Nummer 16. Donderdag 25 Februari 1897. 20" Jaargaii^ „KAPITEIN SlIfflOV] i Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen, n KAPITEIN SBAHROf. ANTOON TIELEN, Geïllustreerd Yerhaalj FEUILLETON. Staatkundig overzicht. £3 UITGEVER Waalwijk. ONS NIEUW GETITELD: COULSON KERNAHAN, getiteld De Echo vim het Zuiden, falwykscie en Liigstraatscle Courent, Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,—. Franco per post door het geheele rijk fl,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven "worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau vau Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Waarvan de opname in liet eerstvolgende nummer van het .Zondagsblad wordt aangevangen. Zeker is er in den laatsten tijd in Enge land niets verschenen, dat met meer gretig heid gelezen werd dan het verhaal van den bekenden schrijver En inderdaad, de verschrikkelijke gebeur tenissen, die er in voorkomen; de geheim zinnige wijze, waarop de grootste euveldaden worden gepleegd de nooit gehoorde onbe schaamdheid, waarmede de booswicht telkens na het bedrijven van een nieuwen gruwel den naam, ODder welker, hij bij zijne eed- genooten bekend staatachterlaat als een "dreigende waarschuwing van nog meer schrik aanjagende gewelddadendat alles maakt dat men het verhaal volgt met eene spanning, welke steeds klimt, naarmate men de ont knooping nadert. En steeds dat onbekende betreffende de ziel der samenzwering, den onmensckdie de dradenwelke alles in beweging brengen, in handen houdt en dien men alleen kent onder den naam, door kem- zelven aangegeven als Kapitein Shannon. Wie hij is, hoe zijn spoor wordt gevonden, op welke wijze hij wordt nagegaan in zijne met zooveel zorg bedekt gehouden omzwer vingen en zich eindelijk het masker ziet afgerukt door den man1, die met ongeëve naard geduld en weergalooze schranderheid 35 Ga op zij, vlug I Hoewel Frank Anson zijn bedoeling niet be greep, klauterde hij naar boven, denkende dat men zijn hulp voor iets anders noodig had. De oude dief, die hem gewaarschuwd had, stond weer bij zijn kruiwagen. Frank zag naar Shaekleford rond, doch de ge vangenbewaarder was een goed eind verwijderd. Bijna op hetzelfde oogenblik klonk er een verschrikkelijke gil over de plaats. De groote steen was plotseling losgeraakt en was gekanteld. De jonge man, die zich voorover gebogen had, lag verpletterd onder den steen. 0 God 1 Lucy Lucy I Om Godswil, mannen help' h-e-l-p De kreet stierf weg. Met een gil vloog Frank Aason te hulp. Hij herinnerde zich toen, dat Shaekleford dezen armen kerel, niet hem gewaarschuwd had, dat de bewaarder hem bevolen had door te werken, en dat, zoo de oude veroordeelde hem niet ge waarschuwd had, hij op dit oogenblik met zijn metgezel of in zijne plaats hier zou liggen HOOFDSTUK XLI. Goede hemel! Amelia 1 ge bedoelt toch niet, dat ze die Harriet Blake verirouwt? Ja, zei Amelia verwonderd,'.in antwoord op Trimball's vraag. Ze vertrouwt miss Blake evengoed als mij. En waarom niet? Harriet Blake zou miss Ma deline geen kwaad kunnen doen, ook al zou zij het willen, hetgeen ik niet geloof en ze heeft het in hare macht haar in de gewenschte richting te helpen. Natuurlijk zou ik er niets van geweten hebben, ware ze niet ziek geworden, zoodat ze dus niet zelf naar Uoveney House kon gaan om te zien of er brieven waren. Ze drukte mij met tranen in de oogen op het liart, dat ik er niemand over spreken mocht en duim voor duim den weg verkent, welke, naar zijn doel leidt, (wordt onthuld in eenl reeks van merkwaardige bladzijden, waarvan) de kennismaking den lezer ongeëvenaarde belangstelling zal wekken. De ondergeteekende wenscht geregeld bijl zijn courant te ontvangen het Geillustreerd Zondagsblad, wekelijks in acht groot folio pagina's met tal van gravures verschijnende, tegen den prijs van 30 cent per kwartaal franco per post 3 7 Va cent. Woonplaats Naam Nijverheid en Technische Kunsten. De minister van waterstaathandel en nijverheid brengt ter kennis van belangheb benden 1°. dat,' overeenkomstig de artikelen 13 en 27 der veiligheidswet (wet van 20 Juli 1895 Slbl. n°. 137), het hoofd of de bestuurder van eene fabriek of werkplaats vóór 1 April 1897 aan den bnrgemeester van de plaats, waar de fabriek of werkplaats is gelegen, moet zenden eene opgave a. van hel bedrijf, dat wordt uitgeoefend; b. van de soort van drijfkracht en het aantal krachtwerktuigen, die worden gebezigd; c. van het aantal der personen, die aldaar in den regel zullen verblijven; d. voor het geval, dat de fabriek of werk plaats behoort tot de inrichtingen die gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken, en niet mogen worden opgericht zonder vooraf ver kregen vergunning, van het gezag dat de vergunning gaf tot het oprichten en van de dagteekening van het besluit, waarbij de werd verleend; 2°. dat de vorm der sub 1°. bedoelde opgave, vastgesteld bij beschikking van den minister van waterstaat, handel en nijverheid van 5 December 1896 n°. 166, afdeeling Arbeid en Fabriekswezen, is opgenomen in de Sic. van 16 December 1896, n°. 296; zoo kwam ik langzamerhand alle bijzonderhe den te weten. Ziet ge, Charlie, ik zal u meer vertellen, maar ge moet me eerst beloven, dat ge niets over vertellen zult. Ik zou daardoor in groote moeielijkheden ge raken, weet ge. Trimball zag teleurgesteld op. Natuurlijk zal ik niets verklappen, Amelia. Ge moest mij nu, geloof ik toch beter kennen. Amelia knikte. Wel, die Shaekleford, die kennis van Harriet Blake, heeft het toezicht over mr. Anson. Miss Blake schijnt hem goed te kennen, ze zijn, geloof ik, samen verloold geweest en het schijnt dat hij alles voor haar over heeft. Hij gaat zelfs zoo ver, dat hij mr. Anson heimelijk brieven van miss Madeline in handen speelt. Dat gaat zoo reeds een tijdje. Doch wat hard voor miss Madeline is, dat zo nog geen lettertje in antwoord van hem terug heeft ont vangen. Het maakt haar ziek. Het knaagt haar aan het hart. En wanneer ze mij de brieven teruggeeft kan ik het bijna niet houden van het schreien. Trimball legde zijn vork en mes neer en leunde achterover in zijn stoel. Welke brieven vroeg hij. Ik dacht, dat ge zeidet, dat ze geen brieven ontving. Niet van hem verklaarde Amelia. Van den gevangenbewaarder, Shaekleford, aan miss Blake. Het schijnt, dat hij er verschrikke lijke dingen over mr. Anson in zegt; hij moet slecht zijn geworden en een van de laughartigste veroordeelden in de gevangenis Het is alles gelogen 1 Ik geloof het nietEn wat meer zegt, ik zal het nooit gelooven. Wie mr. Anson ook ware, ook al bedreef hij dien moord hetgeen ik niet geloof hij was altijd een «gentleman* in zijn manieren. Ik zal u zeggen, wat het is, Amelia, riep hij uit. Het is niet in den haak. Zij en mr. Anson worden schandelijk bedrogen en des te eerder moeten uw jonge meesteres de oogen geopend worden, en wel zoo spoedig mogelijk Zijt ge er zeker van dat niemand anders van die zaak weet Amelia schudde verschrikt het hoofd. Het spijt mij, dat ik het u verteld heb, Charles, zeide zij. Ik had er u geen woord over 3°. dat op overtreding van art. 13, le jlid, of van art. 27 der veiligheidswet in art. ]19 dier wet eene straf is gesteld van hechtenis jvan ten hoogste 1 maand of geldboete van 'ten hoogste 100; 4°. dat de veiligheidswet onder fabrieken en werkplaatsen verstaat a. alle zoowel open als besloten ruimten, waarin of voor eenig bedrijt pleegt gewerkt te worden aan het vervaardigen, veranderen, herstellen, versieren, afwerken of op andere wijze tot verkoop of gebruik geschikt maken van voorwerpen of stoffen, of waar in of voor eenig bedrijf voorwerpen of stoffen eene daartoe strekkende bewerking plegen te onder gaan, een en ander voor zoover aldaar een krachtwerktuig ol een oven wordt gebezigd of tieu ot rncïr personen plegen te verblijven. Daar, waar de werkzaamheden, ten be hoeve van eenzelfde bedrijf, worden verricht in afzonderlijke doch met elkander in ge meenschap staande ruimten, worden de af zonderlijke ruimten geacht een onafgescheiden geheel uit te maken; b. vlasbraakhokken en zwingelketen; 5°. dat ondei krachtwerktuigen worden verstaan, werktuigen,die de drijfkracht leveren, noodig voor het in beweging brengen van een arbeidswerktuig of aan een toestel als stoomwerktuigen, gas-, petroleum-, benzine-, heete-lucht water- en electrometoren, wind-, water- en door dieren gedreven molens; 6°. dat onder ovens worden verstaan, zoodanige besloten ruimten, die verhit worden en dienen om te bakken, te calcineeren, droog te distilleeren, te gloeien, in te branden of te smelten, als aardewerk- en porseleinovens, brood-, koek-, beschuit- en banketbakkersovens, emailleer ovens, glasovens, gloeiovens, kalkovens, lak- ovens, moffelovens, pannen-, steen- entegel- ovens, retortovens, smeltovens, vlamovens. (Stct.) Kreta, Kreta und kein Ende De toestand moeten zeggen, omdat het mij in vertrouwen medegedeeld werd. En ofschoon ge mijn tweede ik zijt en het dus ook weten moogt, mag miss Madeline niet ver moeden, dat gij er van weet. Maar ze zal het wel vermoeden, hernam Trimball vertrouwelijk. Ze weet heel goed wat liefde is. Man en vrouw zijn één, en zij mogen geen geheimen voor elkander hebben. Amelia bloosde. Dat dacht ik ook, zei ze verlegen. Maar wij zijn nog geen man en vrouw, Charles. Dat doet er niet toe, zei Trimball plotseling opspringende en haar omhelzende. Wij zullen het spoedig zijn en ge behoeft niet bevreesd te zijn, dat ge door mij het geheim te vertellen, miss Harvey verraden hebt. Charlie 1 Charlie I denk om de deur. Ieder die binnenkomt, kan ons zien. Ze maakte zich uit zijn omarming los en nam afscheid. Ik ben blij dat ge dit verteld hebt, Melia. Ik heb nooit in mr. Anson's veroordeeling kunnen berusten. Het is natuurlijk mijn zaak niet en ik heb het recht niet er mij in te mengen, maar niettegenstaande dat houd ik er mij nog altijd mee bezig. Zoo hij onschuldig is, is het verschrikkelijk dat hij in de gevangenis zitl Ik zal u zeggen wat ik geloof, Melia. Die man is bezig zich op te offeren. Hij moet iemand be schermen. En die iemand is de schuldige niet. Ik verdenk iemand. Ik heb vermoeden op iemand 1 Mr. Anson heeft niet de minste gedachte dat kapitein Roper zijn vijand is. Ik heb het mij in mijn hoofd gehaald hem van den tegenwoordigen stand van zaken te gaan verwittigen. Ik zou hem stellig schrijven of trachten te spreken te krijgen, als ik maar wist hoe. Doch dat is geen gemakkelijke taak, ten minste niet voor mij. Het zou van geen nut zijn hem door tusschen- komst van miss Blake een brief te zenden. Wat Madeline's brieven betreft, ik geloof niet, dat ze in zijn bezit komen. Miss Blake is een vreerad schepsel. Zij en kapitein Roper zijn in den laatsten tijd te goede vrienden geweest, dan dat ik zou kunnen ge in en om het eiland is waarlijk allerzonder lingst en feiteiijk geheel in strijd met onze begrippen van het volkenrecht. Want ofschoon er noch van Grieksche, noch van Turksche zijde een oorlogsverklaring heeft plaats gehad, wordt er voortdurend gevochten, 't Is waar, het zijn geen groote veld- of zeeslagen waarvan de berichten tot ons komen, maar dit doet niets af aan het karakter van den toestand. Vechten is vechten en de Grieken laten er geen gras over groeien. Te Agio, bij een botsing met de Turken zijn, 3 hunner officieren gesneuveld, maar zij bemachtigden 2 sterke stellingen en zijn, volgens een tele gram dd. 20 dezer, thans meester van het geheele eiland met uitzondering van enkele plaatsen. Te Athene verklaart men zich bereid vol te houden tot het uiterste. Koning en volk wedijveren in krijgshaftigheid en geestdrift Volgens een der in de hoofdstad verschijnende bladen zou Z. M. George zich tot een der Europeesche gezanten aldus hebben uitgelaten „Ik ben voornemens de annexatie van Kreta door te zetten, ondanks de dwangmiddelen, welke ik van den 'kant der Europeesche mogendheden te duchten heb, want ik zal geheel Griekeland aan mijne zijde hebben." Maandag werd door de Atheensche bevol king weder een groote manifestatie gehouden. Nabij het universiteitsgebouw kwamen dui zenden personen bijeen, die onder gejuich instemden met een adres aan den koning, waarin verklaard wordt dat het volk tot geldelijke en andere opofferingen bereid is om de politiek van actie tot een goed einde te brengen. De betoogers begaven zich naar het paleis, waar een deputatie het adres aan den koning ter hand stelde. Deze verscheen op het balkon, omringd door het koninklijk gezin, en zeide „Gij vervult een waar man daat van het volk, ik dank u voor de indruk wekkende betooging. De betoogers begaven zich vervolgens naar het ministerie, waar de le minister Delyannis de menigte toesprak en dezelfde gevoelens als de koning uitte. looven, dat ze een vinger uit zou steken om Ropers mededinger te helpen of te vertroosten. Ze heeft er stellig iets bij te winnen door zich zoo voor miss Harvey te interesseeren. Het kan zijn, dat ze dien bewaarder kent. Ik durf zeggen, dat het zoo is. Doch indien deze Shaekleford brieven van miss Harvey in de ge vangenis kan brengen, kan hij er ook van mr. Anson uitvoeren; en inen mag zeggen wat men wil, Amelia, doch ge kunt er op rekenen, dat indien Frank Anson slechts gelegenheid had eeuige regelen aan de vrouw, die hij lief heeft, te zenden, hij er Yijf jaren van zijn leven voor geven zou. Gedurende het verhoor hadt ge slechts behoe ven te zien hoe hij miss Madeline aankeek, om te weten hoe lief hij haar heeft. Dit zeg ik u, Amelia, de waarheid zal ik vinden. Dat kunt ge niet, zei Amelia nadenkend. Hoe zoudt ge dat aanleggen Dat weet ik nog niet, antwoordde de kleine kapper. Doch de waarheid zal ik vinden. HOOFDSTUK XLII. Toen Frank Anson de gedachten door 't hoofd ging,' dat de bewaarder Shaekleford van het ge vaar geweten had en het zijn bedoeling was geweest hem in plaats van het gevallen slacht offer te dooden, ging er een ijskoude rilling door zijn leden. Gedurende een oogenblik scheen hij zinneloos. Zijn schoon, kleurloos gelaat en zwak lichaam trilden van verontwaardiging en afschuw. Doch de kreten van den armen ongelukkigen man riepen hem tot de werkelijkheid terug. In dolle vaart rende hij naar den steen. Haal de baar, riep hij op gebiedenden toon, vergetende dat het niet zijn zaak was te bevelen. Doch de meeste mannen hadden het werk ge staakt en zagen verschrikt rond, doch staken geen hand uit. Mogelijke waren zulke ongelukken niets onge woons. Shaekleford naderde van verre stellig in de verschrikkelijke verwachting van de ramp de plaats, welke hij beleidvol verlaten had. Hij beval den mannen, die met den kruiwagen reden, hulp te verleenen. De toon waarop hij sprak, was heesch en verwonderd zagen ze hem aan. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1897 | | pagina 1