Burgerlijke stand.
Handelsberichten.
LASTIGE PAARDEN.
leeningen enz. Men zij dus op zijne hoede
voor zulke aanbiedingen en beware liever zelf
zijn geld.
Dr. A. Kuyper.
Een man, tot ver buiten onze landpalen
bekend door zijne buiteugewone geleerdheid,
zijn niet geëvenaarde werkïaamheid en onge
wone zeggingskracht, dr. Abraham Kuyper,
herdacht 1 April, den dag, waarop hij vóór
25 jaren als hoofdredacteur verbonden werd
aan het tegelijkertijd opgerichte antirevolutio
naire partij-orgaan De Standaard.
Dr. Kuyper werd 29 October 1837 geboren
te Maassluis, waar zijn vader predikant was.
Met zijn familie vertrok hij op jeugdigen
leeitijd naar Leiden, waar hij studeerde en
pron;ov erde aan de Hoogeschool. Na vol
brachte studie werd hij achtereenvolgens
predikant bij de Ned. Herv. Gemeenten te
Beesd (1863—'67), Utrecht (1867'70) en
Arasterdam (1870—'74). In 1874 werd h«'jjot
lid der Tweede Kamer gekozen, doch ini *77
legde hij dit lidmaatschap om gezondheids
redenen neer. Op 23 October 1880 aanvaard
de hij de betrekking van hoogleeraar aan de
pas gestichte Vrije Universiteit op gerefor
meerden grondslag, te Amsterdam. Sedert
1894 heelt hij zitting in de Tweede Kamer
voor Sliedrecht.
Behalve den Standaard, het hoofdorgaan
der antirevolutionairen, redigeert hij ook het
kerkelijk weekblad de Herautbeide bladen
vergden en vergen van hem een werkkracht,
als weinigen bezitten toch wist hij nog
steeds tijd te vinden tot het schrijven van
een aantal leerredenen, brochm es, tijdschrift
artikelen en weiken van grooter omvang.
Vooral bekend is zijn „Ons Program", richt
snoer van de antirevolutionaire beginselen.
Met al die vruchten van onvermoeiden
geest is de lijst der werken van dezen zeld-
zamen man de onvolledigheid zelve. Voor
het publiek niet te bespeuren, verricht dr.
Kuyper daarenboven nog een arbeid, waaraan
een gewoon sterveling reeds genoeg zou
hebben drukke briefwisseling voert hij met
ontelbare geestverwanten binnen- eu buitens
lands, met geleerden in en buiten Europa
nog is hij daarbij de raadsman, zoowel op
politiek als kerkelijk gebied, van duizenden
Gereformeerden in den lande.
Met bijzonderen luister zal te Amsterdam
feest worden gevierd en hulde gebracht aan
den Christen-staatsman, die door zijn veel
zijdige talenten, de bewondering afdwingt van
partijgenoot en tegenstander.
Drougelen. Ingevolge de niewe kieswet is
het aantal kiezers in deze gemeente met 26
vermeerderd. In 1896 waren er 31 thans zijn
er 57 kiezers.
De afkeuring van het schoollokaal in
de naburige gemeente Eethen is bij besluit
van gedeputeerde staten van Noordbraban:
dd. 26 Maart j. 1. gehandhaafd.
In de gemeente Heesbeen c.a. bed;oeg
het getal kiezers A. P. 106thans bedraagt
het 171, alzco eene vermeerdering van 65 kie
zers.—
Bevorderd bij de R. N. L. te Heusden
o. a. van de 3e naar de 4e klase J. E. Burg
hout en van de 2e naar de 3e klasse A. B.
de Moor, beiden kweekelingen alhier.
De werkzaamheden aan haven en ioswal
alhier worden thans met kracht voortgezet
Dussen, 28 Maart. Gisteren liep in de beste
orde ten einde, het door den heer J. van
Engelen gehouden biljart concours, ten koffie-
huize van den heer J. van Dijk alhier; vier
prachtige prijzen waren uitgeloofd.
De le prijs, een prachtige harmonica ter
waarde van f 28, voor het grootste aantal
punten werd behaald door C. Akkermans, te
Meeuwen met 25 punten; de 2e prijs een
harmonica ter waarde van f 18, voor de meeste
caramboles, werd behaald na kampiug met
L. Woensel te Dussen en M. de Munnick te
Kaatsheuvel, door Adr. van der Pluijra Pz.
te Hank met 10 carambolesde 3e prijs
een prachtige sigarenstandaard ter waarde
van f 8, voor de meeste roode ballen, ge
wonnen door A. Pols te Dussen, met drie
rooden; de 4e prijs, een nikkelen horloge
ketting ter waarde vau f 3.50, voor de meeste
witte ballen werd gewonnen door G.Wijtvliet
alles in 10 stooten,
Kuarasdouk 31 Maart 1897. Door de
„Landbouwvereeniging Raamsdonk (Dorp)'
en de „Landbouwvereeniging Raamsdonk
(Veer), is eene circulaire met onderstaanden
inhoud in ruimen getalle verspreid, en op de
daarvoor bestemde plaatsen aangeplakt, zoo
wel in deze ggmeente als in verschillende
omliggende plaatsen, en bedoelde circulaire
is bovendien verzonden aan al de onderlee
kenaars van het den 1 Maart jl. onderling
opgemaakte en den 18 Maart jl. vernieuwde
contract betreffende de „bietenkwestie".
Aan de landbouwers-bietenverbomcers
uit de gemeente JRaamsdonk en om
liggende plaatsen.
De besturen der „Landbouwvereeniging
Raamsdonk (veer)« en der „Landbouwvereeni
ging Raamsdonk (dorp)», de eerste gevestigd
te Raamsdonksveer en de tweede te Raaras-
donk(dorp), veroorloven zich de vrijheid, u
beleefdelijk het volgende ouder het oog te
brengen
De tijd begint te naderen, dat de landbou
werB moeten besluiten of zij in 1897 al of niet
bieten zullen* zaaien en, indien zij er willen
zaaien, of zij voor de teelt ervan, veel of
weinig land zullen beschikbaar stellen.
Tot onzen spijt, hebben de suikerfabrikanten
behoorende tot den „Nederlandschen Suiker-
fabrikantenbond" tot heden iu hunne contrac
ten de prijzen en voorwaarden niet in die
mate gewijzigd, als waarop wij meenden als
bietenverbouwers billijk reent te hebben. Wel
zijn een paar bezwarende voorwaarden in voor
ons guustigen zin veranderd, maar wij zouden,
ook na die veranderingen, de teelt van sui
kerbieten niet durven aanmoedigen.
Voor 't geval dat de suikerfabrikanten niet
poedig hunne prijzen verhoogen tot minstens
negen gulden per 1000 KG., franco scheeps
boord of waggon (welke prijs toch in sommige
streken wordt gegeven en bij de bieten uit
onze streken komen voor de verschillende
fabrieken toch zeker minder diverse onkosten
dan bij de bieten uit vele andere streken) en
verder in huune contracten nog niet die wij
zigingen in hunne voorwaarden maken betref
fende het betalen van voorschotten enz. enz
welke wij als zoo zeer noodig en niet meer
dan billijk geacht hebben in onze vergaderin
gen met u gehouden op dd. 1 en 18 Maart. jl.
geven wij u het volgende in ernstige overwe-
ging
Indien gij er in uwe bouwerij niet door in
verlegenheid komtzaai dan dit jaar geen
bieten en beteel uw land ten spoedigste met
andere gewassen, opdat de suikerfabrikanten
kunnen zien dat het u ernst is.
Indien gij er niet geheel en al huiten kunt
om bieten te zaaien zonder in uwe bouwerij
in verlegenheid te komen, krimp dan toch de
teelt zooveel mogelijk in en bezaai er zoo
weinig mogelijk land mede.
En om nu zooveel mogelijk er aan mede te
helpen, dat een volgend jaar de landbouwers-
bietenteelers in de verschillende streken van
ons land tegenover de suikerfabrikanten ge-
zamelijk met kracht kunnen optreden en mins
tens even sterk, zoo niet sterker zijn dan de
Nederlandsehe Suikerfabrikautenbond", raden
wij u ten sterkste aan om u aan te sluiten bij
de „Vereeniging van landbouwers die suiker
bieten verbouwen" en daarvan lid te worden.
De geringe j&arlijksche contributie van f 0.25
per persoon kan voor niemand een beletsel
zijn. Ieder landbouwer-bietenteler, in welke
streek van ons land hij ook gevestigd moge
zijnis in zijn eigen belang verplicht van
genoemde vereeniging lid te worden, want
alsdan breekt de tijd spoedig aan, dat de sui
kerfabriekanten willen ze tenminste bieten
ekocht krijgen, billijke eischen van de ver-
louwers naar waarde zullen moeten schatten
en er rekening mede houden.
Voor het geven van nadere inlichtingen
aangaande de „Vereeniging van landbouwers
die suikerbieten verbouwen", zijn wij gaarne
bereid en om er lid van te worden kan men
zich bij ons aanmelden.
De besturen van de Landbouwvereeni-
gingen bovengenoemd.
CAPELLE
Over de maand Haart.
GEBORENGerrit z. van Jacobus Boeser en Soetje
üerlemans Jacob z. van Johannes van
Tilborgh en Clasina Pieternella Verhagen
Adrianus z. van Cornelia van Kuijk
Pieter Antonie z. van Marinus Korsten en
Pieternella Maria Vos Adriaan z. van
Adriaan Mandemakers en Pieternella Ger-
-fitdina Verhagen Elisabeth Arnolda d.
van Pieter Verduin en Margaretha Nieu
wen huijzen.
OVERLEDEN: Adrianus Boeser, 76 jaar, weduw
naar van Maria van der Teen Geartruij
Bogers 72 jaar weduwe van Johan Wilhelm
Genuit.
WAALWIJK, 2 April 1897.
Bij redelijken aanvoer ter veemarkt was de
handel niet vlug en was er aan lagere prijzen
gemakkelijk te koopen althans voor kalfbeesten;
voor weivee daarentegen was meer kooplust tegen
betere prijzen dan de vorige week.
Jonge varkens aangevoerd 70 stuks, ver
kocht van f5.75 a f9.50 f
Ter botermarkt afgeslagen en verkocht 683 kg.,
van 10,87 k f 1.05 per kg.
Eieren 13 k 4,per 100 stuks.
In den huidenhandel gaat voortdurend
weinig om. De looiers in deze streek koopen
weinig daar de voorraad op de hoofdmarkten
gering is en de prijzen zeer hoog zijn. Hoe
wel de leerprijzen zich goed houden, zijn die
toch niet in evenredigheid der hooge huiden
markt. Licht leder wordt vooral zeer gevraagd
aan betere prijzen.
De handel in schors en andere looimid-
delen is flauw gestemd. Er gaat de laatste
dagen in deze artikelen ook weinig om.
Daar de huidenvoorraad wellicht binnen
kort door den aanvoer van nieuwe slachting
uit de productieplaatsen aanmerkelijk staat
te vermeerderen, verwacht men nieuw leven
in zaken zoowel in huiden als in schors en
leder.
DUSSEN.
Ter botermarkt aangevoerd 160 K.G. Prijs van
f0.96 a 1,08; markt gezet op f 1.04.
Eieren f 0.65 per 26 stuks.
exemplaren, die zich zoo nu en dan eens
verzetten tegen de over hen gestelde macht
en openlijk den dienst aan den heer der
schepping opzeggen. Maar het „wie niet
hooren wil moet voelen," heeft hier evenveer
recht van bestaan als daar. Regeeren met
den stok, 't is waarlijk geen benijdenswaar
dig baantjeDe Pruisische schoolmeester
mag in de school slaan, zelfs zóó, dat d3
gewone vleoschkleur op de plaats der ka
stijding een abnormale tint aanneemt. Wij
durven beweren, dat er jongens zijn, voor
wie een pak ransel een weldadige nawerking
kan hebben.
Maar, laten we voet bij stuk houden en
tot de paardenwereld terugkeeren.
Zoo we dan zeiden, zijn daarin ook exem
plaren, die zich aan velerlei kwaad schuldig
maken en het gaat lang niet gemakkelijk
daarin verbetering te brengen. liet eerste
middel, dat daartoe moet worden aangewend,
is evenals bij den menschhet woord.
Een paardenleven is ook een leven, 't moet
gerespecteerd worden en wij zijn volstrekt
niet gerechtigd om als beul op te treden
Maar, als zachte middelen niet helpen, wat
dan
Wat dunkt u van het volgende: Me
hebben een boer, of laat ons liever zeggen
scharrelaar gekend, die bij voorkeur paarden
kocht, welke een ander, uit hoofde van
leelijke eigenschappen, niet wilde hebben.
Hem waren ze nooit te ondeugend. Onze
scharrelaar, die aan den duinkant woonde,
legde er zich op toe zulke paarden te ver
beteren. Het strand was dressuurveld. Nu,
beter was er nietgeen sprake van slooten,
hesgen, gaten, kuilen enz. niets dan een
onafzienbare vlakte, begrensd eenerzijds door
de zee, anderzijds door de duinen. Moest
nu een onwillig paard aan de verbeterings-
kuur worden onderworpen, dan werd het
voor een driewielde kar met langen boom
gespmnen en tot trekken aangezet. Sloeg
het, dan werd het heel eenvoudig met gelijke
munt terugbetaald. Een lange zweep of
rotting vormde dan ook een geheel met het
voertuig dat een ruimen bak had, waarin
ruimte genoeg was voor 4 personen. Ter
eere van den man zei gezegd, dat hij steeds
de zaak in der minne trachtte te schikken
maar van de tien keer werd deze poging
van de zijde van het betrokken paard negen
met ondank beloond en sloeg dit de ver
zenen tegen de prikkels. Maar o, hé, dan
was er wat te koop en werd gecommandeerd:
„Dirk, vat jij hem bij den bek en jij Kees
smeer hem de ribben van wat ben je me; ik
houd de teugels en als sinjeur begint te
loopen, dan in den bak hoorDag aan
dag had dezelfde dressuur plaats, waarbij
er steeds voor gezorgd werd dat liet paard,
wanneer het den kamp begon op te geven
en goed trok, geen rust kreeg vóór het als
het ware doodaf en druipnat van 't zweet
was. Dan werd het in een flinken stal ge
bracht, goed toegedekt en behoorlijk van
voedsel voorzien.
En het gevolg van dit alles F
Steeds een goed handelspaard, waarmee
men als 't ware lezen en schrijven kon.
Onverschillig op welke wijze zich de ondeu
gendheid of koppigheid ook openbaarde,
onze duinbewoner bracht steeds radicale
't algemeen meer
Ook de paarden houden er een zonden-
register op na en wanneer we 't openslaan
vinden we er tal van overtredingen in ver
meld, die ten strengste gestraft moeten
worden, nu eens met extra arbeid, dan weer
met een kitteling door de zweep, soms
echter ook met een pak ransel.
Gelijk er menschen zijn, die vaak door
woorden niet tot rede zijn te brengen, zoo
ook vertoont ons de paarden ms at schappij
genezing aan.
We kennen een boer, die op een goeden
dag, voor hem een slechten, van een zijner
paarden in den stal, zoo'n slag tegen de
borst kreeg, dat hij neerviel en bewusteloos
bleef liggen hij was alleen. Eindelijk kwam
hij bij en, wonder boven wonder, mankeerde
niets, uitgenomen een weinig pijn. Toen de
man weer geheel zichzelf was, nam hij een
esschen knuppel en trakteerde zijn paard,
dat vaak sloeg, daarmede zoo erg, dat het
beest, het zijn 's mans eigen woorden, „stond
te huilen en te janken," Daarna spande
hij het voor een zwaar beladen kar en liet
het een paar uur met verstand loopen. De
boer zei„dat heeft geholpen."
Een ander, 't was een woest mensch,
maar omdat we nu toch aan het vertellen
zijn, willen we 't meedeelen, had een paard,
dat zoo nu en dan ouder het loopen onver
wacht staan bleef en dan met mogelijkheid
niet vooruit te krijgen was. Op een keer doet
het dit voor den ploeg. De man ontsteekt
dermate in toom, dat hij een bos stroo,
toevallig voorhanden, neemt en liefc onder
het paard in brand steekt. Het beest had
blijkbaar nog geen lust zich te laten blakeren
en toog weer aan den arbeid. Dat zelfde
paard hebben we geheel onverwacht en
zonder eenige aanleiding, terwijl het voor
een karretje stond, onder het rijden van
den weg in een diepe sloot zien springen,
waaruit het niet dan met de grootste moeite
gered werd.
Bewaar bij zoo iets nu eens je ziel in
lijdzaamheid Zouden zoete woordjes bij
zulke creaturen ook nog baten
En wat dunk u van een exemplaar, welks
eigenaar we tegen èen boer hoorden zeggen
ik geef je een rijksdaalder als., je hem in
t tuig krijgt, dadelijk maar te probeeren
Wie zou er nu niet toe komen om zoo'n
paard een afrekening te geven F
Toch vangt men over
vliegen met stroop dan met azijn en ook
niet altijd is een paard onwillig als wij
meeneu het die eigenschap te moeten toe-
chrijven. Dan maar vaardig met de zweep
klaar te staan, verdient onvoorwaardelijk
afkeuring en beter is het. zich in dat geval
te herinneren dat geen geweld, maar tege
moetkoming en zachtheid tot het doel kunnen
eiden. Meer dan 40 jaar geleden woonde in
Amerika een man, Rarey genaamd, die als
paardentemmer niet alleen een Amerikaansche
maar zelfs een Europeesche vermaardheid
bezat. Geen wonder dus, dat zijn werkje
getiteld „De kunst om paarden te temmen
en af te richten," uitgegeven te Londen, in
enkele dagen uitverkocht was. Men meende
daarin het geheim zijner kunst te zullen
vinden, maar niets was minder waar dan
dat. Het schijnt dat zijn persoonlijkheid, zijn
driestheid, zijn blik, zijn beslist optreden de
machten waren, voor welke koppige en onwil
lige paarden zich eindelijk willig bogen.
Toch gaf het werkje menigen nuttigen wenk
en menig navolgenswaardig voorbeeld, ont
leend aan de practijk, ten beste.
Met een paar bewijzen willen we dit
staven en meedeelen
Hoe maakt men wilde en boosaardige
paarden handelbaar De schrijver raadt aan
om een der voorpooten van het paard op
te tillen en in de knie te buigen tot de
hoef naar boven is gericht er\ nagenoeg den
buik raakt. In die houding moet de voorarm
met de koot verbonden worden en verbonden
blijven. Het paard staat nu op drie heenen
en men kan er mee doen wat men wil, want
als grondbeginsel kan men aannemen dat,
als men meester is van één lid des lichaams,
men zulks ook is van het geheele dier.
Op deze wijze onderwerpt men een paard
veel sneller dan op eenige andere en loopt
daarbij geen gevaar zichzelf of het paard
te kwetsen. Ziet men dat het paard zich
overwonnen gevoelt, dan maakt men den
voet los, liefkoost het en laat het een weinig
uitrusten, waarna men den voet opnieuw
vastbindt. Dit herhaalt men eenige malen,
steeds aan denzelfden voet en weldra zal
het paard geleerd hebben zich op drie beenen
te bewegen. Men late het nu loopen, ja
zelfs trekken, natuurlijk met bedaard overleg
en de grootst mogelijke voorzichtigheid. Het
verstandig gebruik van de zweep verbiedt
de heer Rarey hierbij niet.
Over paarden, die niet trekken willen,
zegt hij het volgende:
„Dit gebrek is niet natrurlijk, maar de
paarden maken het zich eigen door een
verkeerde behandeling en als gevolg daarvan
door angst, verwarring of onwetendheid hoe
te trekken. Vurige paarden staan hieraan
het meest bloot, omdat de voerlieden hen
niet naar hun karakter behandelen. Een
vurig paard kan op de stem van den voer
man zich zoo ijverig in het trekken betoonen,
dat het te veel wil en daardoor niets doet
dan steigeren. Het krijgt schok op schok
en springt telkens terug, waardoor liet zijn
metgezel als het dien heeft ook belet
te trekken. Een onverstandig voerman
maakt zich nu driftig, braakt allerhande
abracadabra uit en brengt het vurige paard
steeds meer in de war. De zweep bederft
daarna alles. „Laat", zegt onze schrijver,
„de beesten een tien minuten stilstaan,
spreek den wildeman zacht aan en beweeg
beide daarna rechts of links, zoodat ze in
beweging komen vóór ze den tegenstand
van den last voelen. Neem ze bij den bek
en laat het nieuwsgierige publiek, als dit er is,
op zijde gaan en de zaak schikt zich vanzelf.
Legt het eene paard verkeerd aan, plaats u
dan kort voor hem en druk het den neus
op de borst. Spreek het vriendelijk toe,
streel het en ge zult zien, dat het in elke
richting trekt." Hier is geen sprake van
onwil, maar van schuchterheid, van verlegen
heid. Wil evenwel een paard niet trekken,
neem dan een zijner voorpooten in de hand
en laat den voerman het inmiddels aanzetten.
Het zal dan beproeven te gaan, in welk
geval men den poot weer loslaat.
Is de onwil van betrekkelijk ouden datum,
dan moet men minstens zich een hal ven
dag de moeite getroosten op boven beschre
ven wijze met het paard bezig te zijn.
Donker of licht bier F
A Wat houdt gij voor gezonder, het
donkere of het lichte bier F
B. O, houd op met je lichte i ier
Laatst drink ik vijf glazen donker, en ik
ben zoo lekker als een kip toen dronk ik
nog vijf potjes licht en klaar was het lk
weet nog niet, hoe ik mijn huis gevonden
heb.