Nummer 98.
Zondag 12 December 1897.
Tweede Blad.
Staatkundig overzicht.
BUITENLAND.
Belgie.
Spanje.
Duitscliland.
Oostenrijk-Hongarije.
Amerika.
BINNENLAND.
Vervolg Nieuwsberichten.
Zij die zich voor
het volgend kwartaal
op dit blad abonneeren, ontvangen
de nog deze maand verschijnende
nummers GRATIS.
Eenige dagen geleden schrijft de correspon
dent van dej N. R. Ct., had ik een belang
rijk onderhoud met een Engelschen ambtenaar,
vroeger hooggeplaatst in Britsch-Indie en thans
in een geheel anderen werkkriug te Londen
gevestigd. Natuurlijk nam ik de gelegenheid
waar, hem zijn oordeel al te vragen over den
staat van zaken en de vooruitzichten aan de
Noordwestelijke grenzen van Indie.
»De vooruitzichten", zeide mijn vriend,
»2ijn slecht, heel slecht. Volgens mijn infor-
matien, en die komen uit de beste bion, is
de veldtocht tegen de Afridi's geheel mislukt.
Sir William Lockhart moet terug en gauw ook.
Hoe langer hij zijn terugtocht uitstelt, des te
erger voor de Engelschen, waut met eiken
dag zullen hun moeilijkheden toenemen. Neen,
hun positie is of wordt er door het klimaat
onhoudbaar. De Afridi's staan nu onder het
opperbevel van generaal Winter en tegen diens
beleid is Sir William Lockhart, met al zijn
keurtroepen en zijn geschut, niet opgewassen.
Wil h;j een onheil ontwijken dan moet hij ten
spoedigste een achterwaartsche sameutrekking
bewerkstelligen."
Deze woorden hebben een treffende bevesti
ging gevonden in een brief, door den oorlogs-
correspondeet der Daily News (zelf een
slachtoffer van het Afridisch klimaat geworden)
uit het hospitaal te Kohat, werwaarts hij toen
was overgebracht, den 15den November aan
zijn blad geschreven. „Iedereen'', meldt hij,
„moet inzieD, dat de expeditie haar oogmerk
de tuchtiging der oproerige stammen, niet heeft
bereikt. Deze hebben door onze bezetting
van hun zomerverblijf weinig geleden. Het
vernielen van ettelijke woningen, uit modder
en steen opgetrokken, en gemakkelijk te her
bouwen, en van eenige hoeveelheden graan,
kan hen niet deren. Zij zijn eigenlijk niet
uit hun behuizing verdreven, want 't is hun
gewoonte, altoos, om tegen November de
Tirah Maidan te verlaten, en naar warmer
valleien af te dalen. Daarom steekt er een
treffende satire in de tartende taal, waarmee
de oproerigste clans der Afridi's, de Zakka-
Khels, Sir William Lockhart's proclamatie,
waarin hij hen uitnoodigde een deputatie te
zenden, hebben begroet. Ge moogt gerust in
onze zomerverblijven blijven; den heelen lieven
winter lang, boodschapten zij den Briischen
bevelhebber.
Velen gelooven, dat het oogmerk der expe
ditie alleeu kan worden bereikt door een
krijgsmacht in Tirah achter te laten. Anders
moeten de Engelschen in de lente weder-
keereu, om den oogst nogmaals te verwoesten
en het land andermaal plat te loopen. Als
het leger dadelijk het gewest ontruimt, zeggen
ze, dan wordt daarmee toegestemd, dat de
expeditie gefaald heelt.
„De verliezen der Afridi's zijn ontegenzeg
gelijk ouder de onze gebleven. Lieden, die
achter rotsen liggen, verdedigen nooit een
stelling, waar er geen stelling is, waarheen zij
zich onmiddelijk kunnen terugtrekken. Zij
wachten nooit een aanval A bout portant af,
stellen zich nooit bloot, en kunnen dus nimmer
de verliezen lijden, die de aanvallers te ver
duren hebben, want deze moeten zich wanneer
zij een stelling stormenderhand willem nemen,
wel blootstellen aan het merkwaardig juiste
vuur der inlanders De Engelschen kennen
het terrein niet, en daardoor vallen zij voort
durend in de macht der vijanden,door 's avonds
of 's nachts at te dwalen.
„Enkelen verzekeren, dat het op zich zelf
geen kleinigheid was om het land der Afridi's
binnen te rukken, want dit, snoeven zij, was
ondoordringbaar. Wij hebben hun hoovaardig-
heid, meenen die, vernederd en hun onze
macht getoond en laten voelen. Doch de overi
gen houden vol, dat dit alles kwalijk opweegt
tegen het feit, dat al onze opofferingen ver-
geefsch zijn geweest. Dit is veel erger dan
de grootste nederlaag, aan de Afridi's toe
gebracht."
Ook de heer Asquith heeft gisterenavond,
te Glasgow sprekende, op die offers gewezen
en het terugtrekken van de Engelsche leger
macht onder Lockhart naar de vlakten aan
bevolen. Hij veroordeelde in krachtige be
woordingen de uitspattingen der zoogenaamde
Forwnrd Policy, terwijl hij den opstand der
bergstammen aan de Afgaansche grenzen aan
de trouwbreuk in Chitral weet, op hetzelfde
oogenblik, dat Curzon, op ziju gebruikelijke
hartstochtelijke manier, die trouwbreuk loo
chende in zijn kiezerstoespraak te Crosby,
nabij Liverpool, en het kwade zaad, waaruit
de verderfelijke oogst onder de bergstammen
ten noordwesten van Indie gemaaid is, geheel
toeschreef aan de bekende overeenkomst door
Durand onder het vorige gouvernement, met
den Emir gesloten.
Waar de Britsche ministers zelf, vorige en
tegenwoordige, elkaar zoo iu het haar zitten
zelfs over de oorzaken van dezen veldtocht,
waar de. liberale aan de unionistische trouw
breuk verwijten, en beide partijen eeu stel
generaals en beambten klaar hebben staan,
om hun beleid te verdedigen of te veront
schuldigen, daar is het voor het publiek
hoogst moeielijk een oordeel te vormen over
zaken, die trouwens geen keer kunnen nemen.
Het beseft alleen, dat, welke ook de oorzaken
voor den toestand aan de Indische Noord-
westergrens mogen wezen, een groot leger,
feitelijk het eenige bruikbare, daar vastge
houden en verlamd wordt door een hopelooze
guerrilla met stammen, die, gelijk Asquith
gisterenavond herinnerde, nog nooit overwon
nen zijn, door wien ook. Het publiek is dan
ook vooral nieuwsgierig om te weten te komeo,
hoe de Engelschen uit den hoek kunnen
geraken, hoeveel geld deze kostbare veldtocht
kosten zal (vermoedelijk meer dan 10
millioen), en wie het gelag zal hebben te
betalen.
En waarschijnlijk hebben zelfs de kibbe
lende ministers en gewezen ministers ons nog
niet de ware reden voor den geheelen veld
tocht verklapt. Volgens mijn inlichtingen was
de oorlog eigenlijk gemunt op den Emir, dien
de Engelschen van het heulen met de berg
stammen verdachten, misschien wel in geheim
overleg met Rusland. De Engelschen moeten
echter onder de bergstammen vruchteloos
hebben gevischt naar bewijsstukken voor dit
komplotje, hetwelk Sir William Lockhart zou
hebben iu staat gesteld nogmaals en dadelijk
op Kaboel aan te houden, in plaats van ziju
krachten te verspillen in een guerrilla mei de
Afridi's. Die Emir is een oolijkerd. De En
gelschen wilden den verrader in hem vinden,
maar hij bleek „correct" en „loyal"
BRUSSEL7 December. Volgens een
telegram, door de Mouvement géographique
ontvangen, is de Fransche expeditie onder
majoor Marchand op haar weg naar den Nijl,
in Bahr-el-Ghazal in de pan gehakt. Wat er
van overgebleven is heeft zich naar Bomoe
teruggetrokken.
MADRID, 8 December. Sagasta heeft aan
een dagbladschrijver verklaard dat hij de
boodschap van Mac Kinley bevredigend vond,
daar de bedreiging met tusschenkomst van
de Vereenigde Staten tusschen Spanje en
Cuba er alleen in was gezet om voldoening
te geven aan een gedeelte van de openbare
meening, zonder dat het voornemen bestond
die bedreiging ten uitvoer te brengen. De
regeering zal ten aanzien van de boodschap
geen opmerkingen maken. De Spaansche
kamers zullen bijeengeroepen worden, zoodra
de regeering weet welken indruk de boodschap
op de Amerikaansche kameis heeft gemaakt.
In Spanje wordt een manifest van don
Carlos verwacht, ofschoon de datum van de
afkondiging nog niet vastgesteld is. De zaak-
gelastige van don Carlos,markies van Cerralbo,
is sedert eenige dagen in Parijs, doch hij is
zeer terughoudend, zelfs tegen de notabelen
van de partij.
BERLIJN, 9 December, Naar aanleiding
van het bezoek van prins i'einrich te Frie-
drichsiuh is bekend geworden dat prins Bis
marck wegens zijn oude kwaal, aderontsteking
aan het rechterbeen, reeds sedert eeuigen tijd
op een rolstoel voort moet gereden worden.
Zonder steun kan hij iu het geheel niet meer
vooruit komen.
Het afscheid dat prins Heinrich van prins
Bismarck nam, wordt ons al zeer aangrijpend
beschreven. Prins Heinrich verzocht, naar
gemeld wordt, Bismarck's voorhoofd te mogen
aanraken, dat zijn grootvader reeds zoo vaak
had gekust. Hij kuste daarop Bismarck op
voorhoofd en wang. Prins Bismarck wenschte
hem „goede reis, goed succes en goede
thuiskomst."
Uit Port-au-Prince wordt bericht, dat
Maaudag twee Dnitsche kruisers aangekomen
zijn en het gouvernement van Haiti 48 uren
tijd hebben gelaten om de door de Duitsche
regeeriDg gevorderde schadeloosstelling in de
zaak Lüders te betalen. Men vreesde toen
onlusten: de Duitschers waren aan boord van
de stoomschepen gevlucht en ook de Fransche
consul had een stoomschip ontbodende
bevolking was zeer opgewonden. Een later
bericht meldt echter, dat het geschil beslecht
is en dat de vreemdelingen, die aan boord
van de schepen in de haven gevlucht waren,
huiswaarts gekeerd zijn.
Over de beslechting van het geschil
tusschen Haiti en Duitscliland wordt het
volgende gemeldNa overreiking van het
ultimatum, waarin de Duitsche eischen vervat
waren, ging de „Stein» slagvaardig in de
nabijheid der Haïtische oorlogsschepen en de
stad Port-au-Prince liggen. Een haff uur
vöor den afloop van den gestelden termijn
stemde de president van Haiti in de eischen
toe. Enkele uren daarna bevond zich de als
schadevergoeding voorLtlders gevorderde som
aan boord van het schip 7Charlotte.> Nadat
de Duitsche eischen ingewilligd waren, is de
stad rustig gebleven. De diplomatieke be
trekkingen zijn weder hersteld.
De Times verneemt dd. 8 Dec. uit
Peking dat de Chineesche regeering in
Duitschland's eischen heeft toegestemd, in ae
hoop dat de Duitsche troepen Kiao-tsjou
zullen ve-lateD.
Men heeft te Berlijn alles voorbereid
om het vertrek van het tweede smaldeel
onder bevel van prins Heinrich, naar Kiao-
tsjou, ook naar het uiterlijke tot een gebeur
tenis van gewicht te makeu. De keizer zal
niet alleen tegenwoordig zijn bij het vertrek
van de schepen uit VVilhelmshaven, hij zal het
eskader ook vergezellen tot aan de grens van
de Duitsche wateren.
Prins Heinrich heeftvan Friedrichsruh
komend, ook een bezoek gebracht aan graaf
Waldersee, te Altona. In antwoord op een
toespraak van den graat zeide de prins, zich
te verheugen dat de keizer zooveel vertrouwen
in hem stelt, en dat hij zijn taak zal vol
brengen ter eere des keizers en ter eere des
vaderlands.
Te Kiao-tsjou worden barakken gebouwd
voor de Duitsche troepen die daar reeds zijn
ot nog uit het vaderland verwacht worden;
ook wordt er een hospitaal opgericht.
Een geoloog gaat met de divisie onder
prins Heinrich mede, om in Sjan-toeng on
derzoekingen in te stellen.
Het stoomschip Niger", dat van de
Afrikaansche kust te Liverpool aangekomen
is, heeft het bericht medegebracht, dat aan
een 200 man sterke, door 6 Duitsche officieren
aangevoerde ezpeditie in Kamerunland een
onheil overkomen is. Deze expeditie die
uitgezonden was tegen de M'Boulieseen
woesten volksstam op de grenzen van Kamerun
en den Franschen Congo, moet omsingeld en
vermoord ziju.
Volgens een algemeen overzicht zijn bij
de opstootjes in Praag, voor zoover bekend,
in 't geheel600 personen in hechtenis ge
nomen 300 door sabelhouwen gewond, en
80 (politieagenten en soldaten) door steenen
getroffen. Wegens plunderen is tegen 149
personen een gerechtelijk onderzoek geopend.
Zaterdagavond zijn, behalve in de genoemde
plaatsen, ook in Kutteuberg en Beneschau bij
Duitschers en joden ruiten ingegooid, en Zon
dag in Kolin. De losbandigheden in laatst
genoemde stad waren voorafgegaan door een
Tsjechische volksvergaderingwaarin de
wensch was uitgesproken, dat de Tsjechische
afgevaardigden niet zouden onderhandelen
met het ministerie Gautsch en tegen dit
ministerie oppositie zouden voeren, aangezien
de eerste tegeeringsdaad van den minister
president, de afkondiging van den kleinen
staat van beleg te Praag, een daad van
vijandschap tegen het Tsjechische volk
was. Op een vergadering die zulke dwaze
besluiten nam, moest natuurlijk de een of
audere uitbarsting van woede tegen de Duit
sellers volgen, en 't is nog merkwaardig kalm
afgeloopen.
In afwachiing van de voltooiing van den
Trans-Siberischen spoorweg (van Petersburg
naar Wladiwostok) worden in Amerika reeds
reizen om de wereld tegen verminderde prijzen
aangekondigd. De duur van zoo'n reis is
vastgesteld op 33 dagen: 7 dagen van New
York naar Bremen; l1/» dag van Bremen naar
Petersburg; 10 dagen van Petersburg naar
Wladiwostok; 10 dagen van Wladiwostok naar
San Francisco en 41/a dag van San Francisco
nair New York. De kosten van de reis
zullen in 't geheel 500 dollars bedragen: 282
dollars voor 't vervoer en 218 voor hotels en
andere uitgaven.
WAALWIJK, 11 December 1897.
Lezing van Mr. II. Smcenge, over de droog
making der Zuiderzee.
Schijnbaar voor onze plaats van weinig
belang, in werkelijkheid niet. Indien toch
juist is, wat men beweert, dat welvaart,
gedurende de uitvoering van het werk en
daarna er het gevolg van zullen zijn, is dit
ook voor onze plaats en omstreken met zijn
groote arbeidsbevolking geen onverschillige
zaak.
Hoe men er ook overdenkeop ditoogen
blik, er zal een tijd komen, dat allen zich
over dit vraagstuk een oordeel hebben te
vormen. Zoo gauw toch en dit zou
onder dezen minister van waterstaat, die de
technische adviseur was der Zuiderzeevereeni-
ging en de plannen maakte, niet vreemd
zijn een wetsontwerp wordt ingediend,
zal het van het hoogste belang zijn, indien
het Nederlandsche volk zich voor of tegen
kan uitspreken.
Hoe het zij Komt allenen hoort wat
er voor en tegen het plan te zeggen is
want wij twijfelen niet of ook het tegen
zal worden ontwikkeld.
Verpletterd.
S. de JoDg die Zaterdag te Lage-Zwaluwe
een baal geperst vlas op het lichaam kreeg,
waarvan we in ons vorig nummer melding
maakten, is aan de gevolgen der bekomen
kneuzingen overleden.
Retourkuartcu 1 maand geldig.
Naar wij vernemen, zullen met ingang van
1 Januari a.s. de retourkaarten op de lijnen
der Maatschappij tot Exploitatie van Staats-
spoorwegen, op de Ned. Centraal Spoorweg-
maatschappij en op den Noordbrabant-Duit-
schen Spoorweg eene maand geldig zijn.
Eeif nieuwe moordaanslag
Gisteravond, toen te Amsterdam twee meis
jes zich over de Westermarkt van de Keizers
gracht naar de Prinsengracht wilden begeven
en zich op dezeu weg bevonden in den hoek
gevormd door de kerk eu de gymnastiekschool
hoorden zij achter zich de behoedzame voet
stappen van een man, die haar achternaliep.
Het eene meisje keerde daarom om en zag
den man een blinkend voorwerp ter lengte
van omstreeks drie decimeters voor den dag
halen, waarop zij hevig geschrokken tot haar
vriendin riep
„God, A. daar is ie." Die vreemde man
uilie daarop een luiden vloek en liep op haar
toe, waarop de meisjes vluchtten, door hem
een eind achtervolgd. Deze vlucht had plaats
in de richting van de nieuwe brug bij de
Raadhuisstraat, waarna de meisjes weer naar
de Prinsengracht liepen, waar zij, omziende,
ontdekten, dat hun vervolger verdwenen was.
Aangifte bij de politie volgde.
Het sigualement van den man wordt door
beide beuokken meisjes als volgt opgegeven:
leDgte pl.m. 190 M., aangezicht breed, groote
dikke afhangende zwarte snor, bruine overjas,
wit front, zonder das, leeftijd naar gissing 35
k 40 jaar, groote, zwarte oogen.
De beide dienstmeisjes, wien het overkwam
waren H. B. en J. D. De gelukkig zonder
verwondingen, maar ongelukkig zonder arres
tatie afgeloopen ontmoeting had plaats 10
minuten over zessen.
Een steekmanic schijnt dc Amsterdam
mers aangetast tc hebben
In de Ie Jan Steenslraat 58 is een café
gevestigd, dat door Francine, een kellnerin,
gedreven wordt.
Dinsdagavond was er, zooals gewoonlijk be
zoek, geen gewoon bezoek, maar meer intime
kennissen van haar. Zij zaten met haar moeder
en broertje in de achterkamer, toen de voor
deur openging en een man binnenkwam, die
spaarpotjes, gesneden uit hout, te koop
aanbood.
Francine had ze niet noodig en wees den
man de deur. Dezer echter hield aan en, daar
hij niet wegging, werd Francine boos. Zij
drong hem de deur uit, waarop hij begon te
schelden. Zij, Francine, ging toen ook buiten
de deur om „een woordje met hem te spreken".
De spaarpottenkoopman trok toen eensklaps
een mes en stak naar haar. Zij greep naar
hem en ving daardoor den steek op in de
linker pols, die voor haar borst bestemd was
geweest. Op haar geroep kwam nu het geheele
gezelschap, vijf personentoesnellen maar
Francine had intusscben dea man met de