Staatkundig overzicht.
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
Spanje.
Engeland.
aan een gebaar of een blik soms, genoeg
om een meening te doen ontstaan die, her
kauwd door de tanden van nijd en ijverzucht
oiu en om gerold in de hersenkas van bet
eigenbelang, weldra zich ontwikkelt tot een
oordeel, dat vaststaat als ware het door een
rechtbank van wijzen uitgesproken.
Het sterkst komt dit uitals wij ons
geroepen gevoelen niet alleen de daden, maar
inzonderheid de beweegiedenen van de daden
van anderen te toetsen. In belangeloosheid
in het algemeen gelooven wij niet zoo heel
gauw; dat zij niet bestaan zou, of niet zou
hebben bestaan, dat zullen we niet beweren,
maar dan liefst bij personen, die zich op
grooten afstand van ons bevinden of reeds
tot het verledene belmoren. Doch in eigen
kring dat is wat and» rs. Wie toch is
er, zoo iluistert de steru der verdacht
making in ons binnenste, die iets ver
richt wat hem veel moeite kost, hem op
offers te staan koint, hem soms in levens-
vaar brengtals het niet is om meer te
ontvangen dan hij heeft gegeven Och, het
behoeft, niet juist iets te zijn in klinkende
munt of stoffelijken vorm; er zijn meer dingen
waaraan waarde gehecht wordt. De held
die Zich in de vlammen werpt om een na
tuurgenoot te redden, bet is hem te doen
om zich beroemd te maken de krijgsman
die aan de eer zijns vaderlands zijn bloed
waagt, vlast op een ridderorde; de trouwe
dienaar van den staat, die meer doet dan
de letterlijke eiscben van zijn ambt vorderen,
aast op bevordering; de weldoener, die troost
en hulp gaat brengen in de woning van
ougelukkigen zoekt naar bevrediging van
zijn ij delheid en wil zijn naam geprezen
zien. Wat anders zou die raenschen uit
hun rust opjagen P
Ziet, dat is geen laster, 't lijkt er niet
naar. Zelfs zou inen bijna aarzelen, er den
term verdachtmaking op toe te passen, want
aan een beschuldiging, in den gewonen zin,
is geen denkeu. Toch werpen wij, die niet
willen erkennen dat er beteren zijn dan wij,
het gif van onzen argwaan op het schoonste
kleinood, dat de menschen van den hemel
hebben ontvangen zelf ontbloot van edele
gevoelensmet het surrogaat daarvan een
onedel koopmanschap drijvende, vernietigen
wij ook bij anderen die onvoorzichtig ge
noeg zijn om onze redeneeringen aan te
hoore», het geloof aan liet goede, het gevoel
voor het zedelijk schoonehet besef van
menschen waarde.
Wat wij hierboven hebben getracht te
schetsen droeg een min of meer negatief
karakter, ontzeggende aan de besten onder
ons wat hun rechtens toekomt. Er zijn nog
erger vormen van verdachtmaking.
Hoe ze evenwel te teekenen Zij zijn zoo
onbestemd van omtrek dat geen lijnen
kunnen getrokken worden oin ze in beeld
te brengen zoo wazig, zoo wisselend van
kleur en tint, dat ze een colorist tot wanhoop
zouden brengen. Wie het wapen der ver
dachtmaking hanteert, doet zulks zoo bedekt,
dat er geen verhaal op te krijgen is. Soms
voelt gij u tot verzet geprikkeld, als er zoo,
in een algemeen gesprek, toespelingen wor
den gemaakt, die, werden ze in duidelijke
taal en met bepaalde persoonsaanwijzing
gedaan, u in toorn zouden doen opstuiven,
't zij gij u zei ven daardoor getroffen acht
of een vriendwiens eer gij zoudt willen
verdedigen. Maar doe het in 's hemelsnaam
niet, want gij weet, er is op dit getal een
trouweloos spreekwoord toepasselijk, dat u,
als het ernst werdtegemoet zou worden
gevoerd. „Wien de schoen past. enz.
Laat de leelijke voetbedekking staan, gij
verbetert er de zaak niet mede, en verschaft
den boosaardigen aanrander van uw eer
een voldoening, die het wensclielijk is hem
te onthouden.
Daarmee is niet gezegd dat bij zijn doel
niet zal bereiken; dat hangt geheel af van
omstandigheden en vooral van omgeving.
Een goed verstaander heeft aan een half
woord genoeg, en het zijn juist die halve
woorden waarin de verdachtmaking haar
kracht zoekt. Met nog veel minder brengt
zij vaak de pijl waar zij die hebben wil
een schouderophalen, een luiipoogje en
de boogpees is afgetrokken. Zoudt gij haar
daarvoor ter verantwoording willen roepen
Maar mijn beste meneerzij heeft niets
gezegd, absoluut niets; is het misschien uw
kwaad geweten hetwelk u in dien waan
bracht Gij moet het maar kalm laten be
gaan dat in verschillende vormen, maar
altijd met zorgvuldige vermijding van het
meer tastbare dat laster worden zou, de
olievlek, op uw karakter gespat, wordt uit
gewreven tot steeds grooter omvanggij
moet zelfs bedenken, dat zoo zich een ver
dediger mocht opdoen men hem spoedig
weet te ontwapenen met het infame spreek
woord, dat men wel bij uitnemendheid het
devies der verdachtmaking zou kunnen noe
men Men noemt geen koe bont, of er is
een vlekje aan.
Wat daartegen te doen
Niets, hoegenaamd niets. Wien liet gif
der verdachtmaking op de ziel wordt ge
worpen, hij stelle daar slechts tegenover zijn
persoonlijke waardigheid. Dat is alles, maar
in den regel is het genoeg. Niet dit zijn
wij, wat de menschen van ons willen maken;
het beeld van hun fantaisie is niet de
voorstelling der werkelijkheid. Met het
hoofd omhoog schrijdt een eerlijk man door
de wereld, zich niet storende aan het gekef
dergenen die hem aanblaften. Door de wes
pen geknaagd te zijn, is wel niet heteenig
kenmerk van de beste vruchten, maar het
behoort er toch toe.
Een krachtig middel om de verdachtma
king de wereld uit te helpen, is toepassing
van het stelsel der verboden kringen. Wie
zijn kleed niet bezoedeld hebben, ontwijke
de plaatsen waar met modder gegooid wordt.
Eisch van allen, die iets te zeggen hebben,
vooral wanneer het personen betreft, dat zij
duidelijk sprekenprecies zeggen waar
het op staat; evenmin als gij u op uw
gemak zoudt gevoelen in het gezelschap van
lafaards, kunt gij, als dienaar en vriend van
de waarheidu behagelijk gevoelen in het
bijzijn van lieden, die hun gebrek aan ver
stand, aan geest, aan goede trouw, kortom
aan alles wat den omgang met menschen
vruchtbaar doet zijn voor beschaving en
ontwikkelingverbergen door u bezig te
houden met hetgeen als smokkelwaar uit
elke plaatswaar men prijs stelt op een
goeden toon, moet geweerd worden. De
zaak is deze, dat als de menschen weigeren
zich te laven met het gif der verdenking,
de verdachtmaking geen emplooi zou vinden.
Zij zou wel moeten stikken in haar eigen
pestwalm.
Er is een treurige moed toe noodig om,
zooals de regeering van Spanie nu doet met
verkrachting der waarheid, de bemeestering
van VictoriaTunas door de insurgenten op
Kuba, te heeten een feit van weinig beteekenis,
van veel geringer beteekenis althans dan door
de pers van binnen- en buitenland er in 't
algemeen aan gegeven wordt.
Het stadje Tunas, dus zegt men van officieele
zijdewas reeds lang door de bewoners
verlaten en de ligging in het oostelijke deel
van het eiland, »waar de opstandelingen alleen
nog in staat zijn de campagne vol ie houden"
(dat klingt heel erg officieel, 't doet derken
aan de eindelooze reeks leugenberichten van
schitterende overwinningen, door de dappere
en onversaagde Spanjolen op de strijders voor
recht en vrijheid behaald maakte het werk
gemakkelijk, te eer daar het garnizoen heel
klein was. Opgemerkt dient volgens deze
verklaring, dat generaal Weyler zich tot dusver
uitsluitend heeft geoccupeerd met de pacifi
catie der vier westelijke provinciën en juist
van plan was na het regenseizoen de twee
oostelijke provincies de weldaden der pacifi
catie met zwaard eu kanon deelachtig te doen
worden. Bovendien heelt Weyler niet gedraald
met de afzending van een expeditie tot her
neming van Vicioria-Tunas en de gunstige
resultaten indertijd verkregen bij de stad
Cayo welke ook tweemaal in de macht der
rebellen kwam en telkeus weer heroverd werd,
geeft de beste verwachtingen ten aanzien vau
Tunas welker forten van weinig beteekenis
worden geheeten.
Tot zoover de ofiicieele verklaring, waaruit
valt op te maken dat de regeering vóór alles
bedacht is op redding van de positie van
generaal Weyler en op zijn handhaving aan
't hoofd der troepen, terwijl van vele zijden
geageerd wordt voor zijn terugroepingde
Imparcial heet het succès der insurgenten ten
aanzien VictoriaTunas een catastrophe voor
Spanje
De regeering vau haar kant heeft besloten
maar weer eens wat versterkingen naar Kuba
te zenden als Weyler dit noodig acht.
't Schijnt dat Tunas (gelegen aan den
hoofdweg van Puerto Principe naar Santiago
de Cuba in de provincie Santiago Dabij de
grens) reeds 4 dezer in handen van de in
surgenten is gevallen, die na de inbezitneming
den Spaanrchen bevelhebber, drie officieren
en 75 soldaten in vrijheid stelden. De over
winnaars stonden onder bevel van Calixto
Garcia en wel was een Spaansche kolonne in
de nabuurschap eenige dorpen aan 't vernielen,
waarbij een aantal ongelukkigen gedood wer
den doch de zege te Tunas maakte alles
weer goed.
Van officieele zijde wordt gemelddat
Tunas bij de overwinning der insurgenten
bijna geheel in puin lag en dat het garnizoen
bestond uit 215 gezonden en 135 zieken,
terwijl de overgave gezegd wordt te zijn
geschied na een heldhaftigen tegenweer (de
insurgenten zouden 100 dooden hebben gehad)
en den overwinnaars allerlei leelijks wordt
toegedicht (zij zouden geschoten hebben op
het hospitaal enz
Nu heeft generaal Pando met een vrijmoe
digheid, die hem mooi staat, doch welke hem
wel een strenge straf zal bezorgen, een schrij
ven gericht tot de afgevaardigden en senatoren
van het eiland om hen op te wekken tot een
groote vergadering Ier bespreking van de
meest wenschelijke handelwijze inzake het
eiland. Hij zegt: „het oogenblik is gekomen
om met volkomen openhartigheid te spreken
en om de volle verantwoordelijkheid te doen
vallen op de avonturiers-politijk en haar
bedrijvers."
En tal van generaals moeten, volgens de
Heraldo, generaal Pando's inzichten deelen!
Het vertrouwen iu Weyler's kunde, in zijn
beleid, is geschokt, en de liberale bladen
zullen, in gemeenschap met de conservatieve
dissidenten, wel niets onbeproefd laten om
den hoofdaanvoerder tot heengaan te nopen.
Zaterdag nog maar altijd, of wil men liever:
alweer geen zitting der gezanten te Kon-
stantinopel in zake de vredespreliminairen.
Nu zou Griekenland weer de oorzaak zijn
van de vertraginguic Athene zou geen
gunstig bescheid zijn ingekomen op Salisbury's
voorstellen. Ook heeft Duitschland nog maar
altijd tegenwerpingen, zoo zelfs, de mogelijk
heid wordt verondersteld van Germauje's
solement: de overige mogendheden zouden het
buiten Duitschland willen klaarspelen
Men weetdat volgens het voorstel van
lord Salisbury de ontruiming van Thessalie
zou moeten aanvangen een maand, nadat de
financieele commissie van toezicht de data's
had vastgesteld waarop de termijnen der
oorlogsschatting betaald moesten worden. Aan
deze bepaling nu wilde Duitschland een andere
toevoegen, waarbij de rente zal worden vast
gesteld, welke aan de origineele bondholders
moet worden uitbetaald.
Het schijnt dus, schiijft met uit Athene,
dat Duitschland de gaosche geschiedenis der
Grieksche buitenlandsche schuld wil oprakelen
waardoor natuurlijk de vredesonderhandelin
gen nog meer zullen worden gerekt. De
hardnekkigheid, welke Duitschland tijdens den
ganschen loop der onderhandelingen heeft
getoond, is een betere zaak waardig. Hier
d. i. Athene bestaat reeds lang de
meening, dat de verdediging van de belangen
der bondholders niet haar eenig motiefis. Of
het laatstgenoemd voorstel voor Turkije zelf
aanbevelingswaardig is, staat nog te bezien.
Alles wat Turkije kan eischen is de onmid
dellijke betaling van een matige termijn
teneinde de onkosten der ontruiming te
bestrijden, en de zekerheid, dat de overige
termijnen op bepaalde tijden zullen worden
voldaan. Zij is nu overtuigd, dat Europa
niet het voortdurend bezetten van Thessalie
zal dulden het handhaven van een staand
leger in deze provincie legt haar zware uit
gaven op, en haar leger wordt sterk vermin
derd door ziekte. In deze omstandigheden
zal zij er bezwaarlijk in kunnen toestemmen,
het instrument te worden van een politiek
vau het Shylock-type."
Iu den Spaanschen ministerraad heeft de
minister van koloniën het ontwerpdekreet be
treffende de hervormingen voor dePhilippijnen
voorgelezen. Er worden wijzigingen gebracht
in de strafbepalingen op schending van het
grondgebied eu verstoring van de openbare
orde. Er zijn ook strenge bepalingen op de
geheime genootschappen in opgenomen. An
dere bepalingen hebben betrekking op de
inrichting der gemeentebesturen.
De Spaansche minister van oorlog is
voornemens krachtig op te treden tegen de
officieren, die zich met de politiek inlaten.
De houding van zekere generaals o. a. van
generaal Pando wordt druk besproken in
verband met het woelen der Carlisten, die
zich met militaire organisatie heetten bezig
te houden. De Heraldo spreekt in bedekte
bewoordingen over de mogelijkheid van een
ministerieele crisis. Het Carlistisch blad de
Coreoespanol is wegens aanhitsing tot den
burgeroorlog in beslag' genomen.
De Turksch-Servische commissie, die
over een reeks voorzorgsmaatregelen moest
beraadslagen om de iuvallen van Albaneezen
op de grens van Macedonië en Oud-Servie
tegen te gaan, heeft haar werk voltooid. Een
aantal Turksche officieren en ambtenaren in
Kossovo worden verplaatst en de Arnauten
worden ontwapend,
Uit de laatste berichten uit Britsch-Indië
blijkt, dat vermoedelijk alle passen, die naar
Turkestan en Afghanistan voeren, in handen
der opstandelingen zijn gevallen. De Afridis
verzamelen zich in de Bazar-vallei met de
bedoeling een aanval op Bara of Jamrud te
doen. De Isa-Khel en Bura-Khel (Mohmand
stammen) hebben Hadda Mullah om hulp
verzocht, daar ze anders niet in staat zullen
zijn den Etigelschen weerstand te bieden. Er
is een colonne uit Kohat naar Hangu gezon
den op 't bericht, dat 5000 vijanden een
aanval op Ublan of Marai in den zin hadden.
Het voortrukken van de colonne van gene
raal Elles, die uit Shabkadr zou oprukken
met het doel zich te vereenigen met de troe
pen van sir Bindon Blood, die van Nawagai
in het Noorden optrekt, is 48 uren uitgesteld.
Men zegt, dat dit uitstel om politieke redenen
is gelast.
In het westelijk deel van de republiek
Guatemala is een revolutie uitgebroken, welke
vooral tegen den president gericht moet zijn.
Deze heeft alle steden in staat van beleg
verklaard.
-■m
Men schrijft uit Brussel, onder dagteeke-
ning van Zondag aan de N. Rott. Ct
Een week geleden werd bij de Brusselsche
politie door den heer Andriesse, directeur der
margarinefabriek van Van den Bergh en Co.
filiale der Rotterdamsche firma gevestigd
in de rue Bonne te Sint Jans Molenbeek
aangifte gedaan van het spooi loos verdwijnen
vau zijn bediende Eniile Lavergne, die met
het innen der gelden was belast en die den
lsten Septemberden dag waarop hij was
verdwenen, een som van 5000 frank moest
incasseeren.
Daar de man te boek stond als zeer eerlijk
en oppassend, meende men reeds aanstonds
dat verdwijnen te moeten toeschrijven aan
een misdaad. Intusschen bleven alle navor-
schingen zonder eenig resultaat.
Donderdagavond nu heeft men het lijk van
den ongelukkigen Lavergne ontdekt in een
leegstaand huis, nummer 21 vau den boule
vard Baithélémy, dat tot en met den len
September bewoond was geweest door eene
deerne van licht allooi, die daar een kroeg
hield en een minnaar had, naar men zegt
een Turk, die dikwijls van naam veranderde,
maar daar bekend stond als Georges Moors.
Het was de eigenaar van het huis die het in
vergevorderden staat van ontbinding verkee-
rende lijk ontdekte. De hersenpan was
verbrijzeld en uit de gapende kloof waren de
hersens langs aangezicht en hals neergeloopen.
Daarnaast lag de pet van het slachtoffer met
de letter V. er op. De heer Andriesse
terstond verwittigdherkende onmiddellijk
zijn verdwenen bediendewiens overschot
naar het St. Jans-hospitaal is vervoerd.
Het is zoo goed als zeker, dat Lavergne
door Georges Moors en de kroeghoudster met
voorbedachten rade is vermoord geworden.
Beide mannen hadden vroeger in Tongkin
bij het Fransche leger gediend, en daardoor
kameraadschappelijke betrekkingen onderhou
den, en zoo kwam Laverge wel meer daar
aan huis. Het feit dat de kroeghoudster en
haar minnaar die reeds sinds een heel tijdje
te boek stond als een bedrieger, spoorloos
zijn verdwenen, stijft de justitie iu haar ver
moeden.
De Brusselsche politie heeft den medeplich
tige van den moordenaar van den kantoor
bediende Lavergne opgespoord. Het is zekere
Jan Paridaens, een Molenbekenaar. De bewij
zen tegen hem waren zeer bezwarend. Hij
werd in hechtenis genomen en in verzekerde
bewaring gesteld. Eerst ontkende hij alles
maar ten slotte viel hij in zoover door de
mand dat hij bekende Moors (die eigenlijk
Massou heet, en te Konstantinopel is geboren)
wel kende en voor hem meubels verkocht
en een kofter gekocht had. Het meisje van
Paridaens is ook verhoord.
Van Masson en zijn bijzit is nog geen spoor
gevonden.
Aan de grens, op Belgisch grondgebied,
ouder de gemeente Oorderen, is de chef der
douanen door een Belgischen veesmokkelaar
doodgeschoten. De dader is gearresteerd en
zwaar geboeid naar de gevangenis te Ant
werpen overgebracht.
De markies Des Farges, die een uitstapje
per stoomboot van Trouville naar Caudebec
meemaakte, schold de muzikanten uit, die de
„Marseillaise" speelden noemde deze een
vuil muziekstuk en beschimpte ook den pre
sident der republiek. Hij is deswege te
Caudebec aangehouden en naar Pout l'Evèque
overgebracht.
Zaterdagmiddag is de koning van Siam
te Parijs aan het Noorderstation aangekomen,
waar hij door president Faure werd ontvangen,
die den koning tot diens hotel aan de avenue
Hoche vergezelde. Zaterdag heeft Z. M. de
gebruikelijke visites afgelegd gisteren heeft
hij den Eiftcl-toren beklommen, het hotel des
Invalides bezocht en de wedrennen te Long-
champ bijgewoond.
Ook is Zaterdag koning Alexander van
Servie, vergezeld van papa Milan, te Parijs
gearriveerd.
Generaal Weyler heeft op de telegraphische
aanvraag van den Spaanschen minister van
oorlog om inlichtingen geantwoord, dat hij
bereid is een expeditie uit te rusten en Vittoria
de la Tunas te hernemen. De generaal blijft
belast met het bevel op het eiland.
Domingo Mendez Capote een bekend
advocaat te Havana, is tot president der
»Cubaansche Republiek" verkozen.
Generaal Yeatmann Briggs, die in de Sa-
mana bergen aan de Indo Afgaansche grens,
heen en weer trekt om de Orakzai's en Afridi's
te beletten, de Khaoki vallei binnen te trekken,
is met de opstandelingen slaags geweest. De
vijaud viel zijn achterhoede aan, maar werd
met groot verlies teruggedreven. De Engel-
schen hadden slechts 6 dooden, een kapitein
werd licht gewond.
In Engelsch-Indie is de geheele oproerige
bende der Moplah's bijna zonder bloedver
gieten gevangen genomen.