Burgerlijke stand. Handelsberichten. Gemengd Nieuws. "™m<lNGËi7ivERKT™ Des dokters medeplichtige. fioantieele. voordeden, maar eene schitterende, doch oveiigens zoo vrijwillig mogelijke hulde hoofdzaak behooft te blijven. En Waalwijk, aan zijn verleden getrouw, zal in dit opzicht, ook^ihaus wrl niet 'e rnin«te zijn onder de btoederen, al wordt geene bovenmatig hooge gemeentesubs:die gevoteerd. Zal er niettemin ernstig sprake kunnen zijn van eene verhoogi-g van hei aanvankelijk toegestane bedrag, dan zal, naar mijne be scheiden zienswijze, dc gemeentelaad zelf toch in allen gevalle hebben te bepalen tot welke speciale doeleinden de feestcommissie het geld uil de gemeentekas zal mogen aan wenden. Een koninginneboom ter blijde herinnering, en eene doelmatige muziekkiosk, waarnaar het volk al zoo langen tijd reikhalzend uitziet, zouden, als zaken van blijvende waarde, dan wel het allereerst i.i aanmerking mogen komen. Voor's de kosten van het or-tworpen schoolfeest, de versiering en verlichting van de gemeentegebouwen en de algemeene ver spreiding van populaire nationale liederen, ter vervanging, zoo mogelijk van deu trivialen onzin, dien we hier bij iedere gelegenheid op straat te hooren krijgen. Maar vooral vergete men de minvermo genden niet. Het heeft geen aangenamen indruk gemaakt dat onze feestcommissie, in tegenstelling met die van andere plaatsen, dienaangaande niets op het voorloopig leest program bracht. De heeren van Schijndel en van Dooren zeiden in de jongste raadszitting dan ook niet te veeldoor het met nadruk voor de armen op te nemen en geen com pliment aan de feestcommissie was, dunkt mij, de bewering van den Voorzitter en van den heer Timmermans Bzn., dat de heeren gauw zouden bedanken, als er over hunne aanvraag en plannen te veel gediscussieerd werd. Waar het zulke aanzienlijke uitgaven voor de gemeente betreft, heeft ieder wel degelijk het recht een woordje mee te praten en ik voor mij, heb de commissie te hoog, om te kunnen veronderstellen dat ze tengevolge eener welwillende critiek zou doen als een verwend kind, dat begint te pruilen als de ouwelui niet heelemaal naar 2ijn pijpen willen dansen. De vraag is ook nog, of Ged. Staten het zoo maar zouden goedkeuren, dat de ge raeenteraad, bij het toestaan van subsidie, aan de feestcommissie onvoorwaardelijk carte blanche gaf. Ik beD zoo vrij, dienaangaande alsnog met den Voorzitter van meening te verschillen, en geloof veeleer, dat indien de raad de bestemming der gemeentegelden niet nader omschrijft, de vereischte sanctie niet zoo gemakkelijk zal worden verkregen. Vermoedelijk echter wel, wanneer men zich houdt aan het meer officieel gedeelte der feestviering. En daar onder mag m.. i. het hierboven geciteerde gerangschikt worden. Wil men dan verder nog andere feeste lijkheden organiseeren, men vinde de kosten daarvoor uit vrijwillige bijdragen. Indien zij, die den toon hebben aan te geven, flink voorgaan, zal ongetwijfeld iedereen gaarne meedoen. Ook de talrijke Waalw:jksche Vereenigingen, zooals de groote sociteitde handboogschut terijen, waarvan eene zelf den Koninklijken naam van „Oranje" draagt, de muziekver- eenigingen de gilden enz. die alle nog al dik in de dubbeltjes zitten, zullen zich dan zeker niet onbetuigd laten. Vriendelijk dank, mijnheer de redacteu', voor de verleende hospaiiteit. Waalwijk 31 Maart 1898. Een man van Oranje. SPRANG. Van 15 31 Maart. GEBORENWillem Adrianns zoon van Cornelia de Ruiter en Maria Chabofc Wouter Johannes, zoon van Adrianus de Roon en (leertruida Nieuwenhuizen Pieter Jo hannes, zoon van Pieter van den Anker en Maria Janson Pieternella, dochter van Pieter Braspenning en Alida van der Schans Jenneke Bastianadochter van Gerrit Roubos en Johanna Magdalena Soeters. OVERLEDENPieter Johannts van den Anker, jm. oud 2 dagen. CAPELLE. Van 15 31 Maart. GEBORENHendrik z. van Andries Lesage en Josijna Sijke van Dongen Johanna, d. van Jan Treffers en Maria Helena Konings Catharina d. van Jan Rozenbrand en Catharina Verduijn Mauritsz. van Adrianus Koenen en Johanna Cornelia Ver hoeven Ardina, d. van Leonardus Waarts en Lena Heurter Johannes Antonie z. Hendrikus van der Schans en Elisabeth Mes Huiberdina d. van Huibert Sulsters en Johanna Mouthaan. OVERLEDENJohann«9 van Alphen 69 jaar echtgenoot van Elisabeth Maria Hagoort Cornelis Bavel 67 j. weduwnaar van Teuntje Schilders Jan van Pelt 77 j. echtgenoot Angenita van Pelt Anna Martina van Pas 19 jaar. WAALWIJK31 MaartTö98. De jaarmarkt werd zeer druk bezocht. Bij ruimen aanvoer ter veemarkt was de handel tamelijk levendig. Weivee was vooral goed ge- vraegd, terwijl daarentegen voor slachtvee weinig kooplust bestond. kalfbee9ten golden f115 k f195. Dito vaarzen f 90 f 175 Jonge varkens aangevoerd 235 stuks, ver kocht van 1'6 75 a f 14.75. Ter botermarkt afgeslagen en verkocht 485 kg. van f0.99 A 1' 1.11 per kg. Eieren I 2.50 a 3.50 per 100 stuks. Er heerschte heden Ier beurze veel animo voor alle soorten van grnnen. Men noteert Iulandsche ristarwe f9 a 9,25 Zeeuwsche witte tarwe f8.75 a 9. Rnode tarwe l 8,25 n 8.50, alles per 80 kilo. Prima Taganrog f170, Amerikaansche rog 1167.50 Don au rog f 162,50 per 2250 kilo, Amerikaansche inais f 4 a 4.20 per 80 kilo. Voederervten (6 per 80 kilos. Voedergarst 1'4 per 60 kilos Zaaihaver f4 per mud. Overige artikelen onveranderd. Huiden. Over 't geheel is tie stemming vast. Leder. Z.vaar leder met veel vraag aan iets betere prijzen. Licht zoolleder, waarvan vooral in de prima soorten weinig voo'aad bestaat aan stijgende prijzen. Iul. schorsMei veel aanbod voor ge ringe qualiteii, prima waar ontbreekt; vreemde looimiddelen worden eveneens veel aar.gebo- boden, prijzen stationair. De schoenfabrieken werken druk Het gun stig weer vooral tegeu de aanslaande feest dagen is daarop van invloed. DUSSEN. Ter botermarkt aangevoerd 153 K.G. Prijs yan fO.88. a 1.00; markt gezet op fl.94. Eieren f0.70 per 26 stuks. Zesvoudige moord te Nassandres. Door de koelbloedige bekentenis van den 27-jarige moordenaar Gaillard, zijn thans alle bijzonderheden van den zesvoudige» moord, die Zondagavond omstreeks 8 uur iu het Fransche plaatsje Nassandres gepleegd werd, volledig bekend. De voorbereiding tot de afschuwelijke mis daad was een inbraak bij den geweermaker Picard te Brionne. Zaterdagnacht omstreeks drie uur verbrijzelde Gaillard in diens geweer winkel een ruit en ontvreemdde drie geweren, drie of vier revolvers en een hoeveelheid patronen, waarmede hij de vlucht nam. Eén der geweren wieip hij weg, de overige wapens behield hij, met het oogmerk om in de om streken „een slag te slaan", gelijk hij ver klaarde. Beladen met zijn buil kwam hij Zondagavond te Nassandres, op den weg van La-Rivière- Thibouville naar Beaumont-le-Roger waarop plm. 400 meter van de beetwortelsuikerfabriek van den heer Bouchon, het huis van den mees terknecht dier fabriek, den 37-jarigen vermoor de Leblond, staat. „Met de bedoeling om deze woning uit te plunderen aldus luidde zijn verklaring voor den kapitein der gendarmes te Lisieux, die het eerste verhoor leidde kroop ik door de heg die den tuin van den weg afscheidt, en begaf mij naar de glazen deur der tuinkamer. Door de ruiten zag ik een man, die de krant zat te lezen. Ik had mijn twee geweren in de hand, die met scherpe patronen geladen wa ren. Ik mikte op het hoofd van den man en trok af. Onmiddellijk viel hij dood neer, Ik trad daarop de woning binnen. Op dit oogenblik kwam de vrouw in de kamer. Mijn tweede schot deed ook haar vallen. Door de schoten of het geschreeuw der moeder blijk baar uit den slaap gewekt, kwamen nu twee kinderen in nachtgewaad de kamer binnen. Ik greep hen aan en sloeg hen dood, zooals men konijnen doodslaat. Aldus ontslagen van kinderlijke getuigen deed ik, daar ik rammelde van den honger ,eeu provisiekast open, waarin ik een restant vleesch en een kan rum vond. Ik ging zitten, om kalm te eten en te drinken. Ik was met mijn maaltijd bijna klaar, toen ik op den drempel der kamer een klein meisje in nachtgewaad zag verschijnen. Mijn geweren waren niet geladen, daarom sneed ik het kind den hals af met het mes, waarmede ik brood had gesneden en dat ik op de tafel had gevonden. Nu zal 't wel afgeloopeu zijn, dacht ik, en ik begaf mij naar een achtervertrek om onge stoord den boel te kunnen doorsnuffelen, toen ik daar plotseling ecu oude vrouw ontwaarde, die in bed lag. „Weer eenzei ik bij mijzelven, en na een mijner geweren te hebben geladen, doodde ik haar met een schot. Ik kon toen onbezorgd kisten en kasten openbreken, want er was niemand meer in het huis". Dit verhaal deed de onverlaat, die reeds in '95 verdacht werd van moord en brandstichting, doch door het gerechtshof te Calvados uit gebrek aan bewijs vrijgesproken werd, met een ijzingwekkend cynisme. Gevraagd, hoe hij tot deze ontzettende misdaad was gekomen, ver klaarde hij kalm „Ik had geen werkik had honger. Ik ben uitgegaan om te stelen en ik heb gedood. Na alles wat van zijn gading was, in een valies te hebben gepakt en een pak kleeren van zijn eerste slachtoffer te hebben aange trokken, begaf hij zich op weg naar zijn woon plaats Lisieux, waar hij op aanwijziging van een paar landbouwers, die hem met een kruiwagen, waarop een valies en twee geweren, hadden ontmoet, gearresteerd werd. De arme kinderen, die onder de hand van den moordenaar vielen, waren iwee knaapjes van 9 eu 7 jaar en een meisje van 6 jaar. De oude vrouw was de schoonmoeder van de 34- jarige echtgenoote van Leblond. Zij was 74 jaar oud en geheel verlamd. De moordenaar blijkt vroeger in dienst te zijn geweest bij Leblond's patroon, toen deze nog directeur eener suikerfabriek te Nogent- sur-Seine was. Hij was te Nassandres bekend en men vermoedt, dat zijn moordplan gericht was tegen een rijke, oude dame, die vroeger in het huis van den vermoorden meesterknecht woonde,doch in December j l. overleed, welke laatste omstandigheid Gaiilard niet bekend moet zijn geweest. Ik zat in mijn spreekkamer te wachten op patenten, die nog maar niet erg druk komen wilden. Ik was jong, en had mij slechts kort geleden gevestigd maar dat men nog zoo weinig gebruik maakte van de diensten van mij, Jan Hardraan, medicinae doctor in deze groote stad, ontmoedigde mij toch meer dan ik-zelf wel weten wilde. Mijn zwaarmoedig gepeins werd eensklaps gestoord door een hevigen ruk aan de bel, kort daarop gevolgd door het binnentreden van een heer. Dr. Hardman, geloof ikzeidehij. Ver oorloof mijdat ik me even voorstel. Ik ben Thomas van Rose Villa. Ik woon bui ten, een uur van de stad af. Na lie ra te hebben gezegd, dat het mij genoegen deed met. hem kennis te hebben gemaakt, vroeg ik hem, of ik hem misschien van dienst kon zijn. Ge zijt een man van drukke bezigheden, dokter, zeide hij, waarna hij even ophield terwijl ik leugenachtig te kennen gaf, dat dit inderdaad het geval was. Maar misschien, ging hij voort, heeft u toch wel een oogen blikje voor mij, lk antwoordde, dat ik hem dat niet wei geren kon. Welnu, ik zal maar met de deur in huis vallen, ging hij vroolijk voort, ik ben zelf zoo gezond als een visch, maar ik wenschte van uw goede diensten gebruik te maken voor mijn nicht. Zij is jong en haar gezondheidstoestand is wat men noemt de licaat. Ik zon zoo graag willen, dat zij er heelemaal bovenop kwam, en daar ik eenige bizonderheden omtrent u en uw loopbaan ben te weten gekomen, die geheel en al te uwen gunste pleiten, wenschte ik haar aan uw hoede toe te vertrouwen. Ik sprak haastig een paar woorden, waarin ik het genoegen uitdrukte, dat mij de zorg voor de gezondheid van 's heeren Sharp's nicht werd opgedragen en ik wilde hem juist een paar vragen stellen omtrent den toestand en de levenswijze mijner patiënte, toen mijn beweeglijke vriend mij in de rede viel. U is de eenige zoon van wijlen Jan Hardman uit X„ zeide hij. Ik ken dat ge deelte van ons land heel goed en ik weet. dat u het eenig nog levende lid zijt, be- hoorende tot dat goede oude geslacht der Hardmans. Het doet er niet toe, hoe ik dit weet. lk weet ook, dat uw vader speculeerde iu de koffie, en daardoor nagenoeg zijn ge- heele vermogen heeft verloren, en dat het voor u een heele geschiedenis is geweest om uw studie te kunnen voltooien. Het verheugt me, dat u dit toch gelukt is. Op deze wijze rammelde de heer Sharp voort, mij niets wijzer makend omtrent hem zelf, maar tot miju verbazing, wat mijn aan gelegenheden betrof, een niet geringe kennis toonend. Onze eerste ontmoeting eindigde heel vriendsdhappelijk en hij vertrok, na van mij de verzekering te hebben ontvangeu dat ik het aanbod om den volgenden dag op Rose Villa te komen dineeren, met dank baarheid aannam. Rose Villa bleek een lief gelegen buitentje. Ik had al een paar inlich tingen ingewonnen bij Antje (Antje was mijn dienstmeisje), en het scheen, dat de heer Sharp een mijnheer van geld was, voor zoover be kend zonder beroep, en reeds twee jaar op dezelfde villa woonachtig. Zijn nicht, een jonge dame met een gelaat, dat men nooit vergat, volgens de opinie van Antje, was het eenige andere lid der familie, die niet door veel, indien al eenige, menschen bezocht werd. Mijn eerste indrukken van Rose Villa en van Henrietta Bosser, mijn lieve patiente, waren van den meest prettigen aard. De heer Sharp was een gastheer uit dui zenden, hij was opgeruimd onderhoudend, en juffrouw Bossers, een blauw-oogig schoon meisje met weelderigen haartooi, was zoo lieftallig als zij mooi was. Zij was een vol maakte musicienne, die speelde en zong zoo mooi en beschaafd als maar schaars het geval is, bij wie buiten het stadsleven staan. In alles was een zekere weelde merkbaar, en wat den avond betreft, die op het diner volgde, het was een der genoeglijkste van mijn heele leven. Juffrouw Bossers en ik waren bijna terstond vrienden. Ik werd tot haar aangetrokken zoowel door haar optreden als door haar schoonheid. Wat mij echter een raadsel bleef, was de reden waarom de heer Sharp mijn diensten had verzocht voor zijn nicht. Zij was volmaakt gezond De heer Sharp verzocht mij dagelijks te kouien, en ik voldeed aan dat verzoek met groote nauwgezetheid; maar dat juffrouw Bossers eenig nut van mijn geneesmiddelen had, (als zij ze al innam), durf ik zoo grif niet toegeven, ofschoon een flink bedrag van de onkosten vooruit betaald werd. Drie maanden gingen voorbij. Ik was uitermate gelukkig. En ik wist ook, dat ik tot over mijn ooren verliefd was op de bekoorlijke llenriëtte, en, ofschoon ik haar mijn geheim nog niet had bekend gemaakt door een hu- welijksvoorstel in ^optima forma*, wist zij toch wel hoe de zaken met mij stonden, omdat het hart altijd de taal van het hart verstaat. Ook haar oom moet wel lont ge- rooken hebben. Hoe dit zij, ik wachtte slechts op het oogenblik, dat mijn praktijk wat meer zou opbrengen om mij te verklaren en mijn zaak te bepleiten met al dc welsprekendheid, waarover ik beschikken kou. Maar het ging niet met de praktijk Inderdaad, financieel werd mijn toestand met den dag hopeloo- zer. Het regende rekeningen op mijn huis met eentonige regelmatigheid, en ik was ten einde raad. Een avond toen ik weer bij den heer Sharp gedineerd had, noodigde mijn gastheer mij in zijn kamer, om een sigaar te rooken. Ik voelde, dat er iets gebeuren ging, en mijn vermoeden bleek geenszins ongegrond. Je ziet er bedrukt uit van avond, Hard man, begon hij, toer. we beiden op ons ge mak gezeten waren. Je bent in moeilijkhe den, nietwaar Ik weet het, en het zal je geen nadeel zijn, als je openhartig met mij bent. Ik wist nauwelijks wat te antwoorden, en schoorvoetend gaf ik toe, dat ik zoowat op mijn laatste beenen stond. Zonder veel om slag vervolgde hij Je bent ook, geloof ik, verliefd op Henriëtte. Niet waar Zoo is het, mijnheer Sharp. Nu, waarom trouw je haar dan niet Hij keek mij vlak in het gezicht, met een ietwat comischen glimlach om zijn lippen; zijn rondheid gaf mij moed. Ik vrees, dat wat voor een niet ge noeg is, zeker niet genoeg is voor twee, zei ik, na even te hebben nagedacht. Indien ik uw nicht kon trouwen, zou ik het met blijdschap morgen doen. Meent ge dat P Zeker, ik bemin haar. Hij stond op en keek mij vast in de oogen. Luister, Hardman. Henriëtte is een dame door geboorte en opvoeding. Zij heeft geen familiebetrekkingen, behalve mij, in de wereld, en te eeniger tijd zal ik haar toch alleen moeten laten. Ik heb onderzoek naar je gedaan, en ik weet dat je verleden in alle opzichten mag worden nagegaan. Wordt je aan het begin van de loopbaan de hand toegestoken, dan ben ik er zeker van, dat je aan het einde ervan in alle opzichten geslaagd zult zijn. Zeg mij eens, hoeveel zoudt gij noodig hebben om een goede praktijk over te nemen, of op eenige andere wijze je een flink bestaan te verzekeren Mijn verbazing nam hoe langer hoe meer toe. Wilde de man mij misschien adopteeren Zou je aan eeu halve ton genoeg hebben ging hij voort, daur ik in gebreke was gebleven te antwoorden. Ik zou mij kunnen associeeren met een oud vriend van mijn vader voor veel, veel minder, zei ik eindelijk. Dr. Jordaans bood mij aan een deelgenootschap in zijn praktijk voor f20.000, als ik mijn laatste examen met goed gevolg zou hebben afge legd, maar ik wist geen middel om aan het geld te komen. Waar woont Jordaans In Amsterdam. Is de praktijk goed en kan je hem vertrouwen Wat de praktijk aangaat, is er geen betere, en wat Jordaans betreft, hij is een excellente kerel, een oude vrijgezel, die evenals mijn vader een hoop geld heeft verlorenmaar anders thans een rijk man zou zijn. Sharp lei zijn groote hand op mijn schouder. Ga en vraag Henriëtte, of ze je vrouw wil worden, zei hij zachtjes. Ik ben er zeker van, dat je geen blauwtje loopt. Op den dag van haar huwelijk geef ik haar f50.000 mee en ik geef je morgen f25.00, waarmee je je zaken hier kunt regelen, en ook met Jordaans de overeenkomst kunt sluiten, die je wenscht, een en ander op voorwaarde, dat je geen vragen doet, en gauw trouwt. Maar, mijnheer Sharp, riep ik uit, zulk een grootmoedigheid. Ga en vraag Henriëtte. Hij wees naar de deur, mijn bezwaren met een handgebaar als 't ware tegenhoudend, en ik volgde richting van zijn vinger als een die droomt. Dien avond verliet ik Rose Villa als aanstaande van Henriëtte Bossers, met een wissel van f25.000 in mijn jaszak. (Slot volgt).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1898 | | pagina 6