Nummer 19.
Zondag 7 Maart 1897.
J aar ga lig
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
«m
ANTOON TIELEN,
Staatkundig
over
UITGEVER:
Waalwijk.
ik squ mm m i!eco?ver-
HET EILAND KRETA.
De Echo van het Zuiden,
Waalwyksrkr en Laigstraatsche Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,
franco per post door het geheele rijk f 1,35.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentiën 1 7 regels fO,GO; daarboven 8 cert per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
V E K S L A (i der vergadering, uitgeschreven
door het Districts- en Plaatselijk Co
mité der Tentoonstelling vnn Noord—
Brnbuntsehe Nijverheid 's Bosch 1897,
te WAALWIJK op Woensdag 3 Maart,
des avonds ten 8 ure.
Ten acht ure troffen wij op „Musis
Sacrum" nog maar een paar heeren aan
kwartier over achten waren er vijf, en ten
8.35 merkten wij op de heeren
J. B Timmermans Wz., voorzitterP. van
Loon Gz., A. Verbunt en J. Timmermans,
leden; F. W. van Liempt, secretaris; H. A.
J. Zeegers; Jac. Gragimans; Jac. van Riel
W. L. H. van Hi;st; L Gooijaarts; H. L van
Delft; Jos. Groeneu.
De voorzitter opent de vergadering met
een woord van welkom en zegt dat het
comité het nuttig geoordeeld heeft de expo
santen van Waalwijk, Baardwijk en Bezooien
op te roepen ten einde voorloopig te be
spreken hoeveel plaatsruimte er uoodig zal
zijn, om in de vergadering der Langstraatsche
industriëelen die Maandag aanstaande ge
houden zal worden des te gemakkelijker te
bunnen bepalen hgeveel plaatsruimte er voor
de geheele Langstraat zal benoodigd zijn.
't Spijt spreker zeer, dat er vau deze gele
genheid zoo weinig gebruik is gemaakt, doch
daarbij komt gelukkig, dat er van eenigen
bericht is ingekomen o a. van den heer
Henri Wiilox die voorloopig 2 M3 doch later
mogelijk meer zal noodig hebben, dan van den
heer E. W, Klijberg die ook op 2 M2 rekent,
verdpr v&n de heeren Klerx en Van Crom-
voirt te Baardwijkdie nog geen meters
opgaven en dan kan zeker gerekend worden
op inzendingen van de heeren HofFmans
Jac. Gragtmaus, Jac. van Riel. P. van Loon
Gz.. de firma W. Timmermans Zonen, E.
W. Klijberg, A. van Iersel Zoon en Her
man Zeegers.
De heer W. L. H. van Hilst verklaart ook
deel te willen nemen.
Medegedeeld wordt dat de heer Vivie eeue
antieke kast zal exposeeren.
Voor Bezooien mag op deelnemirfg gere-
rekend worden van de heeren Groenen
BToeders-Leppers, H. L. van Delft, die zegt
Jijj zal trachten op tijd klaar te zijn, I-,.
gooyaarfs (niet' tppssèn) en dan pok O. Q.
Vprwjél ep de Gebroeders Wem^ers.
Thans wordt besproken hoeveel plaatsruimte
ieder zou noodig hebben.
Onder die bespreking merkt de heer P.
vgn Loon op dat het voor de looiers wen-
7 schelijk was te bepalen het aantal der te
'expp^eef^n lju'jdep.
De heer Van Hiel vindt *t bcsie ieder
evenveel.
De voorzitter zegt dat op 2 M2 zes huiden
wel geëxposeerd kunnen worden.
De heer Gragtmans zou het aantal op 3
of 4 bepaald willen zien doch merkt daarbij
op dat hij voor zich wat meer ruimte uoodig
heeft, wijl hij ook schors exposeert.
gr wordt algemeen goedgevonden als ma
ximum vier huiden ie stellen.
'voor Waalwijk, Baardwijk' en Bezaaien kan
voorloopig gerekend worden op ongeveer 60
M3, terwijl vo r de heeren Verbunt eu P.
van Loon door Maandag a.s. alsnog pogingen
jn 't werk gesteld zullen worden nog meer
deelnemers te winnen.
De voorzitter zegt dat er wel kans bestaat
dat de heeren Vivie en Gooijaarts, omdat zij
meer als ambachtsman exposeeren, hunne
p<a*t$>inmta i$PfjlelQ9S ?nllen hebben.
Yr Ötschopn zfegf wjdsr cte v^rzjt^r, m
meer op tie vergadering van ï^aandag thuis
hoort, kan ik den heeren mededeelen dat
Waspik, Raarasdouk, 's Gravemoér én leunen
00k exposeeren.
klartng wertl getee^end om die aun hot DCotuur
in den Bosch te kunnen zenden, b.v.
»De ondergeteekeuden verklaren deel te
nemen aan de tentoonstelling van Noord-Brah.
Nijverheid te 's Bosch, 17 Juli—5 Sept. 1897,
door te exposeeren en verbinden zich derhalve
bij deze. pro rato, voor de te nemen plaats
ruimte in de kosten te deelen.
Deze verklaring werd door alle aanwezige
exposanten geteekend.
Nadat er tusschen den voorzitter, de heeren
Gragtmans en Van Loon cene besprekiug
heelt plaats gehad over collectieve inzending
van de looiers en van de schoenfabrikanten,
en nadat de heer Verbunt belooid had de
exposanten te Loonopzand te bezoeken, het
aantal benoodigde meters op te nemen, en
ze de verklaiing te laten teekenen, wordt de
vergadering gesloten.
Het eiland Kreta, sinds het onder Turksch
bewind kwam, schier onophoudelijk iloor
opstanden geteisterd, staat als zeer vruchtbaar
bekend, en het klimaat is er over het geheel
genomen zacht en gezond; alleen wanneer de
Sirocco uit Afrika oversteekt, klimt de tem
peratuur sterk en is het er benauwd en
onaangenaam.
In den zomer regent het nooit; in de
nabijheid der zee hangt dan evenwel geregeld
een zware dauw. De bodem is wel rotsachtig
of zanderig, maar de bewerking wordt ruim
schoots beloond.
In de oudheid was het eiland bekend om
zijn wijn, olie en honing; doch in de laatste
tijd is de bebouwing van het land zeer ver
waarloosd. OUjfboomen worden in groote
menigte aangetroffen vlas tabak en allerlei
zuidvruchten groeien er in overvloed. De
eenige artikelen van uitvoer zijn echter nu
olie wijn honing, was, uitstekende zijde en
een soort kaas die veel in de Levant ge
vraagd wordt.
De bevolking werd in 1873 geschat op
ruim 234,000 Christenen 38,840 Mahome-
danen eti 3200 Joden. Het grootste deel der
bewoners is van Grieksqheu oorsprong. Het
zuiverste is het Grieksche ras bewaard geble
ven bij de Sphakioten die het bijna ontoe
gankelijke bergland van Madras bewonen en
bij den opstaud in 18Ö8 aan het Turksche
bewind werden onderworpen.
De oude Kretenzers hebben langen tijd
hunne eigenaardige gewoonten en gebruiken
weten te bewaren en thans nog vindt men
in het gebergte sporen terug van hun vroe-
geren gedsdienst. De Kretenzer priesters en
philosoten waren in Griekenland zeer gezien
en toen in 596 voor Christus Athene geteisterd
werd door de pestwerd een beroep gedaan
op den Kretenzer wijsgeer Epimenides die
de s.ta4 rgcjde- TTit dankbaarheid richtten de
Aiheners een altaar op „voor den onbekenden
God" der Kretenzers en men wil dat Paulus
dftt altaar zag,toen hij door de straten van
Athene wandelde en er later aanleiding uit
nam, om den waren God aan de Atheners te
verkondigen.
De Kretenzers hebben nooit hun afkomst
vergeten, al behoort sinds 1645, het jaar van
het beroemde beleg van Katiea het ejland
aan Turkije, dat ?r clctQr sijn' bewind in
geslaagcl"is het eiland allengs te ontvolken.
Een eeuw en lauger hebben de Kretenzers
voortdurend getracht het Turksche juk van
zich af te werpen en toen in 1821 Grieken
land opstond, grepen ook zij naar de wape
nen. Maar zij werden genoodzaakt zich weer
te onderwerpen eu hnn zucht naar vrijheid
werd door de Turken letterlijk in bloed
gesmoord in de kathedraal van Kandia
werden alle christelijke priesters en vele Runner
volgelingen ^esjacjtf.
'^an' qai' tijdstip 'af- het eiland steeds
achteruitgegaan; de. toestand van Muzelman-
nenzOo'\yel als van Qhristenen werd jaar op jaar
slechter; de bestuurders jenden aan
doelzich zpc; spe^ebg mogelijk rijk te maken.
Eén treurige vermaardheid heeft in dit opzicht
de gouverneur Mustapha gekregendie in
eenige jaren een fortuin van 20 millioen heeft
weten bijeen te schrapen. Hij dwong o. a.
de bevolking hem haarolie te leveren tegen
een vastgestelden prijs, die niet hooger was
dan de transportkosten zelf zette hij dan de
olie legen fabelachtigen prijs weer van de
hand.
Na 1821 is het eiland bijna niet meer lot
rust gekomenoveral werden geheime ge
nootschappen opgericht, die met kracht werk
ten voor de bevrijding. In 1866 dook het
gerucht op, dat Frankrijk zich het lot der
Kretenzers zou aantrekken; en dat gaf hun
nieuwen moed. Den 30en Mei van dat jaar
verzamelden de Christenen zich op het pla
teau van Omalos; daar werd een lijst der
grieven opgemaakt en naar den sultan ge
zonden doch de mogendheden weigerden
tusschenkomst en lieten den sultan geheel vrij
in het ooderdrukken van den opstand.
Twintigduizend Turken onder Mustapha
NaïliPacha werden naar Kreta gezonden, en
de worsteling begon. Verscholen in hun
bergen boden de Kretenzers langen tijd
weerstand Griekenland zond hulp, doch de
andere staten bleven onzijdig, den Turken
vrij spel latende in het moorden en mishan
delen.
Zoo hadden zich een groot aantal Christe
nen verschanst in een kloosterdat door
Kretenzers eu Grieksche vrijwilligers werd
verdedigd. De Turken belegerden het klooster
weken lang zonder 't machtig te kunnen
worden. Ontploffingen baatten eerst niet, de
muren boden weerstand aan het kruit, maar
eindelijk werd hier en daar een gat geslagen,
waardoor de Turken naar binnen wisten te
dringen.
Een afschuwelijk bloedbad werd nu aan
gericht; mannen, vrouwen, grijsaards en kin
deren, allen zonder onderscheid, werden over
de kling gejaagd.... Acht maanden later vond
men de lijken, zoools zij door de Turken
waren achtergelaten.
Deze ontzettende slachting bracht een
groote opschudding te weeg in gansch de
wereld; overal gingen kreten van verontwaar
diging op, en men wachtte, dat de Europee-
sche mogendheden thans zouden tusschenbei-
de komen. Doch dit geschiede niet. Mu
stapha, die het ouweer zag naderen, beloofde
gratie aan ieder, die de wapenen neerlegde.
De vreemdeliugen werden toen inderdaad
met welwillendheid behandeld; doch de straf
der Kretenzers was des te zwaarder. Hun
steden en dorpen werden in brand gestoken,
hun oogst vernietigd, hun olijfboomen omge-
gehakt. Deze wreedheden hadden bijna een
oorlog tusschen Griekenland en Turkije ten
gevolge; deze werd voorkomen, omdat de
mogendheden het oogenblik gekomen achtten,
om zich met het geschil te bemoeien.
Griekenland werd als de schuldige be
schouwd; Petropoulakia, het hoofd der op
standelingen, werd genoodzaakt zich over te
geven en weer was de Porte meester van
den toestand. Den 20 Januari 1869 nam
de conferentie van Parijs een besluit, dat
regelrecht tegen Griekenland was gericht en
Kre\a geheel aan de willekeur der mogend-
heden overliet.
De Porte beloofde hervormingen; maar ze
bleven op papier geschreven. Tot een uitvoering
kwam het niet. In 1886 nieuwe opstanden,
waarbij Griekenland zich gelden deed. Toen
ook gingen de mogendheden over tot een
blokkade, omdat de Grieksche regeering, aan
welker hoofd destijds reeds Delvannis stond,
onvoldoende en ontwijkende anfwp.ordep gaf.
Deze blokkade werd qpet gestrengheid door
gevoerd e^i een grp.ot aantal schepen opge
bracht. >{a cq» maand werd ze evenwel
weer opgeheven; Tricoupis was aan het be
wind g ekonaen en had het leger naar zijn
haardsteden teruggezonden,
z vijlen de mogendheden het weer pre
bieren om Griekenland buiten de Kretenzi
sche quaestie te houden; maar wat cr ook
gebeure, dit staat wel vast, dat het fel ge
teisterde eiland den langsten tijd Turksch
is geweest en ook de vereeniging met Grie
kenland slechts een quaestie tijd kan
wezen.
Griekenland tegenover den eiscli der
mogendheden.
De periode van afwachting duurt onafge
broken voort en dat men nu wacht op de
beschikking van Griekenland, terwijl men tot
voor Dinsdag wachtte op de gemeenschappe
lijke stappen der mogendheden te Athene en
te Konstantinopel, maakt de zaak zelve niet
anders geduldocfening is het paroolNu
is er wel gelegenheid om zich door aange
name verpoozingen den tijd te korten, maar
veel nieuws op dit gebied is er toch ook
nietkansberekeningen wisselen af met ver
dichte verhalen en retrospectieve beschouwin
gen over de eenheid onder de mogendheden.
Van een wondergroot enthousiasme over
de aanbieding van de nota in den namiddag
van Dinsdag, getuigen de beschouwingen in
de leidende organen van Europa waarlijk
niet; 't minst scherp wordt er getuigd van
de aanbieding der nota door het officieuse
Fremdenblatt. De collectieve nota wordt door
dit orgaan de eenige oplossing geheeten, om
uit den verwarden toestand te geraken. „Ware
Europa niet tusschenbeiden gekomen zoo
zegt het blad dan zouden de Grieken nu
misschien de baas zijn op Kreta, doch dan
waren de Turken nu wellicht ook de baas te
Athene, welke terreinverwisseling hoezeer
van tijdelijken aard, toch niet wenschelijk
zou zijn geweest."
Dat is wel de juiste opvattingde aanbie
ding der nota's moest plaats vinden niet
omdat zij garandeert een gunstige oplossing
der moeielijkheden, doch wijl er niets beters
gedaan kon worden.
Nader is gebleken, dat aan Griekenlands
minister van buitenlandsche zaken zijn aan
geboden zes gelijkluidende nota's door de
zes gezanten, terwijl te Konstantinopel een
collectieve nota is overgebracht aan de Porte,
niet door den doyen der ambassadeurs baron
Calice, doch door den eersten drogman der
Oostenrijksche ambassade. En terwijl men
van den inhoud der nota, die te Konstantinopel
is aangeboden, niets meer weet dan de alge-
meene termen, wordt de inhoud der zes nota's
aan Griekenland in extenso gepubliceerd. Die
tekst luidt, als volgt
„Op bevel mijner regeering breng ik ter
kennis van Uwe Excellentie dat de mogend
heden overeengekomen zijn de gedragslijn
vast te stellen, waardoor een einde wordt
gemaakt aan den toestand, waarvan het
voorkomen niet van de mogendheden afhing,
doch waarvan het voortduren den vrede van
Europa in gevaar zou kunnen brengen. De
regeeringen zijn het eens geworden over de
volgende punten
1°. Kreta kan in geen geval onder de
tegenwoordige omstandigheden met Grieken
land vereenigd worden.
2°. Met het oog op de door Turkije ver
oorzaakte vertraging in de toepassing van de
met haar overeengekomen hervormingen
hebben de mogendheden besloten, aan Kreta
ord°r behoud van de integriteit van het
O'.tomansche rijk, een volledig zeltbestuur te
geven dat bestemd is, het eiland een afzon
derlijke regeering onder de hooge suzereiniteit
des sultans te verzekeren.
„Dit doel is slechts te bereiken, wanneer
de Grieksche vloot en troepen van Kreta
worden teruggetrokken. De mogendheden
verwachten met vertrouwen van de wijsheid
der Grieksche regeering dat zij niet zal vol
harden op een weg, die strijdig is met de
besluiten der mogendheden.
„Ik verheel niet dat mijne instructies nog
voorschrijven de Grieksche regeering bij
voorbaat mede te daeien, dat, in geval van
eene weigering, de mogendheden onherroe
pelijk t^sloien zijn, voor geen dwangmiddelen,
tet»^- te deinzeu wanneer de terugroeping dei»-
schepen en troepen van Kreta niet na afloop*
van een termijn van zes dagen beeft plaats,
gehad."