Nummer 76.
Zondag 25 September 1898
Tweede Blad.
v
Staatkundig overzicht.
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
Spanje.
Engeland.
China.
Duitschland.
Argentinië.
BINNENLAND.
Vervolg Nieuwsberichten.
UITVOERINGEN.
Het giug er Woensdag in het Paleis van
Justitie, waar het proces tegen Picquart en
Leblois zou behandeld worden, levendig toe.
Nadat de voorzitter Bernard voorlezing had
gedaan van de akte van beschuldiging, kwam
het openbaar ministerie aan het woord en
vroeg verdaging der zaak omdat de militaire
gouverneur van Parijs een onderzoek had
gelast tegen Picquart wegens het „petit bleu"
of stadstelegram.
Labori, Picquarts verdediger, verzette zich
met kracht tegen het voorstel om de zaak te
verdagen, hij sprak er zijn verontwaardiging
over uit, dat met dit nieuwe ouderzoek alleen
in kennis waren gesteld de bladen, die
Piquart onafgebroken belasteren en bij drong
er bij de rechtbank op aan het verdagings-
voorslel niet aan te nemen omdat Picquart
het recht had nu gevonnisd te worden en de
nieuwe aanklacht alleen bedoelde tijd te
winnen om zoogenaamde nieuwe bewijzen te
verzamelen tegen Picquart. Labori eindigde
aldus Na de samenhooping van alle denk
bare onbeschaamdheden en beleedigingen op
het hoofd van Picquart, ziet men zich ge
dwongen samen te werken met een bende
falsarissen, waarvo r het leger zich schaamt,
om ons het recht te weigeren.
Na een korte repliek van den voorzitter,
zette Labori zijn schitterend betoog voor een
zeer sympathiek gestemde menigte voort en
ook de advocaat van Leblois, Fabre, drong
aan op vrijlating van zijn cliënt.
Picquart richtte zich op en sprak naar het
publiek gekeerd als volgt: „Mijne heeren,
ook ik verzoek u de zaak onmiddellijk in
behandeling te nemen. Dit voeg ik er nog
bij het is wellicht de laatste maal, dat ik
in het openbaar zal spreken. Ten aanzien
van het „pe'it bleu" zou ik mij gemakkelijk
kunnen rechtvaardigen. Hedenavond slaap ik
wellicht reeds in de militaire gevangenis van
Cherche-Midi en ik acht het daarom noodig
het volgende te verklaren mocht ik in mijn
cel het koord vinden van Lemercier-Picart
of het- scheermes van Henry dan zou er geen
zelfmoord gebeuren maar een moord, want
mannen wier geweten zuiver is zooals ik,
plegen geen zelfmoord 1"
Op dit opzienbarende vertoog volgde een
langdurige bijval in de zaal.
Het gerechtshot trok zich terug ter beraad
slaging en een kwartier later werd het beslui'
tot verdaging voor onbepaalden tijd openbaar
gemaakt.
Er werd een manifestatie gehouden ten
gunste van Picquart en Picquart werd naar
de gevangenis de la Santé teruggebracht,
welker directeur geweigerd had den kolonel
aan de militaire autoriteit uit te leveren
zonder bevel in deze van zijn chefs.
Guérin, die minister van justitie was tijdens
het proces Dreyfus heeft in een interview
verklaard dat generaal Mercier op eigen
verantwoording heeft gehandeld, en dat de
overige ministers nooit van de stukken ken
nis hebben gehad.
Guérin is van oordeel dat, aangezien
Picquart verklaard heeft dat Esterhazy de
schrijver van het borderel is, en aangezien er
zonder voorkennis van Dreyfus en zijn ver
dediger stukken aan de rechters zijn meege
deeld, de nietigverklaring van het proces
van 1894 noodzakelijk is.
Volgens de France militaire heeft een
geneesheer van de marine, dr. R., die Dreyfus
vóór zijn vertrek naar het Duivelseilaud be
handelde, zich toen meester gemaakt van een
pakje papieren, dat in de kleeren van den
veroordeelde genaaid was. Deze papieren
zijn to.n bij een notaiis gedeponeerd, met
het opschrift„Na mijn dood te openen
dr. R De France militaire gelooft dat het
zijn nut zou hebben, dr. R. te vragen om
openbaarmaking van den inhoud vau dat
pakje daar kan de sleutel van de Dreyfus-
zaak liggen.
afwijzend beschikken op deze eischen, dan
zouden de mogendheden middelen moeten
beramen om langs anderen weg tot hetzelfde
resultaat te komeu.
Duitschland toont nog altijd geen lust om
met de het naast bij de Kreta-aangelegenheid
betrokken mogendheden weder gemeene zaak
te maken en in Oostenrijk schijnt men even
eens zijn kracht te zoeken in onthouding van
inmenging.
Prins Henri van Orleans schrijft in de
Figaro over de Fasjoda-kwestie een artikel
„De rechten van Frankrijk op den Nijl."
Hij betoogt dat die rechten vierderlei zijn
die v\elke voortkomen uit het feil dat
Noebar-pasja Egyptisch Soedan ontruimd
heeftdie welke volgen uit Engeland's be
lof'en om zich niet meer met Soedan in te
laten (ter loops vermeldt hij Engeland's be
loften om Egypte te ontruimen)de rechten
die het tractaat van Berlijn geeft ten opzichte
van niet door Europeanen bezette streken,
en de theorie van het achterland, grenzende
aan bezittingen de rechten die een gevolg
zijn van het lijden van onze officieren en
soldaten, en van de uitgaven die de bezet
ting van het Bahi-el-Ghasal-gebied noodig
heeft gemaakt.
In de kolenmijnen der Borinage dreigt weder
een werkstaking. De arbeiders vragen hooger
loon wegens den hoogen prijs der kolen en
den bloeienden handel in dat artikel. Indien
den 15den October hun eisch niet is inge
willigd, zal de algemeene we: kstaking worden
afgekondigd.
genoegen, maar de Leipziger zweert er nu
eenmaal bij. Is het wooder d it zijn gemoed
in opstand komt als de viering van dien dag
(die toch al hoe langer hoe minder gevierd
wordt, en te recht) in gevaar komt En kan
men zich verbazen, als aan de van veront
waardiging tiillende pen van den redacteur
van zoo'n voortreffelijk orgaan in de Elster-
en Pleisse-stad als de Leipziger Zeitung, een
ontboezeming als deze ontsnapt
Er is een storende klank vernomen in de
Sedanfeestvreugde. In een boodschap is een
plan bekendgemaakt, waartegen als ons vader-
landsch gevoel in opstand komteen plan om
te outwapeD
En Verder De oorlog is geen moordenaar
van de beschaving, menig geslacht strekt hij
ten zegen, als het lot het een grooten en
rechtvaardigen o irlog zendt. Er is geen zeker
der en vertrouwbaarder gids tot ootmoedig
vertrouwen in God, tot volledige berusting in
den wil des Allerhoogsten, als de oorlog.
Deze beschouwing over de vredesbood
schap van den Tsaar zal wel eenig in haar
soort zijn.
Tot nog toe bedragen de kosten voor de
reis van keizer Wilhelm naar Palestina 230.000
gulden.
Het gerucht gaat, dat de czaar van
Rusland vermoedelijk den 27steu September
te Danzig de onthulling van het gedekieeken
voor de Russische soldaten zal komen bijwo
nen en dat ook keizer Wilhelm daarbij tegen
woordig zal zijn,
Een gedeelte van de visschersvloot uit
Memel is in den nacht van Maandag op
Dinsdag door een plotseling opstekenden storm
overvallen. Twee pinken sloegen om, een
strandde en een vierde wordt nog vermist
Van 29 visschers heeft slechts een er het
leven afgebracht. De zee had 11 lijken op
het strand geworpen.
In het bagno te Cayenne is een ernstige
opstand uitgebroken. De boeven ten getale
van 4000 hebben eenige personen vermoord,
de militaire magazijnen geplunderd en be
dreigen de stad. De overheid heeft dringend
om het zenden van troepen verzocht aan den
commandant op Martinique, daar het garni
zoen niet voldoende is om den gevangenen
het hoofd te bieden.
Admiraal Cervera is aan boord van de „City
of Rome" te S'antander aangekomen, in
gezelschap van kapitein Eulates, den com
mandant der „Viscaya." Zijn vrienden ont
vingen hem met eenige jubelkreten, doch de
weinig talrijke menigte (de datum vau de
aankomst was geheim gehouden) heeft den
admiraal niet kunnen zien, daar hij aan boord
bleef, waar zijn zoons hem een bezoek
brachten.
Bij de overslroomiogen in het Zuiden
des lands zijn in het dorp Herrera tachtig
personen verdronken. De olijfoogst is vernield
het water bereikt de toppen der olijfboomen.
Voortdurend spoelen lijken aan.
De nota, door deu Italiaanschen minister
van buitenlandsche zaken Canevaro in ver
band met de Kretaquaeslie lot devijfgroote
mogendheden, Duitschland, Frankrijk, Enge
land, Oostenrijk en Rusland gericht, bedoelt
de gemeenschappelijke samenwerking der zes
mogendheden eenerzijds om van de Porte te
eischen de terugtrekking van haar beambten
en haar troepen binnen een bepaalden,
nader vast te stellen termijn en anderzijds de
verplichting te aanvaarden tot waarborging
van des sultans suzereiniteit en tot beschermiug
vau het leven en den eigendom van de
Muzelmannen op het eiland. Mocht de Porte
We hebben dezer dagen zoo dikwijls ge
hoord van pogingen om treinen te doen
ontsporen, dat de volgende daad van zelfop
offering wel daar tegenover vermeld mag
worden.
Dinsdagmorgen vroeg was een ploeg spoor
wegwerklieden bezig aan het herstellen van
een gebroken rail, op den Highland spoorweg,
in Schotland, bij het station Altnabreac, toen
het fluitje van een locomotief in de verte het
sein gaf dat de posttreiu naar Inverness
aankwam. De mannen hadden een trolley bij
zich die den weg versperde, er was geen
seiutoestel in den omtrek, en de trein kwam
in volle vaart aanstoomen.
De werklieden waren geheei de kluts kwijt,
op één na, John Morrison genaamd, een jonge
gehuwde man, met twee kinderen. Morrison
dacht alleen aan het verschrikkelijk gevaar
voor de reizigers in den trein, en met boven-
menschelijke inspanning slaagde hij er in, den
wagen van de rails te brengen, maar ten koste
van zijn leven. De machinist zag wat er
gaande washij kon echter den trein niet
meer tot stand brengen, en Morrison werd
vermorseld.
De correspondent van de Times te Peking
seint De Keizer heeft zijn eigen afzettings
decreet geteekeod, gedicteerd doot de Kei
zerin-Weduwe. Het decreet stelt het zoo voor,
dat de Keizerin-Weduwe op de smeekbeden
van haar zoon erin toegestemd heeft het
regentschap weer te aanvaarden. Het keizer
lijk' bevelschriit bepaald dat de Keizer en de
hooge ambtenaren vandaag de Keizerin-
Weduwe als souverein moeten begroeten.
Het is zonderling dat daags vóór de af
zetting van den Keizer de buitengewone
Japansche gezant markies Ito een lang onder
höbd had met den Keizer, die zich voor
hervormingen verklaarde.
De Keizerin-Weduwe moet zeer fel tegen
den Engelschen gezant zijn. Het herstel van
Li-hoeng-tsjang in zijn waardigheid verbittert
de Engclsche chauvinisten, die woedend
eischen dat de Engelsche vloot iu de Chi
neesche wateren dat herstel met geweld zal
verhinderen.
De correspondent van de Daily Mail te
Peking stelt hel zoo voor, dat de staatsgreep
bekonkeld was tusschen de Keizerin-Weduwe
en den Russischen gezant Pavlof, die na den
val van Li-hoeng-tsjang telkens langdurige
gesprekken hadden.
Volgens den correspondent van de Times
zit het hof in grooten angst wegens de vor
deringen die de tegen het vorstenhuis gerichte
opstand maakt. De opstandelingen hebben
Hoe-nan ingenomen.
De Leipziger is prat op vele dingen, onder
anderen op de marnier waarop in Leipzig de
Sedan-dag gevierd wordt. Om den Sedan
dag te zien vieren, moetje in Leipzig komen,
vindt hij. In werkelijkheid, althans naar onzen
Hollandschen smaak, is het een hoogst matig
De minister van buitenlandsche zaken van
Chili en de Argentijnsche gezant hebben
Donderdag de overeenkomstgeteekend waarbij
de twee landen dat gedeelte van het geschil
dat loopt over de grens ten zuiden van de
parellel 26° 52" 45", onderwerpen aan de
scheidsrechterlijke beslissing van koningin
Victoria. De onderhandelingen duren tusschen
de twee regeeringen voort over de grens ten
noorden van de genoemde parellel, en daar
de Chileensche regeering er op staat dat ook
dat gedeelte van de kwestie aan arbitrage
onderworpen zal worden, en de Argentijnsche
Republiek dat blijft weigeren, zijn de moei
lijkheden nog niet uit den weggeruimd.
WAALWIJK.
Zondag 25 dezer 'smiddag ten 12 uur zal
door de Liedertafel „Oefening en Vermaak"
van Waalwijk en Bezooien, op de zaal Musis
Sacrum worden uitgevoerd
Programma AD LIBITUM.
van s-Bosch, heeft benoemd tot pastoor
te Vlierden, den weleerw. heer L. Lorskens;
tot pastoor der nieuwe parochie in de
Hasselt te Tilburg, dun weleerw. heer F. J.
A de Beer; tot kapelaan aldaar, de wel
eerw. heeren dr. M. C. de Wit en C. van
der Zanden; tot rector van het gesticht voor
blinde meisjes te Grave, deu weleerw. heer
F. J. M. Van Bommel; tot kapelaan te
Asten, den weleerw. heer J. C. Martens
tot kapelaan te Nuland, den weleerw. heer
B. Prinsen; tot kapelaan te Lieropden
eerw. heer J. L. Brekeltnans; tot kapelaan
te Son, dan eerw. heer H. de Jong, en tot
kapelaan te Wanrooi, deu eerw. heer J. A.
Van der Vaart, de laatste drie priesters van
het seminarie.
Kamer van Koophandel te Waalwijk.
Bij koninklijk besluit dd. 19 Augustus
1898, Staatsblad no. 202 is naar aanleiding
van het indertijd ingediend adres der //Ka
mer van Koophandel en Fabrieken alhier",
de vrijdom van accijns ten gebruike van
fabrieken en trafieken heel wat uitgebreid,
en zijn de lastige formaliteiten voor den
inslag zoowel van ruw als geraffineerd zout
ook veel verminderd.
Door de Kamer van Koophandel en
Fabrieken alhieris aan den gemeenteraad
voorgesteld de navolgende verandering te
brengen in de in deze gemeente bestaande
jaarmarkten
Te behouden de markten vallende op
Woensdag na Aschdag; Woensdag na
Pinksteren; Woensdag voor Maria Geboorte;
Donderdag na 1 October en Woensdag voor
den laatsten Vrijdag in October.
En intestellen
Behalve in die maanden waarin bovenge
noemde markten vallen, //acht" nieuwe jaar
markten te houden op /,.iederen eersten Vrij
dag" der maanden bij een opdien dag
invallenden feestdag, dan de markt te be
palen op daags te voren.
Verder, om door het uitloven van premiën
voor vet vee de markt te bevorderen.
25-jj*rige ambtsvervulling.
1 October a. s. zal het 25 jaar geleden
zijn, dat de heer Th. van Delft zijn ambt aan
vaardde als directeur der teekenschool alhier.
Iedereen kent de bekwaamheid en toe
wijding van genoemden directeur, en weet
hoeveel hjj gedurende die 25 jaar van stipte
plichtsbetrachting voor onze teekenschool
heeft gedaan en tot welk een hoogen trap
hij haar heeft opgevoerd, getuige de voort
durende bloei en vooruitgang dezer schoql
onder zijne bekwame leiding.
Het zal hem daarom dien dag niet ont-
breken, aan blijken van belangstelling ep
dankbaarheid.
PreiUcmarkt en Vergadering der 14e Aid.
der Mij. van Landbouw,
Woensdag 11. had alhier de jaarlijksche
premiemarkt van wege de 14e Afd. der Mij.
van Landbouw en daarna hare gewone ver
gadering, plaats.
De keuring der mededingende paarden en
vee nam, door het groote aantal puike exem
plaren, zooveel tijd in beslag, dat de ver
gadering in plaats van ten elf, eerst om één
uur kon worden geopend. (In 't vervolg
zal de keuring om 9 uur aanvangen).
De waarnemende voorzitter, de heer A.
J. Rijken, bracht een warm woord van hulde
aan onzen oud- voorzitter, den heer van Dijk
voor hetgeen ZEd. voor onze afdeeling, tij
dens zijn voorzitterschap heeft gedaan. Hij was
er zeker van, dat ofschoon heden in persoon
op de Renkumsche heide, toch zijn hart en
gedachten in ons midden waren, deelde verder
mede, dat het bestuur der afdeeling onge
twijfeld in den geest der leden had ge
handeld door ZEd. het eerevoorzitterschap
aan te bieden. (Bravo's)
De rekening met de bijlagen over 1897
wordt gesteld in handen eener commissie
bestaande uit de heeren G. Vermeulen Wz.
en F. W. van Liempt; de laatste breDgt na
dat onderzoek rapport uit en adviseert tot
de goedkeuringdaar een en ander accoord
is bevonden.
De rekening sluit in ontvangst op
f 327.04,
in uitgaaf op 207.63,
WAALWIJK, 24 Sept. 1898.
Benoemingen.
Z. D. H. Mgr. W. Van de Ven, bisschop
al zoo met een batig slot van f 119.41.
Tijdens de commissie zich onledig hield
met het nazien der rekening, werd de be-