Handelsberichten.
MENGELWERK.
Een onheilspellende gast.
andere hand op straat geworpen, Deze was
weer opgestaan en werd nu gegrepen door
zekeren J. v. Woerden. Ook deze werd met
het mes gestoken in den linkerbovenarm. De
man werd nu overmeesterd en gebracht naar
het politiebureau in de Ferdinand Bolstraat.
Van eén ander is proces-verbaal opge
maakt.
De beide gew >nden werden in het Binnen-
Gasthuis verbonden, maar konden onmiddelijk
weer vertrekken. 6e dader is in hechtenis
gebleven.
Het mes waarmede hij de wonden toege
bracht heeft, werd door hem weggeworpen,
maar is later door de politie in de straat
gevonden.
Waar werd oprechter trouw
Ban tusschen man en vrouw
Ter wereld ooit gevonden
Deze woorden van Vondel werden voor
enkele dagen te Goes schitterend bewaarheid.
„Hij" scheen het op den duur niet met „haar"
te kunnen vinden, waarom ze besloten, te
scheiden; toen de dag der scheiding door
den rechter bepaald was, begaven beiden
zich naar het station om per trein naar de
„gerechtsplaats" te vertrekken. In de wacht
kamer voelde zij echter weer een vleugje van
„trouw" en vereerde hem een dubbeltje siga
ren. Hij was daardoor zoo verteederd, dat
hij haar onder den arm nam en lacheud en
pratend met haar huiswaarts terugkeerde.
Maar het scheen toch niet te willen vlotten,
en andermaal besloten ze, om den rechter
tusschenbeide te laten komen. Nu ging het
er door zij scheidden. Hij ging elders wonen
en trouwde er een maagd, die zijn dochter
had kunnen wezen. Maar daar in den vreemde
had hij toch geen aard en met zijn jong
wijfje trok hij naar Goes terug, waar hij ging
wonen in de onmiddelijke nabijheid van zijn
eerste „vlam", die hem dagelijks voorbij zag
komen. Een maand of wat duurde dal lieve
leventjetoen zette hij zijn „jong vleesch"
op straat. Nauwelijks had de e rste dat ver
nomen, of zoodra hij weer haar huis voorbij
kwam. riep zij hem aan. „Kom maar hier
lieverd Lust je een lekker kommetje koffie
Hoe heb je het toch zoo lang met dat serpent,
uit kunnen houden Nu blijf je hier, hoor
Je bent toch mijn man, weetje en de vader
van deze drie kindertjes Toe, zeg jullie maar
gauw «dag, vader De man en vader is er
tot nu toe gebleven 't is een dag of vier,
vijf geleden.
Aangename verhouding.
De verhouding tusschen de echtelieden
K., in de Gasthuissteeg te Utrecht laat vooral
in de laatste jaren zeer veel te wenschen
over, in hoofdzaak een gevolg hiervan, dat
de vrouw nog al van een glaasje geestrijk
vocht schijnt te houden, terwijl de man, die
reeds meer dan 12 jaren in dezelfde betrek
king is, nimmer sterken drank gebruikt. Dat
huiselijke twisten onder deze omstandigheden
niet kunnen uitblijven laat zich denken, vooral
wanneer daar nog bijkomt dat de man van
zijn werk komende, geen eten gereed vindt.
Dit laatste was Woensdagavond weder het
geval, toen K. wegens een lichte ongesteld
heid, wat vroeger van zijn werk thuiskomende,
alles nog in wanorde en de vrouw afwezig
vond. Eerst tegen 12 uur kwam deze in
eenigszins abnormalen toestand opdagen, tot
hare verontschuldiging aanvoerende, dat zij
een vriendin had bezocht en door deze op
een borreltje was getrakteerd geworden.
Bij den twist, die hierover ontstond, werd
K. zoo driftig, dat hij onverwacht op zijn
vrouw toesprong en haar met eeu broodmes,
dat onder zijn bereik lag, een steek in de
rechterzijde toebracht.
Luid schreeuwende liep de vrouw daarop
naar het nabijgelegen politiebureau waar zij
werd verbonden om vervolgens naar het Zie
kenhuis te worden vervoerd.
Hoewel zij veel bloed verloor, schijnt er,
gelukkig voor den man en wellicht ook voor
de vrouw, wanneer deze door het gebeurde
tof nadenken mocht komen, geen direct
levensgevaar te bestaan.
K., die spoedig werd gearresteerd, werd
na verhoor echter weder in vrijheid gesteld.
Vreemde strafmethode.
Te Maastricht heelt een vader zijn zoon van
14 jaar tot straf, omdat hij een kruiwagen had
stuk gereden, in een kist opgesloten. De buren
die den jongen hoorden kermen, waarschuwden
de politie, welke hem uit zijne gevangenis
kwam verlossen. Hij had van 's morgens 10
tot 's avonds HP/g uur in zijn gevangenis
doorgebracht; tegen den vader is proces
verbaal opgemaakt.
Atjch.
Met het oog op; de Jgroote behoefte aan
troepen op Atjeh zullen volgens den Ned.
bij eerstvolgende gelegenheid derwaarts
vertrekken 400 onderofficieren en mindere
militairen.
Nicuw-Guinca als strafkolonie.
De Java-Bode oppert het denkbeeld om
van Nieuw-Guinea een strafkolonie te maken
en daarheen onze misdadigers te deporteeren,
die dan met vrucht aan den arbeid kunnen
gezet worden men is ze dan kwijt uit de
gevangenissen.
Lombok.}
Van Lombok werd o. a. aan de Soer. Ct.
geschreven
Er zijn duizenden ontevreden SasaksT Is
het de woelige geest, die hen sinds jaren
bezielt, of is het werkelijk onrecht, dat hun
door onbekendheid onzer ambtenaren met
rechten en gebruiken is aangedaan.
„Het ware weet men niet. Doch een feit
is het, dat de resident meer dan ooit op ons
eiland vertoeft en dat Narmada slechts een
post van Tjakra-Negara verwijderd en door
Sasakers omgeven, niet veilig meer geacht
wordt. Bezoekers, die dit oude lustverblijf
der Balische vorsten zouden willen gaan zien.
wordt dit niet meer toegestaan.
„Deze maatregel, door de omstandigheden
wenschelijk geworden, is toch zeker geen
groot bewijs voor de juistheid van wat officieel
verkondigd wordt."
Baardwijk, 't Zelfde jongmensch, dat on
langs in de kerk alhier werd lastig gevallen,
is Woensdagavond, toen hij zich huiswaarts
begaf, weder heimelijk aangevallen en mis
handeld.
Aan de politie is aangifte gedaan.
Bezooicn, 11 December. Bij Koninklijk be
sluit van 30 October j.l. is goedkeuring ver
leend aan het besluit van den Raad der
gemeente Besoijen tot heffing van 50 opcenten
op de hoofdsom der pers. belasting.
De heer P. F. Verschuren, die gedurende
öjaren werkzaam was ter secretarie te Besoijen,
is benoemd tot ambtenaar ter Secretairie te
Weerselo.
- Te Besoijen heeft zich een geval van
febris typhoïdea voorgedaan met doodelijken
afloop.
De goederen, met den lijder in aanraking
geweest, zijn op last van Dr. v Gils verbrand.
Waspik, 10 Dec. 97. Twee der ter gemeen
tesecretarie alhier werkzaam zijnde volontairs
hebben promotie gemaakt.
De heer J. Boezer is deze week benoemd tot
Ambtenaar ter Secretarie van Made en Drim-
melen, de heer P. F. verschuren ontving heden
zijne benoeming tot Commies ter Secretarie
der gemeente Weerselo (Overijssel).
Breukzalf.
Men verzoekt ons plaasing voor h,t volgende
11 dit blad vindt men geannonceerd Pastoor
Beck's Breukzalf verkrijgbaar bij den heer M.
Rijmans, geueraal agent voor Nederland te
Haarlem.
Omtrent deze zalf, wier deugdelijkheid door
meer dau 4000 attesten wordt bewezen, is al
heel wat te doen geweest. Het Maandblad
tegen de Kwakzalverij heeft er tegen geag erd
als een bezeteue, doch zooals te denken
valt geheel vruehteloos bewijzen van
deugdelijkheid,dankbetuigingen van genezenen
zijn nu eenmaal niet met een praatje uit de
hand te slaan.
In zijn heftige bestrijding dezer heeft het
Mbd. een bok geschoten, zoo groot als het er
ooit een geschoten kan hebben.
In hetSeptember-nummer van dit blad lazen
wij n.l. dat de heer Rijmans te Haarlem
dezelfde is, die vroeger te Maastricht een attest
verschafte over de zalf, ten bewijz dat ze hem
wel had voldaan
Indien 't waar is, wat hier door het Mdb.
wordt geopenbaard en de waarheidliefde
van het Mdb. staat immers buiten verden
king dan spreekt de heer Rijmans uit
eigeu ervariug en achten wij hem juist daarom
de aangewezeu persoon om deze zalf ten be
hoeve van de lijdende menschheid in dén
handel te brengen. Een betere aanbeveling
der breukzalf zal moeilijk te leveren vallen
en het Mbl. dat slechts de «officieele beur-
zensnijderij heeft te behartigen had zich wel
driemaal moeten bedenken, alvorens zulk een
schitterende aanbeveling dier zalf in zijne
kolommen te doen afdruken.
Wie nog mocht twijfelen aan de deugde
lijkheid Pastoor Martin Beck's Breukzalf,radeu
wij aan den heer Rijmans om inlichtingen te
vragen. Deze worden gratis verstrekt en men
kan dan zelf oordeelen.
Pastoor Beck's Breukzalf wekt de woede van
het Mbl. tegen de Kwakzalverij, omdat het
aantal attesten dagelijks vermeerdert. Zie adv.
in dit blad.
WA AL WIJK, 10 Dec. 1897.
De handel in hoornvee blijft vlug. Bij redelijken
aanvoer werd heden bijna alles verkocht. Ook
op de stallen werden deze week prima kalfbees-
ten tegen ferme prijzen opgekocht.
kalfbeesten golden f 125 f200.
Dito vaarzen f 105 f 160
Jonge varkens aangevoerd stuksver
kocht van f 5.75 a f9.50.
Ter botermarkt afgeslagen en verkocht 980 kg.
van 10.99 k f 1.15 per kg.
Eieren f 5.a 6,50 per 100 stuks.
De maand December, die zich steeds kenmerkt
door kalmte in de zaken wat den huidenbandel
betreft, maakt dit jaar eene in 'toog loopende
uitzondering op hare voorgangsters. Op alle
hoofdmarkten wordt veel verkocht. De inschrij
ving op 7 dezer te Amsterdam van p. ra. 50.000
Java en andere Ned. Ind. huiden liep coulant af.
In La Plata werden zeer hooge prijzen besteed
voor gezouten Montevideo ossehuiden, zelfs boven
Europeesche pari koers. De voorraad te Havre
zou daarvan slechts 5500 stuks bedragen tegen
74000 stuks verleden jaar op hetzelfde tijdstip.
De slachtingen in La Plata blijven voortdurend
uiterst gering. Onder deze omstandigheden kun
nen de prijzen gemakkelijk worden opgedreven.
Ondanks dit alles gaat het in den leerhandel niet
druk, prijzen blijven vast. Men noteert als volgt:
Zwaar zoolleder'f 0.65 lot f0,80, dito licht 60 tot
65 ets., alles naar kwaliteit per halve kilo.
In schors is liet stil evenals in alle andere
looimiddelen.
De oude Iwan Iwanowitsj üobrochotow
keek het kleiue raam van de herberg uit
op den landweg en de grenzelooze, met
sneeuw bedekte vlakte, wierp toen een blik
op het zwartberookte Schwarzwalder klokje,
dat tusschen het Lieve Vrouwtnbeeldje met
het walmende olielampje daaronder en de
portretten van het Czarenpaar hing en zeide
tot zijn vrouw, Darea Petrowna, die geeuwend
en spinnend voor de kachel zat
Moedertje, buiten ligt al de zwarte
nacht op de aarde. Het is bepaald al tien
uur, want de kleine wijzer daar staat met
de punt naar boven. Ik geloof niet, dat er
vandaag nog iemand bij ons komt. Laten
we den winkel sluiten en gaan slapen.
Neen vadertje, wie weet, misschien
komt er nog een slee met reizigers voorbij,
die twee of drie roebels verteert. Weet jij
't soms zeker, dat er niemnnd meer voorbij
rijdt
Goed, goed, Matuschka, antwoordde
Iwan Iwanowitsch sussend, ging achter de
toonbank staan, stak zijn pijp weer aan en
neuriede stilvergenoegd een liedje.
Tien minuten later trad een breedge
schouderde met sneeuw bedekte man met een
onbeleefden groet de herberg in, ging aan
de lange tafel zitten en vroeg gebiedend
Kan men hier overnachten
Het waardige echtpaar Dobrochotow mon-
starde met kennersblikken den pasaangeko-
mene en was van oordeel, dat van den
voetganger niet veel te halen zou zijn. Na
kort nadenken zeide Darea Petrowna uit de
hoogte
Als je daar op de tafel of op den
vloer wilt slapen Anders is er bij ons geen
plaats
Nou, ik heb in mijn leven al wel een
zachter bed gehad, doch wat zullen we er
aan doen antwoordde de vreemdeling
morrend, terwijl hij mantel en pelsmuts af
deed.
Darea Petrowna zag nu scherper toe en
't speet haar erg dat ze zoo haastig de toe
stemming om te overnachten had gegeven,
want de vreemdeling had een somber on
heilspellend gezicht.
Vadertjezeide ze daarna tot haar
man, terwijl ze opstond. Het is tijd om te
gaan slapen. Vandaag komt toch geen fat
soenlijke gast meer. En 't is maar jammer
voor de olie voegde zij er bij met een blik
op de in het vertrek hangende lamp.
Je heb, gelijk, moedertje, bepaald
jammer Dadelijk doe ik 't licht uit ant
woordde Iwan Iwanowitsj. De vreemdeling
bleef kalm zitten.
Darea Petrowna wenschte hem met veel
ophef goeden nacht, waarop hij met een on
duidelijk gebrom antwoordde en begaf zich
naar de achterkamer.
Ja, ja, lief lampje, nu heb je lang
genoeg gebrand, nu maken we nachtzeide
Iwan.
Hoor eens vadertje, begon de reiziger
Ik ben zoo hongerig als twaalf wolven. Heb
je wat te eten
Vader Debrochotow wist niet wat te
antwoorden om tijd tot nadenken te heb
ben, deed hij, alsof hij niets gehoord had.
Eten... heb je gevraagd
Ja, eten... maar dat zeg ik je meteen,
geld heb ik niet bij me, ik heb 't ver
loren
Verloren?... Ilum!... Jammer!... Je
wilt eten
Hum Er is niets meer.
De vreemdeling hief het hoofd op en keek
den ouden kastelein met zulk een onheil-
spellenden fonkelenden blik aan, dat deze
ineenkromp.
Wacht eens even, vadertjeIk zal
moedertje eens vragenmisschien is er nog
een kleinigheid, een kliekje te vinden
Hij trippelde naar de achterkamer, zette
zijn vrouw het geval uiteen en betoogde
daarbij dat het gewaagd was, zoo'n verdach
ten klant boos te maken, des te gevaarlij
ker daar de knecht niet thuis was. Hij was
er dus voor den vreemdeling brood en kaas
voor te zetten. Darea Petrowna noemde haar
man een ouden lafbek en sloeg zijn voorstel
beslist af.
Zuchtend ging de oude naar de gelagkamer
terug en deelde den vreemdeling op een toon
van oprecht leedwezen mee, dat er in huis
geen stukje brood voorhanden was. De vreem
deling sprong grimmig op en liep met over
de borst gekruiste armen opgewonden voor
den bevenden Iwan Iwanowitsch heen en
weer. Eindelijk bleef hij voor hem staan,
trok hem zachtjes aan de punt van den
langen neergolv enden vollen baard en
knarste
Goed, dan zal ik doen wat mijn vader
eens in hetzelfde geval gedaan heeft
De kastelein verbleekte en merkte be
scheiden op
Maar als er nu niets is
Dan haalt men iets uit het naaste
dorp, mijn goeie, oude gekMen haalt
't... anders 'gebeurt, wat Ai ij n vader
Nu 'broertje, wind'jje niet op! viel
hem Iwan Iwanowits in de 'rede. Ik wil nog
eens met mijn oude vrouw praten... misschien
is er iets op te vinden
De vreemdeling riep den kastelein na:
Maar 't moet iejs uitstekend zijn Als
ik slecht moet slapen dan wil ik ten minste
goed eten
De hospes vertelde zijn vrouw van den
onheilspellende!! vreemdeling
Mijn God, mijn God, als ik maar wist,
wat zijn vader gedaan had Waarschijnlijk
den gierige n waard vermoord of zijn huisin
brand gestoken! Moedertje/'er zit niets anders
op. Je zult een gansje slachten en netjes voor
dezen vagebond moeten braden.
Darea Petrowna zuchtte diep.
Je hebt gelijk, vadertje Och, waarom
heb ik je den winkel niet vroeger laten
sluiten
Vader Dobrochotow ijlde naaar de gelagka
mer terug.
Stel je gerust, broertje zeide hij vrien
delijk. We zullen wat halen, we zullen wat
braden en het zal leker zijn
Goed, antwoordde de vreemdeling een
weinig vriendelijker en ging weer aan de ta
fel zitten. De kastelein had nu, daar hét
gevaar toch voorbij was, zielsgraag willen
weten, wat de vader van den landlooper uit
gehaald haddoch deze liet zich met geen
gesprek in.
Een uur ging stil en ongezellig voorbij.
Toen droeg Darea Petrowna een lekker rie--
kenden gans met zuurkool op, wenschte den
onaangenamen gast vriendelijk lachend goeden
eetlust en verdween weer. De vreemdeling
liet. zich de gerechten goed smaken, zoowel
als de thee en de sigaretten, die Dobrochotow
hem aanbood.
Wel bekomme 't je zeide de oude
en zette zich eindelijk bij den vreemdeling.
xAls je gegeten hebt, kunnen we een beetje
praten, als je 't goed vindt! Je kom zeker
van verre
O, van heel ver
En je reist, voor zaken
Jawel, natuurlijk voor zaken
Nn, en je vader... leeft die nog?
Neen
Die reisde ook voor zaken
Ja.
De waard brandde van nieuwsgierigheid, en
deze groeide door de ontwijkende antwoorden
van den vreemdeling nog aan.
Hoe is je naam, als ik vragen mag
Ik heet Simion Petrowitsj Grelon.
Dan was de doopnaam van je vader za
liger Peter, nietwaar? Nu kon je me ook
wel eens vertellen, wat je vader zaliger ge
daan heeft toen men hem in een herberg
niet te eten wilde geven,..
Als je daar vroeger naar gevraagd hadt,
zou ik het je terstond gezegd hebben. Nu
luister dan. Mijn vader deed eens in den
winter een voetreis. Toen hij zoo voortliep,
overviel hem de nacht in een eenzame her
berg zooals deze... Simion Petrowitsj hield
plotseling op dacht een oogenblik na en zeide
geeuwend Vergeef me, oudje, ik ben moe en
mijn tong is ook al slaperig... Morgen vroeg
vertel ik verder
Iwan Iwanowitsj wist, dat vragen vruchte
loos zou zijti en ging dus heen.
Het echtpaar üobrochotow deed den gan-
schen nacht geen oog toer, zoozeer werd het
door nieuwsgierigheid gekweld.
Eindelijk grauwde de morgen. Iwan Iwano
witsj stond op en wekte den slapenden
gast.
Het is tijd om door te reizen I
Simion Petrowitsj stond van den grond
op, waschte zich, verlangde een glansje brande
wijn en haastte zich naar de deur
Vadertje, je wou weten, wat men vader
gedaan had, toen men hem niets te eten gaf.
Zeer eenvoudig, hij ging met een hongerige
maag naar bed. Ik groet je
En daarmee verdween hij.
Iwan Iwanowitsj stond als versteend. Toen
verscheen Darea Petrowna nog in nachtge
waad
Zeg, Iwan Iwanowitsj. wat heeft de
vader van den onguren gast gedaan, toen men
hem niets te eten gaf
De oude krabde zich achter het rech
teroor
Wat hij gedaan heeft, vraag je?... Hum
hum hij heeft den waard zijn huis
in brand gestoken ja, ja, in brand gestoken
net als ik dacht... Nu, was 't wijs, dat we
hem het gansje geofferd hebben
Zeker, vadertje! Jullie mannen zijt
toch verstandiger dau wij, domme vrouwen.
Iwan Iwanowitsj keek het raam uit, in de
richting, waarheen de ongure gast verdwenen
was en zuchtte en vloekte...