Nummer 98. Zondag 12 December 1897. 20e Jaargang.
Eerste Blad.
1
ia
U
B
E
om
ïé's, 1
Leesl
i
t s,v,p
1,!
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
MS
H, M, Koningin Wilhelmina
H, M. de Koningin-Regentes,
Gemeenteraad van Waalwijk,
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Landkaart van Nederland
FEUILLETON.
De Wraak eener Vrouw
UITGEVER:
ANTOON TIELEN,
Waalwijk.
PORTRETTEN
WaalwfMe eo Langstraalscbe Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk f1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentie» 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolï Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Uitsluitend voor de abonné's op dit blad
heeft de uilgever voor slechts 30 cents
verkrijgbaar gesteld de naar de laatste pho-
tografieën vervaardigde
van
en
Deze platen zijn keurig afgewerkt en
hebben eene afmeting van 78 x 63 cM.
Men gelieve deze platen tegen afgifte van
den Bonvoorkomende op de vierde pagina
van dit blad aan ons Bureau af te halen;
franco per postzending wordt 15 cents
extra voor porto en emballage berekend.
Ook de naar den laatsten tijd bijgewerkte
met plan van de Droogmaking der Zuider
zee, groot 85 x 71 cM., bieden wij onzen
abonné's tot 1 Januari nog tegen 30 cents,
franco per post voor 35 cents aan.
Be Administratie
IJ H
OF
Herinneringen van een Politie-Coramissaris.
33
Maar gij hebt Hector toch alleen op zijne
handteekening die som geleend.
O 1 ik, dat maakt een verschil.
Nu, daar kan ik piel over beslissen, intus-
schen heb ik het voorstel eenmaal gedaan en ik
zul mij gelukkig achten, zoo ik mijn vriend
dit bewijs van vertrouwen en achting kan
geven.
Dus u wilt het
Zeker. Hoeveel is hij u schuldig?
Honderd duizend gulden.
En hebt u de ontvangbewijzen
Medina schelde. Er verscheen een klerk.
Breng mij de stukken van Beaulieu, zeide
de bankier, zijn bediende een teeken gevende.
Een oogenblik later, kwam de klerk terug, en
gaf Medina een portefeuille over, die een geheele
bundel stukken bevatte.
Is dit alles wel zeide Medina.
Ja, mijnheer.
En hoe hoog is de rekening van den heer
Beaulieu
Honderdvijftigduizend gulden 1
Raymond keek op. Duivels zeide hij glim
lachend, onze vriend schijnt er raad mede gewe
ten te hebben.
Ik wilde u juist zeggen, hernam Medina,
dat ik last gegeven heb, om noo't eene enkele
aanmerking te maken het zou mij toch gespeten
hebben zoo hij maar een oogenblik aan mijn
goeden wil getwijfeld had. Het juiste bedrag van
de schuld wist ik zelf niet. Intusschen, zoo u
dit mocht terug houden.
Raymond nam zijne portefeuille, telde op de
tafel van den bankier honderdvijftig biljetten van
duizend gulden uit en ontving daarvoor in plaats
de papieren en den omslag waarin zij gewikkeld
waren.
OPENBARE VERGADERING
op Donderdag 9 Dec., 's namiddags 7 ure.
Aan de orde
I. Ingekomen stukken.
II. Benoeming vau een onderwijzer aan de
openbare school en teekeuschool.
III. Idem van een havenmeester.
IV. Idem van een lid van het armbestuur.
V. Idem van een lid van het gasthuisbe-
stuur.
VI. Idem van een lid der pl. schoolcom
missie.
VII. Idem 2 ambtenaren van den burger
lijken stand.
VIII. Verkoop van een stukje land aan
Kroot.
IX. Machtiging tot verpachting van het
marktgeld over 1898.
X. Bezwaarschriften hoofdelijken omslag over
1897.
Tegenwoordig alle leden, uitgezonderd de
heeren Van Schijndel, Quirijns en Baijens.
Voorzitter Jhr. Van Grotenhuis.
De voorzitter opent de vergadering en
verzoekt de secretaris de notulen der vorige
voor te lezen, welke hierna ongewijzigd worden
vastgesteld.
Aan de orde
I. Ingekomen stukken.
a. Een schrijven van de heeren Quirijns
en Baijensdat ze niet op de vergadering
kunnen tegenwoordig zijn.
b. Een schrijven van gedeputeerde staten
waarin afwijzend wordt beschikt, op het ver
zoek dezerzijds gedaan om vrijstelling van het
geven van les in de vrije en orde oefeningen.
c. Een schrijven van gedeputeerde staten
houdende de goedkeuring van het supple
toir kohier van den hoofdelijken omslag
over 1897 ad f 119.38.
d. Het verslag van de schoolcommissie
ter visie voor de leden.
e. Goedkeuring van het salaris van den
te benoemen onderwijzer.
Vervolgens vouwde hij alles onverschillig bij
elkaar en stak het in den zak van zijn overjas.
Wat is dat! zeide Medina verbaasd., ziet gij
het niet na.
Waar zoude dat goed voor zijn antwoordde
Raymond... Indien ik niet een volledig vertrouwen
in u stelde, zoude ik toch niet hier gekomen zijn,
om bij u een gedeelte van mijn vermogen te
plaatsen.
Medina greep zijne hand. Duizendmaal dank
mijnheer, zeide hij, met een glans van zelfvol
doening in de oogen... en wees er van overtuigd,
dat ik zeer getroffen ben, door dit groote blijk
van vertrouwen.
Raymond groette en de bankier geleidde hem
tot aan de deur.
Medina haastte zich bij zijne vrienden te komen,
die van hunne zijde met het grootste ongeduld
wachtten.
Welnu zeide Ricordi zoodra hij den bankier
gewaar werd.
Welnu, antwoordde Medina met een gelaat,
stralende van geluk, daar heb ik nu zaken ge
daan met den onnoozelste en aardigste aller mil-
lionairs.
En hij vertelde wat er gebeurd was.
Dat is zonderling! zeide Colonna toen de
bankier had uitgesproken, ik voor mij begrijp er
niets van.
Wat mij duidelijk geworden is meende
lticordo, is, dat ik dat duel met Beaulieu niet zal
kannen ontloopen.
Dat is het erg9te nog niet, hernam de hertog
ik zou op het oogenblik Benoit wel eens willen
spreken.
Nauwelijks had hij dit gezegd of de deur werd
geopend en de dokter trad binnen.
Mijne heeren, zeide hij op een ernstigen toon,
er gebeurt op dit oogenblik iets verschrikkelijks
en het oogenblik is gekomen, dat ieder van ons
zonder zwakheid en roet onverzettelijke beslistheid
zal moeten handelen.
VII
DE ACHTERDOCHT VAN BENOIT
Medina richtte zich tot Benoit.
Wat P wat is ergebeurd vroeg hij en waarom
kijkt gij zoo angstig.
Van morgen, antwoordde de dokter, heeft
men mij aan ae villa Guillemot den toegang to
c
Schrijven vau gedeputeerde staten hou
dende een paar aanmerkingen op de begroo
ting. In dit schrijven wordt gezegd, dat er
in Waalwijk een armbestuur bestaal, eu dus
de gemeente niet rechtstreeks mag besteden.
De voorzitter „dit is al in orde, we hebben
die som gebracht bij de subsidie ieder jaar
door de gemeente aan 't armbestuur verleend;
die post is nu verhoogd met f 500.
II. Benoeming van een onderwijzer aan
de openbare school en teekenschool.
Wordt rapport uitgebracht van hetgeen het
hoofd der school en de schoolopziener, die
de stukken hebben nagezien, van den solicitant
de heer Andries Froklage zeggen dit luidt
zeer gunstig.
Daarna wordt de heer Andreas Froklage
met algemeene stemmen benoemd tot onder
wijzer aan de openbare school alhier, met f500
voor gewoon eu 200 voor teekenonderwijs.
III. Benoeming van een havenmeester.
Voorzitter: „het dagelijksch bestuur stelt
voor om dit tot eene volgende vergadertng
uit te stellen; want zij wil voorstellen iemand
b.v, op een salaris van i 400 te benoemen,
die beledigd wordt, in dienst der gemeente,
om de haven schoon te houden en buiten
dien tijd ander werk voor de gemeente moet
doen, maar ook maar alleen voor de gemeente;
dus die man moet ook zijn onbezoldigd
rijksveldwachter."
De heer Timmermans van Turenhout: »ik
kan mij er zeer goed mede vereenigen, want
ik geloof, dat het politiair toezicht aan de
haven zeer veel te wenschen overlaat.
Voorzitter„die klacht is ook bij mij in
gekomen en ik heb dat zoo eens onderzocht;
en bevonden dat de politie er zeker eens
dikwijls drie maal per dag komt.
Ik wil dit maar zeggen, omdat ik als
hoold der politie zooveel mogelijk de poli
tiemannen de hand boven het hoofd moet
houden."
De heer Timmermans van Turenhout: »ik
wil dat wel gelooven, maar recommandeer
het toch ten zeerste om zoo iemand te be
noemen."
de kamer van Irene verboden.
En wat bewijst dat? zeide de bankier.
Dat bewijst, dat de achterdocht van Salomé
of Irene is opgewekt en dat er iets van onze
plannen is uitgelekt.
In Hector?
Hector is maar even bij Guillemot geweest;
de jonge Raymond daarentegen heeft er veel
langer vertoefd.
Weet gij dat zeker? zeide Medina.
Van al wat ik zeg, vervolgde Benoit ben ik
zeker en als gij nog meer wilt weten, kan ik ook
nog mededeelen, dat Hector van mogen naar Pa
rijs vertrokken is. De vier vrienden uitten allen
een kreet van verbazing.
Hector! vertrokken? vroeg de hertog! van
wieo weet gij die bijzonderheden?
Van bpaventoantwoordde de dokter; het
ligt waarlijk niet aan hem dat ons plan vannacht
mislukt is. Hij gaat, komt, snuffelt, luistert en
let op alles wat er gebeurt. Zoo wist hij een
uur na hare aankomst dat Mousseline te Tiouville
was, en kon mij dadelijk hare woning en die van
den persoon, welke haar vergezelt, aanwijzen.
Is Mousseline dan niet alleen te Trouville?
Wist gij dat niet
Maar wie is er dan bij haar?
Lefiot!
De agent van politie?
Ja, zeker.
Stomme verbazing volgde op deze mede-
deeling.
En wat besluit gij nu uit dat alles? zeide
Medina met een gefronsa voorhoofd.
Ik besluit hieruit, dat wij in een toestand
verkeeren, waai van wij on9 den ernst niet langer
mogen ontveinzen. Er is iemand, die het op on
zen ondergang toelegt, en die ons op geheimzin
nige, maar volhardende wijze iederen dag nauwer
insluit; wie is die vijand? Ik weet het niet.
Lefiot is er niet machtig genoeg voor, Hermine
zoude met haar zenuwachtig gestel onvermijdelijk
fouten begaan, die gemakkelijk zouden zijn te
voorzien wat Hector aangaat, als hij Ricordi
dood, is dit alles wat hij doen kan hem ontbreekt
de vermetelheid van een wreker.
Maar er is niemand anders- voor zoover ik
weet, zeide Medina.
Misschien l antwoordde Benoit.
Hij liep naar de schrijftafel waarvan hij het
Aangehouden tot de volgende vergadering.
IV. Benoeming van een lid van het gast-
huisbestuur.
De heer Van Dooren, aftredend lid, wordt
door de leden van het bestuur wederom
aanbevolen.
De heer Van Dooren werd met 7 stemmen
tot lid van het gasthuisbestuur gekozen.
V. Benoeming van een lid van het gast
huisbestuur.
a. Vacature P. C. Baijens.
Voorgesteld de heeren J. Ie Blanc en J.
van Calker.
Gekozen de heer J. Ie Blanc met 5 stem
men.
Vacature G. van Loon.
Gekozen de heer G. van Loon met 5
stemmen.
VI. Benoeming van een lid der zchool-
commissie.
Vacature Claessen.
Voorgesteld de heeren J. A. Ie Blanc en
J. F. Baijens.
Na herstemming gekozen de heer J. F.
Baijens met 6 stemmen.
VII. Benoemiug van 2 ambtenaren van
den burgerlijken stand.
lste vacature Mombers.
Gekozen de heer Mombers met 7 stemmen.
2de vacature Hoffmans.
Gekozen ^e heer Gragtmans met 5 stemmen.
Voorzitter »nog vergeten bij de ingekomen
stukken, een request van dewed. Brok, om
de pachtsom der veldtent te verminderen
daar er zoo weinig verkeer op dien weg in
den buitenpolder is.
De voorzitter stelt voor dit request te
stellen in handen van burgemeester en wet
houders.
Aangenomen.
VIII. Verkoop vau een stukje land aan
Kroot.
Voorzitter „het dagelijksch bestuur stelt
voor dit stukje land, groot 48 aren, aan Kroot
te verkoopen, voor de som van f 60, waarop
het is getaxeerd.
Aangenomen.
fleschje nam, dat Raymond had mede gebracht.
Zie hier! ging hij op scherpen toon voort,
van nacht heb ik op den schoorsteen in de kamer
van Irene, dit flesenje laten staan, voor de helft
gevuld met een zeer gevaarlijk mengsel. Indien
ae justitie wist, dat ik de helft van hetgeen er nu
nog in dit fleschje is aan eeu jong meisje gegeven
heb, zou ik al heel spoedig den weg naar de ge
vangenis opgaan. Zooals ik reeds zeide, was dit
fleschje halfvol. En zie nu eens.., wat heelt men met
den inhoud gedaau?
Denkt gij dan, dat Hector achterdocht gekre
gen heeft? zeide de hertog,
Hij zeide Benoit minachtend.
Maar wie dan
De dokter schudde het hoofd en keek den her
tog scherp in de oogen.
Ik weet, hernam hij, na eene korte stilte, ik
weet, dat uw trot9 zich verzet tegen het denkbeeld
om uw bedreigd leven te besehermengij geeft
er de voorkeur aan, om aan de werkelijkheid van
die bedreiging niet te gelooven, en gij verbiedt
ons om het bloedig lijkkleed, dat de slachtoffers
van Clamart bedekt, op te heffen. Welnu, neem
u in acht mijnheer de nertog, want de schimmen
zullen ten slotte uit hun graf vorrijzen en u re
kenschap vragen van het verleden,
Eo terwijl de hertog nog zweeg, strekte Benoit
den arin uit in de richting van de villa »Enclos.'
Hebt gij nooit, ging hij voort, wanneer gij
uw blik op die woning richttet, u zeiven afge
vraagd, waarom Hermine den toegang daartoe
zoo angstvallig belet en wie zij achter die zoo
hermetisch gesloten deuren verbergt
Zoudt gij misschien ook willen beweren dat
het prins Karpeles is P
Zij, die ik gedood heb, zullen niet terugko;
men, mijnheer, van hen spreek ik nietmaar
prin9 of avonturier, de gast van die villa is zeer
zeker onze geduchte vijand, en wee ons, indien
wij langer aarzelen te handelen
Er ontstond een langdurige stilte.
De hertog, ongeduldig en vreeselijk verbitterd,
liep de kamer op en neder, nu een9 stilstaande
om een woesten blik op de villa te werpen dan
weder zijne trawanten aanziende, wier houding
lang niet getuigde van groote geestkracht.
Het was een hachelijk oogenblik. De dokter
had klaarblijkelijk gelijk. Er moest gehandeld
worden. (Wordt vervolgt.)