Notaris BINK,
füKELWABEN ea MEUBELS,
Notaris BINK,
op
U dezer.
Notaris BINK,
opgeheven.
COLLECTE
Ingezetenen van Waalwijk.
WOENSDAG OEN 31 DEZER,
De Nederlanden
te WAALWIJK.
maakt bekend
VOOS BIEN artvtt;
publiek verkoopen:
verkoopen:
finaal verkoopen:
maakt bekend, dat
M A C E O.
Tentoonstelling van Noordbrabant-
sche Nijverheid.
te Waalwijk, zal
op Maandag 28 December '1896
op Dinsdag 29 December 1896,
Het GEMEENTEBESTUUR van
WAALWIJK
dat uithoofde van het invallend
Kerstfeest op aanstaanden Vrijdag,
de MARKT alhier zal worden
gehouden daags te voren en alzoo
te Waalwijk, zal
Maandag 28 December 1896,
nam. 6 ure, bij W. BROKKEN te Besoijen
Het verbod tot het honden van
de VEEMARKT te Waalwijk, is
bij besluit van den Minister van
Binnenlandsche Zaken van den
18n voorkomende in de Staats
courant van 19 dezer
Waalwijk, 22 Dec. 1896.
AUG. VAN GROTENHUIS,
F. W. VAN LIEMPT,
Het burgerlijk armbestuur van
Waalwijk
eene COLLECTE met open schaal
zal worden gehouden ten be
hoeve van den algemeenen
arme.
V erzekeringbank
naar den bergtop, waar het licht in vollen
luister straalt en hij het wolkgordijn zal zien
golven onder zijne voeten. Moet hij ster
ven voor hij daar aankomt, hij zal toch aan
zijne bestemming hebben voldaanniemand
is geheel ongelukkig, zoolang hij nog kan
gehoorzamen aan den drang, die de schreden
doet richten naar het hooge eu betere.
Nevelen omgeven ons want er is zoo
veel duisters voor ons verstand. De men
schel ij ke geest is diep doorgedrongen in de
kennis der stoffelijke dingen aan de natuur
zijn, met nauwlettende waarneming een on
verpoosde volharding, tal van geheimen ont
lokt, en het geslacht dat leeft in deze eeuw
kan zich geen denkbeeld maken van het
geen aan zijn kinderen en kindskinderen
bekend zal worden. De krachten der natuur
zijn de dienstmaagden geworden, die onzen
arbeid deelen en gemakkelijk maken stroo
men van licht beschijnen het pad der we
tenschap, en drijven de nevelen van onkunde,
van bijgeloof en van vrees voor zich uit.
Maar wat wij het liefst zouden willen we
ten; en waarnaar reeds sinds den aanvang
der beschaving is gezocht, dat is nog altijd
een verborgenheid en zal aan geen sterfelijk
oog geopenbaard worden het groote mysterie
van het leven zelf, en een wetenschappelijke
grondslag voor de kennis onzer bestemming.
Daar kan geen geleerde ons voorlichten,
daar brengt geen onderzoek met microscoop
en balans ouk maar de geringste aanwijzing.
De vraag is nu maar, of wij ondanks dien
sluier, dien een Hoogere Macht spreidde
over de verborgen dingen, toch geloof en
vertrouwen bezitten om voorwaarts te gaan.
Of de betrekkelijke duisternis, die de grens
van het denken bepaalt, ook wordt verhel
derd door het licht, dat uitstraalt van het
binnenste des gemoeds, en ons niettemin doet
gevoelen waar onze bestemming heen leidt.
Een wanhopig worstelen om over den on-
beklimbaren muur heeu te komen is niet de
taak, ons opgelegd en wie niet als Sisyphus
het rotsblok, dat hij omhoog trachtte te
brengen, telkens weer in de diepte wil zien
nederplolfen, gaat zijns weeg, bouwende op
de macht, die den mcnsch zijn ware roeping
aanwees.
Er zijn zware nevelen om ons heen.
Een onbestemde, drukkende vrees voor
maatschappelijke beroeringen beheerscht ons.
Ernstige denkers hebben ons gesproken van
verschrikkingen, die komen zouden, gelijk
in de dagen toen er gezegd werd dat niet
de eene steen op de andere zou gelaten worden.
Het woelt en wringt in alle klassen en groe
pen; een strijd van belangen is aangebonden,
en het schijnt alsof er geen rust zal komen
vbbr die is uitgevochteu. Zelfs het gezag,
dat het middenpunt moest zijn van de
maatschappelijke orde, het anker van ons
behoud, raakt los dewijl de bodem wordt
ondermijnd, waarin liet was bevestigd; een
ongebreideld jagen naar vermeerdering van
genot, naar uitbreiding van macht, naar
versterking van invloed verdeelt de menschen
in even zooveel vijandelijke kampen als er
groepen van mededingers zijn, die elkander
zoeken te verdringen.
Het is te begrijpen dat menigeen de
schrik om het hart slaat, wanneer op de
vraag Waar moet dat heen geen ant
woord wordt vernomen; te begrijpen, dat
we, zoekende naar een bevredigende op
lossing, in nevelen rondtasten.
En toch, en toch,... Gij herinnert u
het devies Door strijd tot het licht. Nie
mand van ons kent nog en zal waarschijnlijk
ooit kennen de formule, die van het vraag
stuk der sociale rechtvaardigheid de solutie
vormt. Wij vernemen allerlei stelsels, waar
mede de een of ander gelooft het gevonden
te hebben, maar wat de eene wijze
leeraart, het wordt door den anderen omver-
geredeneerd en bovendien, eer de meeste
dier hervormingssysteemen zouden kunnen
worden toegepast, ware het noodig de men
schen er naar te veranderen. En dat gaat
niet op eenmaal, zelfs niet op een congres
van sociologen.
Maar wat wij wel weten is dit, dat er
boven die nevelen een licht straalt van on-
uitbluschbaren gloed; en al loopen wij, in de
duisternis, tegen elkander op, zoodat bot
singen niet uitblijven, al zou het ook
waar zijn,dat de worsteling nog scherper moet
worden, naar dat licht moeten we heeD
het is krachtig genoeg om in t eind de
nevelen te doorboren. Er is maar een macht
die de maatschappelijke beroeringen kan
voorkomen, die de hartstochten kan stillen.
En wanneer dat licht, de helder stralende
zon der menschenliefde, niet alleen schijnt
heel in de verte, maar ook aan den kant
waar wij staau; als het uitgaat van ons-
zelven, zou dan de hoop niet gegrond
zijn, dat de duisternis, van twee zijden be
stookt, eenmaal zal zijn weggenomen en ons
eeu vrijen blik zal laten op de heerlijkheid
van een leven in broederlijke samenwerking?
(li. N.j
Antonio Maceo Men mag nu wel aan
nemen, dat hij dood is was de laatst
overgeblevene van tien broeders, die allen
gezworen hadden, Cuba vrij te maken of
te sterven.
Bij het uitbreken van den opstand van '68
beval zijn vader, een muilezelhouder in een
Cwbaansch dorp, ai zijn zoons, Mulatten,
zich alleen met hun eigen zaken te bemoeien
en niet mede te vechten. Maar toen de
Spaanscbe soldaten de hoeve van den ouden
Maceo verbrandden, de vrouwen en meisjes
mishandelden en hem beroofden van al wat
hij bezat, sloot hij zich met zijne jongens bij
de opstandelingen aan. De vader sneuvelde
in een schermutseling en de zoons vielen
allen, de een na den ander, tot dat Antonio
alleen overbleef.
Hij was eerst gewoon vrijwilliger, maar de
buitengewoon sterke en dappere man klom
steeds hooger in rang, tot hij met Gomez
het hoofd der opstandelingen was. In het
eerste jaar van den tienjarigeu opstand werd
hij zesiienmaal ernstig gewond; altijd echter
herstelde hij. In 1870 had hij aan het hoofd
van 400 man zijn eerste ontmoeting met
Martinez Gomez, dertig dagen werd er met
afwisselend geluk gevochten. Vooral zijn
charges waren gevreesd, als Mac.eo den kreet:
Al machete! aanhief, stormde ziju cavalerie
met de lange messen zwaaiende op de Spaan
scbe troepen in en werden er de bloedigste
slachtingen aangericht.
Nadat Comez naar Spanje was terugge
keerd, werd Maceo eerst recht de schrik der
regeeringstroepen. Bij Zarzal werden 2500
Spanjaarden door hem en Calixta Garcia
verslagen; de Spaanscbe generaal vluchtte
voor hern met achterlating op het slachtveld
van 400 man, slachtoffers van de macheta
charge. Ook YVeyler, de tegenwoordige
SpaanSche opperbevelhebber, werd toen eenige
malen door hem aangevallen eu verslagen tn
Puerto Principe. Bij Caye Rey stormde Maceo
zelf op den commandeerenden kolonel toe,
maar voor hij dezen bereikte, viel hij door
een schot in de long getroffen neer. Zijn
volgelingen richtten hem op en vluchtten met
hem voor de overwinnende Spanjaarden.
Drie maanden lang verborgen zij hem in de
bergen Maceo herstelde, maar de stentorstem
waarmee hij vroeger zijn mannen aanvuurde,
was voorgoed verloren.
De kracht van den opstand was gebroken
en Maceo begon zijn tactiek van vernieling
der plantages. Doch de overige chefs sloten°
het hopeloze van den strijd inziende, een
vredes verdrag met de Spanjolen, en toen
was Maceo genoodzaakt een brief aan Campos
(destijds weer tereggekeercl op Cuba) te
schrijven, vvaaiin hij aanbood de wapenen
neer te leggen, mits hem een vrijgeleide naar
Jamaica werd verstrekt. De Spaansche maar
schalk nam het aanbod aan eu Maceo nam
afscheid van zijn uftgehongerd troepje onder
een boom bij Guautanamo, die nog door de
Cubanen met eerbied wordt beschouwd.Toen
in 1879 ging hij naar Amerika.
Daar legde Maceo, voornamelijk een man
van ruwe kracht, een „vecht-generaal," zich
toe op het verwerven van krijgskundige be
kwaamheden, en na aldus eenigen tijd gestu
deerd te hebben, vestigde hij zich met e°enige
volgelingen in Costa Rica, waar hij een
soort van krijgsschool inrichtte, tot onderricht
van zijn vrienden.
Hij bleef intusschen met de zijnen ijveren
voor de belangen van de Cubaansche om-
wentelings mannen, en toen hij den tijd
gekomen achtte, in Februari 1895 hij had
intusschen al tweemaal tevergeefs getracht
onder een vermoming weer op Cuba te
komen plantte hij opnieuw de opstands
vaan onder den boom bij Guanfanamo.
Het is bekend, met hoeveel succes nu
de opstandelingen den strijd voerden, een
guerilla oorlog, waarin zelfs de beroemdste
veldheer van Spanje Martinez Campos de
nederlaag leed en waarbij zij, die van den
beginne af alleen het Oostelijk deel van
Cuba voor zich eischten, doordrongen tot
de Westkust van het eiland.
Nog een enkel staaltje van Maceo's avon
tuurlijk krijgsmansleven
Nauwelijks was hij met zijn makkers in
Februari van het vorige jaar, op Cuba gelaud,
of zij werden ontdekt eu moesten er zich
als wanhopigen in een hut, die zij tot een
vesting gemaakt hadden verdedigen. Crombet
sneuvelde, en de eerste tijding van Maceo's
dood werd toen in Europa verspreid. In eeu
donkeren nacht deden de belegerden een
uitval; velen hunner werden gedood en Maceo
van de zijnen gescheiden, vluchtte alleen naar
het rebellenhoofd Rabi, die in den afgematten
gewonden man nauwelijks den beroemden
leider herkende.
Antonio Maceo, een vrijheidsheld bij uit
nemer.dheid, stelt men zich gewoonlijk voor
als een jongen man, waartoe zijn portret (een
kroeskop mej felle oogen en iets dweepzieks
maar met cien neus en de lippen van een
neger) eenige aanleiding geeft. Toch was
Maceo al boven de 50 jaar, eu begonnen
haar en snor al te grijzen.
'sHertogenbosh 10 Dec. 1896.
De groote industrieele kracht, welke van de
provincie Noord-Brabant uitgaat, deed in de ka
mer van koophandel en fabrieken alhier het denk
beeld ontstaan, om in de hool'dplaats dezer pro
vincie eene tentoonstelling te organiseeren van
ftoordbrabantsche nijverheid en kunstnijverheid.
Al ras mocht genoemde kamer zich verhengen
in de hooggewaardeerde belangstelling van den
heer commissaris der koningin en van den bur
gemeester van 's lier togen !>ósoh. Dé provinciale
staten cn de gemeenteraad van de hoofdstad
overtuigd van het grónte belang der onderneming,
verleenden daaraan hunnen krachtige» tinanciee-
len en moreelen steunde kamers van koophandel
en fabrieken in de provincie en verschillende
voorname industrieelen, toonden zich onmiddel
lijk bereid hunne medewerking te verleenen en
onderscheidene autoriteiten en mannen van naam
op industrieel gebied uit de verschillende deelen
van het gevyest, zijn als leden van het comité der
tentoonstelling toegetreden.
De tentoonstelling zal gehouden worden van af
17 Juli tot 5 September 1897 in de gebouwen en
op de terreinen van het voormalig spoorwegsta
tion, welke eene oppervlakte beslaan van circa
vier hectaren en door hunne ligging in de on
middellijke nabijheid van het nieuwe spoorweg
station en het groote vaarwater, daarvoor eene
uitmuntende gelegenheid aanbieden.
Wij zenden u hierbij een aanvraagbiljet met
een exemplaar van het door het algemeen comité
goedgekeurde reglement der tentoonstelling en
vestigen in 't bijzonder uwe aandacht op de bui
tengewoon lage staangelden die voor niemand
een beletsel kunnen zijn om aan deze tentoonstel
ling deel te nemen.
Nog zij opgemerkt, dat op deze tentoonstelling
geene bekroningen of onderscheidingen hoe ook
genaamd worden gegeven, opdat niemand en
vooral de kleinere industrieelen zich zouden laten
afschrikken door het denkbeeld, van niet te zul
len wordeu bekroond en zeodoende door anderen
in de schaduw te worden gesteld. De bedoeling
is om eene tentoonstelling te organiseeren, die
voor elke Noord Brabantsche industrieel op de
minst bezwarende voorwaarden, de gelegenheid
biedt voor de producten zijner nijverheid recla
me te maken. Op groote internationale tentoon
stellingen gaat veel voor het oog verloren, doch
op eene provinciale zooals deze, valt alles voor
de bezoekers meer in 't oog, en wordt het doel
van den inzender beter bereikt.
Wij zullen in overleg treden met de directien
der verschillende openbare middelen van vervoer
ten einde zooveel mogelijk vermindering van
vrachtprijzen te verkrijgen, waarvan wij u ten
spoedigste zullen kennis geven.
De heeren leden van het comité in verschillende
gemeenten woonachtig, zullen aan de inzenders
desgevraagd gaarne inlichtingen verstrekken. Die
inlichtingen kunnen ook schriftelijk worden aan
gevraagd nan het uitvoerend comité, terwijl bo
vendien gelegenheid wordt gegeven tot het inwinnen
van mondelinge inlichtingen op eiken Woensdag
tusschen 10—1 ure in het stadhuis te 's Bosch, ingang
Ridderstraat.
Wij vertrouwen dat door heeren industrieelen
in de provincie op ruime schaal aan deze ten
toonstelling zal worden deelgenomen en aun den
lande zal worden getoond, dat Noord-Brabant op
industrieel gebied werkelijk eene eerste plaats
inneemt onder de provinciën van Nederland, dan
ook zal de tentoonstelling zijn wat ze wezen
moet. eene groote reclame voor de nijverheid van
Noord-Brabant.
Het uitvoerend comité
Jhr. P. J. J. 8. M. VAN DER DOES DE WILLE-
BOI8, algemeen voorzitter.
JOS. J. VAN DE VEN, voorzitter.
•J. W. li. VAN GULICK, ondervoorzitter.
P. M. MEUWESE,
TH. PELS, le secretaris.
VAN DER KÜN> 2e secretaris.
1H. C. NEDKRVEEN, 'le penningmeester.
A. W. J. VAN LANSCHOT, 2e
E. H. J. M. VAN G lil NS VEN.
G. J. VERMEULEN
B. H. VERHULST.
B. W. M. LÜTKIE.
G. G. J. TEULINGS.
J. DONY.
des voonniddcigs om 9 ure, ten verzoeke
en Ion huize van den lieer THEOD. NEU-
KIRCHENkapper aan de markt aldaar,
otn contant geld
waaronder zeepen reukwerken kammen,
borstels, 25000 sigaren (verschillende merken)
tabak, 5000 papieren sigarenpijpenschil
derijen, kapstokétagère, consoles, groote
glazen winkelkasten, winkeltrap, bedden met
toebehooren, tafels en stoelen, spiegels, pen
dules, lampen, waschtaféls, kachels, keujren-
gcrief en aquarium.
te Waalwijk, zal voor den heer J. TIM
MERMANS Wz.
ten 10 ure precies, te beginnen bij Christ
Schoenmakers,
te Loonopzand achter den Melkdijk.
Eene groote partij knuisten, droge
musterd en verder brandhout.
oor de talrijke bewijzen van deelne
ming, ontvangen bij het overlijden onzer
geliefde Tante en Behuwdtante, betuigen
wij onzen hartelijken dank.
Uit aller naam
C. A. A. VAN SON,
Kapelaan.
Tilburg, 21 Dec. 1896.
Aan allen die bij de geboorte van onzen
ZOON deden blijken van hunne belangstel
ling betuigen wij bij deze onzen hartelijken
dank.
E. W. KLIJBERG.
M. J. J. KLIJBERG—Pernot.
Waalwijk, 23 December 1896.
De Heer en Mevrouw BINK-Nooren
betuigen hunnen hartelijken dank voor de
vele bewijzen van belangstelling, ondervonden
bij het overlijden van hun Behuwd vader en
Vader.
Waalwijk, 23 December 1S96.
ONDER BESOIJEN:
1. Huis, looierij en tuin, groot 11,57
aren ingezet en gehoogd op f300u.
2. Bouwterrein eu tuin, groot
4.25 aren op f 410.
3. Tuin, groot 10,40 aren op f 150.
4'. Massa van koopen 1, 2 en 3 op f 5000.
5. Weiland, groot 63 aren op f 1400.
6. Weiland, 60.20 aren op fl20(L
7Weiland, 13.30 aren op f 200.
8. Weiland, 14 aren op f 220.
9. Weiland, 59,80 aren op f 800.
10. Bouw- en weiland, groot
1.07.10 heet. op f1400.
11. Bouwland, grt. 31,90 aren op f 350.
Het gemeentebestuur voornoemd,
Burgemeester.
Secretaris.
te beginnen voormiddag 10 uuraan de
huizen der ingezetenen dezer gemeente
De nood, waarin de arme medemensch
verkeert, is groot en de fondsen van ket
armbestuur zijn zeer gering, waarom het
armbestuur een beroep doet op uwe bekende
Liefdadigheid.
Waalwijk, 23 December 1896.
Het armbestuur voornoemd,
J. A. VAN DOOREN.
L. MOMBERS.
F. W. VAN LIEMPT.
Maatschappij van Levensverzekering
gevestigd te ROTTERDAM