Nummer 69. Woensdag 31 Augustus 1898. 21e Jaargang.
Eerste Blad.
PROCLAMATIE
LINIIGENOOTÜN!
PROCLAMATIE
MR IUH VOLK!
NeerlancL's Heil,
Hl
z
m
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
Troonsbestijging
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
EMMA.
WILHELMINA.
o K
U1TGJBVER
ANTOON TI EL RN
"Waalwijk.
van H. M.
van Hare Majesteit de Koningin-
Weduwe, Regentes.
[n naam van Hare Majesteit WIL
HELMINA, bjj de gratie Gods, Konin-
gin der Nederlanden, Prinses van Oran
je-N assau, enz. enz. enz.
W ij EMMA, Koningin-Weduwe,
Regentes van het Koninkrijk,
De taak, die Mij in 1890 werd toever
trouwd, is weldra geëindigd. Mij valt liet
onwaardeerbaar voorrecht ten deel, Mijne
beminde Dochter den leeftijd te zien berei
ken, waarop Zij naar het voorschrift der
Grondwet tot de regeering wordt geroepen.
In dagen van smart en rouw tr.id Ik op
als Regentes van het Koninkrijk, thans
schaart zich het geheele Volk in vreugde
om den troon zijner jonge Koningin, God
heeft Mij in deze jaren gesteund, Mijn
dierbaarste wensch is vervuld.
Aan allen, die Mij met raad en daad
hebben ter zijde gestaan en die Mij gesteund
hebben door hunne liefde en gehechtheid,
breng ik Mijnen dank.
Moge het ons Land met zijne Bezittingen
en Koloniën onder de regeering van Konin
gin Wilhelmina wel gaanHet zij groot
in alles, waarin ook een klein volk groot
kan zijn
Ik treed af van de hooge plaats, die Ik
in ons Staatswezen heb bekleed, met den
diepgevoelden wensch, dat op Koningin en
Volk te zamen, door de nauwste banden
vereenigd, Gods zegen blijve rusten.
De Minister van Buitenlandse he Zaken,
W. H. de Beaufort.
De Minister van Justitie,
De Minister van Binnenlandsche Zaken,
H. Goeman Borgesius.
De Minister van Marine,
Röell.
De Minister van Financiën
De Minister van Oorlog,
Eland.
De Minister van Waterstaat, Handel en
C. Lely. (Nijverheid,
De Minister van Koloniën,
Cremer.
van den 31sten Augustus 1898,
betreffende de aanvaarding der
regeering door Hare Majesteit,
Koningin WILHELMINA.
W ij WILHELMINA, bij de gra
tie Gods, Koningin der Nederlanden,
Prinsetvan Oranje-Nassau, enz. enz., enz.
Op dezen voor U en Mij gewichtigen dag
gevoel Ik Mij gedrongen eenige woorden
tot IJ te richten.
Allereerst een woord van warme dank
baarheid Sedert Mijne vroegste jeugd hebt
Gij Mij omgeven met Uwe liefde. Uit alle
deelen van het Koninkrijk, uit alle kringen
der maatschappij, van ouden en jongen, ont
ving Ik steeds de treffendste blijken van
gehechtheid. Nadat Mijn beminde Vader Mij
was ontvallen, werd al Uwe aanhankelijk
heid aan Mijn Stamhuis op Mij overgebracht.
Thans, nu ik gereed sta de schoone, doch
zware taak, waartoe -Ik geroepen ben, te
aanvaarden, gevoel Ik Mij als gedragen
door Uw trouw.
Ontvangt Mijnen dank Hetgeen Ik tot
dusver mocht ondervinden liet onuitwisch-
bare indrukken bij Mij na Het is Mij een
waarborg voor de toekomst.
Mijne innig geliefde Moeder, aan Wie Ik
onuitsprekelijk veel verschuldigd ben, gaf
Mij het voorbeeld van een edele en verhe
vene opvatting der plichten, die nu op Mij
rusten.
Ik stel Mij tot levensdoel dat voorbeeld
na te volgente regeeren zooals van eene
Vorstin uit het Huis van Oranje wordt ver
wacht. Aan de Grondwet getrouw wensch
Ik den eerbied voor den Nederlandschen
naam en de Nederlandsche vlag te bevestigen,
Ik wensch bij het Opperbestuur over de
Bézittingen en Koloniën in Oost en West
rechtvaardigheid te betrachten, en naar Mijn
vermogen bij te dragen tot verhooging van
Uw geestelijk en stoffelijk welzijn.
Ik hoop en verwacht, dat U aller steun,
in welken ambtelijken of maat&chappelijken
werkkring binnen of buiten het Koninkrijk
Gij zijt geplaatst, Mij daarbij nooit ontbreken
zal.
Op God vertrouwende en met de bede,
dat Hij Mij sterke, aanvaard Ik de regeering.
Lasten en bevelen dat deze proclamatie in de
Staatscourant en het Staatsblad opgenomen en (er
plaatse, waar zulks gebruikelijk is, aangeplakt
zal worden.
Gedaan te 's Gravenhage, op heden den 31sten
Augustus 1898.
De Minister van Buitenlandsche Zaken
W. H. de Beaufort.
De Minister van Justitie,
Cort v. d. Linden.
De Minister van Binnenlandsche Zaken,
II. Goeman Borgesius.
De Minister van Marine.
Röell.
De Minister van Financiën,
Pterson.
De Minister van oorlog,
Eland.
De Minister van Waterstaat, Handel en
CLely Nij verheid,
De Minister van Koloniën,
Cremer,
1
door den Z. E. Heer JUDOCUS SPRANGERS,
Pastoor te WAALWIJK.
Weergalme uw juichtoon, Nederlanders,
Uw zonne rijst in heerlijkheid!/"
De glorie straalt eips fieren^tanders
In nieuwen glans en majesteit!
Van noord tot zuid, van oost tot west,
In dorp en vfeL, in stad en vest,
Aan de oevers en der zeeën strand^ LL.
Uw feestlied schal O Nederland.
Hulde en eer, en lof en dank /S
O moederde eerste klank. -
H eer Ink hebt uw ""taak volbracht/^
der lente levenskrach
v
Met des vaders eigen macht
Schitterend in Koningspracht,
Treedt zij voort, die gij bemint.
uw dierbaar«senig kind
O Eedle^^pruitO Neerlands roem en glorie
Gezegend kinddat aller hoop vervult
Daar daagt een nieuwe luister aan d'historie, -
Wij groeten U in 't vorstelijk kleed gehuld!
Gij draagt in ^maagdelijke handen
Den Schepter van "Jrtn rijksgebied X
siert de kroon der vrije Nederlanden,
Is 't vaderland geen heil geschied
z,ijn Waatren
Weer klaatren
Yan 't daavrend accoord,.
Van 't feestlied der ^roning,
Der hulde betooning
Die 't maatloos gebied van het luchtruim doorboort!
en
TJöcïT
Der vorsten lot
Berust in uwe harden.
O zegen gij
Ten allen tij,
Dat smeeken wij,
In breede rij
Op 't feestgetij
leVKoiiingin der Nederlanden.
Bcscher
J onze
Jf Haar yOPraagsterHeervan u
Verlicht H
Bewaar *fe
Dat bidden we
Verlicht Uaar met uw hemelswijsheid
levens grijsheid,
op dezen
1
JZetel
ons t^t de
Trouw zweren wij aan haren.
Ten spijt der dwaling, die vermetel
Der krone hoogsten adel randt.
Geen rots in stuivend zand^verandert.
Qranje Waldeck's.Konings^tanderd
Heerschc over 't schoone Nederland
O Engel des HemelsO Bode des vredes
Plant gij op haar wegen d'olijt
Dat 't erfdeel der Vadrende trouw aan Oranje
lu lengte der dagen Haar eigendom fyljjfl
Laat stormen dan razen en loeien de orkanen,
f ^iet gckrland, °p uwen dierbaren grond,
JLL vrede en zegen «-Ons eed is gezworen J
-J De jubel der kroning bezegelt 't verbond
O Heerdie boven sterrenlrans
troonen volk bestiert,
Verwelke nooit de lauwerkrans
v-Die 't Neerlandsch volk versiert*».
Eén liefde aan ons Oranjehuis,
t^Een liefde zonder peil, 3
Dat aller zang en bede ruisglv» m
-Aan U ffistinne heil Af
De Echo van het Zuiden.
Wailwpséc en Langslraafselie Courant,
Di Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk fl,]5.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsoh-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
/rgs ,zgt
Lasten en bevelen dat deze proclamatie in de
Staatscourant en het Staatsblad opgenomen en ter
plaatse, waar zulks gebruikelijk is, aangepakt zal
worden.
Gedaan te 's Gravenhage, op heden den 30sten
Augustus 1898.
CORT V. D. LINDEN.
PlERSON.
-i' 1 - l.r
c2S8s>,
- w gezag.