't bekend worden, dat het geheim verraden was, dan nog zou hij geen oogenblik verdacht worden, indien slechts twee personen, die in de zaak betrokken waren, den mond hielden. Die twee personen waren de financier, die het geheim gekocht had en de man die het sleuteltje op het kistje mankte. De sleutel op het kistje? De jury en al de aanwezigen openden de ooren. De gevangene zelf zag, met een verwilderden, vragenden blik in zijn diepedroefgeestige oogen, op. Dit was iets geheel nieuws. De kwestie van het sleuteltje werd op zijde geschoven. Nu kwain de moord aan de beurt. De gevangene had dus het bureau geopend evenals het kistje en was bezig het document er uit te nemen toen mr Talbot binnen kwam. Waarschijnlijk had er eene worsteling plaats, zeker had mr. Talbot beweging in zijne kamer gehoord en de revolver medegebracht hetwelk zijn eigen dood tengevolge had. Het was moeielijk te zeggen of het schot bij toeval of met voorbedachten rade werd gelost. Men moest echter in aanmerking nemen dat de gevangene wanhopig was geweest en dat het natuurlijk zijn plan was, te vluchten, hetgeen hij dan ook deed. Hij moest het wapen medegenomen hebben, daar het nooit gevonden werd. Frank Anson huiverde zichtbaar. Waarom vroeg Madeline zich af. Ze wierp een zijaelingschen blik op kapitein ■iim—«wr 11 Roper, die op eene plaats stond, waar de ge vangene hem onmogelijk zien kon. Het scheen haar toe, dat hij glimlachte. Lord Melbury, die naast hem stond, staarde met een vreemaen blik voor zich uit. Madeline werd door dien blik afgeleid; zij kon hem niet begrijpen. Nu volgde de sleutel. Het was gebleken, dat twee dagen vóór den moord, een smid in Londen een stukje was had ontvangen, waarin een klein sleuteltje was afge drukt, begeleid van een brief, met de schrijfmachine geschreven, waarin het verlangen werd te kennen gegeven, dat hij terstond een sleuteltje zou maken volgens bijgaand model en hetwelk afgezonden moest worden naar een bekend hotel in Londen. De brief was onderteekend door F. Anson. De sleutel werd gemaakt en bezorgd, het stukje was op verzoek teruggezonden. De smid wa9 aanwezig. Hij kon echter den brief niet overleggen, daar hij hem terstond nadat de order uitgevoerd was, vernietigd had. Doch hij wilde er op zweren dat hij hem ontvangen had en dat de handtee- kening welke men hem van Anson getoond had, volkomen gelijk was aan die van den brief door hem ontvangen. Het eenige verschil was dat in het handschrift van Anson de voornaam voluit geschreven was, terwijl in den brief met het model voor het sleuteltje, de voornaam vervangen was door F. De gevangene scheen geheel verbijsterd. Hij verviel weer in die droefgeestige houding van machteloosheid, toen de smid dit verhaalde. Gedurende één oogenblik werd zijn bleek ge laat door een donkerrood overtrokken, een blos van schaamte of van woede, wie zal het zeggen? Toen week het bloed en hij was bleek als te voren. Grabtee, de gewezen bediende van Talbot, kwam aan de beurt. Hij was het, die het lichaam van zijn meester gevonden had. Hij had mr. Talbot naar Andley Court begeleid en het was zoo geschikt, dat hij in de kleine kleedkamer, die in Talbots slaap kamer uitkwam, zou slapen. In den nacht van den moord ot liever in den morgen, want het was over vieren toen hij over de zaak begon na te denken, had hij den indruk gekregen, dut zijn meester nog niet te bed wa9. Hij zelf was laat gaan slapen, daar hij den heelen avond uit had mogen gaan. Hij wi9t niet waarom hem dat verlof, hetwelk hij niet gevraagd had, toegestaan was, daar mr. Talbot niet goed buiten hem kon. Madeline, die toevallig haren oom aanzag, was verwonderd over de plotselinge verandering van zijn gelaat. Wat beteekende dat? Crabtee vervolgde zijn verhaal. Hij zeide, dat hij ongeveer twintig minuten over vieren er bijna zeker van was, dat zijn meester nog niet te bed was gegaan. Hij was opgestaan en gaan zien en bevond dat de indruk aien hij gekregen had, juist was. Het bed was onbeslapen. Toen was hij naar de werkkamer gegaan en het eerste dat zijn oog bij het flauwe licht der nog bran dende lamp zag, was het doode lichaam van zijnen meester. Hij was terstond naar de gang gegaan en had hard op de deur van Anson's slaapkamer geklopt, om hulp roepende; doch Anson was niet aanwe zig. Overal zocht men hem, doch hij wa9 niet te vinden. Toen vroeg de rechter of hij het schot niet gehoord had, hij antwoordde van neen. Er waren verscheidene portières, dus was het waarschijnlijk dat die het geluid gesmoord hadden. Was er den vorieen dag iets ongewoons in zijn manier van handelen geweest Tracht u eens te herinneren. Crabtee streek zich over het hoofd. Waarna hij antwoordde Het was moeielijk toegang tot hem te krij gen, in den namiddag trachtte ik de deur van zijn kamer te openen, doch deze was gesloten, des avonds kreeg ik verlof om uit te gaan, en dat was wel het vreemdste van alles. Ging er dien dag niets bijzonders meer om? Crabtee dacht even na en zeide Ik zag eene vrouw het huis door de tuin deur verlaten, het was tegen den avond. Het was geen jonge vrouw en geen dame ook. Ze was opzichtig gekleed. Ze kan vijftig jaar geweest zijn, ze haa zwart haar en eene bruine gelaats kleur. Er was veel rood in hare kleeding. Ik had haar nooit van tevoren gezien, ik noch mijn meester, veronderstel ik. Zijt gij zeker dat zij uit de richting van mr. Talbots kamer kwam. Ik ben er niet zeker vac, antwoordde hij, toch het i9 mogelijk. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1896 | | pagina 1