Nummer 58.
Zondag 25 Juli 1897.
20' Jaargang.
Industrie en Gemeentebelangen,
Eerste Blad.
De toestand dei schoenmakerij.
ANTOON TIELEN
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
FEUILLETON.
Staatkundig overzicht.
UITGEVER
Waalwijk.
Gevolg gevend aan de toezegging in ons
vorig nummer gedaan, wenschen wij thans
eenige beschouwingen ten beste te geven
over den toestand der schoenmakerij en
zoo mogelijk een middel op te sporen, dat
o. i. daarin verbetering zou kunneu brengen.
Vooraf echter wenschen wij te releveeren
eene onjuiste voorstelling, voorkomende in
het strooibiljet, hier algemeen verspreid, dat
namelijk de toestand ook van de schoen
makers-werklieden van dag tot dag achter
uitgaat en met ondergang gedreigd wordt
door steeds opvolgende verlaging der loonen.
Wij weerspreken bepaald de bewering
dat de toestand der schoenmakers-knechts,
althans hier in onze streek, zoo slecht zou
zijn als de stellers van dat strooibiljet zou
den willen doen gelooven.
Eer het tegendeel is waar. Misschien ook
in geen enkel ander vak verdienen de werk
lieden, bij ijver en goeden wil, zooveel als
juist in de schoenmakerij.
We weten heel goed, dat de tijd verre
is der 7Uer jaren, toen de knechts de bazen
onder den duim hadden en de laatsten de
eersten moesten ontzien; maar juist van dien
zoo vaak ten onrechte geroemden tijd, da
teert de achteruitgang der Langstraatsche
schoenmakerij; dus dien tijd zouden wij niet
terugwenschen, noch in 't belang der bazen
noch der knechts.
De Waalwijksche Kamer van Koophandel,
op dit gebied zeker eene bevoegde en on
verdachte beoordeelaarster, zegt dan ook in
haar verslag over 1896. - De ruime loonen
aan flinke arbeiders toegekend, zijn zelfs in
deze ongunstige tijden niet verminderd
zoodat het een knappen werkman-schoenma
ker, die van goeden wil is, in den volsten
zin des woords, goed gaat.
Alsnu overgaande tot ons eigenlijk on
derwerp wenschen wij op te merken, dat, als
wij spreken over de schoenmakerij, wij hoofd
zakelijk op het oog hebben het handwerk,
niet de machinale schoenmakerij, die, naar
somrniger opvatting, schuld heeft aan den
minder goeden gang der handwerkerij, om
dat bij de eerste de productiekosten geringer
zijn en zij dus goedkooper kan leveren dan
de fabrikanten van handwerk.
't Is dus een dringende noodzakelijkheid een
middel op te sporen, waardoor de productie
kosten van het handwerk verlaagd worden,
zonder dat de werkman daaronder lijdt.
Dit middel meenen wij gevonden te hebben
in verdeeling van den arbeid, door namelijk
ook het vervaardigen van handwerk fabriek
matig te doen geschieden. Evenals op de
machinale fabrieken elke machine steeds en
altijd door hetzelfde werk doet, zal dan ook
elke werkman slechts een zeker onderdeel
en steeds hetzelfde uitvoeren. Hierdoor zal hij
voor zijn gedeelte eene bijzondere vaardig
heid en vlugheid verkrijgen, die hem in
staat stelt bij betaling per stuk een hooger
weekloon te verdienen, naar gelang hij zich
meer inspantmaar ook de patroon zal
voordeel hebben door daling over 't geheel
der productiekosten en hij zal dus beter in
staat zijn de concurrentie vol te houden.
Een eerste vereischte voor eene dergelijke
regeling is dat het gansche personeel, man
nelijk zoowel als vrouwelijk, aan de fabriek
en niet meer te huis werkt. Dit zal voor
hier toen het gebeurde en we lazen het slechts in
de nieuwsbladen. Ge zult alles weten wanneer
ge thuis zijt.
veleii aanvankelijk een bezwaar zijn, omdat
de Langstraatsche schoenmakers in 't alge
meen heel goed hard willen werken als zij
't in den zin hebben, maar ook even goed
het werk laten liggen als zij de straat op
willen. Een ernstig bezwaar is 't echter
niet, als men betere toestanden verlangt;
want, wie het doel wilmoet ook de mid
delen willen. De overgang zal aanvankelijk
wel eenigszins moeilijk zijn, maar de gezel
len, thans op de machinale fabrieken werk
zaam, hebben, door den nood gedwongen,
denzelfden overgang moeten maken. Veel
minder lastig zal hij zijn voor flinke mannen,
die er uit eigen beweging toe overgaan om
hun toestand en dien van hun huisgezin te
verbeteren en tegelijkertijd de gansche in
dustrie van het handwerk te redden.
In algemeene trekken hebben wij hier
onze meening weergegeven. Wij hopen dat
de onmiddellijk belanghebbenden, namelijk
de schoenmakers, zoowel patroons als werk
lieden, er de noodige aandacht aan zullen
schenken.
Achten zij ons plan onuitvoerbaar of minder
doeltreffend, dat zij het ons gerust zeggen,
mits zij ook de grondeu aangeven, waarop
hunne opinie steunt.
Hen echterdie met ons denkbeeld kun
nen medegaanverzoeken wij beleefd het
niet daarbij te laten, maar ons hunnen ge-
waardeerden steun te doen gevoelenb.v.
door het uitwerken als zaakkundigen der
détails, zooalsde verdeeling en regeling
van den arbeidde loonquaestie enz. Wij
houden ons steeds ter beschikking van be
langhebbenden die ons over de zaak willen
spreken of schrijven, t zij vóór of tegen
alleen ,/men zwijge de zaak niet dood/'
want daarmede is niemand gebaaten wor
den er geen doortastende maatregelen ge
nomen, dan, 't is onze innige overtuiging
dan gaat de handwerkerij naar den kelder
en daarmede tal van huisgezinnen gebrek en
ellende tegemoet. Daarom, de handen uit
gestoken en flink aan 't werk. Tracht u
zeiven te helpen; laat u niet afleiden door
mooie redeneeringen over toch niet komende
bescherming van regeeringswegemaar be
gint met u zeiven te beschermen hiervan
kunt ge de goede uitwerkselen onmiddellijk
waarnemen.
Misschien zou 't ook aanbeveling verdie
nen op de handwerk fabrieken eenige ma
chines in gebruik te stellen, die direct voor
deel afwerpenals b.v. een lederwals en
misschien nog andere. Voor gepend werk
(eigenlijk ook handwerk) zou men eenige
blokken kunnen plaatsen, zooals die gevon
den worden in de machinale schoenmakerijen.
Dit moeten de deskundige belanghebben
den zelf beoordeelen.
Natuurlijk zou de door ons voorgestelde
regeling moeten tot stand komen door on
derling overleg tusschen patroons en werk
lieden 't Best zou naar onze meening zijn
dat de patroonsdie tot fabriekmatigen
arbeid willen overgaan, eerst gezamelijk de
détails regelen zooals wij boven omschreven,
en dan in overleg met hunne werklieden
met dezen contracten sloten.
Wij hopen dat het zoover komt en hoe
spoediger hoe lieverin afwachting daarvan
uiten wij den welgemeende n wensch
Leve de schoenmakerij
Twee landen van Europa, industrieele staten
bij uitnemendheid» zijn op 't oogeublik het
tooneel van een werkstaking op groote schaal.
In Engeland zijn het de machinebouwers, die
gedeeltelijk vrijwillig, gedeeltelijk gedwongen,
de fabriek in den steek gelaten hebben in de
Belgische Borinage zijn het de mijnwerkers,
Doch eenige woorden die op zijn dooden
vader betrekking hadden, die den volgenden dag
begraven zou worden van den predikant
deden hem zijn schreden naar Holcombe Park
richten,
e
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk fl,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaalsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
*aai>cmMr^~*»x**msxaBtymiiiaaa*Ksii&fjKBiiKif<s3XKXxsR-7<v?sra9i3
68
Ze komen mij dan voor een geeseling halen
en vinden hem in mijne plaats. Een maand ge
leden nog was hij mijn vijand, doch nu vergoedt
hij mij alle9.
'Wonderlijk dat geld een mans voornemen zoo
kan doen veranderen. Ik veronderstel dat wan
neer hij ontdekt wordt, wij in Londen zullen zijn.
Ja, indien alles goed gaat, doch we moeten
snel naar Leamouth gaan.
Is Harvey dood?
Drie nachten geleden is hij gestorven.
Ik vroeg hem, waarom hij getracht had te
ontvluchten en hij zei, dat hij verleid was gewor
den door de gedochte aan de duizenden ponden,
die hem door den moordenaar van William
Talbot beloofd waren geworden wanneer hij ge
durende de twaalf jaar van zijn gevangenneming
het stilzwijgen omtrent de misdaad bewaarde. Hij
was van plan terug te keeren en heimelijk zijn
dochters vrijheid te bewerken. Hij heeft mij nu
die taak nagelaten.
Gij spreekt alsof ge er op vertrouwt te
zullen slagen, zei Taxter een weinig verwonderd.
Ik vertrouw er op, zei Frank het hoofd fier
opheffende. Ik vertrouw nu op alles, nu ik weet,
dat hij, dien ik schuldig verdacht aan den moord
op William Talbot, onschuldig is evenals ik.
Trimball greep George Taxter bij den arm.
Weet hij het van sir Edmund, denkt ge, sir
Taxter verschrikte.
Toen wendde hij zich tot den gevluclüen ver
oordeelde.
Anson, zei hij, zijn hand teeder op des
jongemans schouder leggend.
Weet ge, dat uw vader dood is?
Dood
De zoon stond stil en herhaalde het woord vol
ontzetting.
Dood?
Ja, hij is plotseling gestorven aan een
beroerte twee of drie dagen geleden.
Ik weet geen bijzonderheden. Wc waren reeds
Dóód
Frank Anson had de handen voor het gelaat
geslagen.
Hij was in die oogenblikken aan volslagen
wanhoop ten prooi.
Dood En hij zal het nooit weten, kan het
nooit weten? Ik zal nooit in staat zijn het hem
te vertellen hem vergiffenis te vragen hem
om zijn zegen te sraeeken
De ware beteekenis dier woorden werd door
de toehoorders niet begrepén.
Kom mee, sir, om Godswil, waagde Trimball
op te merken. Er is geen tijd te verliezen. Oh,
rnr. Anson, indien ge miss Madeline liefhebt laat
u niet weer oppakken.
Deze woorden misten hunne uitwerking niet
ze gaven hem het vertrouwen,u zijn wilskracht
weder.
Hij liep voort; eerst met onvasten tred, doch
spoedig geregelder.
En ten laatste, nadat ze verscheidene uren ge-
loopen hadden werden de daken van Leamouth
zichtbaar.
Nog een uur later en de sneltrein naar Londen
zette zich in beweging, den veroordeelde met
zich voerend.
Hij zuchtte diep.
Toen leunde hij over naar Taxter, die tegeno
ver hem zat.
Hoe edelmoedig zijt ge jegens mij geweest,
zei hij op dankbaren toon. Ik was het, die u
van uw geluk berooide door haar van u weg te
nemen; en toch zijt ge niet op mij verbitterd.
Gij waart het, die mij troostte in het uur mijner
veroordeeling; 't is uw vriendschap, die mij
thans redt. Waart gij en Trimball niet hier ge
komen ik zou nooit bevrijd zijn. liet geheim, dat
thans in mijn bezit is, zou mij nooit buiteu uw
hulp hebben kunnen in vrijheid stellen.
En ge hebt uw tijd gebruikt uw gedachten,
uw geld alles om mij te helpen j
't Geld zal ik u terug betalen, wanneer ik mijn
erfenis in handen heb zoo. niet, dan zal ik er
voor werken. Ik dank u, ik acht u hoog om uw
goedheid.
Korten tijd geleden zijn stem daalde dacht
ik, dat mijn vader het edelste mensch was, dat ik
ontmoet had. Doch thans zie ik, dat er anderen
zijn, waardig met hem op één lijn gesteld te
worden.
God beloone uGod zegene u, Taxter en
Trimball.
En ze drukten elkander de hand.
LXI.
De Ontknooping..
Het werd niet raadzaam geoordeeld, dat Frank
Anson in Mallisconbe uit zou stappen.
Het laatste station voor Malliscombe stegen de
reizigers uit.
Shacklefords uniform was nu verborgen onder
Taxters overjas, enkel de schoenen en de pet zou
den nog achterdocht kunnen verwekken.
Het was avond en de kans bestond, dat ze
onopgemerkt het station zouden kunnen "ver
laten.
Ze huurden een rijtuig sn toen ze Malliscombe
genaderd waren stegen ze uit.
Frank Anson wilde recht op zijn doel af en
naar Andley Court gaan om een onderhoud met
lord Melburyte hebben, doch men stelde hem
voor eerst van kleeren te gaan verwisselen.
Ze begaven zich naar de pastorie van St. Mary,
het vrijgezel verblijf van ds. Pui kiss.
Om verscheidene redenen hadden ze de pastorie
tot toevluchtsoord gekozen, omdat er geen ander
huis was, dat ze veilig konden bereiken.
Het was onmogelijk hem mede naar den molen
of naar Doveney House te nemen, waar zeker
twee personen, Bejamin Crafter en Harriet Blake,
op post zoude staan.
Ze schelden aan.
Taxter ging naar boven, terwijl Frank Anson
en Trimball buiten wachtten.
Het behoeft niet gezegd, dat de kleine predi
kant zijn huis voor den vluchteling openstelde.
Zijn ontvangst, was hartelijk.
De eerste belangrijke zaak, die hun te doen
stond, was den vluchteling andere kleeren te
verschaffen.
George Taxter reed naar Doveney House en
was in minder dan geen tijd met een stel kleeren
terug.
Frank gunde zich geen tijd met zijn gastheer
te soupeeren, doch wenschte zoo spoedig mogelijk
naar Andley Court te gaan om lord Melbury te
spreken.
Bij eene kleine herberg aan de Doveuey huurde
hij een rijtuig en reed huiswaarts. Ongevraagd
stapte hij het groote huis, zijn rechtmatig eigen
dom binnen.
Het was alles vreerad daarbinnen.
Een groote verwarring heerschte in het huis.
Hij vroeg, wie op het oogenblik het bevel
voerde in huis en ontving het onverklaarbare
antwoord
Lady Anson.
Lady Anson herhaalde hij ontsteld. Ik
dacht dat er geen lady Anson meer bestond.
Perkins drukte de lippen op elkaar.
De vrouw van mijn overleden meester
zijn eerste vrouw. Ze is hier gekomen op den
avond dat hij stierf. Het i9 een vreemde ge
schiedenis, doch er schijnt geen twijfel daarom
trent te bestaan.
Ze schijnt in werkelijkheid lady Anson te zijn.
Perkins, kent ge mij niet meer, fluisterde
de teruggekeerde zoon half verwijtend. Ik ben
rar. Anson. Zeg er niemand een enkel woord
van. Vertel mij de geschiedenis van die vrouw.
Perkins was een schrede achteruitgegaan en
staarde de wonderlijke gestalte voor zich aan.
Het volgende oogenblik had hij hem herkend.
Groote God, sir Wat ben ik blij u te zien.
Het heele huis is onderstboven gekeerd. Zooals
ik u reeds zeide, is er een persoon op komen
dagen een dame kan men haar niet noemen,
sir die vertelt, dat ze voor langer dan dertig
jaar met uiijn overleden meester uw vader ge
huwd is geweest, vóór hij de lady, uw moeder
huwde.
En dat mensch heeft de huwelijksacte ook,
zeggen ze. Zij heeft kapitein Roper als 't ware
het huis uitgezet en er is een man, dien ze be
weert dat haar zoon is, die den titel en het geld
'erft. De hemel beware u, sir, wanneer dat waar
heid is. Ik wilde dat ge uw recht handhaafdet.
Ik durf nog niet niet onder mijn eigen
naam, zei Frank Anson gejaagd.
Ik moet er over denken. Kent ge den anderen
naam van die vrouw Hoe noemde ze zich
eerst
Wordt vervolgd.