Nummer 100.
Zondag 19 December 1897
Tweede Blad.
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
Spanje.
Engeland.
Duitschlaud.
Turkije.
Griekenland.
BINNENLAND.
Vervolg Nieuwsberichten.
UITVOERINGEN.
Op de Schelde bij Antwerpen is de Albert
de Belgique door het Engelsche stoomschip
Lornaca aangevaren. De Belgische boot zouk,
een matroos is verdronken, de kapitein en
de loods zijn niet moeite gered.
De Figaro meldt dat de Fransche regeering
in een telegram vau den Kongo goede
berichten ontvangen heeft over de expeditie
Marchaud. Deze berichten zijn uit het gebied
van de Ocbangi verzonden na die, welke
aanleiding gegeven hebben tot het Belgische
bericht over de ramp, die de expeditie over
komen zou zijn.
De oorsprong van het Belgische bt richt
moet als volgt verklaard worden: De Euro
peesche gezagvoerder van een stoomboot tot
de vloot van den Kongo-staat behoorend, die
de Mongalla afzakte, had van inboorlingen
vernomen dat er in het noorden veel blanken
gesneuveld waren. Met die blanken kon
naar de kapitein meende, slechts de expeditie
Marchand bedoeld zijn en zoo vond het
bericht dat die expeditie in de pan gehakt
was, zijn weg ook naar Libreville, van waar
het (drie weken geleden) ook naar het Fran
sche ministerie van koloniën geseind werd als
een gerucht. Bij zijn aankomst te Brussel
vertelde de kapitein het ook aan den heer
Wauters, die het in de Mouvement Géogra-
phique openbaar maakte.
Het is thans een uitgemaakte zaak, dat
de czaar en de czarina in 1900 de Parijsche
tentoonstelling komen bezoeken. Er wordt
op het terrein een paviljoen voor hen in
gereedheid gebracht.
MADRID, 16 December. De ministerraad
heeft, naar aanleiding van een gunstig rapport,
door de autoriteiten ingeleverd, toegestemd
in de opheffing van den slaat van beleg te
Barcelona.
Een telegram uit Manila, van gisteren, op
genomen in een extra-nummer van de Graceta,
behelst dat de aanvoerder Aguinaldo aan alle
groepen van opstandelingen het bevel heeft
gezonden zich te onderwerpen. Deze onder
werping zal den 25en December geheel haar
beslag hebben gekregen. Aguinaldo en de
opstandelingen,^die de zoogenaamde regeering
der rebellen vormden zullen scheep gaan
naar Hongkong.
De Gaceta maakt een aantal telegrammen
openbaar, gewisseld tusschen Sagasta en den
gouverneur-generaal der Filippijnen, welke het
b:richt bevestigen dat de leiders der opstan
delingen zich onderworpen hebben. De gou
verneur is van oordeel dat de voorwaarden
der onderwerping hoogst eervol zijn voor
Spanje. Sagasta wenschte den gouverneur
geluk, die beval de operatien te staken op
voorwaarde dat Aguinaldo en de audere
hoofden van de regeering der rebellen on
middellijk zouden vertrekken en deu 27en
dezer zich Daar Hongkong zouden inschepen.
Zij zullen worden begeleid door den luitenant
kolonel Uvera, om hunne persoonlijke veilig
heid te waarborgen. Hunne partijgenooten
zullen de wapens neerleggen.
Een Havas-telegram uit Havana meldt
dat er op een spoorlijn in Pinar del Rio
weer een dynamietbom gesprongen is. Er
gebeurden geen ongelukken.
De reformisten en gematigde autonomisten
op Cuba hebben zich verbonden en zullen
de regeering steuneu bij de invoering der
autonomie. Men is thans bezig leden te
zoeken voor een voorloopig bewind.
De bekende Spanjaard Canalejas maakt een
reis door Cuba. Hij zegt dat de opstand in
Havana nog even levendig is als in Pinar
del Riomaar minder sterk in strijdbare
mannen. In de meeste dorpen is de ellende
zeer groot.
dat dal leidende beheerschte, te bezetteD.
Daartoe kreeg een compagnie Sikhs onder
luitenant Van Someren last. De Sikhs klau
terden den heuvel op, maar vonden den vijand
op den top zoo sterk gevestigd, dat zij om
hulp seinden. Een compagnie Gurkha's en
een andere compagnie Sikhs werden nu tot
den aanval aangewezen, en de vijand werd
verjaagd. Dit kostte den Britsch Indiërs een
doode en vier gewonden.
Wat de veldtocht in deze dagen beduidde,
kan blijken uit hetgeen de Schotten en de
Gurkha's te verrichten hadden. Zij kwamen
den eersten dag van deze operaties 's avonds,
na een dag hard wei ken en marcheeren door
de riviernat tot aan het middel, in het
kamp terug, maar werden dadelijk uitgezonden
om de toegangen tot het kamp te bezetten.
Den heelea nacht hield de vijand hen bezig
en den volgenden dag hadden zij zonder rust
te nemen weer den v'jand op een afstand te
houdeo. Toch bleven zij, seint Reuter, wel
gemoed. Eu intusschen sneeuwde en vroor
het.
De tocht van generaal Lockhart in het
Rajgul-dal liep zonder veel wedervaardigheden
af. Een dorp werd verwoest en zijn leger
kreeg maar een aoode en twee gewonden.
De ellende begon eerst bij den terugtocht
uil het Bara-dal. Den lOen brak het leger
op. Generaal Westmacott met een regiment
Sikhs ging vooropmet de Gurkha's als
voorhoede en tirailleurs. Het dal verbreedde
zich spoedig, rechts steile bewoude hoogten,
links een aaneenschakeling van heuvels. De
trein volgde in het midden de Bara-rivier; op
de flanken waren de troepen aanhoudend met
den vijand slaags. Verderop spreidde het
dal zich nog wijder uit tot een hoogvlakte,
waar een dozijn versterkingen waren opgericht.
De Sikhs joegen den vijand na eenig scher
mutselen uit zijn stellingen. En hier werd
het kamp opgeslagen. Eerst moesten de
Afridi's nog van een steilte gejaagd worden.
Dit kostte de Britsch Indiërs tien dooden en
gewonden.
De brigade van generaal Kempster, die de
legermacht sloot, kampeerde een uur gaans
terug. Den heelen dag was de troep aan het
schermutselen geweesthij had daarbij zeven
dooden en gewonden verloren. De nacht
was koud en er viel aanhoudend regen. Op
de heuvelen lag 's ochtends sneeuw.
Den 14n 's morgens verliet generaal Kemp
ster in motregen en mist het kamp. Het
was bitter koud en de weg afschuwelijk slecht.
Van tijd tot tijd vuurde de vijand op den
trein. Een eind verder maakte het dal een
kromming naar rechts en men was in het
gebied der Zakka Khels. Dadelijk moesten
de Guikha's den vijand, die in massa op de
rechteiflank verzameld was, aantasten. Bijna
zonder tegenstand werd verder het land der
Zakka's doorschreden.
Toen de avond begon te vallen, was de
achterhoede van generaal Kempster's brigade,
bestaande uit ongeveer 200 Gordon-Hoog
landers, eenige Gurkha's en Punjabi's, in een
hevig gevecht gewikkeld. Majoor Downham,
die deze achterhoede aanvoerde, vond zich
ten slotte geheel door den vijand omringd,
een gevolg voor een deel van het langzame
transpoit van de gewonden en over het
algemeen van den weinigen voortgang in
den trein. De trekdieren zakten in de sawa's,
en de voerlieden deden zich daarbij aan de
rum tegoed en waren stomdronken. En de
nacht viel.
Het kamp bereiken, daartoe zag majoor
Dowsham geen kans meer, en hij besloot te
bivakeeren in een dorp. De Gordon-Hoog-
landers stormden het dorp binnen nog even
voor de Afridi's er zich in nestelen konden
en dreven den vijand uit. 's Nachts werd de
troep betrekkelijk met rust gelaten, maar met
het daglicht begon het schieten weer. Spoedig
kwam er echter ontzet opdagen. In het geheel
waren vier Hooglanders gedood en veertien
gewond. De Gurkha's en Punjabi's hadden
tien dooden en gewonden.
LONDEN, 16 December. (Part) De En
gelsche regeering stelt eene strafvervolging
in tegen een zekeren Russischeu onderdaan
VVladimier Bourtsef, redacteur eener revolu
tionaire Russische courant alhier (de „Volks
stem") die beschuldigd wordt in dat blad de
Russeu tot keizermoord te hebben aangezet.
Bourtsef is heden voor den politieiechter in
Bow Street verschenen de zaak werd echter
verdaagd tot den volgenden Woensdag. De
politie heeft beslag gelegd op vele papieren
en geschriften ten huize van den beklaagde.
Een tocht der Eogelsckcn door de Bara-vallei.
Reuter seinde Maandag uit Swaikot bij
zonderheden van de gevechten in de Bara-
vallei. Den 9en zou generaal Lockhart het
Rajgul-dal bezoeken; hij gaf toen aan generaal
Westmacott last een hoogte, die den pas, in
wat zijn grootvader en de groote kanselier op
staatkundig gebied hebben gegrondvest en
van wat zijn vader op het slagveld heeft ver
wonnen.
In dat Duitsche rijk heeft de verbazing
wekkende ontwikkeling zijner handelsbelangen
zulk een omvang aangenomen, dat het mijn
plicht is, den nieuwen Duitschen Hansa mijn
steun en bescherming toe te zeggen En
tevens geldt het hier den Duitschen broeders
van geestelijken stand, die uitgingen om in
stilte te werken voor hun geloof, bescherming
te verleenen.
Onder de Duitsche oorlogsvlag zal onze
handel eerst recht datgene ten deel vallen,
waarop wij meeuen aanspraak te kunnen
maken. De Duitsche handel kan zich slechts
toenemend en zeker ontwikkelen, als hij zich
veilig voelt onder de macht van het rijk. En
de macht van dit Rijk is de macht over de
zee. Het eene kan niet bestaan zonder het
andere.
„Het door uw divisie versterkte eskader
zal ter bescherming van de vaderlandsche
belangen tegen iedereen moeten optreden,
die den Duitschers iets in den weg wil leggen.
Daarom moeten onze landgenooten in den
vreemde de vaste overtuiging hebben, dat zij,
of zij priesters of kooplieden ziju, als het
noodig is, steeds op den steun van het
Duitsche rijk kunnen tekenen. Indien iemand
het ooit zou ondernemen ons in ons goed
recht te krenken of te benadeelen, dan treedt
tusschen beiden, met uw gepantserde vuist,
en zoo God wil, vlecht u lauwereu om uw
jeugdig hoofd, die niemand u zal benijden.
„In ae vaste overtuiging, dat gij naar goede
voorbeelden handelen zult en voorbeelden
zijn in ons Huis genoeg aanwezig en dat
gij in overeenstemming met mijn gedachten
en wenschen zult optreden, drink ik op uw
welzijn met den wensch voor een goede reis,
veel succes en een gelukkigen terugkeer"
Prins Heinrich dankt, in antwoord op 's kei
zers toespraak zijn broeder er voor, dat deze
hem dit bevel heeft opgedrageu. Hij verze
kerde, dat hij er niet toe werd aangelokt door
het vooruitzicht op roem of lauweren. Hij
voelt zich er toe aangetrokken het evaugelie
des keizers te gaan verkondigen in het buiten
land, en te prediken aan allen die het hooren
willen en vooral aan heu, die het niet willen
hooren.
Dat wil hij op zijn vaandel schrijven.
En hij besloot zijn toost met de woorden
„Den geliefden keizer voor eeuwig Hoera
De kruizer Gefion verliet hedenochtend
om 8 uur de oorlogshaven in de richting van
het Keizer-Wilhelm kanaal. Na negenen lichtte
de kruiser Deutschland het anker, met den
keizerlijken standaard en de oorlogsvlag in
top geheschen. Op de commando-brug ston
den de Keizer, Prins Heinrich en de drie
oudste zoons van den Keizer. Langs de oor
logshaven weerklonken aldaar saluutschoten
en juichkreten.
Piinces Heinrich stond met haar zoons voor
een venster van het Slot.
Dalziels bureau meldt, dat de Duitschers
steeds verder voortrukken, enChineezen steeds
meer terugtrekken. Russische oorlogsschepen
houden het oog op de bewegingen der En
gelsche en Japansche vloot in de watereu van
Korea.
Het moet een fantastisch schouwspel
zijn geweest, toen de keizer 's avonds met prins
Heinrich van de Deutschland te Rensburg
landende aan het bruggehoofd ontvangen
werd door een wacht met fakkels, vlammend
met rood bengaalsch vuur, waarvan de rosse
gloed terugkaatste op den witten romp van
den kruiser. De Deutschland loste aanhou
dend saluutschoten de overgroote menigte
juichte en de troepen presenteerden het ge
weer. Op de comando-brug stond Prins
Heinrich, wien de Keizer, terwijl de muzi
kanten speelden, met de hand nog een
afscheidsgroet toewuifde. Het was een histo
risch oogenblik. Precies 5 uur ging de kruiser
door de brug en spoedig daarna stapte Keizer
Wilhelm met Adalbert in den trein, die
gereed stond om hern naar Friedrichsruh te
brengen, waar hij, met deu zeldzamen tact
hem eigen, met een bezoek aan den ouden
Bismarck voor het oog van zijn vo'k de
laatste wijding wilde verleenen aan een dag,
die, hoe het avontuur van Kiao-tsjou ook
afloope, van geschiedkundige beteekenis blijft
voor het Duitsche rijk.
Vertrek van prins Ileinrich.
KIEL, 16 Dec. In zijn toespraak tot prins
Heinrich bij het feestmaal in het Slot zeide
de keizerdat de taak die thans den prins
te beurt valtde logische consequentie is van
Den correspondent der N. R. Ct. deelde
mee dat in Thessalie na den oorlog 25,000
Turksche soldaten waren gestorven, en dat
er de laatste maandeö wekelijks op zijn minst
500 zieken werden geëvacueerd. Volgens een
audere opgaaf, die met deze vrijwel strookt,
bedraagt het aantal zieken die sedert het begin
van den ooi log zijn teruggestuurd thans 25,000
terwijl nog 5000 wachten op de gelegenheid
om naar KoDStantinopel te worden vervoerd.
Het is dus te begrijpen dat het leger nu en
dan aangevuld moest worden.
ATHENE, 16 December. In de Kamer
heeft Zaimis uiteengezet dat er haast is bij
het aannemen van het vredestractaat, nu dit
door den Sultan reeds bekrachtigd is. Deli-
annis verklaarde hiermede in te stemmen.
Philaretos kenschetste het tractaat als billijk.
Het werd in eerste lezing goedgekeurd.
WAALWIJK.
Zondag 19 dezer, 's middags 12 uur, zal
door de liedertafel „Oelening en Vermaak",
van Waalwijk en Bezooien, op de zaal Musis
Sacrum worden uitgevoerd
Spin, Spin. Jüngst.
Jagerkoor. Cooymans.
Ontwaakt. Dierckx.
WAALWIJK, 18 December 1897.
Leziug vau mr. Smeenge.
De aangekondigde lezing op gister- Vrij
dagavond, heeft niet plaats gehad.
Mr. Smeenge seinde Donderdagavond
»Tengevolge van den loop der dis-
„cussiën in de Tweede Kamer, kan lezing
„Nationale Zuiderzeebond Vrijdag 17
„December te Waalwijk onmogelijk plaats
„hebben.
„Brief volgt*.
De lezing van mr. Smeenge is alzoo tot
nader bericht uitgesteld.
De voorloopige commissie der
Afdeeling van den Zuiderzeebond te
Waalwijk.
Lezing over Amerika.
Blijkens achterstaande adveitentie. zal a. s.
Dinsdag door den heer John Oudendijk, alhier
eene lezing gehou len worden in de zaal
Musis Sacrum," over Amerika en de Nieuwe
Hollandsche kolonie Nederland" in Zuid-
Oost-Texas.
Op andere plaatsen hebben deze lezingen
eene zeer gioote belangstelling gewekt, en wij
twijfeleu niet, of dit zal ook hier het geval
zijn.
Drukke opkomst is dus wel te wachten.
Tweede Kamer.
Bij de behandeling der Marine-begrooting
is de regeering al spoedig aan den grond
geraakt. Aangevraagd werd door den minister
van Marine een bedrag van f 165,000 als
eerste uttgaal voor den bouw van een nieuw
[vierde] pantserschip type-Kortenaer. Terstond
kwam daartegen een felle oppositie en ten
slotte werd het amendement aangenomen van
den heer Goekoop om het artikel nopens het
materieel met flOO.OOO te verminderen en
aldus te beletten, dat het nieuw te bouwen
schip op stapel wordt gezet.
Vóór het amendement stemden 46, tegen
4l leden. De stemmen waren verdeeld als
volgt
Vóór de heeren Krap, Baslert, Truyen, Van
Asch van Wijk, Wijk bij Duurstede, Troelstra,
Zijlma, v. d. Berch van Heemstede, v. d.
Kun, Goekoop, De Ras, Michiels van Ver-
duynen, v. d. Zwaag, Van Kempen, Van der
Borrh van Verwolde, Van Vlijmen, De Bie-
berstein, Nolens, Kuyper, Kerkwijk, Willinge,
Mackay, Kolkman, Lucasse,Hennequin, Harte,
Vermeulen, Van Basten Batenburg, Dobbel-
mon, Brummelkamp, De Ram, Van Kol, 't
Hooft, Mutsaers, Tijdens, Malefijt, Van Al
phen, Van de Velde, Ketelaar, Heemstra,
Bahlmann, Travaglino, Everts, Merckelbach,
Loeff, Van Asch van Wijk (Ede).
Tegen de heeren Pyttersen, Conrad, Verhey,
Drucker, Meesters, De Klerk, Van Bylandt,
(Apeldoorn), Roessingh, Van Bylandt (Gouda),
Houwing, Staalman, Lieftinck, Heldt, Schim-
melpen^inck, Lohman, Groen van Waarder,
Bouman, Fokker, Schaalsma, Kerdijk, Smidt,
Van Karnebeek. Van Stirum, Veegens, Lely,
Hesselink, Pijnacker Hordijk, Borgesius, Tak,
Schepel, Van Raalte, Macaré, Van Gilse,
Pijnappel, De Boer, Van Deinse, Kool, Rink,
Hartogh, Van Dedem en de voorziter.
Na den uitslag der stemming stond de
minister van Marine op en verzocht schor
sing der beraadslaging in afwachting van de
te volgen gedragslijn. Dienovereenkomstig
werdt besloten.
Goedgekeurd werd nog het wetsontwerp
tot wijziging van art. 10 der wet van 19 Juni
1892 tot regeling der pensioenen voor den
loodsdieust voor zeeschepen en aan de we
duwen en kinderen vaa dat personeel.
i