Nummer 82.
Zondag 17 October 1897.
20e Jaargang.
Eerste Blad.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Kroningsdag.
ANTOON TIELEN
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
FEUILLETON.
L)e Wraak eener Vrouw
Staatkundig overzicht.
UITGEVER:
Waalwijk.
Langstraatsche Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden t' 1,
Franco per post door het geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regal,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegevenworden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau va*
Adolp Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De vergadering, verleden Woensdagavond
op Musis Sacruui gehouden om te komen
tot het organiseeren van feestelijkheden bij
gelegenheid der kroning van koningin Wil-
helmina, was niet druk bezocht, 't Bleef
dus bij eene gedachtenwisselingwaarvan
het resultaat wasdat eene oproeping zou
worden gericht aan de ingezetenen tot bij
woning eener nadere bijeenkomst op aan
staanden Dinsdag, ten 71/3 ure op Musis
Sacrum.
Deze oproeping luidt als volgt
//Aan de ingezetenen van Waalwijk.
Krachtens afspraak, gemaakt op de Woens
dagavond op Musis Sacrum gehouden ver
gadering, nemen ondergeteekenden beleefde
lijk de vrijheid U uit te noodigen tot eene
bijeenkomst op genoemde zaal, op Dinsdag
19 October a.s., 's avonds om 7 Va uur, om
eene bespreking te houden over de benoe
ming eener voorloopige commissie tot orga
nisatie van feestelijkheden bij gelegenheid
der kroning van Hare Majesteit Koningin
Wilhelmina.
Trouwe opkomst, vooral ook van de be
sturen der verschillende vereenigingert, is
voor de goede regeling zeer gewenscht.//
JOS. MAHIEU-SCHAMBERGEN,
Directeur harmonie St. Crispijn.
FRANS DE CORTIE,
Directeur Liedertafel Oefening en Vermaak.
J. TIMMERMANS-VAN TURENHOUT,
President harmonie L'Espérance.
ill 11
OF
18
Herinneringen van een Politie-Coramissaris.
Maar wat was er van Üeloïse Brochon ge
worden
Zou zij reeds dood zijn, of zou zij hier of daar
geluk en tevredenheid gevonden hebben?
Het was reeds tien uren toen hij vermoeid
thuis kwam. Martha zijne oude huishoudster
wachtte hem met ongeduld.
Hij begaf zich dadelijk naar zijne studeerkamer,
waar de lamp reeds was aangestoken.
—•Is er iemand geweest? vroeg hij, terwijl hij
in zijn leuningstoel ging zitten.
Ja, antwoordde de oude vrouw, een half
uur geleden is hier een man geweest om u te
spreken.
Heeft hij zijn naam niet genoemd
Hij heeft gezegd, dat hij van avond terug
zal komen.
Ludovicus Malon keek op de pendule.
Het is al vrij laat, zeide hijmaar zoo die
man nog mocht komen, zal ik wel opendoen. Gij
kunt dus wel gaan, Martha.
De vensters van zijn studeerkamer zagen op
een tuin uit. De dokter opende een der vensters
en ging met het hoofd er uitliggen. Het was een
heerlijke nachteen frisch briesje boog zacht-
kens de toppen der hoornen en er heerschte aller-
wege eene harmonische kalmte, die hoofd en hart
verkwikte.
Ludovicus hield de hand onder het hoofd en
onder den weldadigen invloed van de heerlijke
atmosfeer, trachtte hij wat tot zich zeiven te
komen.
Op dat oogenblik werd er gebeld.
Wie zou dat toch kunnen zijn P Hij keek op de
pendule; het was elf uur; half nieuwsgierig, half
met tegenzin ging hij naar de deur.
De heer Ludovicus Malon P vroeg de persoon,
die had aangescheld.
J. MEESTERMAN,
Vertegenwoordigende den Kon. Oranje Doelen
A. WAGEMAKERS,
Vertegenwoordigende den kon. doelen
Èeclit door Zee.
FRITS MüLLERS,
President Tooneehereemging Volharding
in den Strijd.
ANTOON GERRIS,
Vertegenwoordigende de Gymnastiek-
vereeniqinq W. G. V.
W. L. H. VAN HILST.
President Handboogschutterij Willem Teil
PH. II. DE HAAN,
A. WITLOX-DE WIT.
L. VAN EVERDINGEN,
H. J. A. ZEEGERS,
A. GERRIS,
ANTOON TIELEN.
Tijdens de bespreking Ier vergadering
opperde een der aanwezigen de opinie, dat
het beter was de zaak te laten rusten en
af te wachten of op de door het gemeente
bestuur in te dienen begrooting voor 1898
soms een post is uitgetrokken voor feest
viering bij die gelegenheid. Als de raad
daarvoor geld toestond moest men zeker het
initiatief voor eventueele feestviering aan het
gemeentebestuur overlaten.
Deze meening vond van verschillende zijden
hevige bestrijding. Een der sprekers vond
zelfs dat er, als er gevaar bestond dat het
gemeentebestuur de zaak zou ter hand nemen,
alle reden was om de benoeming eener
commissie door de ingezetenen zelf te pous-
seeren.
Bemoeit men van bovenaf zich er weer
mede, zoo meende spreker, dan maakt men
zeker een nog grooter fiasco, dan met de
eommissie voor het huldeblijk, die, voor
eene gemeente als Waalwijk, jammerlijk
mislukt is. Dergelijke zaken en vooral
feestelijkheden moeten niet van boven af
opgelegd worden; eene feestelijke stemming
des volkszonder welke geen volksfeest
Die ben ik mijnheer, antwoordde de dokter.
Zoudt u mij een kort onderhoud kunnen
toestaan
Verlangt u een consult?
Neen mijnheer. Het betreft een veel ernsti
ger zaaken wanneer u mij hebt aangehoord,
durf ik u te verzekeren, dat u er geen spijt van
zult hebben, mij ontvangen te hebben,
De jonge dokter zag den bezoeker aan. Hij
kon vijfendertig of vijfendertig jaar zijn, dit was
moeilijk te zeggen.
Maar kunt gij mij het doel van dit nach
telijk bezoek niet mededeeien zeide Ludovicus.
Zoo u mij alleen op die voorwaarde wilt
ontvangen, wil ik het u zeggen.
Maar mijnheer...
O! ik billijk volkomen de voorzichtigheids-
mautregelen, die gij meent te moeten nemen. Ik
van mijn kant wensch eveneens mijne voorwaar
den te stellen alvorens ik u iets mededeel.
Voorwaarden 1 Aan mij I zeide Ludovicus.
Zeker, hernam de onbekende; vooreerst
moet gij u verbinden om er met niemand over
te spreken, dat ik hier geweest ben.
Gij zijt wel goed, en verder
Verder moet gij mij beloven nooit een po
ging nan te wenden om mij te herkeunen, voor
het geval wij elkander later mochten ontmoeten
indien gij, naar ik hoop mij aan wilt hooren,
verbindt gij u bovendien niet alleen mij te volgen,
maar ook om u bij het komen en gaan te laten
blinddoeken. Wat gij op de plaats of plaatsen
waar ik u brengen zal ook moogt zien of hooren,
nimmer zult gij eenig vermoeden mogen opwek
ken van datgene wat gij gezien hebt.
Terwijl de vreemde bezoeker sprak, nam de
dokter hem nog eens nauwkecrig in oogenschouw
en hetzij dat hij hem in de schaduw bij de trap
niet goed had gezien hetzij dat er in den onbe
kende een verandering had plaats gegrepen, hij
werd getroffen door de buitengewone schrander
heid en groote wilskracht waarvan zijne trekken
getuigden.
En zoudt gij denken, dat ik in dergelijke
voorwaarden zou toestemmen? zeide hij hoofd
schuddende.
Ik heb er geen oogenblik aan getwijfeld.
Welnu, dan hebt gij u vergist, mijnheer.
Ik ben zoo vrij dit niet te gelooven.
Maar wat is het dan voor een zaak, waaro-
mogelijk is, ontstaat niet op commando van
boven; ze moet voortkomen uit de vrije
gezindheid des volks en dus moeten de
feesten door het volk zelf of door van het
volk daartoe aangewezen personen worden
georganiseerddan alleen mag men zich
met succes vleien.
Het slot was dat men overeenkwam eene
nieuwe oproeping tot de ingezetenen te
richten, die Donderdagavond aan de huizen
is bezorgd.
We wagen het onze medeingezetenen aan
te sporen aanstaanden Dinsdag in grooten
getale op te komenopdat Waalwijk de
schande ontga, bij de heugelijke gebeurtenis
van de inhuldiging onzer jeugdige koningin
achter te staan bij andere plaatsen.
Wij houden ons overtuigd, dat de geringe
opkomst van Woensdag niet is toe te schrij
ven aan onverschilligheid omtrent de zaak
zelve, maar veeleer aan de meening, dat er
nog te veel tijd moet verloopen vóór het
oogenblik van feestvieren daar is.
Tot op zekere hoogte is dit wel waar;
maar als men ziet dat in Amsterdam, Rot
terdam,den Haag en andere groote steden,
reeds geruimen tijd Hoofd-enBuurtcommissies
werkzaam zijn om de feestelijkheden en
versieringen te regelen, dan zal 't toch voor
Waalwijk ook wel tijd worden, ten minste als
men eer van het feest wil hebben.
Men houde ook in 't oog, dat dien dag
door 't gansche land zal worden feestgevierd.
In de eerste plaats is daarvoor muziek
noodig. Nu mag Waalwijk zich verheugen
in twee muziekcorpsen en eene liedertafel
die, als men kan afgaan op vorige gelegen
heden, zich zeker zullen stellen ter beschik
king eener commissie, benoemd door de
burgerij, waaronder ook hunne eigene be
stuursleden of vertegenwoordigers ten
minste als die vereenigingen tijdig daartoe
ver gij mij wenscht te spreken
De onbekende begon te glimlachen.
Het betreft, antwoordde hij, eene gebeurte-
tenis, die reeds tien jaar geleden heeft plaats, ge
had, maar die gij niet geheel kunt vergeten zijn,
omdat gij er zelf een belangrijke rol in hebt ge
speeld.
De gebeurtenis te Clamart I.... viel Ludovicus
eensklaps in.
Juist... zeide de onbekende.
Clamart, herhaalde Ludovicus na eenige
oogenblikken, komt gij mij over die misdaad
spreken
Ja mijnheer antwoordde de onbekende.
Inderdaad, het is reeds tien jaar geleden,
dat die vreeselijke gebeurtenis plaats vond, en
voor zoover ik weet, is het de justitie niet mo
gen gelukken eenig spoor van ae schuldigen te
ontdekken.
Dat is zoo....
Zij zijn gevlucht, zij zijn verdwenen en se
dert lang denkt niemand meer aan die ontzet
tende misdaad.
Niemand behalve ik.
Gij mijnheer 1
Ongetwijfeld.
Maar wie ziit gij dan
De onbekende boog en bood Ludovicus Ma
lon zijn kaartje aan.
Zoodra deze den naam van den onbekende ge
zien had nam zijn gelaat een ernstige uitdrukking
aan.
Sedert den dag waarop deze misdaad ter
kennis van de justitie is gekomen, vervolgde de
onbekende, is er geen dag geweest, dat ik er niet
aan gedacht heb, en ondanks de talrijke hinder
nissen, die ik op mijn weg heb ontmoet, heb ik
mijn doel om de schuldigen op het spoor te ko
men, geen oogenblik uit het oog verloren.
Dit getuigt zeker van een niet genoeg te
prijzen ijver, zeide de jonge dokter.
En gij begrijpt dus nu, van hoeveel belang
het voor mij, voor de justitie en voor alle eer
lijke lieden is, den goeden uitslag van mijne po
gingen niet in gevaar te brengen.
Eene brandende nieuwsgierigheid maakte zich
van Ludovicus meester. Dit bezoek gevoegd bij
hetgeen hem dezen morgen was overkomen, deed
al zijn herinneringen verlevendigen, en vervulde
hem met een vurig verlangen om meer van deze
worden aangezocht. Maar wie geeft zeker
heid dat er, als hier gedraald wordt, geen
aanbiedingen van elders zullen worden aan
genomen, zoodat onze gemeente gevaar loopt
op den feestdag zonder muziek te zitten.
Wij' noemen hier slechts de muziek, maar
er zijn nog tal van andere, bij een feest
onmisbare diDgendie wijals wij dralen
in 't geheel niet, of anders ulleen tegen grof
geld zouden kunnen krijgen. Geen gezeur
dus, maar flink aangepakt en doorgewerkt!
Waalwijkerskomt dus Dinsdag avond
trouw op, geeft blijk van uwe gehechtheid
aan ons vorstenhuis en toont dat gij wilt
feestvieren uit eigen beweging, niet op com
mando van boven.
Als 't waar is, dat op de Gemeentebe-
grooting een post voor de feestviering is
uitgetrokken en de Raad staat dien toe, dan
is dit zeker een gunstig verschijnsel; er is
dan eene som beschikbaar om van gemeen
tewege bij te dragen in de kosten der feesten,
georganiseerd door de burgerij zelve, die
trouwens door het betalen van belastingen
den raad tot het verleen en van subsidien in
staat stelt. Op deze wijze kan de raad op
nuttige wijze tot de feestviering medewerken.
Hij steune de zaak geldelijk maar late het
initiatief tot de feesten aan de burgerij zelve
over.
vwi——
'tls Woensdag in het Oostenrijksche huis
van afgevaardigden heel wat kalmer gegaan
dan men meende te moeten verwachten. Aan
de orde was de behandeling van het voorstel
om den minister president graaf Badeni in
staat van beschuldiging te stellen wegens het
besluit van 2 Juni 11. betreffende de houding,
door overheidspersonen aan te nemen in
vergaderingen, welk besluit geheim was en
onder geheimhouding den beambten was
toegezonden.
zaak te weten.
Nadat hij den vreemdeling verzocht had, hem
naar zijne studeerkamer te volgen en hem daar
een stoel had aangewezen, zeide hij
Voor u verder gaat, zou ik nog wel een
laatste opheldering willen hebben.
Hoe komt het, dat gij mij eerst heden komt
bezoeken waarom hebt gij zoo lang gewacht
alvorens mij het onderhoud te verzoeken, waar
voor gij thans hier zijt?
De onbekende zweeg een oogenblik en begon
toen
Ik zal uwe vragen gaarne beantwoorden.
Gedurende tien jaren is het geheimzinnig drama,
waarin ook u een rol gespeeld hebt mij geen
oogenblik uit het hoofd gegaan en zijn anderen
door het mislukken der eerste nasporingen spoe
dig ontmoedigd, ik voor mij heb de hoop steeds
levendig gehouden, begrijpende dat ik alleen door
een taai geduld eenmaal mijn doel zou kunnen
bereiken. Al wat ik gedurende die tien jaren ge
daan heb, zult gij weldra te weten komen. Ik heb
gereisd, ik ben in alle hemelstreken geweest, hier-
een spoor vermoedende, daar een woord opvan
gende, steeds lettende op alle9, wat maar in eenig
opzicht met de gebeurtenis van Clamart in ver
band kan worden gebracht.
Van tijd tot tijd kwam ik te Parijs terug,
waar ik mij steeds van uwe tegenwoordigheid
overtuigde. Ik wist dus, dat ik u altijd zou vin
den op het oogenblik, dat ik uw hulp zou noodig
hebben en ik wachtte mij wel u noodeloos in
uwe bezigheden te storen.
Onder ae personen, die mij vooral veel belang
inboezemden, behoorde natuurlijk mejuffrouw
Heloïse Brochou. Haar plotseling verdwijnen
den dag volgende op de misdaad, kwam mij
minst genomen verdacht voor.
Evenals mij.
Ik meende haar op het spoor te zijn en ging
naar Moldavië, waar ik geruimen tijd bleef.
Ik werd er echter niet veel wijzer en kwam
onverrichter zake terug.
En wat hebt gij toen gedaan
Ik heb het opgegeven. Overigens was ik er
van verzekerd, dat indien de ;onge vrouw niet
dood was, ik haar den een of anderen dag hier
in de hoofdstad terug zou vinden.
Hebt gij haar nog niet wedergezien P
(Wordt vervolgd.)