Nummer 54.
Donderdag 8 Juli 1897.
20!Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
Gemeenteraad van Waalwijk.
ANTOON TIELEN
FEUILLETON.
UITGEVER-
Waalwijk.
De Echo van het Zuidea
Waalwyksck cd Laagstraaisclie Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden t' 1,
Franco per post door het geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3raaal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
OPENBARE VERGADERING
öp Maandag 5 Juli, 'snainiddags ten 7 ure.
Aan de orde
I. Ingekomen stukken.
II. Benoeming van een stembureau voor
de aanstaaude gemeenteraadsverkiezing, ook
voor de herstemming, zoo die noodig is.
III. Aanwijzing stemlokaal.
Voorzitter: de burgemeester.
Tegenwoordig alle leden, met uitzondering
van den heer Baijens.
Na opening door den voorzitter worden
de notulen der vorige vergadering door den
secretaris voorgelezen en ongewijzigd vast
gesteld.
Aan de orde:
I. Een schrijven van gedeputeerde staten,
houdende goedkeuring van de wijziging der
begröoting; f 30 is uitgetrokken voor de tee-
kenschool, om te exposeeren op de tentoon
stelling te 's Bosch.
Het salaris van den veldwachter en het
kohier van den hoofdelijken omslag zijn ook
goedgekeurd.
b. Een telegram en later een biief is aan
mijn adres gekomen, zegt de voorzitter, van
Mr. Loeff, waarin hij mededeelt, dat het Hof
de uitspraak in zake schipper Janssen, ten
gunste der gemeente Waalwijk heeft bevestigd.
Ik deel het u mede, wijl het ook in uw
belang is.
c. Een request van R. Ruitenberg, dat hij
met een schip met steenen in de haven lag
en door het malen der stoomschepen schade
aan zijn schip heeft gekregen; reden, waarom
hij eene kleine vergoeding verzoekt vau de
gemeente Waalwijk.
De Voorzitter: het dagelijksch best. kan geen
termen vinden, om hieromtrent een voorstel
te doen aan den raad en meent afwijzend
te moeten beschikken. Conform besloten.
d. Verder is ingekomen een schrijven van
de „Vicinaux" waarin o. m. het volgende staat:
Wij hebben een heel tijdje geleden con-
65
Hij reed eerst naar de stallen en gaf zijn paard
aan de zorgen van den stalknecht o.vei\
Toen ging hij het buis binnen en had een kort
gesprek met den portier, wien hij naar den toe
stand van zijn oom vroeg.
De man verzekerde «dat het er naar uitzag met
zijn meester.*
De pleegzuster was bij hem. Dr. Broklehand
had den patient een uur geleden verlaten en zou
tusschen negen uur en hait tien terugkomen.
Wenscht de kapitein aangediend te worden?
Rutherford schudde het hoofd.
Men behoefde zijn oom niet te storen, zei hij.
Hij zou bedaard naar boven gaan en zelf oor-
deelen of de kranke in stoat was eenige oogen-
blikken met hem te spreken.
Hij zou echter oeist naar de bibliotheek gaan;
hij had nog een brief te schrijven.
Hij begaf zich naar de bibliotheek, onhoor
baar de deur openende.
Met een verwonderde uitdrukking op zijn gelaat
bleef hij plotseling op den drempel staan.
Er bevond zich een vreemde vrouw in het
vertrek.
Ze had hem schijnbaar niet gehoord.
Ze was op het oogenblik, dat hij binnentrad,
in het vuur aan het poken en het leven dat dit
veroorzaakte had het geluid van den knop om
draaien gesmoord.
Met de omzichtigheid hem eigen, naderde hij
haar niet terstond om zich aan haar bekend te
maken, doch ging bedaard naar een lederen
rustbank, achter een schut verborgen en wierp
er zich op neer, zorgvuldig langs het schut heen
de beweging gadeslaande van de vrouw daar
achter.
De vrouw had een klein hoofd, zwart haar en
donkere gelaatskleur en was in het groen ge
kleed; een klein hoedje met rood fluweel op het
hoofd.
Het volgende oogenblik had hij haar herkend
als een vroegere kennis, Eliza Turner, die hij
cessie gevraagd door de Waalwijksche straatj
MarktKloostersteeg. Hierop hebben we
nog nooit antwoord ontvangen, en daarom
nemen wij aan dat u daartegen bezwaren
hebt. Welken weg zouden we dau kunnen
volgen?
Ons dunkt, dat hier de weg Nieuwstraat,
Putsteeg, paralelweg, wel in aanmerking kan
komen.
De Voorzitter. Het dagelijksch bestuur geeft
in overweging aan den raad om eerst eens
inlichtingen in Dongen te vragen, wat die
doen.
De heer Verbunt: Dongen en Kaatsheuvel
dat nu heelemaal vau den anderen tram afligt,
doen alle moeite om hem te krijgen, dat weet
ik zeker, en daarom is het nuttelooze moeite,
om daar nog eeus over te gaan spreken.
De gemeenteraad heeft aangenomen hem
niet te keeren laat ons dus zeggen: willen
we hem door de Putsteeg, ja of neen.
De heer Gragtmansik houd mij bij 't
geen de^ heer Verbunt gezegd heeft. In
Doogen is niets te onderzoeken, en wij moe
ten het nu maar niet meer op de lange baan
schuiven. Wij moeten vragen of de Vicinaux
door de Putsteeg kan of die breed genoeg
is enz.
De heer Van Schijndel: ik ben het met
de 2 heeren volkomen eens, men moet er
nu maar niet langer meer overheen laten
gaan.
De heer Quirijns is de richting in Dongen
al aangegeven, en is 't daar al zekerik heb
gehoord dat daar 2 plannen zijn, en dat ze
het nog niet eens zijn.
De heer Van Schijndelneem aan dat hij
niet in Dongen kwam, dan kunnen we hier
toch wel een besluit riemen.
De heer Quirijns mijn idee zou ziju hem
alleen te laten komen in aansluiting met
Dongen.
De voorzitter ik meen dat de Viciuaux
zelf gezegd heeft dat ze in Dongen nog niet
klaar zijn, daar er 2 plannen bestaan.
De heer Gragtmans: «Hier zijn we ook
nog niet klaar».
een week te voren in Londen opgezocht had en
wie hij betaald had teneinde de bewijzen, be
treffende Madeline's aandeel in haar vaders mis
daden in zijn bezit te hebben.
Wat op 'de wereld kon Eliza Turner hier te
verrichten hebben
Met klimmende verbazing sloeg hij haar gade.
Ze scheen hier goed thuis te zijn en druk aan
het werk.
Hij kon nog niet begrijpen of gissen waarin
dat werk bestond.
Er lagen massa's papier op een tatel vóórhaar
en rusteloos dwaalden haar vingers er door heen.
Naar de zwarte overblijfselen in het vuur te
oordeelen moest ze vóór zijn komst aan het ver
branden van papieren geweest zijn.
Het leven, dat ze met de pook gemaaktj had,
scheen te bewijzen, dat ze recht had te doen wat
ze bezig was te doen of ten minste, dat ze niet
vreesde gestoord te zullen worden.
Zijn verwondering nam toe.
Hoe was ze hier gekomen
Eu met welk recht was ze bezig laden te
ledigen en private documenten na te zien
Want dat het private documenteu waren be
wees het feit, dat sir Edmund Anson's bureau
openstond, de laden uitgetrokken en een bos
sleutels aan het slot.
Stilzwijgend vroeg hij zich af hoe het moge
lijk was, dat ze toegang in dit huis had gekregen.
Kende ze zijn oom
Zuo ja, hoe was die kennismaking begonnen
Hij zou hier eerder den beul dan haar ver
wacht hebben.
Ah I een geluid opnieuw, thans van buiten,
verschrikte hem.
Ook zij scheen verschrikt, want ze hield op
met zoeken en stond een oogenblik doodstil haar
gelaat in afwachtende houding opgeheven.
Het was een geluid van schuifelende voetstap
pen in de gang zware, ongelijke voetstappen,
als van een, die zich moeielijk beweegt.
Rutherford Roper veronderstelde, dat het de
dokter was, die terugkwam of wellicht de predi
kant of de een of andere bezoeker, dienaarden
toestand van oom kwam viagen.
Doch Eliza Turner wist schijnbaar beter, want
er kwam een uitdrukking \ari verwondering,
vrees en haat op haar gelaat en een kreet van
woede ontsnapte aau liaar lippen.
De voorzitter„als we nu eens in princiep
aannamen dat ze komen mochten, en we
stelden nu eens te zware condities aan de
maatschappij.»
De heer Verbunt.- „als 't besluit genomen
wordt den tram toe te laten, dan zullen ze
op geen groote moeielijkheden stuiten, want
ze zullen dan alles doen om naar Dongen
door te komen.
Als wij niet beginnen kunnen ze nooit tot
die plaats komen. Ze kunnen toch niet van
Dongen naar hier beginnen te werken
De voorzitter «als we den tram toelieten
zou ik er altijd tegen zijn in de straat, dan
door de Putsteeg.
Nu ziju we zelf uitstekend gebaat. De
lusten, en niet de lasten.»
De heer Verbunt„ik doe het volgende
voorstel „De concessie wordt verleend onder
nader te bepalen voorwaarden, door de Nieuw
straat, Putsteeg, Paralelweg.»
Deneer Mombers «ik geloof niet dat ze
Waalwijk noodig hebbenze hebben zelf
gezegd, dat ze nog 3 andere wegen kunnen
vinden.»
De heer Van SchijndelZe hebben gezegd,
dit als ze in 't geheel niet door Waalwijk
mochten, dan zouden ze ergens anders gaan.
De heer Van Schijndel„de heer Mombers
vergist zich hij is altijd voor den tram ge-
geweest.»
De heer Mombers«beweert niet er voor
geweest te zijn en al was ik er voor geweest,
dan kunnen er nog wel eens bezwaren rijzen.»
De heer Van Schijndel„stemt dit volko
men toe Hierna wordt het voorstel van den
heer Verbunt in omvraag gebracht en aan.
genomen. Tegen stemde de heer Mombers-
Dus is coucessie verleend onder nader
te bepalen voorwaarden, door de Nieuwstraat,
Putsteeg, Parallelweg.
II. Benoeming stembureau.
De voorzitter„ik ben zoo vrij aan de
heeren; te vragen of ze de goedheid zouden
willen hebben de heeren Timmermans Bz.,
en Gragtmans, die bij de vorige verkiezing
leden zijn geweest, weder te benoemen, omdat
Met een snelle beweging wierp ze een aantal
papieren in de dichtst bijzijnde lade.
Toen tot zijn verwondering haalde ze een wa
pen tusschen de plooien van haar kleed de voor
schijn een lang mes hiermede gewapend
nam ze haar plaats bij de deur in en wachtte.
Na eenige oogenblikken kwamen de voetstap
pen haar bekend nader.
Ze hief haar arm op, gereed haar slag te slaan.
Rutherford Roper, die niet vermoedde wie er
binnen zou treden, sprong ontsteld uit zijn schuil
hoek achter het schut te voorschijn.
Wat gaat ge doen kreet hij,
Waarom hebt ge dat mes in de hand?
Ze schrikte en keerde zich om.
Haar arm zonk machteloos neer.
Het volgende oogenblik vertoonde de gestalte
van den rechter zich op den drempel.
Hij wankelde op zijn voeten zijn gelaatstrek
ken, anders zoo kalm en ernstig, waren zoo ver
anderd, dat hij nauwelijks te herkennen was.
In een van zijn bevenden handen hield hij een
geopendeu brief.
Hij zag de vrouw voor hem aan alsof hij haar
niet kende en zei toen met droge, schrapende
stem
Hier is een man, die mij vertelt wat hij
mij een poos geleden ook vertelde dat mijn
jongen onschuldig is mijn jongen onschuldig I
Hij begon te lezen.
Hij biedt mij aan den naam van den ge-
vloekten ellendeling voor 5000 pond te zeggen.
Zij wou het mij niet vertellen, doch ten laatste
zal ik het toch weten.
O, God! En mijn jongen heeft zooveel geleden
Ik heb hem onrecht aangedaan mijn zoon
mijn zoon en Rosamond's kind en mijn...
zoon
Het eindigde met een heeschen kreet.
Toen veranderde het doodsbleek van zijn gelaat
in vuurrood, purper.
Zijn gelaat vertrok stuipachtig.
Hij waggelde snakte naar adem, viel achtero
ver... en toen
Sir Edmund Anson was niet meer.
HOOFDSTUK LVIII.
De vrouw was het eerst aan zijn zijde.
Ze boog zich over hem heen en staarde hem
met wonderlijken blik aan.
de wijze van stemmen nog een nieuwtje is
en die heeren kennen zoo'u beetje 't klappen
van de zweep.
Het is maar een verzoek, maar u zoudt er
mij groot genoegen mede doeD.
Gekozen werden de heeren Timmermans
van Turenhout en Gragtmans.
De voorzitter„nu moet er nog een lid
gekozen worden, dat alleen zitting neemt om
vijf uur als de stembus gesloten wordt, bij 't
openen der stembus.
Na stemming en herstemmingen tusschen
de heeren Verbunt en Vau Tilburg, werd de
heer Verbunt door 't lot aangewezen.
Daarna nog 3 plaatsvervangende leden.
Gekozen de heeren Van Tilburg, Van
Dooren en Van Schijndel.
III. Aanwijzing stemlokaal.
De voorzitter „ik stel voor dit doel de
raadzaal voor hetgeen werd aangenomen.
Verder stelt het dagel. bestuur voor Eene
geldleening, slechts voor een paar maanden
van f3C00 goed te keuren. Over een tijdje
is er wederom geld genoeg. Aangenomen.
De voorzitter„is er nog een van de hee
ren, die 't woord verlangt.
De heer Timmermans van Turenhout: „in
dertijd heb ik eens gesproken over de Lotjes,
of die niet goed zouden kunnen gemaakt
worden door 't straatvuil, door ze op te hoogen
en daardoor productief te maken.
In korte jaren zouden we daardoor veel
land winnen, zonder veel kosten en daarom
wil ik er nog eens aan herinneren omdat ik
geloof dat 't dagelijksch bestuur er niet aan
gedacht beeft."
De voorzitter«ja wel mijnheer Timmer
mans daar is wel aan gedacht, maar op 't
oogenblik kunnen we 't straatvuil niet missen.
De sloot in de Putsteeg moet dicht ge
maakt wordenwaardoor de Putsteeg veel
breeder zal worden.
De heer Verbunt„ik wilde eens vragen
of de klok op de protestantsche kerk, waar
voor een post op de begrooting is uitgetrok
ken, nu ook niet gemaakt kan worden, want
daar aan de westzijde weten we niet van uur
Ze had het mes weggeworpen en toen Ruther-
ford Roper naderbij kwam, hief ze haar groote,
zwarte oogen op en zag hem koel aan.
Gij waart het, die riep, was het niet zei ze
met voldoening in haar stem.
Wel 't schijnt, mij toe, 'dat hij dood is. Het
geleek wel een beroerte. Deze brief, wat hij ook
bevatte, was te veel voor hem.
Het moet iets belangrijks geweest zijn ook dat
hem de kracht gaf zijn bed te verlaten en naar
beneden te komen, 't Verwondert me, dat de
zuster hem niet tegenhield, 't Gelukte haar zeker
niet.
Hij had dikwijls iets in zijn blik, waar niemand
tegenop dorst, wanneer hij éénmaal ergens zijn
zinnen op had gezet.
Kapitein Roper knielde neer, maakte zachtkens
het goed van den rechter los en legde zijn hand
op het hart.
Zijn gewone bevalligheid was een treffende te
genstelling met het lijk op den grond; zijn glan
zend zwart haar en lange snor zagen er vreemd
uit naast het voorname, bleeke gelaat en de ver
wilderde lokken van den getroffen rechter.
Plotseling wendde hij zich af en beantwoordde
de onuitgesproken vraag der \rouw.
Ja, hij is dood morsdood. Dit is de derde
aanval, geloof ik. Ik heb altijd gedacht, dat de
derde doodelijk is.
Hij liep het vertrek door en trok aan het schel
koord, in zichzelf mompelende
Dit is dan het eindemijn dwaze vader
valt in den strik, dien hij anderen gespannen
heeft.
De dokter snel I zei hij tot den bediende,
die op zijn geschel aan kwam loopen en ver
baasd het schouwspel op den grond gadesloeg.
De man gehoorzaamde.
Zich toén tot de vrouw wendende, zei hij naar
de deur wijzende:
Maak schoon schipIk ben hier heer en
meester thans en wil niet, dat ge hier langer
blijft, Wat ge hier gedaan hebt, weet iknogniet
juist doch ik zou er op durven zweren, dat
net beter niet gedaan wasIk zag u met het mes.
Wien dacht ge te zien binnenkomen Of was
het uw bedoeling mijn oom aan te vallen
riet mes? welk mes? Wat bedoelt ge? Ik
had geen mes I
(Wordt vervolgd.)