Nummer 32. Donderdag 22 April 1897.
20"' Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
"iï1 js u ill E'royT""
ANTOON TIELEN,
V e e 1 z ij d i g.
UITGEVER:
Waalwijk.
De Echo van het Zuiden.
faalwyMe en Langstraalsche Courant
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1' 1,
Franco per post door het geheele rijk f 1,25.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
tillI V.nr«««NKU"M— uymm ■■W-"LV U'JW.'g
Er zijn menschen, die allerlei dingen kun
nen. Geen ambacht is erot zij zouden
desgevoróerd, in staat zijn het uit te oefenen,
wel niet als een eerste meester, maar toch
op niet geheel onbevredigende wijze. Ook
behoeven zij zelden hun toevlucht te nemen
tot de hulp van een gewonen werkmau is
cr iets bij hen aan huis gebroken, fluks nemen
zij het gereedschap ter hand en de schade
is hersteld.
Men zal zich misschien herinneren, dat
vroeger in het voordeel van de algemeene
beoefening van slöjd is gezegd toen werd
het meestal „huisvlijt" genoemd, en, wij ver
zoeken wel in aanmerking te nemen dat wij
geen plan hebben aan het groote nut van dat
leervak iets te kort te doen; dat het de
menschen in staat zou stellen in menig geval
zichzelf te helpenzonder dat er dadelijk
een ambachtsman behoeft geroepen te wor-
den evenals bij de Noren Zweden en
Denen die in hun vrijen tijd zelt hun huis
opknappen, gebreken aau het huisraad her
stellen of tal van voorwerpen maken, die zij
anders zouden moeten koopen. En dat
„practisch nut" werd door velen hoog geschat.
Nu kan dat iuderdaad van veel waarde
zijn voor menschen, die min of meer geïso
leerd wonen, en slechts met veel moeite en
niet geringe kosten een werkman van elders
kunnen doen komen. In onze steden en
dorpen, waar men van alles vcor het grijpen
heeftzou dat een minstens twijfelachtig
voordeel wezen. Stel eens, dat ieder zich
met eenig succes op allerlei soort van hand
werk heeft toegelegd, en voldoende den tijd
heeft om wat te „knutselen" zooals dat
gewoonlijk genoemd wordt, zou dan dat lief
hebberen in verschillende bedrijven geen
schade toebrengen aan de lieden, die van
het handwerk moeten leven en er dus slecht
mee gediend zijn als de arbeid hun ontgaat?
Het wordt juist als een van de belangrijkste
vruchten der beschaving beschouwd, dat overal
een verstandige arbeidsverdeeling haar toe-
49.
En hij lag hierveroordeeld, hulpeloos een
martelaar voor zijns vaders zaak....
Hij klampte de handen saam onder de ruwe
deken.
Het begon duister te worden in de ziekenzaal.
Het gas was nog niet ontstoken, en toen in de
schaduw zag hij nog eens den moord op William
Talbot plegen.
Hij hoorde het schot hoorde ook liet geritsel
van een vrouwenrok en zag het lijk van den
staatsman op den grond liggen en zijn vader
de groote rechter er naast knielen, het
aanstaren en den opstaan en wegsluipen
O, vader, mijn vaderwaarom hebt ge dat
gedaan? riep het wanhopig in zijn binnenste.
Hij vroeg zich at, zooals hij zich zoo dikwijls
algevraagd had, welke vrouw het kon geweest
zijn,wier kleed hij in den gang had hooren ritselen,
een oogenblik vóór het schot viel.
Waarom fluisterde thans in zijn verlatenheid
niet een stem in zijn binnenste, dat het r.iet zijn
vader was geweest, die het geweer afschoot; dat
zijn opoffering een groote dwaling was en dat
hij zijn onschuld bewijzen kon en vrij worden
zonder den grooten rechter van het voetstuk van
smettelooze waardigheid te stooten.
In de doodsche stilte van dien nacht, toen hij
uit een onrustigen slaap ontwaakte, werd hij
zich bewust van een gefluister, dat van het bed
waarop de teringlijder lag, zijn oor bereikte.
Hij kroop Daar' den rand van zijn eigen bed
en luisterde.
Het gefluister vervolgde, zacht, gejaagd, ge
broken
Uw naam worde geheiligd. Üw koninkrijk
kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel,
alzoo ook op aarde. Geel onsheden ons da-
gelijkschbrood. Envergeef onsonze
schuldenge
Het gefluister hield op.
De stem van den lijder was in een doffen snik
overgegaan.
Advertentiën 1 7 regels f0.60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
passing vinclt. Daardoor zijn wij in de ge
legenheid gesteld, ons op één ding met volle
kracht toe te leggen, aan één taak al onze
aandacht, al onze vermogens te wijden en er
zoodanige vorderingen in te maken, dat de
hoogste graad van volkomenheid wordt bereikt.
De bekwaamheid die het deel wordt van
één persoon, komt dan de geheele gemeen
schap ten goede. Als vijf menschen ieder
vijf vakken hebben geleerd, zal er nooit zoo
goed werk worden geleverd als wanneer het
geval zou zijn wanneer ieder hunner er slechts
ééu voor zijn rekening heeft genomen, en de
som van het arbeidsproduct zal ook onder
de laatstgenoemde omstandigheid heel wat
grooter zijn. Zoowel qualiteit als quantiteit
winnen bij de verdeeling.
Hetzelfde beginsel wordt bij de fabrieks
nijverheid op ruime schaal en dikwijls tot de
uiterste consequentie toegepast, waardoor aan
één werkman slechts eenvoudige, gemakkelijk
aan te leeren werkzaamheden zijn opgedragen.
Dit heeft tengevolge, dat hij een hooge mate
van vlugheid en nauwkeurigheid verkrijgt, en
dat de verschillende verrichtingen, waarmede
ter verdere afwerking van het product, andere
personen na elkaar zijn beiastprecies in
elkander passen. Moest één man dat alles
doen, het zou naar verhouding veel langzamer
gaan en de juistheid zou te wenschen over
laten. Maar het stelsel heett daar ook
schaduwzijden, van welke wij alleen deze
noemen, dat de arbeid iets machinaals krijgt,
wat nadeelig is voor de opgewektheid van
den geest. Door jaar in jaar uit steeds het
zelfde werk te doen, waarbij van het denk
vermogen weinig wordt gevorderd, loopt dit
gevaar zijn scherpheid te verliezen. Bij de
onvermijdelijkheid van deze regelingdie
oorzaak is dat de fabricaten tegen de laagst mo
gelijke prijzen in den handel worden gebracht,
een eisch der concurrentie! is het tioodig
een tegenwicht aan te biengen, dat de na-
deelen der zoo ver gedreven eenzijdigheid
ophef:. Zorg dat de fabrieksarbeider ver
standelijk goed ontwikkeld zij, opdat hij zijn
vrijen tijd aanwende om voedsel te zoeken
Frank Anson richtte zich op den elleboog op
en zich vooroverbuigende streelde hij met de
rechterhand de van aandoening schokkende ge
stalte onder de deken.
God zegene u voor dat gebed mijn jongen,
zeide lnj heesch. Het heelt mij goed gedaan.
Het heeft iets van den haat en de bitterheid
uit mijn hart weggenomen.
HOOFDSTUK XLVII.
EEN TREURSPEL.
Weinig kon Frank Anson voorzien, dat hij,
die trachtte te helpen en te vertroosten, de indi
recte oorzaak was van de volmaakte tragedie
van dit ionge leven.
Hoe komt ge hier, vroeg hij, zich herinne
rende hoe fijn en welgevormd het gelaat, op
hetwelk hij in den namiddag een blik geslagen
had, was.
Ge zijt nog zeer jong en ge ziet er niet uit
naar hen, die hier moeten verblijven.
In gevangenissen wordt het als een overtreding
der etiquette beschouwd een gevangene naar de
misdaad, waarvoor hij straf ondergaat, te vragen.
Doch iets in Franks manier van spreken nam
elke veronderstelling van nieuwsgierigheid weg.
In het flauwe licht zag de jongeman hem aan.
Ik ben vierentwintig jaar oud, antwoordde
hij met zwakke stem. Ik heb vijfjaar gezeten
wegens v; lschheid in geschriften. Ik dacht niet
dat ik ze doorkotnen zou, dóch het is mij toch
gelukt. Over drie weken is mijn tijd om, en
wanneer ik sterk genoeg zal zijn om thuis te
komen ben ik reeds tevreden. Ik kan niet langer
meer dun één of twee muanden leven; de dokter
heeft het mij dezen morgen gezegd. Doch ik zon
het niet kunnen verdragen hier te sterven. Ik
wil in de armen mijner oeder sterven. Door
hetgeen ik misdeed heb ik bijna haar hart ge
broken. Ik heb gebeden om tot haar terug te
keerer.; ik heb gewerkt zoo hard als mijn krachten
het toelieten en mij aan de wetten der gevan
genis onderworpen om zoodoende vergiffenis te
krijgen; doch het was soms een harde strijd.
Eens werd ik gestraft, omdat ik mijn boek met
dat van een anderen gevangene verwisseld had.
Ik wist niet, dat zulks niet mocht. Eens thuis
zal ik niet lang meer te leven hebben. Doch
ik moet als vrij man sterven. Moeders hart zou
breken als ik hier in de gevangenis stierf. Ze
voor den geest. Gedurende de uren, dat hij
voor zijn levensonderhoud een bezigheid
moest verrichten, die het geestesleven nage
noeg op not activiteit stelt, is er een tekort
ontstaanin de vrije uren, over welke hij
mag beschikken moet dat tekort worden
aangevuld, hetgeen voornamelijk kan geschie
den door goede lectuur. Het is hiermede
eveneens gelegen als bij personen die bij
hun dagelijksch werk te weinig lichaarnsbe-
wpging hebben; ook daar is een deficitdat
men, door de spieren flink aan den gang te
brengen, moet herstellen. Hoe noodzakelijk
het daarom ook is, den werktijd niet over
de grenzen der redelijkheid uit te breiden
behoeft geen betoog.
De eigenlijk gezegde ambachtsman verkeert
in dit opzicht in een gunstige positie. Hij
kan zich uitsluitend tot zijn vak bepalen, en
vindt er de noodige afwisseling in handen
en hoofd worden beide beziggehouden. Om
zich tegen de nadeelen van eenzijdigheid te
wapenen, behoeft hij niet iets anders bij de
hand te nemen en ofschoon ook voor hem
de geestesontwikkeling waarvan zooeven is
gesproken, onmisbaar is en hij dezelfde mid
delen heeft aan te wenden om haar te be
vorderen, heeft hij bovendien het voordeel
dat het werk zelf daaraan het zijne toebrengt.
Het wordt dikwijls als een lofspraak bedoeld,
wanneer iemand wegens zijn „veelzijdigheid"
wordt genoemd. Of dit oordeel geheel juist
is, mag wel eens nader worden onderzocht.
Den keizer van Duitschland zal het weinig
hindereu, dat hij, behalve als hoofd van een
machtigen staat en opperbevelhebber van een
niet minder machtig leger, ook optreedt als
teekenaar als componist, als letterkundige.
Zou menig ander, veel lager geplaatst in de
samenleving, dit ook zoo maar kunnen doen?
Zelfs voor de vorsten had het soms zijn
nadeelige zijde, als zij hun hoofdtaak te veel
voor andere dingen lieten varen; het zou
bijvoorbeeld goed geweest zijn, als Lodewijk
XVI den tijd, dien hij voor zijn liefhebberij
vak, het slotenmaken, had gebezigd, liever
weet niet, dat ik zoo ziek ben. Ik zie er niet
tegen op om thuis te sterven in haar armen.
Ik bid er God nacht en dag om. Noch slechts
drie weken.
Hij wachtte een oogenblik om adem te halen.
Toen vervolgde hij
Tot welke afdeeling behoort ge
Buiten tot de steengroeversbendc, binnen
tot Shacklefords afdeeling.
Wat is uw vonnis?
Levenslang, antwoordde Frank Anson lang
zaam
De zieke in het bed naast hem schokte.
Levenslang? herhaalde hij langzaam. Betee-
kent datdat, wat gij deedteen moord was?
vroeg hij op onbeschrijfelijken toon.
Dat beteekenthetja, kwam 't nauw
hoorbaar van Franks lippen.
O, mijn God en ik dacht, ik dacht.
De plotselinge afkeer en afschuw van des
jongemans heele natuur trof Frank Anson gelijk
een slsg.
Hij boog zich nog verder voorover.
Deins niet voor mij terug, zei hij heesch.
Ik werd wegens moord veroordeeld, doch ik
deed het niet De hemel is mijn getuige, mijn
handen zijn onbezoedeld.
Ik heb mijn onschuld geen enkel maal ver
klaard sedert ik binnen de muren dezer gevangenis
gebracht werd. Waarom zulks te doen? Niemand
zou mij hier gelooven, en ik heb geen bijzonderen
wensch, dat ze het gelooven zouden.
Doch met u is het een verschil.
Gij zijt niet als zij; gij hebt eergevoel en ver
trouwen. Het zou mij door het hart snijden, zoo
gij mij schuldig dacht.
Iets in, zijn stem overtuigden den verbaasden
jongman.
Hij stak zijn vermagerde hand uit.
Ik geloof u, zei hij. Ge hebt tot mij ge
sproken, zooalsniemand hier spreken zou; en
door te spreken hebt ge mij geholpen. Indien
ik u tot buurman heb deze drie weken, zal het
mij gemakkelijker vallen te wachten. Deze plaats
is verschrikkelijk.
Hij rilde en vervolgde
In de cel was het beter. De eenzaamheid
was vreeselijk, doch men zag en hoorde er niet,
wat men hier ziet en hoort. Deze plaats is gelijk
aan de schaduw des doods. De afschuwelijkheid
besteed had om deti toestand van zijn land
en volk beter te leeren kennen en zich beij
verd had te gemoet te komen aan de meest
dringende eischen van tijd. Men verhaalt van
tal van vorstenzonen in onze dagen dat zij
een of ander ambacht leeren; waarschijnlijk
niet met de bedoeling om, mocht in de toe
komst hun affaire eens verloopen, zij buiten
dien een middel zouden hebben om aan den
kost te komen, maar om daarmede getuigenis
af te leggen van hun achting voor het hand
werk. In dat opzicht is het iets zeer eer
biedwaardigs. Doch wat hoofdzaak is moet
hoofdzaak blijven en niemand zal zeggen
dat een vorst zijn taak goed begrijpt, als
hij liever in zijn werkplaats zich opsluit dan
een ministerraad presideert.
Wij gewone stervelingen hebben ook, be
halve onzen eigen werkkring, een ot andere
liefhebberij bij de handwaaraan we onze
vrije uren geven. Dat is voortreffelijk, in
zonderheid wanneer zij dient om den geest
levendig te houden en het evenwicht der
vermogens bewaard te doen blijven. Handen
arbeid als middel van Jontspanning is zeer
aan te bevelen voor degenen, die met het
hoofd moeten werken, en het groote voordeel
van slöjd onderwijs isdat het daarvoor de
geschiktheid aankweekt en den lust doet ont
waken. Zijn de werkzaamheden van eenigszins
eentoonigen aard, de kunst in haar verschil
lende uitingen geeft een zeer wenschelijke
verpoozing, en het is niet zonder reden dat
vereenigingen tot beoefening van toonkunst
ot van tooneelspel in alle klassen der maat
schappij veel bijval vinden.
Doch dat alles binnen zekere grenzen.
Wat uitsluitend tot uitspanning moet dienen,
mag in geen geval atbreuk doen aan de
hoofdtaak. Deze eischt, zoolang men met
haar zich bezighoudt, den geheelen mensch.
Dit klemt te meer, naarmate op elk gebied
meer wordt gevergd. De hedendaagsche
maatschappij is een strenge meesteres, die
niet mei halve krachten gediend is. Het
beste is voor haar ter nauwernood goed ge
noeg. Wie haar wil dienen, en dan ook aan-
ervan maakt mij ellendig en de verleiding en de
schimp zijn bijna meer dan ik verdragen kan.
Doch met u hier —indien ge zijt wat ge schijnt
maakt het verschil.
Frank Anson drukte de vermagerde hand stevig
in de zijne.
Hoe kwaamt ge er toe dat verraad te ple
gen vroeg hij met een stem, wier vriendschap
pelijke en medelijdende toon de vraag natuurlijk
en niet onvriendelijk deed schijnen.
De doodzieke kuaap want in de schemer
geleek hij niets rae°r zuchtte.
Het was om een vrouw antwoordde hij.
Hij sprak snel, ongestadig en zijn stem was
niet meer dan een gefluister.
Doch met drinken begon het. Ik ging goed
vooruit als bediende bij een procureur, toen ik
eens op een dag voor den eersten keer een
koffiehuis binnenging. Er was een mooie buffet
juffrouw en om haar kwam ik er meer en meer,
tot dat ik er ten laatste dagelijks kwam soms
tweemaal per dag. Ik werd op die vrouw
verliefd. Ik kreeg haar lief; ik dacht dat ze mij
ook beminde. Ze had mooie kleeren noodig en
ik kocht ze haar van mijn spaarpenningen. Toen
wilde ze ook naar bals en ik voorzag haar van
de noodige zaakjes. Ik ging met haar soupeeren
en ze wa9 nooit tevreden, wanneer ze geen
champagne had. Toen ten laatste al mijn spaar-
duiten op waren, wilde ze juweelen hebben. Ik
zei haar, dat ik zc haar niet geven kon cn ze
antwoordde mij, dat, zoo ik ze haar niet gaf,zij
ze van een anderen heer zon krijgen.
Toen ik geloof, dat ik krankzinnig was
van liefde en jaloezie gebruikte ik den
naam van mijn patroon. Ik kocht haar juweelen
van het gestolen geld en denzelfden av'ond toen
zij ze voor het eerst dragen zou, zag ik haar in
den schouwburg met eenige prachtige juweelen,
zooals ik ze haar nooit zou hebben kunnen koopen.
Ik ging naar haar toe om te vragen, wie ze haar
gegeven had en ik vond haar pratende met een
anderen man, een gentleman van geboorte. Ik deed
haar verwijten, met een lach zond ze mij heen.
Dienzelfden nacht werd ik gearresteerd. Het heeft
mij den dood veroorzaakt, doch ik heb het ver
diend. Ik had de beste moeder, die er op de wereld
bestaat, doch aan haar dacht ik r.ooit, toen dat
meisje zich op mijn weg plaatste.
Wordt vervolgd.