Nummer 64.
Zondag 15 Augustus 1897
Tweede Blad.
Staatkundig overzicht.
Frankrijk,
BUITENLAND.
Belaie.
Engeland.
Spanje.
Vervolg Nieuwsberichten.
^oafaMnojoaBew^ rfiftuae«ï»jKWJ3t3se:,vs iiiomsun
^wusrayyrrccg
Keizer Wilhelm is met zijne gemalin en
gevolgd door een schitterend geleide van
oorlogsschepen van Petersburg te Kiel' terug
gekeerd.
Of er nu heusch een tastbaar resultaat is of
zal komen van de keizerbijeenkomsten aan
de Newa?
Veel is er geschreven en gesproken aan
gaande de over en weer gewisselde heildron
ken: in keizer Wilhélms philippica tegen hem
(den grooteu onbekende) die 't wagen zou den
vrede van Europa te verstoren, heeft men
willen zien een voorbode van de vorming van
een Fransch-Duitsch-Russisch verbond en
tevens een directe toespeling op of juister
een waarschuwing aan 't adres van Engeland
welke laatste uitlegging de Times heeft ver
lokt tot de verklaring, dat 't belachelijk is in
dezen heildronk van Wilhelm II een verkapte
vijandige toespeling op Engeland te willen
zien.
Over 't geheel hebben de Duitsche bladen
een verstandige neutraliteit betracht door de
mededeeling alleen van 't gebeurde, zonder
cenig commentaar. Klaarblijkelijk meent men
dat 't al heel mooi en bevredigend is als de
beide machtige heerschers één van zin zijn
wat de handhaving des vredes betreft.
De leidende organen van Rusland hebben
keizer Wilhelm's verklaring te Peterhof' dat
hij met Rusland wil samenwerken tot het
behoud van den Europeeschen vrede, als
onderweip gekozen van hunne beschouwingen
De Nowoje Wretnja dringt aan op Europa's
taak tegenover Turkije teneinde Kreta's lot
te regelen en de hervormingen in Turkije zelf
ai te dwingen. De Petersburger Courant
verheugt er zich over, dat de verklaring van
Duitschlauds keizer is uitgelokt door een van
liefde tot de vrede getuigende redevoering
van den czaar en dankt Wilhelm II voor zijn
krachtige repliek, met de beste wenschen voor
zijn regeering. De Novosti houdt zich ervan
overtuigd, dat het verblijf van keizer en
keizerin te Petersburg, des czaren residentie
zal leiden tot verdere ontwikkeling van vriend
schapsbetrekkingen tusschen Rusland, Duitsch-
land en alle overige staten van Europa.
De laatste heildronken werden Woensdag
uitgebracht door de beide keizers aan het
galadiner in Peterhof, bijgewoond ais hande
lende personen door ongeveer 60 Duitsche
en 30 Russische marine officiereu, pains Hein-
rich, vorst Hohenlohe, Von Bülow en ver
schillende Russische ministers.
De czaar bracht in het Duitsch den vol
genden dronk uitIk ben zeer verheugd, de
officieren der Duitsche vloot, tot welke ik de
eer heb zelf te behooren, als gasten bij mij
te zien en ik ledig mijn glas op het welzijn
en op den voorspoed van de schooue Duit
sche vloot".
Keizer Wilhelm antwoordde: »Uit naam
mijner vloot breng ik uwe majesteit mijn
innigsten dank. Ik drink op het welzijn en
den voorpoed van de schooue en roemrijke
vloot van uwe majesteit, waarvan ik de eer
heb admiraal te zijn".
Men ziet: 't is zoowat lood om ijzer, alleen
was czaar Nikolaas zeer »verhengd", keizer
Wilhelm „innig dankbaar" en heette czaar
Nicolaas dn vloot van zijn gast alleen fraai
Wilhelm II die van zijn gastheer „fraai" en
„Toemrijk" tevens voor fijnproevers in de
politiek misschien van wereldbewcgende be-
teekenis, doch voor 't gewone meuschenkind
op zijD hoogst het bewijs, dat czaar Nicolaas
gereserveerd blijft en keizer Wilhelm wat al
te veel praat
't Schijnt geweest te zijn op Turkije's
officieele mededeeling, dat aan ontruiming
van Thessalië niet kan worden gedacht omdat
er te Konstantinopel geen geld is, dat Giie-
kenlands regeering heeft geantwoord met een
verklaring van onvermogen. Turkije zou 't
met één millioen Turksche ponden wiUen
probeeren en Griekeuland heeft geen duit,
zou alleen zijn goeden wil kunnen toonen
wanneer de mogendheden directe onderhan
deling met de schuldeischers toestaan.
Dinsdag zijn de gezanten drie uur achter
een met Tewfik-pacha aan 't redekavelen
geweest over de ontruiming van Thessalië
door de Turken. Opnieuw kwam Tewfik met
voorstellen voor den dag en opnieuw ver
klaarden de gezanten hun regeeringen er over
te zullen hooren. Donderdag werd er opnieuw
geconfereerd, als er tenmfnste weer geen uitstel
tot Zaterdag volgt.
De staatssecretaris Scherman van de Veree"
nigde Staten heeft zich heel leelijk in de
vingers gesneden met zijn ondoordachte
uitlatingen over Spanje. Wel heeft hij de hem
toegedichte uitlatingen tegengesproken, doch
dergelijke loocheningen hebben weinig waarde
vooreen oud, vergeetachtig man dus meenen
verschillende leidende bladen van de Ver-
eenigde Staten.
De New-York Herald is er op uitgetogen,
om te vernemen of de minister werkelijk de
gewraakte uitdrukkingen gebezigd had, en de
vertegenwoordiger van de Heraldis terugge
komen met het volgende bericht„Hij („hij,,
is inr. Sherman), Hij zei, dat dat, wat als
interview was medegedeeld, onwaar was,
maar niettegenstaande zijne ontkenning, zei
de heer Sherman toch, wat hem in de Herald
was toegeschreven".
De Post zegtHet kan niet meer ontkend
worden, dat de heer Scherman zóó ernstig
lijdt aan de gebreken van den ouderdom, dat
hij in het geheel niet meer geschikt is, om
zulk een positie langer te bekleeden. De po
gingen, welke door zijn familie en vrienden
worden gedaan om de feiten te verbergen,
helpen niet, omdat cle secretaris zelf voort
durend nieuwe bewijzen levert voor zijn in
storting-
En iemand, die zich noemt „een van zijn
vrienden", verzekert, dat de heer Sherman
blijkens zijn jongste uitingen, „niet meer de
intellectueele kracht toont van vroeger".
Is dat de voorbereiding tot Sherman's
terugtreding
Vorst Ferdinand van Bulgarije is van
Konstantinopel naar Rustschuk teruggereisd.
Of hij nu den sultan concessiën heeft afge
dwongen dan wel of hij heusch zonder baat
zuchtige bedoelingen is gekomen, valt moeilijk
uit te maken. Eigenlijk weet men nog niet
eens of het bezoek reeds lang vooruit was
vastgesteld dan wel of Feidinand bij verras
sing is gekomen.
Van Rusland heeft vorst Ferdinand nic-is
te wachten. De Po!: Corr. zegt
In toongevende kringen Van St. Peteioburg
is men van oordeel, dat de regeering,^perso
nen in Sofia geen twijfel behoeven te koes
leren over het bedenkelijke karakter eener
dergelijke daad (hetgeen zou beteekenen een
poging tot het vernietigen van het status quo
op het Balkan-schiereiland en een overtreding
der bepalingen van het verdrag van Berlijn,
en tevens in scherpe tegenstelling zou staan
met de wenschen van het Russische kabinet.
De Russische regeering vertrouwt op het ge
zond verstand der Bulgaarsche machthebbers,
die zich zouden willen stellen tegenover de
mogendheden, welke op het behoud van den
vrede bedacht zijn.
Het blad Malumat, het erkende orgaan van
de Turksche regeering en de ultra-Turksche
partij, publiceert een artikel over de buiten-
landsche betrekkingen van de Porte en in 't
bijzouder de verhouding tot Engeland. Het
blad gispt de Engelsche politiek iu de Oos-
tersche quaestie, verklaart dat de houding
van lord Salisbury's regeering jegens den sul
tan niet alleen onhartelijk en onoprecht is,
doch ook gevaarlijk uit het oogpunt der
Britsche belangen, aangezien ze ernstige
misnoegdheid verwekt onder de Mohamme
danen van Indië. die de geestelijke onderda
nen van den sultan zijn.
Het Neue Wiener Tageblatt meldt, dat
de Duitschers iu Oostenrijk voor geen onder
handelingen over een vergelijk te vinden zijn,
alvorens hun genoegdoening is verschaft.
Uit Simla wordt gemeld, dat de Britsche
strijdmacht te Sharkapar versterkt is. Tot op
een afstand van 5 mijlen van Sharkadar is
een verkenning gedaan, doch er werd geen
vijand ontdekt. De Mohmands zijn echter
slechts teruggetrokken om schietvoorraad en
provisie le halen en zullen waarschijnlijk te-
rugkeeren. Tusschen Malakand en Chakdara
zijn de telegraaflijnen door den vijand door
gesneden er is genie heengezonden om ze
te herstellen. Blijkbaar zijn de onlusten nog
niet ten einde. De „gekke mollah" doet alle
mogelijke moeite om andere stammen in op
stand te brengen, zoo hitst hij ook de in
landers in het Abakdeldal op.
over de vorming van een permanent hof van
scheidsrechterlijke uitspraak."
De tweede van cle Eugelsche afgevaardigden;
„De conferentie verheugt zich, dat verant
woordelijke staatkundige mannen van twee
der grootste wereldstaten (Engeland eo Ame
rika), door het verdrag dat zij hebben ont
worpen, hebben erkend de mogelijkheid der
scheidsrechterlijke uitspraak en de vorming
van een vrederechterhjk hof."
Ö4
Op het vredescongres te Biussel, voorzitter
de heer Beernaertzijn de twee volgende
conclussiën aangenomen.
De eerste van den heerRahusen (Nederland):
„De interparlementaire conferentie, hare
vorige verklaringen hernieuwende, herinnert
dat zij het van het hoogste belang acht, dat
een of meer gouvememeuten het initia
tief nemen om zich, met andere te verstaan
President Faure is naar Havre vertrokken.
Woensdag a s. gaat de president te Duinkerken
scheep en zal den 23sten Augustus te Kroon-
stadt aankomen.
Prins Henri van Orleans is met Leontjef
(die tegenwoordig een Abessynische graaf is)
en Mourichon, te Marseille aangekomen. Er
was veel volk op de Canebière, maar men
hield zich kalm. Slechts enkelen riepen: Vive
le petit prince
De prins heeft dadalijk een Temps-redac-
teur ontvangen aan wiens verslag wij het
volgende ontleenen. Prins Henri zal generaal
Albertone voldoening geven, maar hij heeft
er geen lust in zich daarna met het heele
Italiaansche officierencorps te meten en zal
dus verdere duels weigeren. Hij deelde nog
allerlei bijzonderheden over het gedrag der
Italianen bij Adoea mede, welke door zijn
reisgezellen bevestigd werden en welke, zegt
de redacteur, „nog ernstiger waren dan die
,in de bekende correspondenties."
Binnen drie maanden keert de prins naar
Abessynië terug om de landstreek te bezoeken
tusschen het Rudolf- en het Albert-Nyanza-
meer. Over Menelik is de prins verrukt.
«Niet alleen», zeide hij, „zou hij niet mis
plaatst zijn onder Europeesche souvereinen,
maar hij zou een belangrijke plaats onder
hen innemen. Welk een diplomaatWelk
een politiek en hoe bezit hij de kennis van
de onderwerpen, waarin zijn volk belang
stelt.»
I Blijkens een nieuwen brief in den Figaro
I hecht de prins bijzonder veel waarde aan de j
j opdracht van het gouverneurschap der zoo-!
jgenaamde equatoriole provincie aan „graaf»!
[Leontjef. Ken Franschir.an schreef aan prins j
[Henri: „Het is duidelijk dat wij er allen!
belang bij hebben Meneiik ;:ich niet slechts
in de streken van de Rudolf- en Stephani«-j
meren te zien vestigen, maar ook in het dal j
van den Witten Nijl. Als de Aéessymërs
dat niet willen, zouden zij er dan ten minste
geen militaire tochten heen kunnen maken?"
Welnu, zegt de prins, dat plan is al ver
wezenlijkt, doordat Menelik aan een hoogst
bekwamen Europeaan (Leontjef) een soort
van ouderkoningsschap over een deel van
Soedan heeft opgedragen. Dit land zal de
schatrijke basis van Menelik's rijk gaan vor
men, in „bijna Fransche" handen. Leontjef
is van plan alle plaatsen in de administratie
aan Franschen te geven en alle bestellingen
in Frankrijk te doen (aan de Russen schijnt
niet gedacht te worden.)
De getuigen van Pini en Albertone zullen
elkaar in Parijs ontmoeten om te beslissen
wie den voorrai g toekomt om te duelleeren
met den prins van Orleans.
Een aantal Spaansche uitgewekenen zijn
te Parijs uit hun bed gelicht en gearresteerd.
De meesten gaven zich voor anarchisten uit
en hebben verklaard naar Engeland te willen
gaan. Onder hen bevindt zich Tarrida del
Marmol, correspondent van verschillende te
Charloroi, Luik, Gent en Kortrijk verschij
nende bladen; hij is naar Belgie vertrokken.
De Gaulois meent, dat Spanje of Duitschland
waarschijnlijk het initiatief zal nemen voor
een internationale overeenkomst tegen anar
chisten.
Een aantal aanzienlijke handelslui uit
de havenstad Cobija (Bolivia) hebben de
Fransche regeering aangeboden den Eiffel
toren te koopen. Ze willen hem op de pier
te Cobija als semaloor zetten.
De minister van justitie Dorian heef!
20 gouden en 10 zilveren medailles uitgereikt,
die door den keizer van Rusland voor de
redders bij den brand van den Weldadig-
heidsbazar uitgeloofd zijn.
Michel Angiolillo. Hij werd den 5den Juni
1871 te Foggia in Italië geboren. Terwijl hij
in het leger diende, is hij wegens
weerspannigheid drie jaar bij de compagnieën
van discipline ingedeeeld geweest. Na zijn
terugkomst in Foggia werd hij letterzetter
den 14den April 1805 is hij wegens opruiende
geschriften te Lucera tot 18 maanden en 5
dagen gevangenisstraf en een boete van
honderd lire veroordeeld. De familie van
Angiolillo bewoont Foggia, waar zijn vader
het beroep van kleermaker uitoefent. In
Vergara zeide Angiolillo, dat teon zijn lijdens
geschiedenis begonhij heelt dit echter
geweten en bekommert er zich niet over
de priester zal trachten hem te bekeeren, dan
zal de komedie der veroordeeling voor hem
afgespeeld worden, zooals voor de andere
anarchisten in Frankrijk en Spanje. Het blad
El Dia beweert, dat de regeering medege
deeld is, dat de anarchisten een aanslag op
den minister van justitie beramen. De man,
die er voor aangewezen is, bevindt zich reeds
in Madrid. Er zijn derhalve strénge maatre
gelen genomen Te Zamaraga is een persoon
aangehouden, dien men voor den medeplich
tige van Angiolillo houdt.
Eerst eergisteren is te Havana de moord
op C&novas officieel bekend gemaakt. On
middellijk werden de winkels gesloten en
stonden de zaken stil. Vele huizen iu de
hoofdstraten werden met rouwfloers behangen.
Op de burs zijn de papieren sterk gedaald.
De minister van politie heeft een langdurig
onderhoud gehad met generaal Azcaragua.
De gewezen conservatieve ministers Romero
Robledo is te Madrid aangekomen, waar hij
een bezoek heeft gebracht aan den minister
president ad interim. Volgens Romero Robledo
kan het ministerie inde bestaande omstan
digheden niet vervangen worden.
In de rechtszaal riep de moordenaar: 't Is
nu de beurt van Felix Faure, die moet eraan
gelooven net als Caruot".
De Cubanen Manuel Plana en Justo
Garcia, van een West Afrikaansch Spaansch
eilandje ontvlucht, zijn te Marseille aange
komen. Zij hebben, verklaard dat de dood
vs i Canovas hen kcud liet en dat de Cubanen
er de hand niet in hadden. Zij klaagden
over de wreedheid van generaal "U'eyfcr-«$-
zeiden de onafhankelijkheid van Cuba bin
nenkort te verwachten.
De Spaansche regeering heeft besloten,
aau Canovas weduwe den titel van hertogin
en de waardigheid van Grande der eerste
klasse te verleenen en haar een pensioen
van 30000 peseta's uit te keeren.
l)c Moord op Canovas.
De trein met het lijk van Canovas is giste
ren om 7 uur te Madrid aangekomen.
Leden van de regeering en beneveus
vele autoriteiten en eeu ontzaglijke menscheu-
massa bevonden zich aan het station. De
kist werd, door troepen geëscorteerd, naar de
woning van Canovas overgebracht waar een
prachtige kapel was gemaakt. Hier worden
missen gelezen, waarna de kapel voor het
publiek toegankelijk zal zijn. De ware naam
van dén moordenaar van Canovas is werkelijk
Naar Reuter uit Simla seint, zijn de Britsche
troepen in fort Sjabkader, waar Maandag zoo
geducht gevochten werd roet anderhalf
bataljon infanterietwee eskadrons cavalerie
en twee kanonnen alles onder bevel van
kolonel Mills, versterkt. De Mohmands verloren
300 man in het gevecht. Met de Engelsche
gewonden gaat het goed.
De telegraafverbinding tusschen Malakand
en fort Sjakdara werd Dinsdag nacht door de
rebellen verbroken; reeds is eeu troep uit
gezonden om haar te herstellen.
Het is duidelijk bericht Central News
dat de opstand nog niet uit is. De Mad
Moellah stelt alle pogingen in het werk om
ook de rustige stammen in beweging te
brengen. Het laatst bevond hij zich onder
de inboorlingen in Abaktel vallei.
De cavalerie heeft Thana verkend, waar zij
sommige gebroken bruggen vond die door de
genie hersteld werden.
Over de inneming van Aboe Hamed
wordt nader uit Assoeau gemeld
Generaal Hunter viel den 7eu dezer Aboe
Hamed met vier regimenten aan. Het dorp
werd verdedigd door 850 Derwisjen, waarvan
er 500 met geweren bewapend waren, en
door 150 ruiters. De huizen werden zoo
hardnekkig verdedigd dat de artillerie ver
scheidene malen moest vooruitrukken. Zoo
liet een emir zich met zijn volgelingen in
een versterkt huis onder het puin begraven,
liever dan zijn stelling te ontruimen. Op een
paar honderd na werden alle Derwisjen gedood
of gevangen genomen; onder de gevangenen
bevindt zich de opperbevelhebber, Mohammed
Zein.
Het EngelschEgyptische leger had 21
dooden en 61 gewonden. Het zwaarste verlies
leed het 10e regiment, dat 2 Engelsche
officieren verloor (majoor Sidney en luiteuant
Fitz-Clarence), benevens 14 dooden en 34
gewonden.
Men verwacht dat de Derwisjen die zich
te Metemneh saamgetrokkeu hebben, niet
aanvalleuderwijs zullen optredeu als de ka-
nonneerkooten, die nu over den 4en waterval
gebracht worden, te Aboe Hamed aangekomen
zijn.