Nummer 63. Donderdag 12 Augustus 1897. 20° Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. antoon tielen, Staatkundig overzicht. FEUILLETON De Wraak eener Trouw UITGEVER: Waalwijk. jurjjcr^rrv «vwrw-; sa kXwr.uKbetv; Wiialwyiisclie en Liniplraalschc Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsp rijs per 3 maanden f 1, Franco per post door het geheele rijk f 1,25. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Moord op Ciinovas del Castillo. Antonio Canovas del Castillo, ministerpre sident van Spanje, de man in vvien de con servatieve partij van het Iberische schiereiland gepersonifieerd werd, is Zondag te Santa Agueda in de provincie Biscaye door drie revolverschoten getroffen en na een kort lijden bezweken. Canovas verliet zijn woning om zijn dagelijksch bad te gaan nemen, toen een man (Michel Argine Golli geheeten, zooals na zijn arrestatie is gebleken) plotseling drie revolverschoten op hem loste, waardoor Cauo vas in de borst werd getroffen. Hij zonk in de armen van zijn vrouw en werd onmidde- lijk naar huis vervoerd. Alle zorgen der doktoren waren evenwel tevergeefsheel spoedig reeds gaf Canovas den geest. Omtrent de motieven tot deze daad, verkeerde men slechts kort in 't duistermen weet nu dat de dader een anarchist uit Napels is. Canovas heelt dertig jaar lang een voorna me rol gespeeld in het politieke leven van Spanje. Hij werd in 1828 te Malaga geboren. Hij deed het eerst van zich spreken als dichter en kreeg wegens zijn geschiedkundige en belletristische geschriften een zetel tn de Academie. In 1851 begon hij zich aan de politiek te wijden als hoofdredacteur van de conservatieve Patria en drie jaar later werd hij tot lid van de Cortez gekozen. De diplo matie leerde hij kennen als gezant te Rome en van 1852 tot 1864 maakte hij herhaalde lijk deel uit van het liberale kabiuet (in 1864 was hij eerst minister van binner.landsche zaken in het kabinet-Mor, toen minister van financiën in de formatie O'Donnell, later minister van koloniën en bereidde als zooda nig de afschaffing van den slavenhandel voor.) Canovas stelde zich aan het hoofd der partij, die na de afdanking van koningin Isabella (1870) de jongere linie der Bourbons met Alfonso van Asturië op den troon wilde brengen. Toen hem dit na vier jaar strijd eindelijk gelukt was, benoemde koning Alfonso Herinneringen van een Politie-Commissaris. 3 Waarlijk, het is vreemd, zeide de commissaris en hoe oud was die man Dertig jaar ongeveer! En toen hij Jan zeide, richtte hij zich toch tot den koetsier? Ja, daarmede bedoelde hij den koetsier, mijnheer de commissaris. Dan kan ik u niet anders dan gelukwenschen, mijn vriend. Gij hebt in deze zaak met zooveel doorzicht gehandeld, dat ik hoop in staat te wor den gesteld, u voor uw ijver ruimschoots te beloonen. Zooveel vei langde de voddenraper niet eens. Hij groette den magistraat en spoedde zich heen om zijn nachtelijk werk op <e vatten. Den volgenden morgen werd het been naar de Morgue gebracht, waar het naast den arm, die den vorigen dag was gevonden, werd nedergelegd men meende zich nu met de hoop te mogen vleien, dat het de politie door verdere, nasporin gen zou mogen gelukken, nog meer belangrijke ontdekkingen te doen. Dit geschiedde dan ook, maar de uitslag ver schilde veel van hetgeen men zich had voorge steld. Het bleek toch al zeer spoedig, dat het door vader Michel gevonden been van een man afkom stig was en dat bijgevolg dus deze vondst, in plaats, dat zij betrekking had op het reeds aan- gevangenen onderzoek, op een tweede misdaad wees, een misdaad niet minder geheimzinnig dan de eerste, maar willicht geheel op zich zelf staaande. Wat aan deze laatste veronderstelling eenigen schijn van zekerheid gaf, was dat de moordenaar van den man en jde vrouw blijkbaar van zeer verschilende werktuigen hadden gebruik gemaakt. De arm der vrouw toch was klaarblijkelijk XII hem tot minister-president. Canovas slaagde er in de nieuwe monarchie spoedig wortel te doen vatten. Hij bracht de nieuwe grondwet tot stand en streefde er voor alles naar om vrede en orde te herstellen en het land rust te geven na de verwoestende bur geroorlogen. Dat mocht hem gelukken, hoewel hij in 1876 te kampen had met een tweede poging tot uitlokking van een burgeroorlog, nu van de zijde der Carlisten en tevens een opstand op Kuba had te onderdrukken, 't Was toen ook dat hij besloot maarschalk Martinez Campos terug te roepen van het eiland, omdat deze bevelvoerder al te liberale denkbeelden had, lijnrecht in strijd met Cano vas' intentiën. In 1879 was 't Canovas' tijd om heen te gaan. Plij viel in ongenade omdat hij weigerde den wensch des konings te vullen en diens dochter te doen benoemen tot prinses van Asturië. Heel lang duurde het ambtelooze leven echter niet eenige maanden later trad Canovas alweer op en deed gekenden Blanco een tweede revolutionaire onderneming op Kuba onderdrukken. In Maart 1881 legde hij zijn minister-portefeuille ueder en vergenoegde hij zich met het leiderschap der conservatieve partij in de Cortes. Martinez Campos en Sa- gasta hadden Canovas heftig aangevallen om zijn politiek beleid. In 1884 werd hem nogmaals de leiding van 's lands zaken opgedragen, maar in 1885 na den dood van den koning, trad hij opnieuw af en hielp hij de regentes een liberaal minis- terie-Sagasta vormen dat, naar zijn meening, meer dan een conservatief kabinet geschikt was om de aaneensluiting van alle gematigde monarchisten tegenover de Carlisten en de republikeinen te bewerken. In 1888 koos de Cortes hem tot haar voor zitter en twee jaar later, nadat hij zich uit naam van de conservatieve partij vóór alge meen stemrecht had verklaardwerd hem voor de derde maal de samenstelling van een ministerie opgedragen. Opnieuw was de vreugde van slechts korten duur: in 1891 moest er reeds een „chassez- met geweld, van den man er met zorg was afge sneden. Door den dokter met het onderzoek belast werd van deze en meer andere bijzonderheden nauwkeurig proces-verbaal opgemaakt, en boven dien ter kennis van de politie gebracht. Terwijl intusschen aan het parket over de voort zetting van het onderzoek werd beraadslaagd, kwam Lefiot, die ongetwijfeld het ijverigst en schranderst van alle agenten was, daar mededee- len, dat Ludovicus Malon, een student en een jong meisje Heloïse Brochon genaamd, sedert drie dagen waren verdwenen. III. HELOïSE EN LUDOVICUS Ludovicus Malon was een flinkjongmensch van vierentwintig jaar, in de Racine-straat zeer goed bekend, en aan de geneeskundige school zeer ge zien. Hij ging zelden uit en nam nooit deel aan de openbare bals. Daar hij zich uitsluitend met zijn werk bemoeide, leefde hij zeer op zichzelven. Hij werkte voor zijn examen met de volharding van iemand, die gaarne vooruit wil komen. Hij behoorde tot een eenvoudig burgergezin uit Dauphineé en had tegoederurebegrepen.dat hij alleen, door met ijver en volharding te wer ken, het doel zou kunnen bereiken, dat hij zich gesteld had. Aan de weinige vrienden, die hij had, liet hij zich niet veel gelegen liggen. Zijné eenige ont spanning bestond in een wekelijksch bezoek aan zijn meisje, Heloïse Brochon, die bij hare ouders in de La Bruyèrestraat woonde. Heloïse was twintig jaar oud. Ofschoon hare ouders slechts geringe burgerlieden waren, bezat zij zulk een aangeboren lieftalligheid, dat zij bij de eerste ontmoeting het hart van Ludovicus reeds gewonnen had. Ook zij hield veel van Lu dovicus en vergoedde door hartelijke toegenegen heid veel wat haar, als een dochter uit het volk, aan beschaving ontbrak. De concierge van het huis, waar Ludovicus Malon woonde, was de eerste, die bemerkte, dat zijn huurder verdwenen was. Het wus al drie dagen geleden, dat de student zijn huis verlaten had. Daar hij dit onwillekeurig in verband bracht met het slechte nieuws, dat toen al in geheel Parijs bekend was, maakte hij zich over zijn croisez" plaats vinden tusscheu de ministers onderling en wegens oneenigheid iu zijn partij moest Canovas in 1892 weder plaats maken voor Sagasta. Den 13en Maart 1895 riep de regentes den grijsaard nogmaals aan de regeering en ditmaals was het voor het laatst. Canovas heeft in zijn jongsten ambtstijd waarlijk niet op rozen gewandeld. De op standen op Cuba en de Phillippijnen hebben hem vele moeielijke oogenblikken bezorgd; hij heeft, zoo goed en zoo kwaad het ging moeten voorzien in de ontredderde geldmid delen van het land en een der maatregelen, die zijn minister van financiën daartoe heeft genomen, heeft den binnenlandschen vrede van het koninkrijk in gevaar gebracht. Niet lang geleden verwachtte men algemeen dat hij de leiding van 's lands zaken zou over geven aan zijn tegenstander Sagasta en inder daad nam Canovas zijn ontslagdoch de koningin droeg hem opnieuw de vorming van het ministeire op en hij heeft gemeend aan deze opdracht te moeten voldoen. Op groote populariteit heeft Canovas, niet tegenstaande zijn groote bekwaamheden, zich in den regel niet kunnen beroemen veeleer was hij impopulairwat o.a. bleek uit een manifestatie der studenten te Sevilla, en de betoogingen in andere stedenwelke bijna het karakter van een opstand aannamen. Zoodra te Madrid de aanslag en kort daarop Canova's dood bekend werd, kwam de minis terraad bijeen en de minister van binnen- landsche zaken werd ad interim belast met het presidium. Cauovas' gewelddadige dood juist nu, kan van groote gevolgen zijn voor Spanje hij was de drager, de handhaver van een systeem, hetwelk van vele zijden bestreden werd hij was de ziel der conservatieve partijde grootste tegenstander der autonomie voor Kuba. Zie verder onder buitenland. Keizer Wilhelm II van Duitschland is in Rusland aangekomen. Zaterdag acht uur voeren verscheidene stoombooten der Duitsche kolooie, een stoom- huurder ernstig ongerust en sprak hierover met ieder, die maar naar hem luisteren wilde. Geen wonder dus, dat Lefiot ook spoedig de ldcht kreeg van dit nieuwste nieuws. Deze acntte het nu van belang te weten of ook het jonge meisje verdwe nen was en zoo niet, of zij dan niei eenige be langrijke inlichtingen zou kunnen verschaffen om trent het lot van haar aanstaande. Lefiot begaf zich daarom onmiddellijk naar de ia Bruyère-straat; en daar Heloïse daar goed be kend was had hij niet veel moeite hare woning te vinden. Zij woonde op de derde verdieping van No 2*2. De agent ging de trap op en vond de deur gesloten. Te vergeefs klopte hij verscheidene malen aan; hij kreeg geen antwoord en kon ook niet bemer ken, dat er binnen eenig leven was. Blijkbaar was er niemand thuis; hij wilde reeds min of meer ontmoedigd de trap afgaan toen de deur van een aangrenzend vertrek geo pend werd en eene jonge vrouw op den drempel verscheen. Moet gij de Brochon's spieken zeide zij terwijl zij den agent toelachte en eene dubbele rij hagelwitte tanden liet zien. Juist mevrouw antwoordde Lefiot. En gij hebt zeker geen antwoord gekregen? Er is waarschijnlijk niemand thuis. Dat geloof ik wel, maar als ge iets te zeggen hebt, ik ben Heloïse's vriendin en als zij thuiskomt. Lefiot viel haar in de rede, door haar in weinig woorden het doel van zijn komst mede te deelen, er tevens op wijzende, dat er, de jongste gebeur tenissen in aanmerking genomen, reden was, zich over mejuffrouw Heloïse Brochon ongerust te maken. Het gelaat der jonge vrouw betrok bij deze mededeeling, maar zich spoedig herstellende, ver zocht zij uen agent bij haar binnen te komen aan welk verzoek deze gaarne gevolg gaf. Zoodra zij zich nedergezet had nam de jonge vrouw na een oogenblik nagedacht te hebben weder het woord. Wat gij mij daar vertelt, zeide- zij, is zeker zeer verontrustend, maar toch geloof ik niet, dat Heloïse een dergelijk ongeluk zal zijn overkomen, ik weet toch niet, dat zij evenmin pils Ludovicus een enkelen vijand heeft. boot der pers en vele parliculiere pleizier- booten, alle dicht bezet, de keizerlijke vloot tegemoet. Een kwartier nadat de rook van het Duitsche eskader zichtbaar was geworden, werd het keizerlijk jacht Hohenzollern, aan boord waarvan het Heil dir im Siegerkranz" weerklonk en dat aan het hoofd van het prachtige eskader de bocht kwam binnenloo- pen, met kanongebulder begroet. De zich te St. Petersburg bevindende Duitschers juichten het schip geestdriftig toe. Duitsche deputaties uit gtheel Rusland be groetten eerst het Duitsche keizerpaar. Toen de keizer op de commandantsbrug verscheen weerklonk van de naastbijgelegen Russische schepen het Duitsche volkslied en een levendig kanongebulder. De keizer groette, staande op de brug, minzaam naar alle zijden. Om twaalf uur liet de Hohenzollern het anker vallen. Kanonschoten kondigden daarna aan, dat het keizerlijk Russische jacht Alex andria, aan boord waarvan zich het Russische vorstenpaar bevond Peterhof had verlaten. De Alexandria wierp het anker in de nabij heid der Hohenzollern, waarna het Russische echtpaarvergezeld van grootvorst Alexis Radolin, zich naar de Hohenzollern begaf. Toen het keizerlijk paar de statietrap van de Hohenzollern betrad, snelde keizer Wilhelm hen tegemoet. De keizers omhelsden elkaar en kusten elkaar hartelijk. Keizer Wilhelm kuste de Russische keizerin daarna de hand en geleidde haar naar zijn gemalin, waarna de vorstinnen elkaar eveneens hartelijk om helsden. Na een verblijf van een kwartier aan boord van de Hohenzollern begaven de Russische en Duitsche keizerparen zich aan boord van de Alexandria, waarmede zij vertrokken naar Peterhof, waar later ook prins Heinrich aan kwam. Gedurende de vaart werden de b^ide keizers, die zich op het dek bevonden met luid gejubel begroet. Des namiddags om kwart over één legde de Alexandria te Peterhof aan, waar zich de grootvorsten, grootvorstinnen en verschil- Was Ludovicus Malon haar beminde? Jawel mijnheer en zij houden wat veel van elkaar. Laat mij u eens even vertellen, hoe die twee aan elkaar zijn gekomen. Heloïse's vader, die timmerman is, had verleden jaar het ongeluk van eene stelling te vallen en zijn been te breken. De dokter, die het been moest zetten, werd ver gezeld door den heer Malon, die als een ijverig student, gaarne nu en dan eene operatie bijwoon de; bij (het zien van Heloïse werd hij zoo zeer door deze lieve verschijning getroffen, dat zijn hart weldra in vuur en vlam stond en nog voor dat vader Brochon's been genezen was, waren Heloise en Ludovicus verloofd. Maar daarin kan ik nog geen reden vinden, waarom gij niet deelt in de ongerustheid, waar ik zooeven over sprak. Ik zal het u uitleggen. Ongeveer acht dagen geleden is Heloïse bij mij gekomen en vertelde mij, dat haren ouders een buitengewoon geluk was te beurt gevallen. Een verre bloedverwant had hun namelijk een groote som gelds vermaakt. Zij hadden nu besloten Parijs te verlaten en had den te Clamart in de bosschen een allerliefst huisje gekocht. En zoudt u nu denken, vroeg Lefiot, dat ik den heer Malon te Clamart zou kunnen vinden Dat is niet onmogelijk. De familie Brochon is daar gisteren heengegaan en Heloïse vertelde mij, dat Ludovicus haar spoedig te Clamart zou komen bezoeken. Nadat Lefiot voor de ontvangen inlichtingen bedankt had, vertrok hij. Binnen een kwartier had hij een rijtuig gehuurd om hem naar Clamart te brengen. Op hetzelfde oogenblik, dat hij Clamart be reikte, vervoegde zich een jongmensch aan het Paleis van Justitie en verzocht den concierge hem de kamer van den procureur des konings te wijzen. De concierge maakte hem er opmerkzaam op, dat hij tot den hoogsten magistraatspersoon niet zou toegelaten worden, indien hij niet vooraf schriftelijk audiëntie had aangevraagd. Het jonge mensch sloeg geen acht op de gemaak te opmerkingen en ging de trap op, die naar de eerste verdieping leidde. Een deurwaarder zat in een zijkamer. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1897 | | pagina 1