Nummer 5. Zondag 16 Januari 1898. 21e Jaargang Eerste Blad. EN. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Aardbeving op Amboina. ANTOON TTELEN Dit nummer bestaat uit twee bladen. FEUILLETON. De Wraak eener Vrouw UITGEVER Waalwijk. en Uagsirailsrlt Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden i' 1, Franco per post door bet geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentiën 1 7 regels f0,60daarboven 8 cent per ragal, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3inaal tar plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau vaa Adolï Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. ii ~nB^üattiï i De Correspondent te Batavia van de N. R. Ct. seint onder dagteekening vau 12 Jan Op Amboina heeft een aardbeving plaats gehad. Er zijn tweehonderd dooden en ge wonden. De stad is zoo goed als verwoest. Later ontving de N. R Ct. de mede- deeling, dat Woensdag bij het departement van koloniën is ontvangen het volgende van dien dag gedagteekende telegram van den gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indie „Zes Januari is de hoofdplaats Amboina door aardbeving geheel verwoest, Vijftig per-onen dood, waaronder tien militairen tweehonderd personen verwond.7' De namen van dooden en gewonden zijn in dat telegram niet opgegeven. Een telegram van overste Bijlevelt, den miljtairen commandant tc Amboina, Woensdag uit Maskassar verzonden, luidt „Officieren Ambon en familie ongedeerd ook die van het stoomschip Arend." Het is niet de eerste keer dat deze be langrijke bezitting in de Molukken door zulk een ramp getroffen wordt, al schijnen de gevolgen in dit geval buitengewoon ernstig te zijn. Hevige aarbevingen hebben nog, in onze eeuw, Amboina geteisterd in 1835, 1845, 1850. Sommige van die eilanden in het oostelijke gedeelte van den Oost-Indischen archipel bestaan slechts uit een vulkaan die zich te midden der wateren verheit en aan zijn hellingen bebouwd en met woningen bezet 11 11. OF Herinneringen van een Politie-Commissaris. 41 Dat zult gij wel zien. Daar ik in ieder ge- Tal ernstige verwikkelingen voorzie, waar ik liefst niet bij wil zijn, ben ik van plan een uitstapje naar Parijs te doen. Wanneer gaat gij weg? Met den trein van negen uur. En waDneer denkt gij terug te komen? Als Raymond en Irene er niet meer zullen "'üe dokter nam bij deze woorden afscheid en vertrok. Maar juist toen hij de deur uit wilde gaan, ging hij plotseling ter zijde om eer.e vrouw door te later, geheel in rouwkleederen gehuld en wier gelaat door een zwarten sluier bedekt was. XII. EENE OPENBARING. De hertog keek verwonderd op, Met een gebaar beval hij Ricordi en Medina om zich te verwij deren. Toen hij alleen was, wendde hij zich tot de vrouw. t Maar deze had haar sluier reeds opgelicht en Palmares stond tegenover Hermine. Hermine! riep hij uit... wat komt gij op dit uur hier doen? De jonge vrouw glimlachte. Gij vraagt mij waarom ik hier kom, Mikaël, antwoordde zij, n.aar zijt gij dan vergeten, wat ik u onlange gezegd heb. Gij! aan mij! zeide de herlog. Zekerik heb u gezegd, dat gij mij terug zoudt zien. op den dag, dat ik van mijne wraak verzekerd zoude zijn, en mijne komst is dan ook alleen daaraan toe te schrijven, dat ik het doel bereikt heb, hetwelk ik zoo vurig heb na gejaagd. De hertog maakte een ongeloovig gebaar. is, maar al wat zich daar gevestigd heeft met plotseling verderf bedreigt. Zoo heeft het uit een vulkaan bestaande eilandje Makiati, dicht bij Motir (Res. Ternate) gelegen, in 1861 outzettend geleden van een uitbarsting, en nog in 18ü0 zijn daar vele kampongs en aanplantingen vernield. Aardbevingen komen in deze streken zooveel voor, dat op de Banda- eilanden veel huizen met 't oog daarop gebouwd zijn met muren van koraalrots of gebroken steen, aan de buitenzijde met schuinsche beren voorzien. Den 12 Mei 1644 had op Amboina eene aardbeving plaats, waarbij het fort Victoria gedeeltelijk in puin viel. In 1671 tot'73 en in 1674 hadden er hevigeaardschuddingen plaats. De laatste vooral was zeer ernstig. De klokken van het kasteel luidden van zelf; 2322 men- schen kwamen om, waaronder 31 Europeanen, het stadhuis en het hospitaal werden verwoes'. Den 28 Maart 1830 had er een hevige aard beving plaats die 20 seconden aanhield. Die van 1 November 1835 was nog krachtiger, een der kazernen binnen het fort Victoria stortte in en begroef 58 menschen die daarbij den dood vonden terwijl er nog 86 personen gekwetst werden. De schade beliep een half niillioen gulden. Den 21 Januari 1837, 16 December 1842, in het tweede semester van 1343 en in 1845 gevoelde men daar opnieuw hevige aardschokken. Den 2o Mei 1849 scheurde de rivieroever nabij Ulat, den 8 en October 1850 werd de bevolking opnieuw door een hevige beving, gepaard met zwaar gedreun opgeschriktden 25eu November 1852 was dit opnieuw het geval, gepaard aan een zeeberoering, waarbij het water in de baai bijna 2 meter steeg. Op den 13 April 1853 en den 7en September 1864, waren de schokken minder hevig. De aardbeving die nu plaats had zal het liefelijke hoofd plaatsje, met zijn ouderwetsche Hollandsche huizen, het mooie residentiehuis en de vesting Victoria voor een deel in puin hebben doen vallen en groot zal de ellende zijn die daar door de bevolking nu geleden wordt. Het eiland Amboina, of althans Hitoe, het Twijfelt gij daar nog aan Mikaël ging zij voort; welnu, zet u naast mij neder, wees zoo goed mij eenige minuten aan te hooren en als gij dat gedaan hebt, zult gij geen spijt hebben naar mij geluisterd te hebben De hertog gehoorzaamde werktuigelijk en zette zich naast de vrouw neder. llhoewel het tweegevecht van den volgenden dag zijn geest voortdurend bezig hield, maakte de houding van Hermine en de woorden, welke zij zoo juist gesproken had, hem toch nieuws gierig. Hermine was inderdaad de vrouw niet meer, zooals hij haar gekend had. Eene zekere bezieling was op haar trekken te lezen, haar oog schitterde, vreugde en trots over hare overwinning schenen haar te ver vullen. Hoe ben ik tot dit uiterste gekomen, begon Hermine, gij en ik alleen kunt het weten mis schien herinnert gij u nog, misschien zijt gij nog niet geheel en al de vervlogen dagen van onze gelukkige liefde vergetenIk was nauwelijks achttien jaar en de eerste maal, dat ik u zag, had ik u mijn hart reeds geheel gegeven, en gij hebt mij meermalen bekend, dat gij nooit ie mand met zulk eene volledige overgave hadt be mind. En dat ontken ik nu nog niet, viel de her tog in. Ik geloofde in u, zooals men in God gelooft, vervolgde de jonge vrouw op zenuwachtigen toon, ik had in deze liefde gelegd, al wat mijn hart aan vertrouwen, toewijding en tecderheid kon bevatten. Geheel mijn leven bestond uit deze enkele ge dachte: u gelukkig te maken, zelfs al moest ik daarvoor de wreedste beproevingen verduren en de afschuwelijkste misdaden begaan. Misdaden 1 zeide de hertog. Maar herinnert gij u dan niet dat mijn vader door u ongelukkig gemaakt, dat mijne moeder van verdriet gestorven is. Maar wat gaf ik daar om Gij vervuldet geheel mijn hart en er was geen plaats voor eenig ander gevoel één woord, één kus van uwe lippen, deed mij alles vergeten, al was de wereld vergaan, nog zoude ik den he mel gezegend hebben, zoo gij slechts uwe liefde hadt gestand gedaan. Aldus sprekend, hield Hermine de handen voor noordelijkste van de twee schiereilanden waaruit Amboina bestaat, vormt met de ooste lijk gelegen Oeliassers, de voorzetting van den vulkanenketen die zich in een halven cirkel uitstrekt van Banda over Manoek en Seroea naar Daraar en Roma (Zuid-Wester eilanden), en omspannen wordt door een boog van grootere, weinig of niet vulkanische eilanden. Het zuidelijke schiereiland van Amboina heet Leitimor; tusschen Leitimor en Hito bevindt zich naar het oosten de baai van Bagoeala, naar het westen de beroemde baai van Amboina. De stad van denzelfden naam, aan den zuilelijken oever van die baai gelegen, is de hoofdplaats van de residentie Amboina en de zetel van den militairen commandant der Molukken. Vlak bij het strand ligt het fort Nieuw-Victoria, in 1605 zoo genaamd toen Frederik Houtman Amboina veroverd had op de Portugeezen, een onregelmatige zevenhoek met bastions, waarin de kazernen, eenige officierswoningen en gouvernements- bureaux de eigenlijke stad ligt tusschen de riviertjes Wai Torao en Wai Gadjah. Zij heeft regelmatige straten en vele steenen huizen. De voornaamste gebouwen ziju de markt, de protestantsche kerk, het societeits- lokaal, het weeshuis, het hospitaal, eenige scholen, waaronder de „Ambonsche burger school", de gevangenis, en het residentiehuis te Batoe Gadjah, te midden van een fraaien in n met stroomend water. Ten zuiden van de Europeesche stad ligt de Chineesche kamp, terwijl de inlandsche bevolking over eenige negorijen verspreid is. In het binnenland van het eiland worden eenige dorpen gevonden, de meeste verblijven zijn echter langs de kust verspreid, onder deze was Hilla vroeger de woonplaats van een Europeesch ambtenaar. De bevolking van het geheele eiland, voor een deel christenen, telt ruim 30,000 zielen, over 47 negorijen en 11 kampongs verdeeld. De stad Amboina of Ambon had in 1892 een bevolking van 8063 personen, nl. 781 Euro peanen en daarmede gelijkgestelden, 696 Chineezen, 361 Arabieren en vreemde oos terlingen en 6218 inlanders. l.are oogen. En niets 1 niets 1 zeide zij, het hoofd schud dende, als in eene vlaag van toorn, niets heeft u kunnen verteederen of doen hechten aan het ongelukkige slachtoffer dat u alles gegeven had, noch hare teederheid noch hare toewijding, noch hare nederigheid zell9. Gij' hebt alles miskend, alles van u afgestooten en zoo stond ik daar al leen ellendig gebogen onder den last van het zelfverwijt, met tranen eö snikken God biddende, een einde te maken aan een leven vau schande en wanhoop. Houd u kalml zeide de hertog. En nochtans.... ging Hermine voort, was ik nog niet genoeg vernederd 1 de liefde leefde nog in mijn hart; de lafhartige liefde smeekende om een laatste woord, biddende om een laatste kus. Ik wist dat gij eerloos waart, dat er geen men- schelijk gevoel in uw boezem klopte, ik ver moedde, welke misdadige handelingen uw geheele bestaan verborg... en toch bleef ik nog in mijne liefde volharden, Dwaa9, die ik wa9, had ik mij- zelve ingebeeld u van den afgrond te redden, waarin gij dreigdet neder te storten; ik koester de de onmogelijke hoop u het leven terug te geven en door mijne liefde uwe eer te herstellen... aah Mikaël, dat was dien dag, dat gij wreeder en hardvochtiger waart dan ooit., van af dat oogenblik, kwam ik eerst tot recht besef van mijne schande en werd ook in mijn hart alle liefde uitgedoofd I Tot uog toe had de hertog geduldig naar Her- mine'8 woorden geluisterd, in de hoop dat zij ten slotte de bedreigingen zou bevestigen, die zij bij hare komst geuit had. Maar toen hij zag, dat het onderhoud verliep in de meest dagelijksche ver wijten, meende hij de jonge vrouw aan hare belofte te moeten herinneren. Mijn God, zeide hij, ik laat nu al uwe ver wijten gelden zelf3 in den bitteren vorm, waar onder gij ze voorstelt. Maar gij zult toch wel met een ander doel hier gekomen zijn, dan mij over het verleden te onderhouden. Herraine zag hem woedend aan en stond op. Gij hebt gelijk, zeide zij het verleden i9 dood. Zooals ik u reeds gezegd heb, Mikaël, heb ik sedert onze laatste samenkomst slechts geleefd voor deze ééne gedachte: mij te wreken en nu ik eindelijk dit doel bereikt heb, kom ik weder bij u. Prof. v. d. Lith zegt in zijn >Nederl. Oost-Indie". „Bij uitstek schoon is de ligging der hootd- plaats Ambon, aan het strand op een vlakte gebouwd, die door de liefelijke heuvelen van Batoe Gadjah en Soja begrensd wordt. Men nadert haar door de schoone en zeer diepe baai, die tot ver landwaarts in zich uitstrekt en, aan den ingang ongeveer ee» geographi- sche mijl breed, allengskens nauwer wordt, terwijl zij aan beide zijden door het lachend heuvelland wordt ingesloten, dat meestal met steile hellingen naar de zee afdaalt, maar op sommige plaatsen welbebouwde vlakten open laat. Dientengevolge is de rede van Ambon eene wel beschutte ligplaats voor schepen, zelfs van het grootste kaliber, die de plaats tot het ver uitgebouwde zeehoofd kunnen naderen. Er is hier ruimte genoeg voor een geheele vloot die echter, zoolang de handel op Ambon niet aanmerkelijk toeneemt, wel tot de vrome wenschen zal behooren. Ambon wordt door dr. van Rijckevorstel (Brieven uit Insulinde 's-Grav. 1878) bepaald leelijk ge noemd een gedeelte der plaats wordt door een groot, dor plein ingenomen, terwijl het fort Nieuw-Victoria, dat alleen tegen een inl. vijand bruikbaar is, tusschen het plein eu de baai ligt. Dc plaats bestaat uit de eigenlijke stad, met nauwe straten, waarop kleine huizen uitkomen, en die hoofdzakelijk door Euro peanen en hunne afstammelingen bewoond wordt; uit de Chineesche wijk en voorts uit een aantal wegen, welke elkander recht hoekig kruisen en door hagen van bloeiende heesters worden afgesloten, waarachter hutten van Inlanders en Europeesche landhuizen onder dicht geboomte verscholen zijn. Ge bouwen van beteekenis worden er niet aan getroffen het residentie-huis munt alleen door zijn schoone ligging te Batoe Gadjah uit. Een uitstapje in het gebergte Soja is aanbevelens waardig én om de stalactietengrot Batoe Lobang, én om het bij uitnemendheid schoone gezicht, dat men van het heuvelland op de stad, de baai en het hooge land van Hitoe geniet en dat ons ongeveer aldus door dr. Goed ik luister naar u, zeide de hertog. Bij eene smart als de mijne past eene bui tengewone wraakeen man als gij, moet meer dan gewoon gestraft worden en lang beb ik in de stilte en eenzaamheid nagedacht over den weg dien ik volgen moest, daarbij zorgvuldig de klip pen vermijdende, waarop mijn plan zou kunnen stranden. Welnu Zie hier het plan.dat ik gevolgd heb: ik heb bij mijzelve gezegdEerst zal ik hem treffen in zijne vrienden, in de medeplichtigen zijner schur kerijen eensklaps, op een oogenblik, dat hij zulks het minst zal verwachten, zal hij om zich heen al die genen zien vallen, welke hebben deelgeno men aan de laagheden van het verleden of de misdaden der toekomst bebben voorbereid. De eerste is Spavento geweest de tweede heet Colonna; vervolgens komt de beurt aan Ricordi en Medina, totdat eindelijk. De meester nietwaar Juist. Ik zie dat gij de les, die gij daar opzegt, goed geleerd hebt, hernam de hertog, maar zij is mij reeds opgedischt. Door Raymond P Juist. En hebt gij niets begrepen. Hoe zoo Hermine liep eenige malen de kamer op en neder. Zij had de armen over de borst gekruist en 9chudde van tijd tot tijd het hoofd. Ja.. Zoo moest het gaan 1 stamelde zij., ge lijk met zijn hart, zijn ook zijn oogen gesloten. Evengoed als hij ongevoelig is geworden, is hij ook met blindheid geslagen. Wat wilt gij daarmede zeggen? vroeg de hertog. Hermine begon te lachen, maar het was een lach zoo doordringend en koud, dat hij den hertog deed be\en. Du9, zeide zij, hebt gij u zeiven nooit af gevraagd, wie dat kind dreef, welk spooksel zijne hand heeft gewapend, welke geheimzinnige stem hem de slachtoffers heeft aangewezen. Misschien. En hebt gij niets vermoed? Wat kon mij dat schelen (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1898 | | pagina 1