Staatkundig overzicht. BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. Duitschland. Italië. BINNENLAND. Jaarmarkt en bot er mijn te Waalwijk op Donderdag 29 April a. s. De botermijn zal voortaan 's mor gens om 9 ure beginnen. stuurlui staan aan wal^. Hetgeen zeker niet weinig bijbrengt om het gunstige resultaat te helpen bevorderen, is de enorme reclame, die voor de brusselsche tentoonstelling is gemaakt. Men heeft te recht begrepen dat die negentiende-eeuwsrhe hoofdfactor van handel en industrie ook voor deze onderne ming een souvereine macht heeft. Daarom zijn er van gouvernementswege millioenen en nog eens millioenen reclame postzegels vervaardigddie gretig werden aangekocht en op brieven en briefkaarten werden verzonden. En moge men onzen minister v. d Peereboom soms wel eens gekscherend „Pater Boo in'' noemen welke benaming wel wat ouwerwetsch klinkt, hij weet toch op zijn tijd en op gepaste wijze als minister der posterijen met de tegenwoordige en nieuwerwetsche omstandig heden rekening te houden. Bovendien, de gauscbe Belgische pers en, gelukkig, bleef op dit punt de politiek buiten spel heeft niet weinig of, beter gezegd, kolossaal veel bijgedragen, otn deze onderneming, waarbij de eer van Belgie ge moeid is, te. doen gelukken en tot een gunstig resultaat te brengen. Volgens Reuters offiice moesten de Grie ken zich Zaterdag wegens den hevigen aauval op Mati naar Tirnavo terugtrekken. D<>ch ook daar achtervolgde hen de Turk. De Grieken moesten ook Tirnavo, en tot hun groote spijt zelfs Larissa opgeven en een toevlucht zoe ken achter de tweede verdediginslinie bij Phersala. Zij deden dit in wanorde met achterlating van veel materiaal en ammunitie. liet oflicieuse blad Prola publiceerde de volgende tijding Gisteren is een bloedig gevecht geleverd bij Mati. Onze troepen streden heldhaftig lot 's avonds zes uur en sloegen de aanvallen van den vijand af, maar deze ontving toen belangrijke versterkingen en de positie onzer troepen werd zwakker. Toen begon de te rugtocht. Het is onbekend of de terugtocht ook op andere punten plaats heeft. Een te- l;gram van den generalen staf meldt dat onze troepen op de linie van Phersala worden ge- concenteerd Tengevolge van deze beweging acht men het onvermijdelijk, dat Tirnavo en Larissa worden opgegeven. De slag bij Mati is buitegewoon moordda dig geweest; de Turksche strijdmacht telde 30.000 man, volgens bericht uit Athene, was de nederlaag der Grieken verpletterend. Toen het Grieksche leger zich op den teiugtocht bevond, lag de vlakte tusschen Tirnavo en Larissa voor de Turken open. Zaterdag-middag om drie uur seinde een beambte van Larissa naar Athene, dat hij in de verte een stofwolk zag die de nadering der Turksche ruiterij aankondigde, eu hij vroeg verlof het telegraafkantoor in de lucht te laten vliegen. Men antwoordde hem, dat hij een goed heenkomen moest zoeken een half uur later antwoordde het kantoor niet meer op de oproeping. Zondag middag om twaalf uur is de Turk sche ruiterij de ontruimde stad binnengetrok ken. De Grieken hadden van de kanonnen op de vestingwerken de sluitstukken mede genomen. Te Athene werd verzekerd dat het leger het veldgeschut en al de ammunitie had medegevoerd, maar volgens de Turksche le zing had de aftocht in wanorde plaats en viel een groot deel van het geschut en de ammunitie den overwinnaars in handen. De gewonden zijn te Larissa achtergebleven onder bescherming van het Roodc Kruis. Naar een telegram uit Reveni bevestigt, had Edhem-pacha, toen hij vernam dat Osman-pacha in aantocht was, besloten vóór diens komst een grooten slag te slaan met een geweldige overmacht, om met een beslis send succès te eindigen. Zijn troepen waren, door een rust van 36 uur, in uitmuntenden toestand. L)e ontruiming van Larissa was een onmid dellijk gevolg van den 'uitslag der gevechten bij Mali en Tiruavr. Na den ongunstigen uitslag van het gevecht bij laatstgenoemde plaats werd den Turken de weg naar Larissa geopend; een gevecht met het Turksche leger heeft het Grieksche leger niet vóór deze plaats durven wagen, doordat 'net dan, met het oog op de overmacht der Turken, geheel zou zijn vernietigd. De kroonprins heeft zich daaraan niet willen blootstellen en zijn kwartier verlegd naar Phersalaeven ten Zuiden van den spoorweg, die loopt van Kalabaka naar Volo. Larissa ligt aan de Salamvria en aan den spoorweg naar Volo; zij is de zetel van een Griekschen aartsbisschop, bezit 8 kerken, 26 moskeeGn en 4 synagogen, een gymnasium, een postkantoor, een gerechtshof en verschil lende fabrieken. De stad telt ongeveer 14000 inwoners, van wie ongeveer 1/3 Turken zijn, terwijl ook een groot aantal Spaansche Joden er verblijf bonden. In de vroegere oudheid heerschte er groote welvaart in deze plaatswelke onder het beheer der Turksche keizers grootendeels te niet ging. In den Griekschen vrijheidsoorlog vormde zij een middelpunt voor de Turksche operaties. Larissa was 48 jaar voor Christus het toe vluchtsoord voor den grooten Pompejus, toen deze den slag van Phersales tegen Caesar had verloren. Caesar volgde Pompejus naar Larissaterwijl de laatste de kust bereikte langs de Peneus. om te vertrekken naar Egypte, waar hij vermoord werd. Naar Edhem pacha zelf seinde, heeft hij met zijne cavalerie Laiissa Zondagmiddag te twaalf uur bezet. Het blijkt, dat Edhem pacha niet in onge nade gevallen is integendeel, de sultan heett hem een telegram gezonden, waarin hij zijn vertrouwen uitspreekt en hem den „verdediger van het Islamietische geloot" noemt. Edhem behoudt het bevel over het oosterleger; Osman pacha is niet met het opperbevel belast, maar gaat eenvoudig als inspecteur-generaal der troepen naar het oorlogstooneel; wegens zijn gebrekkigheid zou hij moeilijk de leiding op zich kunnen nemen zegt de welingelichte correspondent van de Erft. Ztg. Door de omstandigheid echterdat de „held van Plevna" door de Turksche troepen verafgood wordt zal zijne tegenwoordigheid een moreels uitwerking op de soldaten hebben. Het is van beteekenis dat Osman pacha vergezeld wordt door twee der voornaamste leden van den raad van oorlog, Saahediu en Abdula pacha. Dit wijst er op, dat de militaire operatien niet meer van Constaniinopel uit geleid worden, een stelsel dat op den duur noodlottig moest worden voor de Turken. Edhem pacha had zelf reeds op verandering daarvan aangedrongen, maar het waren vooral de geringe vorderingen welke het leger maakte, en het gedeeltelijk échec in Epirus die den doorslag gaven. Osman pacha is Zaterdag te Salonika aan gekomen en onmiddellijk doorgereisd naar de grens. De groote vraag is nu, wat hij doen zalot hij het program van Edhem pacha verder zal uitvoeren en den zegetocht voor zetten of er zich toe bepalen, Larissa te versterken en daar te blijven, totdat Turkije zijn zin heeft gekregen en Kreta door de Grieksche troepen is ontruimd. Een telegram aan de Sera uit Athene zegt, dat de openbare meening ongerust begint te worden. Het inschepen der gendarmerie in den Piraeus is gestaakt om hen bij de hand te houden voor het handhaven der orde. Ernstig wordt er over gesproken 200,000 Grieken naar het vaderland te doen terug- keeren, hetgeen 3 millioen zou kosten. I)e Temps verneemt uit Constantinopel, dat de Grieksche geómployeerden der hospitalen, ambassades en consulaten of de Grieksche vertegenwoordigers van Europeesche firma's, onder bescherming der mogeudheden zijn gesteld, en dat het westelijk eskader vertrok ken is, waarheen is onbekend. Op andere punten schijnen de Grieken minder ongelukkig te zijn geweest. Bij Phersala o.a. is hunne positie nog gunstig. Phersala of Pharsalos is de noordelijke toegang tot het het eigenlijk Hellas; het ligt 49 kilometers ten zuiden van Larissa, aan den spoorweg van Volo naar Trikkala. Het is een vervallen plaatsje van slechts 2300 inwo ners; het oude Pharsalos, van welks Akropolis, de ruïnen nog op een naburige hoogte worden gevonden, was een der rijkste en machtigste steden van Thessalie. Ten noorden van de stad ligt het slagveld, waar Julius Caesar in 48 v. C. de schitterende overwinning op Pompejus behaalde. Men heeft er van gesprokeD, dat indien de turksche overmacht ook de linie van Phersala of Pharsalos overvleugelde, de Grie ken altijd nog zouden kunnen stand houden bij Thermopylae, waar Leonidas met zijn 300 Spartanen wel een geheel leger tegen hield, zoo talrijk dat hun pijlen de zon ver duisterden. De dapperheid der Grieken is na zooveel eeuwen onverminderd gebleven, maar de bergengte is in dien tijd geheel veranderd en heeft zijn strategische waarde verlóren. Vroeger werd de voet van den berg door de zee bespoeld en ten tijde van Herodotus was de pas zoo smal, dat geen twee wagens el kander konden passeeren, maar sedert is hij door aanslibbingen van den Sperchius en de zee aanzienlijk verbreed, en wat een nauwe doortocht was is nu een vlakte, 1S00 schreden breed,mei beetwortelen beplant. Ook de naam is veranderd, en ofschoon de warme bronnen, waarnaar de pas Thermopylae werd genoemd, er nog zijn, .heet de plaats tegenwoordig Lykostomos of „Wolfsmuil". Zaterdag is het bataljon van Koumodoros, 1200 man sterk, slagas geraakt met 2500 Turken, maar de slag bleef onbeslist. Van de Grieken zijn er 150 buiten gevecht ge steld. De Grieken hebben het tort Pentepigadia en Plakka genomen. Het westelijk eskader heeft Nikopolis ge bombardeerd. Men zerzekert dat het oostelijk eskader Dedeagatch heeft gebombardeerd. Het gerucht loopt, dat te Prevesa de witte vlag is geheschen, maar dat vereischt beves- tiging. Een bloedig gevecht is bij het fort Pente pigadia geleverd. De Grieken moesten terüg- trekken na een gevecht van verscheidene uren, maar zij kwamen met grooter macht terug cn bezetten Pentepigadia. Officieel wordt bekend gemaakt dat de Grieken Kounitzades en Loris in Epirus hebben bezet. De verkenningen zijn tot Pen- laciguldia uitgestrekt. Het westelijk eskader schoot Mourto en Santi Quaranta in brand. Het oostelijk eskader bombardeerde Lepht- bokaria (aan de Golf van Salonniki, ten noorden van Platamona). Latere berichten melden, dat de G.ieken in Epirus eveneens zijn verslagen. Ahmed Hiizi-pacha, bevelhebber van het leger in Epirus, seint dat de Turken het fort Pentepigadia heroverd hebben. De Grieken hadden 300 dooden en 219 gewonden; de Turken, wier verlies 51 dooden en 3 gewonden bedroeg maakten 62 krijgsgevangenen. Volgens Reuter berichten uit Cettinje zijn de Albaneezen van Epirus in opstand gekomen. De beweging neemt verontrustende verhou dingen a'an. Men gelooft dal het doel is, Janina tegen de Grieken te verdedigen. De Albaneesche bataljons, die belast zijn tnet de verdediging van Janina en uit ortho doxen bestaan, zijn volgens het zeggen terug geweken. Volgens berichten uit Kreta zijn de voor- loopige onderhandelingen van overste Famoin met de opstandelingen in Sitia met succes bekroond. De opstandelingen zijn bereid de wapens neder te leggen, onder voorwaarde, dat de Turksche garnizoenen de provincie Sitia zullen verlaten. De bergsaglieri ziju aan wal gezet. Kolonel Chermside, commandant van Kan dia, heeft versterkingen gevraagd. De insur- geuten houden de stad ingesloten, de Turken hebben hun stellingen rondom de forten in den steek gelaten. Grieksche soldaten zijn bij de insurgenten. De consuls hebben den gouverneur van Kanea geld geweigerd voor de. soldij der gendarmerie. De Vlaamsche Volksraad te Antwerpen heeft besloten opnieuw een verzoekschrift aan de kamer te zenden ten gunste van de aanneming van het wetsontwerp De Vriendt- Coremans, en de provinciale raden der Vlaamsche departementeu uit te noodigen eveneens verklaringen ten voordeele van het ontwerp af te leggen. Aan de ontwerpers der wet en aan de kamerleden Daëns, Lorand en Van der Velde zal worden verzocht de eischen der Vlamingen te steunen. Zondag a. s. zullen te Ieperen en te Moor slede groote volksvergaderingen gehouden worden, met het doel om de onmiddellijke stemming der beide kamers over't genoemde wetsontwerp te eischen. In den nacht van Zaterdag op Zondag heeft het parket van Charleroi een inval ge daan in het Casino te Thuin. nadat alle uitgangen van den cercle door politie waren bezet. Men vond aan twee speeltafels dertig spelers, van wie twaalf dames, en belette hun vlucht. Den ganschen nacht heeft het verhoor geduurd; al het geld, de dobbelsteenen enz. zijn in beslag geuomen. De leden van het parket vertrokken eerst des morgeus te tien uur naar Charlerai, en vele spelers, die op één na allen vreemdelingen waren, namen onmiddellijk de wijk naar Parijs. Het Casino is gesloten. In het Trappistenklooster te Chambarand bij Grenoble is een moordaanslag gepleegd op den prior pater Marie Anlonie. De kleer maker van het klooster, Eymard, viel deti geestelijke, toen deze van de mis kwam van achteren aan en sloeg hem met een steen op de hersens. Hij werd dadelijk door twee kloosterbroeders gegrepen en opgesloten. Men hoopt den prior in het leven te houden. De aanvaller schijnt aan vervolgingswaanzin te lijden. Hij beklaagde zich hevig over den prior en de andere geestelijken, maar toen hij bij ziju slachtoffer gebracht werd, toonde hij berouw. De keizerlijke commissaris in Afrika, Péters, wien ten laste werd gelegd het wederrechte lijk ter dood brengen van een neger en een negerin, het uitlokken van een oorlog met een negerhoofd en het zenden van onjuiste rapporten, is door het hof van discipline tot ontzet uit zijn ambt en in de kosten ver oordeeld. De weduwe van den onlangs overleden grooten staatssecretaris voor posterijen dr. Stephan zal, heet het, een pensioen van 1200 mark ontvangen 1 De aanslag op de koning van Italic. Betreffende den Donderdag middag tegen 2 uur op den koning van Italië gepleegden aanslag wordt het volgende medegedeeld Toen de koning zich naar de wedrennen begevend, zich op twee kilometer van de poort San Giovanni, op den weg naar Cam- panella, bevond, sprong de 24jarige, sedert een paar dagen weikelooze smidsknecht Pietro Acciaritovroeger onderofficierop den koning toe en stak met een dolk naar den vorst. De koning ontweek den stoot, door zich op te richten, en reed door naar de renplaats. De misdadiger wierp na den st^t den dolk weg. Twee carabiniers en een V specteur van politie grepen hem naQ hij reeds door omstanders op den grond w geworpen en mei vuisten werd gestompt - en voerden hein naar het politiebureau, wat de quaestor hem in verhoor nam. Aceiaritc blijkbaar een overspannen individu, is af komslig van Artena en leefde in vijandschaj, met zijn te Rome wonenden vader. Zooals bekend is heeft hij tegenover den quaestor verklaard door honger tot zijne daad te zijn! gedreven wat al zeer zonderling klinkt eu geen medeplichtigen te hebben. Den dag te voren had men hem hooren zeggen „Morgen zal ik een groot man vermoorden." Hij had zelf zijn dolk gesmeed, waarvan het tweesnijdend lemmet 3D centimeter lang was, en had de hand, waarin hij het wapen hield, met zijn zakdoek omwonden. De vader van Acciarito had reeds eenige dagen te voren zijn zoon bij de politie aangeklaagd, wijl deze allerlei gevaarlijke dreigementen deed; de politie had echter Pietro niet kunnen vinden. Even na den koning kwam de koningin op de renplaats aanrijden. Koning Humbert verhaalde haar terstond het gebeurde. De vorstin was diep ontroerd en drukte haar gemaal innig de hand. Spoedig was het ge beur'e op de renplaats verspreid eu de aanwezigen juichten luide den koning toe, terwijl de diplomaten en notabelen den vorst in diens tribune gingen gelukwenschen. De koning zou toen lachend hebben gezegd „Och, dat zijn zaakjes, mijneheeren, die nu eenmaal bij het' vak behooren." Het koninklijk paar bleef de Derby wedren nen tot het einde bijwonen en kwam kwart over zessen op het plein van het Quiiinaal, gevolgd door een lange reeks rijtuigen, terwijl een dichte menigte was samengekomen, om hun vreugde over het mislukken van den aanslag te betuigen. De muziek van de paleiswacht speelde meermalen de koningshymne en van alle gezantschappen en openbare gebouwen en ook uit vele particuliere woningen wap perde de vlag. De koning en kóningin ver schenen meermalen op tiet balkon om hun dank te betuigen. Toen een kerel onder de menigte zich op smadelijke wijze over den koning uitliet, moest de politic hem tegen de volksmassa,die hem te lijf ging, in bescherming nemen, 's Avonds werdeu de betoogingen voortgezet. Aan de bureaux van het socia- litische blad „Avanli," dat geschreven had, dat geen monarchist de dynastie een beteren dienst had kunnen bewijzen dan Acciarito door zijn aanslag, werden de ruiten inge worpen. WAALWIJK, 28 April 1897. Benoeming. Benoemd tot griffier bij het kantongerecht te Waalwijk, mr. M. M. Brouwer Ancher, advocaat te Amsterdam. l'Espérance. Het 11. Zondag door l'Espérance gegeven concert is een van de beste, die wij in de laatste jaren van haar hebben bijgewoond. De heer A. J. de Winter verleende ditmaal zijn medewerking en de beroemde komieke Bram, die jaren her in de zaal van l'Espérance voor 't eerst de planken betrad, was nog even jong, nog even onweerstaanbaar als vroeger. Er zijn vele Grammetjes, die hem imiteeren durven, maar geen een, die naast den eenigen, grooten Bram kan staan. Met zijn geheel nieuw programma heeft hij de volgepropte zaal van de Erven van Riel doen daveren van 't lachen en het publiek toonde zich vooral dankbaar voor zijn exceptioneel ge schonken toegift„De Schutter." Bram nog eens te zien en te hooren in zijne volle ko mische kracht, dat is een verfrissching, die nog lang heugen zal. De harmonie heeft prachtige muziek ten gehoore gebracht. Bui tengewoon mooi heeft zij gespeeld verschillen de brokstukken uit de Opera „Carmen." Voor dit nummer alleen brengen wij den directeur, onder wiens leiding deze compo sitie is ingestudeerd, gaarne een eere-salut. Een afzonderlijk woord van lof komt nog toe aan de werkende leden van l'Espérance: de solisten Brok, Sweep en Van Wijck. De eerste was voor vele aanwezigen nog een nieuweling, maar zijn proefstuk op de piston was een meesterstuk. De beide andereu hebben eens te meer bewezen, dat zij be hooren tot de beste krachten, waarover l'Espérance te beschikken heeft. Het is ons een groot genoegen te kunnen constateeren, dat l'Espérance is eu blijft een der beste dillettanten-corpsen in Nederland, een ge zelschap, waarop Waalwijk onder ieder op zicht kan trotsch zijn. Volharding in den strijd. De uitvoering verleden Maandag door de tooneelvereeniging „Volharding in den strijd" gegeven, was zeer druk bezocht, en mag eene zeer goed geslaagde uitvoering genoemd worden. De acteurs werkten uitstekend, en alle stukken werden netjes afgewerkt. Een pluimpje mag zeker ook niet onthouden worden aan de muzikantenaan die vereeniging

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1897 | | pagina 2