Nummer 14. Donderdag 18 Februari 1897. 20' "wuJlletÏÏT-* JaurguujLG Toegewijd! aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Het wetsontwerp-Devfiendt- Coremans verwofpen. ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. UITGEVER: "Waalwijk. tif pjtwjju»! ,iiia»^ov>a.v?p>r» Echo van het Zuiden, ril Langsfraifsel? (carul, Dit Blud verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,—. Franco per post door het geheele rijk f 1,]5. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever "®®K*®86M£SaSKeHRro»H@58i#Wy«*^£i*^V1K*WTP<*ia*lF*xj*3C£ttiiewe1BBW.r:,r!»ee| Het wetsontwerp-Devriendt-Coremans, dat dan eindelijk, na zoovele jaren, aan de grootste onrechtvaardigheid een eind zou maken, dat dan eindelijk den Vlaming gelijk zou stellen met den inwoner van het Zui delijk gedeelte, is door den Senaat verworpen. Dat Vlamingen zich zouden leenen, oin de grootste onrechtvaardigheid te doen voort bestaan, dat Vlamingen hun zwaard zouden keeren tegen hunne eigene broeders, dat Vlamingen, als een Surmont, de afgevaar digde van Yperen, spot, hoon en bittere beleedigiogen zouden slingeren naar liet hoofd hunner broeders, neen, dat hadden we niet verwacht. Is het wonder, dat er een kreet van ver ontwaardiging opgaat door geheel het Vlaandereuland 't Vlaamsche volk munt uit door groote goedheid, door veel geduld, door heel veel goede trouw. Maar de slagen, welke het thans in 't aangezicht ontving, zijn te tergend geweest, en daarom heeft deze zaak ook hare goede zijde. Ze is een prikkel geweest tot die machtige, die grootsche betoogingen, die den Pranschgezinden senatoren den schrik om 't hart zal doen slaan, en die het duidelijk bewijs zijn, dat de Vlaamsche quacstie niet enkel gedreven wordt door eenige heethoof den. Ondanks den ongelukkigen staat, waarin nog een groot gedeelte van het onderwijs verkeert ten opzichte van het Vlaamsch, on danks dat alles langen tijd samenspande om het Vlaamsch te vernietigen, toch is ons volk nog nog door en door Vlaamsch. 34 Al ware het ecu vonnis van een vijftal jaren geweest, ik zon alle hoop eens uw echtgenoote te worden hebben Juten varen. Doch het is een voor mijn leven, e.n ook al zou men mij na 20, 25 jaren gratie verleenen, ik zou slechts als een diep ellendig, naar lichaam en ziel gebroken meiisch de wereld intreden enten grave ga n. Daarom, mijn lieve Madeline, is het beste, dat ge strijdt en tracht mij te vergeten vergelen wat we eens hoopten voor elkander te zijn Het zal verschrikkelijk en wreed voor u zijn, dut ik, die mij van eigen onschuld bewust ben en weet, wie William Talbot het leven ont nam, niet spreek, aangezien er zooveel van afhangt, daar ik door de vrijheid te herkrijgen u terug zou winnen, met u al de vreugd des levens, al de zegeningen, welke de kern van het bestaan zijn. Doch al hangt er veelal' van mijn spreken, er hangt meer van mijn zwijgen af. Madeline ik durt niet spreken ofschoon mijn gansche ziel naar vrijheid haakt, naar eer, naar u. Maar het feit, dat ik n zells niet de reden van mijn stil zwijgen durf ver ellen, gij, die mijn tweede ik zijt is stellig voldoende fuu u van den ernst dier reden te overtuigen, en de heiligheid van den plicht die mij smeekt te zwijgen, vrede te hebben ten koste van een der grootste zelfopofferingen, die een meusehelijk wezen zich ooit getroosten kon. Madeline, ge zijt jong, schoon, lief, ge hebt recht le leven, zooals anderen leven, vrouw le zijn, moeder, de teederste, heiligste vreugde des levens te kennen en ze zells heiliger te maken door de achting van anderen door uwe goedheid uwe liefde, uwe oprechtheid. Het zou een misdaad zijn niet alleen in het oog der mensehen doch in het oog van God, indien ik uw getrouwheid aannam en u veroor deelde tot een leven van eenzaamheid, hopeloos wachten enrouw. Indien ik dat deed, zou ik mij schuldig gevoe- Nooit heb ik het //Vlaamsche Volk/', dat zoo flink geschreven dagblad, met meer ge noegen gelezen dan verleden Zondag. De betoogingen van Antwerpen en Leuven doen ons denken aan de middeleeuwen, toen ook de Vlaming moest verpletterd worden. Wan neer twee benden elkander ontmoetten, weerklonken daverend de tonen„Schild en de Vriend! Wat Walsch is, valsch is! Vlaanderen den Leeuw." Eere ook aan onze Le.uveuscke studenten IS1 ooit heelt Leuven grootscher betooging gezien dan deze, die als tooverslag, zonder oproeping, zonder meetings was ontstaan Hulde werd gebracht aan de vrienden, voorbij de woning van professer Lefèvre klonk liet uit honderden kcelen Weg de bastaerds, weg de Lauwaerts, Ons behoore 't Noordzeestrand, Ons den Kerels, ons den Klauwaerts, Leve God en Vlaunderland. Deze nederlaag is een zeker teeken voor de aanstaande overwinning. Men weet thans wie vriend, wie vijand isj'eene krachtige, gezonde strooming gaat door gansch het Vlaamsche volk. De be toogingen van Antwerpen eu Leuven zijn slechts een voorspel. Gansch Vlaanderen zal luider dim ooit om recht vragen, en men zal het niet kunnen weigeren. In den strijd onzer dagen is de Vlaamsche zaak meer en meer dan ooit een heilige zaak. IN u het volk een macht is geworden, nu men moet gaan tot het volk en de so cialisten alles doen, om liet volk tot zich te trekken, nu is het Vlaamsch een noodzake lijk en machtig middel ten goede.Geve God, dat de oogeu van vele Eranschgezinden niet open gaan als het te laat is. B. METS, Mind. Conv. Advertentien 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3mnal ter plaatsing opgegeven worden 2mnal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentiubureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. j__ iLmaLu.uu4ji£imiu JiRienaiRviegMMgniNM» len, lieve, schuldig voor den eersten keer mijns levens. Ware ik werkelijk dood, alles zou beter zijn. Wetende alles wat ik weet, herhaal ik n, dat ik deze plaats nooit verlaten zal, dat ik zells mijne vrijheid niet koopen durf door het geheim te verraden. Dit beteekent, dat ik u nooit weer kan zien, dat ik voor eeuwig van u gescheiden moet zijn, gescheiden door het graf. Soms in de uren der zwaarste ellende, verwijt ik mijzelf, dat ik u mijn liefde beleed. Doch in den diepsten schuilhoek van mijn hart geloof ik niet, dat ik verkeerd deed. Nieis kan ons van de vreugde van dat uur berooven. Het is het onze voor eeuwig, en hei genot was zoo zuiver, dat de man, dien ge den een of anderen dag uw hand on jong leven zult geven, mij daar geen wrok om t'oe zal dragen. Ik zeg nog eens, ik ben gelijk een doode, en ik bid u, mijn lieveling, laat. geen gedachte aan mij, aan mijn liefde, mijn verdriet, tusschen u en een gelukkiger lot dan getrouwheid aan mij u ooit brengen kan, staan. De gedachte aan u zal mij heilig zijn tot in der eeuwigheid. Gij zult de wakende engel zijn, die tusschen mij en het kwaad in staat. Ik zou niet kunnen verdragen, dat gij in de schipbreuk van mijn leven mee ten onder gingt. Ik vraag ii slechts, bid voor mij een gebed vol vertrou wen het zal veel o, zoo veel voor mij beteekenert. Het zal mij op het rechte pad houden te midden van ruwheid, bedrog, ellende. Ik zal altijd weten, dat ge van mij houdt Ik zal altijd herrinneren, dat ge eens in' werkelijkheid mijn bruid,mijn liefste.de koningin van mijn hart waart. Dat zal mij genoeg zijn Wanneer ik hier nog (I maanden ben, zal ik openlijk een brief van u mogen ontvangen. Doch zoolang kan ik niet wachten. I)t' gevangenbe waarder heeft op zich genomen dezen brief voor een belooning te vei zenden en een antwoord te ontvangen. Schrijf mij een paar regels om mij te overtuigen, dat ge nog in mij gelooft en dat ge begrijpt, waarom ik u de \riiheid hergeet. Het is mijn hartstochtelijke liefde, die mij er toe drijft. Het kost mij onuitsperkelijk veel pijn, doch dat weegt niet op tegen uw welvaren en geluk. God zij mei u, God beecherme, God zegene u! Frank Anson.' Grantmoor. De Grieken iconen bijzonder weinig neiging om zich te schikken naar den raad van de mogendheden. De geheele natie verkeert in een koortsachlige maar ongetwijfeld mooie geestdrift voor de broeders op Kreta, en dat zorgeloos volkje laat zich meesleepen en sleept alles mee wat weerstand biedt, reikhalzende om de Kretenzen le verlossen van het ver foeilijke Turksche juk. Die geestdrift is vrij wat aantrekkelijker dan het angstig gezwoeg vau de groote mogendheden, dat geen ander uitweiksel heeft of zal hebben dan akelig lapwerk van korststondigen duur. Hel nieuws uit het oostelijke deel van ons werelddeel is dan ook op "t moment zeer ernstig, na een tweetal etmalen van betrek kelijke kalmeering: de insurgentcn (christenen) hebben, ten getale van 4000 a 5000 rond Kanea (de hoofdstad van Kreta, die vóór den opstand 13000 inwaners telde) vereenigd, het vuur geopend op die stad en de Turken hebben dezen aanval niet onbeantwoord ge laten de kroonprins Konstantijn, gehuwd met de zuster van keizer Wilhelm II van Duitschland, is te Pireus met drie regimenten scheep gegaan naar Kreta en toen de ge zanten der verschillende mogendheden te dezen aanzien vertoogeu richtten tot de Grieksche legeering, werd hun geantwoord, dat zij (de regeering) zich den toestand ten volle bewust was en volkomen wist wat zij deed. Dat is dus eigenlijk niet veel minder dan de eerste stap op den weg tot een uitbarsting, welke de mogendheden wel niet zullen kunnen voorkomen, ook al mocht de eensgezindheid boven alle verdenking zijn en Griekenland van achter de coulissen niet worden gesteund en aangemoedigd. Duidelijker antwoord op de protesten der mogendheden tegen het doen van Griekenland had men te Athene moeielijk kunnen geven: terwijl men in 't westen van Europa er nog over aan 't tobben was, wat nu eigenlijk beter HOOFDSTUK XL. Waarin Shackleford de eerste poging doet kapi tein Roper van zijn mededinger te verlossen. Maanden waren voorbijgegaan; maanden van krankzinnig makende eenzaamheid, arbeid die steeds zwaarder werd, opstand die dag aan dag heviger scheen te worden, blinde vergissingen te midden van een netwerk van dwalingen en leu gens, die meestal eindigen in onverdiende be straffingen. Zijn pogingen om zich tegen onrechtvaardige beschuldigingen te verdedigen werden door de autoriteiten der gevangenis voor brntaliteit, weerspannigheid gehouden en voortduier.d onder ging hij straf. Hij moest nog leeren, dat het woord van een gevangene nooit voor dat van een gevangenbe waarder gaat. En ellende stapelde zich op ellende, ontaarding werd gevolgd door ontaarding. Hij kwam half om van gebrek en geleek ten laatsie nieis meer dan een schim. Shackleford deed zijn werk goed. Er was geen antwoord op zijn brief aan Ma deline gekomen. Shackleford verklaarde dat hij den brief ver zonden had, doch dat hij geen teeken gekregen had, dat hij ontvangen was. En het hart van den minnaar kromp ineen. Beteekende dit stilzwijgen, dat ze alle ver trouwen in hem verloren had? Verachtte ze hem zoo diep, dat ze zelfs geen kort bericht wilde zenden, dat zijn brief haar bereikt had Negen maanden lang duurde het stilzwijgen. Bij het begin der tiende maand werd Frank een haveloos, uitgeteerd man aangewezen, om mede te werken aan het droog maken van een moeras. Toevallig voerde hier Shackleford ook het bevel over hem. Frank Anson was niet volkomen in staat dit zware werk te verrichten, doch er kwam geen klacht van zijn lippen. Stilzwijgend gehoorzaamde hij, nam zijn hou weel op en trad met zijn nieuwe kameraden in het gelid. Het werk bestond uit het weggraven van aarde om groote, kolossale steenen heen, die onder het zou zijn Grieketilands zeemacht te dulden als toeschouwster dan wel haar met zachten drang of desnoods met geweld terug te drin gen naar Pireus, werden in Griekenland de reserve-lichtingen van 1893 en 1894 opge roepen met eeu maximumtijd van 48 uur en hield prins Konstantijn tot een troepenmacht bestaande uit veldartillerie en sapeurs, een redevoering waarin hij herinnerde aan de groote daden der Helleensche krijgers en opwekte tot navolging van dezen. En het uite:lijk vertoon werd niet gespaard: men kan Griekenland niet verwijten dat 't de dingen in donker doet: na de revue, waarbij de koningin en de gemalin van prins Kon stantijn aanwezig waren, trok de troep met slaande trom en vliegend vaandel langs de hoofdstraten naar het spoorwegstation, aller- wege toegejuicht door een geestdriftige mengte en te Pireus was de ontvangst niet minder vaderlandslievend. Koning George zelf wordt gezegd de leiding der zaken aangaande Kreta geheel in handen te hebben en met de mogendheden voortdu rend in gedachtenwisseling te zijnterwijl nog heel lakoniek verzekerd wordt, dat de uitgezonden troepen alleen tot taak hebben de christenfamilies te beschermen en de orde te herstellen en dus het eiland te bezetten! Alsof dat niet genoeg was om Turkije te doen besluiten krachtig te antwoorden op Griekelands vertoon ter zee zoowel als te land, trekt Nicolaas van Griekeland met een regiment artillerie naar Larissa in Thessalie. Tot een treffen tusschen de Turksche en de Grieksche oorlogsmacht schijnt 't nog niet gekomen, en volgens laatste berichten zou 't, ter voorkoming en van een landing der Grieken èn van de afzending van verster kingen door Turkije, in het plan der mogend heden liggen, Kreta te bezetten door troepen van het gemeenschappelijk eskader. Wat Griekenland niet mag,mogen de mogendheden wel. Wat dan verder gebeuren zou na een ëventueele pacificatie Men spreekt van niets minder dan handhaving van des sultans su- ïnoeras bedolven lagen en welke losgemaakt moesten worden en verwijderd. Shackleford gal' Frank Anson bevel aan den grootsten steen te beginnen. Met hem werkte een jong, berouwvol veroor deelde uit zijn aldeeling de arme kerel, wiens armoede hem tot diefstal verleid had, doch die, om der wille van zijn vrouw en kind, tot wien' hij spoedig hoopte terug te keeren, streed om zijn fout weder goed te maken. De twee mannen werkten ijverig voort en maakten een diepe greppel om den kolossalen steen, waardoor deze aanmerkelijk losser werd. Frank Anson was lichamelijk zeer zwak, doch met mannelijk gevoel van plicht vervolgde hij zijn moeielijke, zware taak. De anderen waren bezig met het opladen van kleine steenen die reeds tevoren losgegraven waren en reden ze naar een plaats op een honderd meters afstand. Op onderdrukten toon spraken zij met el kander. Hun taal was onbeschrijfelijk. Frank Anson had eenige zinnen opgevangen waarvan hij huiverde. Toen hij en zijn raeteezel ongeveer een uur gewerkt hadden naderde Shackleford het moeras en nam een overzicht. Zijn gelaat was thans doodsbleek en zijn trekken vastberaden, alsof hij besloten had iets te verrichten, dat hem tegen de borst stuitte. Werk door, zei hij tot Frank Anson, hij moet nog veel losser. Toen zag hij naar den jongen man aan Franks zijde. Gij deedt beter met den kruiwagen te gaan rijden, zei hij bits. Een i9 genoeg hier. De jonge veroordeelde was een nieuweling in dit werk ovenals in het bedrijver, van misdaden. Hij begreep niet, dat die woorden tegelijk een waarschuwing en bevel bevatten. Voor hij ge hoorzaamde, boog hij zich voorover otu zijn schoenriem aan te halen. Zijn slanke jongens achtige figuur zag er meewarig uit in zijn blauw met rood gestreepte» kiel. Terwijl hij boog, vervolgde Frank Anson zijn werk, doch plotseling greep een andere misdadi- f;er, door een onverklaarbaar gevoel van mede- ijden gedreven, hem bij den schouder.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1897 | | pagina 1