Nummer 24 Donderdag 24 Maart 1898. 21e Jaargang. begewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Gemeeenteraad van Bekendmaking. t „mAGO A". /INTOON TÏELEN, FEII LLETON. UITGEVER: Waalwijk. MM^Naar aanleiding van den a.s. Vrijdag in vallenden Feestdag,zal het volgend nummer dezer courant iets later verschijnen dan gewoonlijk. straatscie Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1, Franco per post door het geheele rijk f 1,25. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertektiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsok- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau vaa Adolï Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regal. Burgemeester en Wethouders der gemeente Waalwijk maken bekend, dat, volgens ont vangen bericht van heeren gedeputeerde staten van Noord-Brabant, ziju goedgekeurd a. de vijfjarige dekhengst, genaamd „Ardo", Oldenburgsch ras, donkerbruin met rechts achter sok, hoog M. 1.-58, van P. S. vau Gastel te Zevenbergschen Hoek en b. de vierjarige dekhengst, genaamd „Teil", Oldenburgsch ras, donkerbruin met sterretje aan 't voorhoofd, hoog M. 1.62, van de ge broeders Hagoort te Dussen. Waalwijk 21 Maart 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd. OPENBARE VERGADERING op Vrijdag 18 Maart 1898, s'nam. ten 7 ure. Onderwerpen ter behandeling I. Ingekomen stukken. II. Wijziging der begrootingen van 1897 en 1898. III. Onderhandsche verkoop van 5 boomen op den Meerdijk voor f 60. IV. Ingebtuikgeving van een terreintje aan de haven aan den vasten gemeente-arbeider voor de haven. V. Bezwaarschriften hoofdelijken omslag over 1897. Afwezig de heer Quirijns. Voorzitter Jhr. Aug. van Grotenhuis. (De heer van Schijndel legt bij het plaats nemen een groote dictionnaire voor zich.) l_jj^xii-iDiiCTwr.rTiiir-~T---■■ ■■ramaagotagspw111iihi .lire» De dame maakte een afwijzend gebaar. Sedert mijn echtgenoot is overleden, kan de wereld mij geen vreugde meer bereiden. Ik heb hem om gemeen lief gehad hij wasmij alles, mijn steun, mijn vriend, mijn broeder, nadat ik mijn ouders zeer vroeg had verloren, maar gij zijt nog te jong. Gij kunt nog niet begrijpen, hoe voor ons vrouwen een man alles kan zijn. Gij hebt nog niet bemind? Magda geraakte nog eenigszins in verwarring door deze onbescheiden vraag, en antwoordde Neen, nog niet. Tot heden hadden mijne arme moeder en mijn broeder slechts een blijvende plaats in mijn hart. Waarom zegt gij: arme moeder vroeg de dame, terwijl zij het meisje half deelnemend, halt nieuwsgierig aanzag. Omdat mijn moeder slechts leed en zorgen in haar leven heelt gekend, antwoordde Magda, op droevigen toon. En uw vader? Waarom noemt gij dien met Mijne moeder stierf een jaar geleden, en mijn vader heb ik niet meer teruggezien. Ik was nauwelijks zes jaren, toen hij een reis aanvaardde, die drie jaren zou duren, doch waarvan hij niet terugkeerde; hij stierf in het buitenland. Hij was zeker reiziger Ja, En gij hebt ook een broeder ja i,ij woont in Duitschland en is aan een groot handelshuis geplaatst. Ik heb hem sedert vijf jaren niet gezien. En hebt gij verder geen familie Behalve mijn broeder heb ik niemand. Maar ik houd veel van hem, want hij was altijd mijn trouwe vriend en beschermer, wanneer de kin deren der buren mij wilden plagen. Ik was altijd een dom angstig ding,.... Een bekoorlijk glimlachje kwam op haar gelaat bij de herinnering aan haar kinderjaren. Het is mij zeer aangenaam, te hooren datgij niet veel vrienden en familie licbt. Ook moeten de ouders mijner gezelschapsjuffrouw, al zijn die ook Op de publieke tribune een 70 tal belang stellenden. De voorzitter opent de vergadering. De notulen der vorige vergadering worden voorgelezen, waarop de heer van Schijndel het volgende aanmerkt „Er is wat vergeten in de notulen; u hebt mij de vorige vergadering verzocht een dicti onnaire mede te brengen, dat heb ik nu gedaaD, maar er komt in de notulen niets van voor.» De voorzitter: Dergelijke onbeduidende zaken worden in de notulen niet opgenomen, maar ik zal het in omvraag brengen. Wenscht de raad het opgenomen te hebben Allen tegen. I. Ingekomen stukken. a. Een schrijven van den heer Quirijns, dat hij verhinderd is, de vergadering bij te wonen. b Besluit van Gedeputeerde Staten, hou dende goedkeuring der werklieden verze kering. (Gemeente-arbeiders en brandweer mannen De heer Verbum Is de verzekering alleen tegen ongelukken, of ook tegen ziekten. Voorzitter„Alleen tegen ongelukken en invaliditeit." c. Besluit van idem, houdende goedkeu ring wijziging begrooting 1897. d. Afwijzende beschikking van idem, op de reclame legen den hoofdelijken omslag van Cohensius. e. Een schrijven van de „Vicinaux" om te bedanken voor de concessie over den dijk, en om ze te vragen door de Groote Straat. Iu dat schrijven, dat door den Secretaris wordt voorgelezen, zegt de Mij. o. m. dat ze de concessie, over den dijk, niet kan aannemen ten eerste, omdat de voorwaar den omtrent het goederen-vervoer te streng zijn, en ten tweede dat er voor hen nog vele technische en financieele bezwaren aan ver bonden zijn. Zij vragen concessie alleen door de straat en mildere voorwaarden. De voorzitter Nog is ingekomen een adres arm, volkomen onberispelijk en onbesproken zijn- Denk niet, dat wij trotsch op onzen adel zijn, volstrekt niet, maar ik geloof niet dat er in Oos tenrijk een tweede bestaat, die op het punt van eer strenger en onverbiddelijker beginselen heeft, en die hooger waarde hecht aan ae zuiverheid van haren ouden naam, dan de Ramings. Wanneer men u de geschiedenis van ons hui9 liet lezen, dan zoudt gij zien, dat nog geen enkele Raming een huwelijk beneden zijn stand heeft aangegaan, of iets heeft gedaan dat ook maar de geringste vlek op zijn onbesmet wapenschild zou kunnen werpen. Kurt von Raming was een der hoogmoe- digsten van zijn geslacht. En onze zoon, Berthold, gelijkt op zijnen vader. Afgemat viel de dame nu achterover in haren fauteuil en slcot de oogen. Hoe vermoeid en stilzwijgend zij gewoonlijk ook was, wanneer er sprake was van de Ramings, dan kwam er vuur en leven in haar. Magda keek peinzend vuor zich. Ja, Berthold von Raming was trotsch, zeer trotsch, en nooit zou hij er aan denken iets te doen, wat met die trotschheid in tegenspraak was. Maar wat had zij zich daarom te bekommeren Hoe hoogmoedig de Ramings ook mochten zijn haar kon het immers niet deren. Op dit oogenblik hoorde zij, dicht in hare om geving, eenig geritsel. Toen zij opzag, overviel haar een lichte huiveringdaar, bij een boom, stond de arme stompzinnige. Om zijn lippen speelde een glimlach en zijn oogen rustten als in verrukking op het meisje. Er» toen zij hem aanzag legde hij de grove hand op zijn hart. Nu opende de oude dame de oogen en ontdekte den ongelukkige. Vrouwe von Raming kon een beweging van afschuw en verachting niet onder drukken. Welk een afkeer ik toch van dien roensch heb ik zou het u moeilijk kunnen zeggen. Ik begrijp niet, dat mijn overleden gemaal die men- schen niet heeft weggejaagd, zeide de tdelvrouw, terwijl zij een blik vol verachting wierp op den beklagenswaardige, die haar echter dien blik, met niet minder haat vervuld, teruggaf. Toen wendde zich mevrouw von Raming tot het jonge meisje, dat beiden met levendige be langstelling had gadegeslagen. Het testament van mijn gemaal bevatte eene beschikking, volgens welke deze idioot en zijn van ingezetenen om geen concessie te ver- leencn, om o.a. de volgende redenen; de smalle straat, gevaai voor de schoolgaande kinderen, drukte in de straat met week- en jaarmarkten, enz. Deze lijst bevatte 351 handteekeningen. De voorzitter: »Het Dag. Best. is er niet tegen den tram over den dijk te laten leggen de „Vicinaux", zegt wel dat er zeer vele technische en financieele bezwaren aan ver bonden zijn, maar zij noemt er geen enkel het is daarom, dat het Dag. Best. zich ont houdt van een definitief voorstel te doen de Maatschappij heeft eerst zelf goedgevon den den tram over den dijk te leggen, en heelt nergens anders opmetingen gedaan". De heer van Schijndel„De Mij. zal het niet kunnen aaunemen de technische bezwa ren zullen wel uit den weg kunnen geruimd worden, maar het grootste bezwaar zal wel zijn het goederenvervoer; als daarin ver andering werd gebracht zou het eenigszins aanneembaar zijn nu kan ze het niet aan nemen ik blijf bij 't geen ik reeds meer gezegd heb: geef dan liever geen concessie. Ik geloof zelfs dat als de concessievoor waarden billijk gesteld worden, de tramweg maatschappij genegen zou zijn eene subsidie te geven voor de verbetering der haven." De heer Verbunt,,Ik heb de ligging van den tram in Heusdcn eens goed beschouwd, daar moeten enorme kosten gemaakt worden om een goede losplaats te krijgen, om die haven geschikt te maken, voor het goederen vervoer met den tram, en ik geloof dat de gemeeute Heusden zich eerst wel tweemaal zal bedenken, voordat ze zulke kosten maakt, alvorens zeker te weten dat ze goede vruchten zal afwerpen. Zoodat we vandaar vooreerst nog geen erge concurrentie voor onze haven te duchten hebben". De heer Baijens„Naar aanleiding van hetgeen de heer Verbunt heeft gezegd, her inner ik aan hetgeen de heer Knottenbelt hier zelf heeft verzekerdhij zeide dat er reeds een stuk grond was aangekocht voor een goede losplaats voor den tram, en dat zij vader tot hun stervensuur op ons landgoed moe ten blijven. Tevens stelde hij te hunneu behoeve een zeer respectable sora beschikbaar, waarvan een geheele familie gemakkelijk zou kunnen lever.. De woning, die mijn zoon hem op het kasteel aanbood, wees de oude bijna brutaal van de hand; hij wilde niet onder het lichtiinnige dienst personeel levenhij zou voor zich en zijn zoon achter in het park een huisje bouwen. En zoo geschiedde het ookvervolgde me vrouw von Raming. Als gij er lust in hebt, kunt gij dat armzalig verblijf wel eens gaan zien. Ik heb het reeds gezien. Vanmorgen bracht het toeval mij daarheen, antwoordde Magda, met een lichten blos. En tegelijkertijd herinnerde zij zich weder het kistje en de zonderlinge gebaren van den grijsaard. Zoo hm 1 De oude moet ruim tachtig jaar zijn. Hoe lang zal hij het nog kunuen ma ken Sterft hij, dan moet de idioot dadelijk naar een gesticht alleen als ik hem zie, word ik reeds ontroerd. Ach ziedaar daar is hij wcderl Hoe zullen wij ons toch eens van dien verschrik- kelijken merisch ontslaan. Daar staat hij als een standbeeld en staart ons aan. Ik kan hier niet blijven Laat ons dadelijk opstaan. Mevrouw Von Raming was buiten zich zelve van toorn. Ik zal hem verzoeken heen te gaan, zeide Magda kalm. Maar nu riep de dame luid en ang3tig: Zijt gij dwaas Wilt gij zoo'n schepsel iets verzoeken? Zijt gij dan volstrekt niet bang van hem? Hij is in s'aat u met zijne vuisten te vermorzelen. Magda glimlachte. Ik heb volstrekt geen vrees. Hij is in 't geheel niet boosaardig. Zonder zich langer te laten weerhouden, ging zij naar de plaats, waar de ongelukkige stona, en trad op hem toe. YVilt gij niet naar huis, naar uw vader? vroeg zij zacht, terwijl zij kalm de oogen naar hem opsloeg. Eerst zag hij haar sprakeloos aan, toen scheen hij bedroefd te worden. Ik wil gaan ja. Ik u niet kan zien ik treurig. Maar Frits wil goed zijn wil heen- gaan. Langzaam keerde hij zich om en wilde zich rustig verwijderen, Maar juist op dit oogenblik zeide Magda, die medelijden met hem had: alles zouden doen om de haven van Heusden te protegeeren, en die van Waalwijk te negeeren." De heer Mombers „Ook is nog door hem gezegd, dat Kaatsheuvel nog gemakkelijk langs twee andere zijden te bereiken is." De heer Timmermans Wz.„De besprekin gen, die nu plaats hebben, zullen blijken eiudeloos en noodeloos; laat ons daarom eerst uitmaken of ze door de Groote straat mogen,ja of neen." De heer Timmermans v. Turenhout: „Zou het niet beter zijn, eerst nog eens aan de Vicinaux te vragen welke mildere bepalingen ze verlangt; ik zou hen eerst nog wel eens willen hooren, alvorens ze af te wijzen." Zouden ze in het schrijven, dat we tot hen gericht hebben, misschieu door de regels door hebben kunuen lezen, dat we mildere bepalingen zouden willen verleenen Ik zou den tram liefst langs den dijk willen, maar zou toch liever nog zien, dat die ver bindingsweg door de rtraat kwam, dan hee- lemaal niet't is een groot gemeente belang. De heer Baijens „Ik beaam het doel van de heer Timmermans v. Turenhout, maar eerst zou ik wel willen, dat de Vicinaux ons mededeelde welk financieele en technische bezwaren er wel zijn, over den dijk." De heer Timmermans van Turenhout: „dat zal blijken uit de nadere onderhandelingen." De voorzitter: „ik betwijfel niet, of ze zullen het over den dijk niet aannemen, alleen door de Groote Straat. Iu vorig schrijven hebben ze ook op technische en finaucieele bezwaren gewezen. Het blijkt verder ook hieruit Door de Putsteeg willen ze niet, door de Nieuwstraat over den dijk ook niet; per se door de Groote Straat. Als de raad het goedvindt zullen we, alvorens te besluiten, vragen welke bezwaren ze hebben, en dan onderhandelen. Aangenomen. Een schrijven van Mr. Loefif, dat het beroep van schipper Janssen, tegen de ge meente Waalwijk in welks haven zijn schip schade had bekomen, verworpen is door den Hoogeu Raad. Wij zullen elkander nog dikwijls weerzien, doch zij zou bijna berouw gekregen hebben over die goedhartige woorden. Frits vloog op haar toe en greep in woeste vreugde hare beide handen. Oik niet leven kan, ik u niet zie. Een engel 1 O, een engel. Maar even spoedig liet hij hare handen weder los en ijlde weg met een snelheid, alsof men hem op de hielen zat. Nu sidderde het meisje toch, maar uiterlijk kalm keerde zij naar de oude dame terug. De arme onnoozele zal u niet meer lastig vallen, genadige vrouw, hij keert naar zijne hut terug. Eu als gij het verlangt, zal ik u nu iets voor lezen. Ja maar niet uit het gebedenboek.... Mijn sterk geprikkelde zenuwen hebben afleiding noo- dig. Begin dus met dezen nieuwsten roman van mijnen lievelingsschrijver. En Magda begon met hare welluidende stem te lezenmaar terwijl zij werktuigelijk zich van haren plicht kweet en de bladzijden omkeerde, dwaalden hare gedachten rusteloos rond; terug naar het verledenenaar haren broeder, naar Duitschland, naar Frits, den armen idioot. Waar hebt gij Fransch geleerd, juffrouw? Gij spreekt het onberispelijk, zeide een diepklinkende stem, midden in een langen, hoogdravenden volzin. Magda schrikte min of meer, en zeide: - Bij een goede, Parijsche dame. Te Weenen woonde zij naast ons, en toen haar eenig dochtertje stierf, nam zij mij bij zich in huis. Daarvoor naaide mijne moeder hare kleederenvervolgde het meisje glimlachend, terwijl zij Raming vrijmoedig in het donkere, strenge gelaat zag. Hij bleef volkomen koel. Musiceert gij ook? Neen, daar waren wij te arm voor. En ik geloof dat ik ook volstrekt geen muzikalen aan leg heb. Hij antwoordde niet, maar stak vragend de hand uit naar het boek, dat Magda in de hand hield en doorbladerde het. Dit is geen roman voor fatsoenlijke vrouwen. Laat mij het boek behouden, mama. Ik zal u de uitnemendste boeken van onze Duitsche schrijvers laten zenden. Zonder er verder over te spreken, stak hij het boek in zijn borstzak en ging toen naast zijn moeder zitten. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1898 | | pagina 1