Nummer 99. Donderdag 16 December 1897. 20e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. „Echo van het Zuiden' TOMM liSDADm ANTOON TIELEN, ANTOON TIELEN Abonneert u thans op de FEUILLETON. De Wraak eener Vrouw MILITAIRE LASTEN. UITGEVER: Waalwijk. UITGEVER het meest gelezen blad in Waalwijk en omstreken en de geheele Langstraat. Wie zich nu abonneertontvangt lo. De deze maand verschijnende nummers gratis; 2o. Een netten doeimatigen wan dk alen der voor 1898; 3o. Heeft nog recht op de premie voor 30 cents bestaande in 1 Portret van H. M. de Koningin en 1 Portret van H. M. de Regentes, grootte 78 x 13 cM. OF Eene landkaart van Nederland (met plan van Droogmaking der Zuiderzee). Grootte 85 X 71 cM. 4o. Hij die zich abonneert en bij die een abonné aanwerft, krijgt cadeau, een zeer boeiende belangwekkende roman //De zoon van den Galeiboef of //Le vens eb en vloed, OF De armband met den Earbonkelsteen of De geheimzinnige moord. //De Echo van het Zuiden" verschijnt 2 maal per week, Zaterdags in twee bladen bevat belangrijke hoofdartikelsboeiende feuilletons, buiten- en binnenlandsch nieuws en vooral dat van Waalwijk en omstreken aardig mengelwerk de voornaamste markten huidenberiohten enz. enz. Geeft als premie een prachtig Geïllustreerd Zondagsbladmeestal in twee bladen met prachtige platen en belangwekkende verhalen; en kost slechts per kwartaal: f 1,franco per post f 1,15. Met Zondagsblad 1,30; u ,t 1 52Vs* Men abonneere zich dus op dit bladen bezorge spoedig het volgend biljet aan ons bureau IN TEEKENBILJET. De ondergeteekende abonueert zich op de *Echo van het Zuiden", uitge- ver ANTOON TIELEN. Zondagsblad. De vorige minister van oorlog, generaal Schneider, heeft voor twee jaren aan de Eer ste Kamer toegezonden een Vergelijkend overzicht van de militaire lasten in de Euro- peesche Staten/' waaruit bi ij kt dat de hosten van ons leger, in verhouding tot de getalsterkte hooger zijn dan in andere landen. De oplossing van dit verschijnsel is, zooals de tegenwoordigr minister, generaal Eland, in zijn antwoord aan de Tweede Kamer herinnert, te zoeken in den betrekkelijk korten diensttijd der militie in ons land. Zooals in den brief van gen. Schneider werd aangeteekend, komen de met groot verlof zijnde lichtingen der militie het Rijk op nage noeg geene uitgaven te staan en het ligt derhalve voor de hand, dat hoe grooter het aantal met verlof zijnde lichtingen is met andere woorden hoe grooter de duur van den geheelen diensttijd van den soldaat is, hoe geringer do jaarlijksche kosten per soldaat worden. Indien in Nederland een diensttijd als militair van 12 a 15 jaar bestond, zooals in nagenoeg alle Europeesche rijken, dan zou bij eenzelfden diensttijd onder de wapenen het oorlogsbudget slechts weinig stijgen, terwijl de legersterkte ongeveer het dubbel zou be dragen, zoodat op die wijze de jaarlijksche kosten per soldaat aanzienlijk minder zouden worden dan men in meergenoemd overzicht voor menig ander rijk vindt aangegeven. De Minister erkent voorts dat eene verge lijking van onze oorlogsbegrooting met die van België tot de slotsom voert, dat de uit gaven voor ons leger, in verhouding zoowel tot de vredes-aH tot de oorlogssterkte hooger zijn, dan die van het Belgische leger. Men moet hierbij echter het verschil in levens standaard hier en in België niet voorbijzien het is toch eene bekende zaak en men schoenen en ringen in de ooren. Hij had een knoestigen stok van hazelnooten hout in de hand, die met een lederen lus om zijn pols hing. behoeft om zoo te zeggen slechts de grenzen over tegaan om haar bevestigd te vinden dat de prijs van nagenoeg alle levensbehoeften hij ons hooger is dan in België En niet alleen deze omstandigheid draagt tot de groote uitgaven voor onze legerin- richting bij, maar ook verschillende zaken, meer de details betreffende, werken daartoe .nede. De Minister vestigt dienaangaande o. a. de aandacht op de belangrijk hooger bezoldiging van de onderofficieren in het Ne- derlandsche leger, op het veel grooter getal onderofficieren, in verhouding tot dat der manschappen, op de hoogere toelagen bij het verblijf in kampen en gedurende manoeuvres zoowel voor officieren als voor onderofficieren en minderen. Geheel sluit de minister zich dan ook aan bij die leden, die ten deze in het midden brachten, dat aan een dergelijk naast elkan der stellen van totalen niet te veel waarde moet worden gehecht. Men heeft in dit verband ook op Zwit serland gewezen, bewerende dat aldaar het Oorlogsbudget slechts ongeveer f 10,000,000 bedraagt, terwijl niettemin het Zwitsersche leger het onze in getalsterkte verre over treft. Waaraan dit verschijnsel is toe te schrij ven, werd boven reeds uiteengezet. De diensttijd in Zwitserland bedraagt 24 jaar, bij ons slechts 7 dit heeft eenerzijds ten gevolge dat elk soldaat bij ons meer aan het Rijk kost, maar daartegenover staat an derzijds dan ook, dat de persoonlijke druk van den militairen dienst op de bevolking in Zwitserland veel zwaarder is dan bij ons in Zwitserland toch bedraaagt het aantal militairen op 100 inwoners 7,25, in Neder land slechts 1,66. Men zou intusschen dwalen indien men meende dat ul kost elk geoefend man door Zwitserland bij mobilisatie in het veld De Echo van het Zuiden, 'faaltyksthe en Lasiplraatsche Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1, Franco per post door bet geheele rijk fl,I5. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. 99 met zonder Woonplaats Naam OF Herinneringen van een Politie-Commissaris. 34 De hertog had hiertoe reeds besloten zijn ver leden was een borg voor de toekomsthij h»d tot nog toe zulk eene vermetelheid ten toon ge spreid, dat hij zich niet door overwegingen van teederen aard terug zou laten houden. Voor het oogenblik, begon hij, zie ik nog geen gevaar in den terugkeer van Mousseline, wij heb ben indertijd de onvoorzichtigheid begaan haar te laten leven, en thans moeten wij die zwakheid duur betalen. Maar, zooals Benoit zegt, kan alles nog hersteld worden en ik hoop, dat hij er zich mede zal willen belasten om die lippen, welke ons zonden willen verraden, voor altijd te doen zwijgen. Benoit maakte een goedkeurend gebaar. Ik heb reeds eenige voorzorgsmaatregelen genomen, antwoorde hij. Gérome heeft mijne be velen ontvangen en van avond... Overigens, viel de hertog in, zal er voor het laatst krachtig moeten worden opgetreden.... laat ons onszelven niet prijsgeven laat ons vereenigd blijven al9 in het verledene, en zoo het noodig mocht zijn rekenen wij met die riermine af, wier haat trouwens meer verbitterend, dan gevaarlijk is. Ik bezweer u, dat voor wij acht dagen verder zijn, wij niets meer van de villa Enclos te vreezen zullen hebben. De hertog zweeg en schudde het hoofd als een in het nauw gebrachte leeuw. De onvoorzichtigen, ging hij voort, dat zij er zich voor wachten, de ingesluimerde harts tochten van Marcus opnieuw op te wekken I Benoit, gij kent hem Colonna, gij hebt hem aan het werk gezien Riordi, gij weet, dat bloed noch tranen hem op zijn weg kunnen doen terug- keeren... Welnu, zoo zij hem nog eens in zijn volle kracht willen zien, zal hij hun dat schouw spel gaarne gunnnen 1 Maar neen 1 voegde hij er bij, neen I zij kun nen niets. Niets tegen Marcus. Niets tegen Mikaël. Niets tegen den hertog 1 Mousseline alleen is mis schien gevaarlijk. Maar voor de nacht voorbij is zal Mousseline hebben opgehouden te leven. Gij verstaat mij, Benoit? Ja, mijnheer de hertog. Vooruit dan, en morgen wacht ik u bij mij met goed nieuws. VIU. HET SOUPER LEFIOF. Alvorens zich dien avond aan tafel te zetten, had Lefiot het avondeten voor Mousseline laten gereedmaken en de meid van de herberg, waar hij zijn intrek had genomen, met de bezorging daarvan belast. Deze was nauwelijks daarmede op weg, toen zij werd aangesproken door een ruwen Normandiër, die haar zonder veel complimenten onder de kin strek. Neem mij niet kwalijk, lief kind, zeide hij maar wees zoo goed mij te zeggen, of er hier dichtbij niet eene goede herberg is, niet duur, waar goede appelwijn te krijgen is, en zoo mo gelijk ook wat avondeten voor een beetje. Dat trett uitmuntend, antwoordde zij lachende zie... daar waar dat uithangbord hangt, is onze herberg; daar zult gij behandeld worden als een Prins. De Normandiër gluurde naar de twee schotels die het meisje droeg. Is daar eten op vroeg hij begeering. Ja zeker. Laat dan eens even zien. Ik heb geen tijd. Intusschen had de vreemdeling de deksels op gelicht en den damp, die van de schotels opsteeg, opgesnoven. Dat ziet er goed uitriep hij uit hebt ge daar meer vanP Vraag dat aan den baas. Dat zal ik wel doen; nu beste meid tot straks dan. En de Normandiër verwijderde zich. Naar gang en kleeding te oordeelen was het ongetwijfeld iemand uit het Angedul af komstig. Hij droeg een katoenen muts. die onverschillig op één oor stor.d. een blauwen kiel met een grijs koord, een linnen broek, groote met ijzer beslagen Hij kon ongeveer vijftig jaar zijn, was kaars recht en scheen eene goede gezondheid te ge nieten. Eenige minuten later bereikte hij de herberg en trad de kamer binnen waar Lefiot zat te eten. Lefiot keek nauwelijks op hij moest zich haas ten om bij Mousseline te komen. De Normandiër ging aan eene tafel tegenover hem zitten en liep de bediende. Geef mij zoo spoedig mogelijk wat te eten, zeide hij, zijn stok naast zich nederzettende- en bezorg mij bovendien een flesch goeden ouden wijn. Best, mijnheer, antwoordde de bediende, maar wat wilt gij eten De Normandiër keek naar de tafel van Lefiot. Pardon, mijnheer, zeide hij op onnoozelen toon, is het goed, wat u daar eet Zeker, antwoordde Lefiot glimlachende. Breng mij dan hetzelfde wat mijnheer eet en vergeet de flesch niet. De bediende haastte zich alles gereed te maken. De tafel was weldra gedekt en toen hij alles had klaar gezel, ging hij naar een hoek van de ka mer, lichtte een valluik op en verdween in den kelder. De Normandiër verloor niets uit het oogzoo dra men hem de bestelde flesch had gebracht, ontkurkte hij haar zelf en vulde twee glazen tot aan den rand. Vervolgens ging hij naar Lefiot en zette een der volle glazen voor zijn bord. Op uwe gezondheid, mijnheer, zeide hij op vrijmoedigen toon, ik hoop dat u niet zult wei geren met mij te klinken, Maar..., Kom. kom, vervolgde hij, dat zult gij toch niet weigeren. U moet weten, dat ik landbouwer ben ik woon dicht bij Pont l'Eveoue. De han del gaat tegenwoordig niet slecht. Nog geen acht dagen geleden, heb ik een paar prachtige paarden verkocht, aan een rijk heer, die er evenwel ver stand van had als de beste paardenkooper. Hij heeft geen halven cent afgedongen. Ik ontving er twee duizend gulden voor. En nu zijt gij zeker het geld wezen ont- vangen Zoo waar ik Gervais heet, riep de Norman diër uit, gij raadt het juist. Twee duizend gulden. De vrouw zal best in haar schik zijn, als ik thuis kom... Nu op uwe gezondheid. Op de uwe, mijnheer Gervais, zeide Lefiot. Zij klonken en dronken. Gervais was weder gaan zitten en verslond zijn avondmaal met echte boeren gulzigheid. Lefiot, die gedaan had, had er pleizier in er naar te zien met welk een snelheid al de spijzen, die de bediende bracht, achtereenvolgens ver dwenen. Wat is dat? zeide Gervais op verwijtenden toon, toen hij zag dat Lefiot zich gereed maakte om te vertrekken, zoudt gij mij nu zoo willen verlaten Het spijt me, antwoordde Lefiotik zie dat het later is dan ik dacht., ik heb nu geen tijd meer.. Maar gij slaapt toch hier P Dat denk ik wel. Dan zien wij elkander nog... Gervais was op zijn beurt opgestaan hij liep naar de deur, die hij afsloot en gir.g vlak voor den verbaasden Lefiot staan. Luister., zeide hij toen, op beslisten toon, een mes te voorschijn halende, zoo gij het waagt een woord te zeggen, of een kreet te uiten, is het met u gedaan I... Gérome I zeide Lefiot twee stappen achteruit deinzende. Ha! hal gij herkent mijNu, dat is aardig... Maar het is een beetje te laatgij begrijpt wel, niet waar, dat wij uwe bedoelingen kennen, en wij niet gaarne willen, dat gij ons langer inden weg loopt, en het noodig is dat gij onschadelijk wordt gemaakt. Hulp Gérome hield de hand op zijn mond. Zwijg, fluisterde hij, indien gij verstandig zijt, zal u geen leed geschieden en zal men u tot morgen laten leven maar daar de zeelucht on gezond is voor vogels van uwe soort, zoudt gij mij pleizier doen den nacht in den kelder door te brengen. Lefiot wilde zich teweer stellen. Maar Gérome, die sterker was dan hij, had reeds een touw uit zijn zak gehaald en de handen van zijn tegenstan der bij elkander gebonden. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1897 | | pagina 1