Nummer 35.
Zondag 1 Mei 1898.
Tweede Blad.
'd II
De oorlogen dezer eeuw.
FEUILLETON.
BINNENLAND.
Vervolg Nieuwsberichten.
UITVOERINGEN.
Zoo zal dan onze eeuw, die met oorlogen
begon, met slachtingen eindigen onze eeuw
van verlichting en beschaving, die volgens
de voorspellingen van menschen, die 't meen
den te weten, een tijdperk zou inleiden van
verbroedering en solidariteit der volkeren,
van algemeene harmonie, van algemeenen
vrede
Wanneer men een terugblik werpt over de
gebeurtenissen dezer eeuw, dan ziet men, dat
onze „verlichte" eeuw een tijdperk van strijd
is geweest als geen ander in de historie en
wordt het duidelijk, dat het oorlogen van
natie tegen natie, evenals det duel van man
tegen man door het gezond verstand ver
oordeeld, nog vooreerst niet tot de geschiede
nis zal behooren.
Het hier volgend lijstje van de oorlogen
onzer eeuw vergemakkelijkt het overzicht
van de voornaamste gebeurtenissen in den
worstelstrijd der volkeren. De verschillende
kleine leemten, die er in voorkomen de
4-jarige Amerikaansche burgeroorlog is o.a.
niet opgeteekend zal de lezer zelf wel
kunnen aanvullen.
180515. Oorlogen van Napoleon I
tegen geheel Europa (Ulm, Weenen, Tra
falgar, Gunzburg, Elschingen, Jena, Auer-
stadt, Eylau, Friedland, Madrid, Warschau,
Eckmuhe, Regensburg, Wagram, Smolensk,
Moskou, Lutzen, Bantzen, Leipzig, Wa
terloo).
18130. Expeditie der Eranschen tegen Al
giers, verovering van Algiers.
184-9. Bezetting van Home door de Eran
schen tot het herstel van den paus.
1854-55. Krim-oorlog (Balaklava, Inker-
mann, Sébastopol).
1859. Eransch-Italiaunsche oorlog tegen
Oostenrijk (Solfirino, Magenta, enz).
1860. Eransch-Engelsche expeditie tegen
China (Palikao, zomerpaleis! Eransche Liban-
expeditie.
1861. Mexicaansche oorlog, terdoodbren
ging van Maxiroiliaan, prinses Charlotte
wordt krankzinnig.
1863. Oostenrijksch-Duitsclie oorlog tegen
Denemarken ter annexatie van Sleeswijk-
Holstein.
1866. Oorlog van Duitschland tegen Oos
tenrijk (Sadowa).
1868. Oorlog van Engeland tegen Abys
sinië (Magdala, dood van Theodoros).
1870. Eransch-Duitsche oorlog (Eorbach,
iihii-jimmi imiiOTBMMmiM mmmjip
14
Wat zal ik verder nog veel zeggen? Wanneer
gij, mijn kind. dit geheim van eene doode 7 U
gelezen hebben, zal ik reeds voor God he'
gestaan en uit Zijnen heiligen mond mijn vunnis
hebben vernomen. De menschen vrees ik tf.laus
niet meer, en dus zal ik mijn biecht voleindigen.
Het echte testament heb ik al die jaren trouw
bewaard aan en dien brief aan den heer Lyton
heb ik geschreven. De getuigen waren omgekocht
en met het geld gingen zij naar Amerika. De
valsche erfgenaam v- ocht het slot Nvoor
een kolosaal bedrag cii verliet Engeland.
En thans wil ik u de namen noemen >ïe neef,
dien wij een vorstelijk erfdeel hebben afhandig
gemaakt, heet Gnstaaf Berauof hij nog leeft en
wat er van hem geworden ia Wij hebben ons
nooit om hem bekommerd.... en de valsche erfge-
naam Zijn naam was Kurt Von Raming de
man zonder smet of blaam, do trotsche edelman
en de vader van Berthold Von Raming.
Met een kreet van wanhoop sprong Magda van
haren stoel op.
Kurt Von Raming de vader van den man,
dien zij liefhad een gemeene misdadiger.... En
al deze rijkdom, deze schoone bezitting, dit trot
sche kaseel was niet zijn rechtmatig eigendom P En
hij, wien dit alles moest toebehooren, doolde mis
schien arm in de wereld rond
En als een felle bliksemstraal trof haar thact
de gedachte: Zon Berthold Von Raming met
schandelijk bedrog bekend aijn P
In vertwijfeling wrong Magda de handen. )der
Keen o God in den hemel, laat hem zooon
schuld zijnl smeekte zij op hartstochtelijker! lfta'
En al moge hij zoo arm zijn als een bedelaar hem
geen blaam hem treffen, geen schuldbesef
drukken. ttiee
Daar viel baar oog weder op het noook
van
geschrift misschien sprak het den zoon no
alle schuld vrijtafel
Sidderend zette Magda zich weer aan de tQch
neder de oogen schenen haai' te branden
las 7,'\ vcH*-:
Gravelotte, Sedan, Parijs).
1873 Oorlog van Engeland tegen het
koninkrijk Ashanti (Goudkust, Afrika).
187376. Russische oorlog in Midden-
Azië (Kiva, Kkokhand, Kara-Kirghiz).
1876. Turksch-Servische oorlog (Alexiuatz).
1877—78. Russisch-Turksche oorlog
(Plevna).
187980. Oorlog der Engelschen tegen
Afghanistan (Maiwand, Kaboel).
187981. Chili- en Peru-oorlog.
1880. Oorlog der Engelschen tegen de
Transvaalsche boeren (Majuba), Eransche
expeditie tegen Tunis.
188283. Engelsche oorlog in Egypte
en Soudan (Alexandrië, Tel-El-Kebir, Tokar,
Khar oem).
188384. Eransche oorlogen in Tonkin
en China.
18S5. Bulgaarsch-Servische oorlog (over
winning van prins Alexander)oorlog van
Engeland tegen Birma(gevangenneming
van koning Thébau).
189396 ltaliaansche oorlog op de Afri-
kaansche kust en tegen Abyssinië (overwin
ning door Menelik).
1894. Oorlog tusschen Japan en China.
1895. Expeditie der Eranschen tegen
Madagaskar en Siam.
1897. Turksch-Grieksche oorlog.
1898. Oorlog tusschen Amerika en
Spanje.
Een blik op deze „balans" leidt tot de
erkentenis, dat de beschaafde wereld gedu
rende deze honderd jaren niet veel anders
heeft gedaan dan gestreden en geslacht. Het
kanon heeft slechts gezwegen gedurende een
korte periode in de eerste helft der eeuw.
Van 1815 (val van Napoleon) tot- 1854
(Krimoorlog), werd de vrede slechts verstoord
door eenige kleine verwikkelingen in Algiers
en Italië (Rome). Men herademde en meen
de een regenboog aan den onweershemel te
zien. De uitvinding van spoortrein en tele
graaf, de middelen, die de volkeren tot el
kander zouden brengen, de omwenteling van
1848 met haar schoone beloften van vrede
en algemeene verbroedering, dit alles bij
eengenomen begunstigde het optimisme -n
de algemeene beschouwing van den toestand
en rechtvaardigde de meening, dat een
nieuwe humaniteit zou geboren worden uit
de afgezworen oude barbaaaschhcid. Het
waren helaas luchtkasteeleu, die men
bouwde
De oude geest van wantrouwen, haat en
veroveringszucht sluimerde slechts in
het hart van Europa, vermoeid door de
slachting van twintig jaren uit Napoleon's
tijd.
In stilte wendde men alles aan, om de
Ik heb hier niet veel meer bij te voegen.
Het valsche testament bleef in handen van den
heer Lyton, die reeds lang dood is, en het ejjh**'
is geborgen in liet kleine, bruine, houten
dat gij bij mij in de hut zult vinden. Er.
nam mij met zich mede hij raoe3t njj* iphtil_
nemen, mij, den deelgenoot in zulk e'
geheim. te testament in
En hy wiatook, dat ik het jt vQOr eeQ h
■nyn bezit had en hij wildeJ Ter8landigë_
prijs van mn koopen. Maar had hem dQa gl|eda
ik vertrouwde hem niet. 1
uitgeputte krachten te herstellen, teneindp
opnieuw den strijd te kunnen beginnen. En
de tweede helft der 19e eeuw heropende een
cyclus van bijna permanente oorlogen, waarin
tennaastebij alle naties van onze planeet
betrokken waren. Over 't geheel genomen
vindt men in de geschiedenis der 100 jaren
tusschen 1800 en I9( 0, meer dan in eenige
andere eeuw sinds de middeleeuwen, gewag
gemaakt van stroomen bloeds en verwoes
tingen van den oorlog. En onze eeuw is nog
niet ten einde Er zijn nog 32 maanden
blanco in het geschiedboek der 19e eeuw,
waarin heel wat kan gebeuren
Om bloediger slachtingen te vinden, dan
die, welke onze grootouders hebben gezien,
moet men teruggaan tot de tijden, toen het
Chistendom nog niet het humaniteitsgevoel
der menschheid had gewekt. De bevrijding
van Griekenland door Pausanias kostte het
leven aan 260.000 Perzen en deze slachting
is het vreeselijkste wapenfeit uit de historie.
Toen Marius in de vlakten van Provence
Gallië verdedigde, bedekten 200.000 lijken
den bodem. Eén enkele veldslag onzer eeuw,
de slag bij Leipzigook wel de volkeren-
slag genoemd, die door Napoleon geleverd
werd tegen Oostenrijk, Pruisen en Rusland,
kostte het leven aan 120 000 soldaten. Voeg
hierbij de cijfers der menschenslachtingen te
Waterloo, in de Krim, te Sadowa, te Gra
velotte, te Sedan, te Plevna, in China en
Japan, en men komt tot een monsterachtig
getal, dat de slachtingen uit de Romeinsche
en Grieksche geschiedenis overschaduwt,
dank zij den vernielings- en moordwerktui
gen der hedendaagsche beschaving. E11, is
het geen merkwaardig verschijnsel, dat den
toestand onzer „verfijnde bschaving" nog
neteliger maaktnaarmate de beschaviug
vooruitgaat, wordt het oorlogen niet alleen
veelvuldiger en moorddadiger, maar ook meer
algemeen. Vóór de invoering der stoomvaart,
vóór den tijd van het spoorverkeer en de
telegraaf, werd het oorlogvoeren door de ge
brekkigheid van de verkeersmiddelen binnen
enge grenzen beperkt. In onze eeuw wordt
over onze geheele planeet oorlog gevoerd.
Slechts een paar neutrale Europeesche staten
£ijn bewaard gebleven voor den oorlog, die
thans geen geografische grenzen meer heeft,
die thans de geheele vaste oppervlakte van
de aarde en de enorme uitgestrektheid der
oceanen met bloedplekken bezoedelt.
En daar blijft het nog niet bij.
De oorlog tusschen Amerika en Spanje
zet de kroon op de verschrikkingen onzer
eeuw, omdat hij is een oorlog, die op schan
delijke wijze werd uitgelokt door een laud,
dat totnogtoe, gold als een toonbeeld van
vredelievendheid, dat zich het sterkst ver
klaarde voor de arbitrale oplossing van in
ternationale verwikkelingen, dat een apostel
der moraal, van deugd, van vrijheid, van
eensgezindheid was en dat de voorstanders
van vrede daarom beschouwden als een
hechten steunpilaar, als den bodem, waaruit
de verhevenste begrippen van humaniteit
zouden gedijen
De Amerikaansche republiek was de per
sonificatie van den vrede. Eu zietdaar nu
Nu trekken de uitvinders der arbitrage zelf
ten strijde op een wijze, die algemeenen af
keer wekt en een kaakslag is voor het door
hen uitgevonden nieuwe evangelie. De hou
ding van Amerika tegenover Spanje gelijkt
op een imitatie van de slachtoffers der Ame
rikanen, op een navolging van de zeden der
Roodhuiden Is de vrede dan een utopie
De toestand geeft voorzeker stof tot pessi
mistische overdenkingen. Maar laat ons biet
wanhopen. Een nieuwe eeuw breekt aan.
Hopen wij, dat haar dageraad even helder zij
als de ondergang der tegenwoordige somber.
WAALWIJK.
Maiinée, op Zondag 1 Mei 1898, aanvang
12 ure, te geven door de liedertafel Oefe
ning en Vermaak" van Waalwijk en Bezooien,
op de zaal Musis Sacrum.
(Zie programma's).
r had hem dus 8teed9
7 uwde Raming, en ein-
in mijne macht La er tr Taderland dft trotBche
ijk kocht hij hfrm 'Jhem mede
kasteel en ik g g de ajgemeen geachte slot-
n spoedig wa ^-jeng rechtschapenheid en
.ïeer, de man, voor^ejd iedereen eerbied had, en
onkreukbare eeri^ zwaren }a.,t 0p geweten door
die, pu me c.elde, zonder misschien ooit te den-
het 'even wandien hij, op zoo schandelijke wijze
ken aan :iemitti en hftd 5eroof(j> En èigünaar-
van zuue b£ - 0Qtwee^ hij zooveel mogelijk
dlg ^greep het.
\vV d t'etreft G°d heeft mij hierbeneden
d "traft. Mijn vrouw, die ik innnig lief had,
reens jeUgdigen leeftijd, en mijn eenig kind
pSts, dien armen jongen, kent gij.
nu4, ,-i.ens en telkens vroeg ik mijzelven afwaar-
oleef Raraiugs levensgeluk onverstoord? Eu
onVa izijn stervensuur moest hij geen strijd
zehod hebben want hij stierf zonder priester
Sn nam zijn zware schuld met zich naar de eeuwig
heid nu daarom benijd ik hem niet.
Dat baron Von VVörthern zijn karakter had
leeren kennen, werd mij duidelijktoeu ik hem
op zekeren dag toevallig tot een heer hoorde
zeggen.
Raming heeft een hortstochtelijken en geld-
gierigen' aard ik kan dat niet verdragen, en
het doet mij leed, dat ik hem zooveel vertrouwen
heb geschonkeu.
En dat was dus de reden, dat hij hem in zijn
testament niet milder had bedacht. Eindelijk
nog dit
Ik zweer bij God Almachtig, dat Berthold Von
Raming niet» weet van het schandelijk bedrog,
waardoor zijn vader in het bezit van zulk een
vorstelijk vermogen is gekomen.... indien hij het
vernam, zou hij geen uur langer heer en meester
van der.e -„illen blijven, want hij ia .en
s-an eer en voor mij was zijne nabijheid al
tijd pijnlijk....
Thans ben ik aan het einde mijner bekentenis.
Ik laat u geheel vrij om te beoordeel en, wat er
verder moet geschieden. Met Gods hulp zal het u
gelukken, het rechte pad te vinden. Doch ik wilde
u dit nog zeggen gij hebt Raming lief. Spaur hem,
zooveel dit mogelijk is want deze onthulling
zal een zware slag voor hem ziju. Kiet zoover
wegens de mogelijkheid, dat hij zijn rijkdommen
^al verliezen, dan wel wegens de onuitwischbare
smet die op zijn eigen eer, zoowel als op de eer van
zijn vader rust van zijn vader, tot wien hij steeds
heeft opgezien - als tot een hooger wezen.
Ik wil ookdat het kistje in uwe handen
komt. Bewaar den inhoud daarvan, misschien be
haagt het God, dat gij den rechten erfgenaam of
zijne naaste bloedverwanten vindt. En bewaar ook
deze mijne aanleekeniugen, die ik met mijn vollen
naam zal ondertcekenen.cn die het getrouwe levens
beeld zijn van een man. die door een verkeerde
opvoeding tot misdaad is gebracht, en die
niet genoeg zedelijke kracht bezat, om één
zijner medemenschen van denzelfden weg terug te
houden.
Bid dikwijls voor mij.
Michaël Ritter 1
Toen Magda deze laatste woorden van den
overledene had gelezen, sloeg de klok van het
kasteel juist twee uur in den nacht. Uitgeput
het «aeisje achterover in haren stoel en sloot
de oogen.
elk een vreeselijk geheim bewaarde zij thans
in haar hart.
En juist aan haar moest deze oude man die
mededeelingen doen I Aan haar, die Raming zoo
innig en oprecht liefhad, en die zoo gaarne elke
smart, elke bittere teleurstelling zeer verre van
hem had gehouden!
Ilare gedachten waren niet helder het was
of een alles vernielenden storm haar om het hoofd
loeide.
God in den hemel, wat moest zij doen
Vol vertwijfeling vouwde zij de handen. Neen,
zij kon hem deze onthuldigen niet doen zij niet
en thans r.iet.
Maar was het dan geen strenge plicht, die op
haar rustte? De onverbiddelijke plicht om te doea
wat goed en rechtvaardig was
Gymnastiekuitvoering, op Maandag 2 Mei
1898, aanvang juist ten 8 ure, te geven door
„De Waalwijksche Gymnastiekvereniging",
in de zaal Musis Sacrum. (Zie programma's).
KAATSHEUVEL.
Matinét, op Zondag 1 Mei 1898, aanvang
half 12 ure, te geveu door het Muziekgezel
schap „Euphonia (Zie programma's).
WAALWIJK, 30 April 1898.
Zomerdienst 1898.
De op 1 Mei in werking tredende zomer-
dienstregeling der spoorwegen brengt voor de
lijn Zwaluwe—'s Bosch weinig of geeu veran
deringen. Alleen roor een paar treinen bestaat
een verschil van enkele minuten.
Ook de aansluitingen blijven vrijwel als
vroeger.
Onderwijzers examen.
Bij de op 29 April te 's Bosch gehouden
onderwijzers examen warens geexaminri"--1. b
candidate... Geslaagd de J- B=nJ*-
minse, van Bezooi-- Kuypers, van Heus-
den- C. M "onkcr» J- B- Overgoor en H. A.
ax. 'vcrwiel, allen van Waalwijk.
Zij wierp angstige blikken op de blaadjes papier,
die daar zoo rustig lagen op het donkere tafel
kleed.
En toen stak zij ze bij zich, die blaadjes, die haar
het geheim van een doode hadden overgebracht.
E11 thans dacht zij aan het kistie hoe onveilig
vras dat vreeselijke geheim in ae handen van den
arme zinneloozel
Lang nog liep het meisie in onuitsprekelijke
opgewondenheid op en neder in hare kamer
steeds stond het beeld van Berthold von Raming
haar voor den geest Maar niet meer al9 de trot
sche en lijke grondeigenaar, als de voorname edeli
man neen! Zij zag hem voor zich, gebogen en
diep vernederd door het bewustzijn, dat hij de
zoon was een man, die, hoewel hij een misdadiger
en een dief was, toch meesterlijk de kunst had
verstaan zich op het voetstuk te plaatsen van on-
aantftsbare eerlijkheid en rechtschapenheid. En zij
zag Raming arm vóór zich. Maar hare liefde voor
hem was zoo rein, zoo innig en waarlijk onbaat
zuchtig, dat het bewustzijn van zijne toekomstige
armoede en vernedering haar slechts vervulde met
diepe droefheid en onuitsprekelijk medelijden,
zonder daarbij in het geringste aan zichzelve ta
denken.
En eindelijk begaf ook Magda zich terruste,
zonder echter den zoo noodigen slaap te genieten,
zelfs geen oogenblik.
Barmhartige God, wijs mij den weg aan, dien
ik bewandelen moet I smeekte zij, hevig bewogen
en radeloos.
IX
ONGEWENSCHTE GASTEN.
Toen Magda des morgens zich op het gewone
uur naar de oude dame wilde begeven en een
blik in den spiegel wierp, schrikte zij van haar
eigen beeld. Moest zij zoo voor den heer Von Ra
ming verschijnenP Moest zij niet vreezen, dat hij
haar geheim op haar bleek gelaal zou lezen t
Ach, goed dat gij komt, juffrouw Arnold I riep
de dame haar op klagenden toon toen. Zie toen
eens of mij zoon thuis is ik moet hem dadelijk
spreken. Informeer eens bij de dienstboden.
En Magda ging. Toen zij in den corridor kwam,
hoorde zij Raming's diepe stem buiten op het
voorplein. Zij liep naar een openstaand venster,
boog zich voorover en riep
(Wordt vervolgd.)