Nurn 111 er 71. Woensdag 8 September 1897. 20e Jaargang. Toegewijd aan Handel* Industrie en Gemeentebelangen tone's! Leest dit s.v.p, POLEN. ANTOON TIELEK De Oranjestam FEUILLETON Vrouw De Wraak eener Staatkundig overzicht. 1 T GEVE E "Waalwiik. De Echo van het Euiden, en Lufslrulsfhr Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1, Franco per post door het geheele rijk f 1,35. Brieven, ingezonden stukken, geldep enz., franco te zenden aan den Uitgever Uitsluitend voor de Abonné's op dit blad of zij, die zich daarop abonneeren, heeft de uitgever tot 31 October verkrijgbaar ge steld tegen den geringen prijs van slechts 30 cents afgehaaldhet werk van den beroemden volksschrijver H. J. YAN LUM MEL voorzien van vier platen, met geïllustreer- den omslag, voorstellende een Oranjeboom waaraan de wapenschilden van Nassau, Cha lons, Baux en Oranje hangen, benevens een gezicht op de plaatsen Oranje en Dillenburg. Dit werk, circa 170 bh, wordt fr. per post verzonden a 37V9 ct. tegen toezending van postwissel of afgehaald aan ons Bureau voor slechts 30 cent. DE UITGEVER. Advertentiën 1 7 rogcis f0,60; daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advcrtentiën 3maal ter plaatsing °pgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Gelukkiger dagen schijnen voor Polen het vroeger zoo verdrukte Russisch Polen in 't verschiet te liggen. Het Russische keizerpaar vertoeft thans te Warschau, en men hecht aan dat bezoek eene gewichtige beteekems, de beteckeuis nl. eener verzoening tusschen Rusland en dat deel van het reusachtige rijk, dat steeds het vijandigst was tegen het Russische element. Nicolaas II kwam, bij zijn eerste bezoek aan Polen niet meer in een soort van vij andelijk land zooals nog onder zijn vader Alexander III het geval was. Te Warschau werd hij hartelijk verwelkomd en toegejuicht in de versierde straten. Uit de onderweg gepasseerde kerken kwam de geestelijkheid in vol ornaat met de kerkvaandels naar buiten. Boeren, arbeiders, handelsbedienden li li li. OF Herinneringen van een Politie-Commissaris. Wat was dat voor een jong mensch, mijn heer Hij geleek nog wel een kind, maar allerliefst, beschaafd ew innemend in de hoogste mate. En heette hij niet Raymond vroeg Spa- vento. De hertog keek hem verwonderd aan. Kent gij hem zeide hij. Dat nu juist niet, maar ik heb hem ook eens gezien en evenals mijnheer de hertog vond ik het een alleraardigst jongraensch. Niet waar Jong, vlug levenslustig, met een warm hart en een open hand. Ja, dat is zoo. En zoudt u hem een dienst willen bewijzen? Als ik kan gaarne maar eerst moet ik weten wie hij is, wat hij doet en waarom hij naar Parijs gaat. Dat zal ik gemakkelijk te weten komen. En indien ae inlichtingen, die gij omtrent hem verkrijgt, gunstig zijn, moet gij mij dadelijk waarschuwen. De hertog weet zeker niet, wat er gisteren na zijn vertrek in den Gouden Klomp is voorge vallen, zeide Spaven to. Wel neen, hoe zou ik dat kunnen weten? Verbeeld u, u was nog geen kwartier weg, of Hendrik de Pol kwam te LongviUiers per rij tuig aan, vergezeld van een dametje, Mousseline geheeten. Daar hij haar natuurlijk niet mede kon nemen, naar zijn vaders huis, zou zij in den «Gouden Klomp* logeeren. Toen zij evenwel gewaar werd dat de «Gouden Klomp" maar een gewone herberg was, die in geen enkel opzicht, wat pracht en gemak aangaat, met de Parijsche hotels vergeleken kan worden, wilde zij dadelijk weder naar Parijs terugkeeren. en kooplieden, elke groep met een muziek corps, en 16000 schoolkindereu stonden langs den weg geschaard. De Weener correspondent van de Times Constateert dan ook een merkelijke veran dering van de publieke opinie in Russisch Polen jegens de Petersburgsche regeering en meer in het bijzonder jegens don Sou— vereiD zelf, aan wiens persoonlijk initiatief tal van verbeteringen en hervormingen uit den laat sten tijd worden toegeschreven. De bijzonderheden, welke dienaangaande te Wee- nen zijn bekend geworden, schijnen te be wijzen, dat keizer Nicolaas op het oogenblik een onverwachte mate van populariteit onder zijn Poolse he onderdanen heeft verworven. Zijn bezoek aan Warschau wordt daarom eene gebeurtenis van hoog belang geacht, zoowel in Polen als in Petersburg, waar men gelooft, dat het als een stap tot verzoening tusschen Rusland en Polen bedoeld is. In verband met het verblijf van czaar Nicolaas te Warschau zij herinnerd, dat na de laatste verdeeling van Polen de czaren Alexander I, Nikolaas I, Alexander II en III Warschau herhaaldelijk bezocht hebben. Alexander I bezocht Warschau in 1818, 1820 en 182) czaar Nicolaas in 1829, toen hij zich tot koning van Polen liet kro nen, in 1830, toen hij den landdag opende, in 1832 1833, 1835 en 1849 (toen hij gedurende den Jlongaarschen veldtocht lan gen tijd te Warschau vertoefde). In 1835 ontving hij in het kasteel van Lazienki eene Poolsche deputatie, tegen wie hij eene zeer scherpe rede hield. Alexander II was vijf malen te Warschauden eersten keer in 1856, toen hij den Poleu het bekende „point de reveries, messieurs toeriep; de laatste inaal in 1879, toen hij voor eene ontmoeting met keizer Wilhelm I naar Alexandrowo ging. Czaar Alexander III reed herhaaldelijk En heeft zij dat gedaan Ja, dat weet ik niet. Maar indien u het goed vindt, zal ik twee paarden laten zadelen en kun nen wij naar LongviUiers gaan om ons op de hoogte te stellen. Ga uw gang, zeide de hertog onverschillig. Sparen to wilde zich verwijderen, toen hij zich plotseling iets scheen te herinneren. Wat is er vroeg de hertog. Misschien herinnert de hertog zich die jonge vrouw nog wel, die hij een jaar geleden in het Scala theater gezien heeft. De Nubische vroeg de hertog belangstel lend. Juist de Nubische I Die zelfde vrouw heb ik gisteravond gezien. Waar In de Italiaansche opera. Daar wil ik mij van overtuigen. Bespreek voor eenige dagen een plaats voor mij, vlak te genover de loge van die dame ik wil eens zien, of gij de waarheid gesproken hebt, En kan ik nu de paarden gereed laten ma ken, vroeg Spavento. Goed antwoordde de hertog. Binnen vijf minuten waren de paarden ge zadeld. Na een der knechts last gegeveu te heb ben Hendrik de Pol zijn vertrek mede te deelen, sloeg de hertog van Palmares den weg in naar het gehucht LongviUiers, vergezeld van Spavento, Toen zij tegen negen uur te LongviUiers aan kwamen, was het eerste, wat zij bemerkten een rijtuig met twee paarden bespannen, dat voorde herberg den «Gouden Klomp" stond. Wat heb ik u gezegd, zeide Spavento, het is Mousseline die gereed staat, zonder den baron te vertrekken. Naderbij gekomen, scheen de dame in het rijtuig den hertog ie herkennen, althans zij riep hem toe Gij hier, mijn waarde hertog, het doet mij genoegen u te ontmoeten. Zooals gij ziel beu ik gereed te vertrekken, En waar gaat u heen Naar Parijs terug. Zonder den baron Ach spreek niet van den baron.. Ik d rilt er hartelijk voor hier geduldig te wachten, tot het hem behaagt mij te komen afhalen- Terwijl zij dit zeide. gaf zij den koetsier een door Warschaumaar vertoefde er slechts éénmaal, in 1884-. In zijn gevolg bevond zich toen de tegenwoordige keizer. Het schijnt, dat men in Petersburg niet ongezind is om aan de Polen zekere con- cessiën te doen, want anders zou het moeie- lijk te verklaren zijn, dat het eenige te Peters burg in de Poolsche taal verschijnende blad, de Kraj, met toestemming van de overheid het politieke programma van de Polen heeft mogen openbaar maken. Trouwens, vooraf heeft de Kraj de verzekering gegeven dat de Polen de PranschRussische alliantie met vreugde en sympathie begroeten, omdat zij van den invloed van den Fransclien geest en van Fransche instellingen een heilzame uitwerking verwachten. De Kraj gaat uit van de onderstelling, dat de Polen door de opstanden van 1831 en 1863 hunne zelfstandigheid verloren heb ben, en dat er sedert 34- jaren in 't Weich- selgebied een uitzonderingstoestand heerscht. Zij verlangen nu eerbiediging van hun his torisch verleden en de mogelijkheid, zich van hun taal, godsdienst en zeden ongestoord te kunnen bedienen, en eindelijk de gelijk stelling van de Polen met de andere onder danen van den czaar. Het feit, dat de re geering toestonddat er eene inzameling gehouden wordt voor een in Warschau op te richten monument voor den Poolschen dichter Adam Mickiewirz, waarvoor tot dus ver 235,000 roebels is ingekomen, wordt in Poolsche kringen als een gunstig teeken beschouwd. Nu zijn in Rusland de Polen met hun eischen altijd binnen de perken gebleven, maar toch is liet twijfelachtig of de czaar gezind zal zijn geheel het program dat de Kraj openbaar gemaakt heeft, te aanvaarden 't Is echter al veel dat de regeering zelve schijnt in te zienhoe het russificeeren van teeken en in een oogenblik was het rijtuig achter een groote stofwolk verdwenen. IV. VADER EN DOCHTER. Ofschoon er slechts weinig huizen staan, is de St. Maurstraat een der woeligste straten van Pa rijs. In den winter morsig, in den zomer stollig, wordt zij onophoudelijk bereden door zware wa gens en karren, die de voortbrengselen en grond stoffen vervoeren der talrijke fabrieken, die in deze wijk worden aangetroffen. Midden in de straat stond, tijdens ons verhaal, een groot gebouw, aan beide zijdeu begrensd door werkplaatsen, houtloodsen en al wat verder tot eene groote stoomhoutzagerij ^behoort, Deze zagerij behoorde aan Pieter Guillemot, die naar beweerd werd, verscheidene millioenen rijk was. De heer Guillemot was een klein, vlug volbloe dig mannetje, vol vuur en ijver. Zijne kleine oogen fonkelden onder zijne zware wenkbrauwen hij droeg een knevel kleine grijze bakkebaardjes en zag er over het algemeen niet zeer innemend uit. Deze mandie geheel in zijne fabriek scheen op te gaan die tegenover zijne werklieden, ja zelfs jegens zijne vrienden streng en hard kon zijn, was de zachtheid en teerderheid zelve voor zijne dochter Irene. De moeder van Irene was reeds vele jaren geleden gestorven, en op dien dag had de onge lukkige fabrikant ook wel van het leven afstand willen doen, had hij niet dat arme, kleine hulp behoevende schepseltje gehad, voor wie hij zich voornam voortaan uitsluitend te leven. Irene, die thans zeventien jaar was, was opge groeid tot een schoon meisje, die met hare groote zwarte oogen indruk maakte op ieder, die haar zag. Sedert eenigen tijd had er eene geheele veran dering in haar plaats gegrepen, zonder dat men er eene aannemelijke reden voor wist te vinden. De blos op hare wangen was verdwenen, hare oogen stonden dof; haar slanke, blanke handen waren heet en koortsachtig. De heer Guillemot maakte zich over den toestand zijner dochter ernstig ongerust. Dokter Benoit trachtte hem gerust te stellen mei de verzekering, dat vele meisjes van dien de acht millioen Polen een hopeloos werk is, en hen daarom liever met zachtheid hoopt te winnen. Dat keizer Wilhelm, koi ling Humbert en keizei in Auguste Victoria te paard, keizerin I'rederik en koning Margherita in een zesspan Zaterdag de groote parade van 50.000 man bijwoonden bij Obereschbach; dat er 's avonds groot gala-diner van 170 couverts plaats vond in het Kurhaus van Homburg en dat de keizer en de koning heildronken wisselden, terwijl de avond verder werd gepasseerd onder muziek, zang en illuminatie wie is er, die daarin iels kenmerkends vindl, iets van hooge beteekenis voor den algemeenen toestand en wie ziet iets buitengewoons in het feit dat keizer Wilhelm Italie's gezant graaf Lanzo di Busca den Zwarten Adelaar geeft en dat de oude Von Hohenlohe de rijkskanselier met Von Bulow ook al naar Homburg is getogen! I e Parijs waai men in deze dagen heel vatbaar is voor alleilei indrukken en waar elk woord uit den mond van een der vorsten der triple-alliantie op een goudschaaltje wordt gewogen om te onderzoeken of het Fransch— Russische bondgenootschap er soms niet mee bedoeld wordt te Parijs heeft men een opvallend verschil ontdekt tusschen den heil dronk van keizer Wilhelm en koning Hpmbert. Terwijl Wilhelm II koning Humbert in 't Duitsch aansprak als »souverein van een groote mogendheid", als >vertrouwd vriend van wijlen zijn vader,» als „getrouw bond genoot, wiens aanwezigheid bij de manoeuvres Duitschland en de geheele wereld bewijst dat de eenheid der trrjole-alliantie onwrikbaar is en dat de alliantie is aangegaan in 't belang van^ den vrede», antwoordde koning Humbert in 't Fransch en betuigde Wilhelm II zijn dauk voor de ontvangst, waarna hij sprak van „een nieuw getuigenis der vriendschappelijke en bondgenootschappelijke relatien, die tus schen onze regeeringen en onze staten be- leeftijd een dergelijke voorbijgaande ongesteldheid hadden en dnt het 't best zou zijn, haar wat afleiding te bezorgen. De heer Guillemot kocht voor zijne dochter een paar poney's, huurde een loge in de opera voor haar en deed verder al wat in zijn vermogen was om het zijne dochter maar aangenaam te maken Na veertien dagen kwam er een merkbare be terschap in den toestand van Irene het bloed be gon weder regelmatiger te loopen, hare oogen kregen hun glar.s terug, en het koortsachtige gevoel nam langzamerhand af. De heer Guillemot was buiten zich zeiven van vreugd en had hij zijne dochter eerst verloren gewaand, thans meende hij haar gered te hebben. Den avond dat wij ons bij Irene Guillemot bevinden, liet het lieve meisje zich door Salomé, hare kamenier kleeden om naar de Opera te gaan. Salomé was het type van een listige e-n sluwe karaerjuflrouw, tot hare eer moeten wij evenwel zeggen dat zij aan haar eigen toilet, niet meer zorg zou hebben kunnen besteden, dan aan dat van hare meesteres. Nadat Irene geheel gekleed was en zich nog eens in den spiegel had bekeken, zeide zij Hoe laat is het nu Tien minuten vóór achten. En is papa nog niet gereed? Hier ben ik al, Shier ben ik al 1 klonk de stem van den lieer Guillemot, die op dat oogen blik de kamer binnen kwam- het rijtuig staat voor, het wachten is slechts op u. Had de goede man aan de inspraak van zijn hart gevolg gegeven, hij had zijne dochter gaarne omhelsd, hij maakte zich evenwel bevreesd dat hij haar japon zou kreuken en stelde zich dus tevreden met haar te bewonderen. Zoodra vader en dochter in het rijtuig plaats hadden genomen, legde de koetsier de zweep over de paarden en waren zij in een oogenblik uit het gezicht. Salomé was buiten blijven staan, om het rijtuig tot aan den hoek van de straat na te kijken. Zoodra het den hoek om was, wilde zij weder naar binnengaanmaar iuist toen zij de stoep wilde opstappenstond zij tegenover een man dien zij nog niet luid opgemerkt, en die.de kaars uitblies, welke hij in de hand hield. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1897 | | pagina 1