Nummer 84. Zondag 23 October 1898. 21e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen, Eerste Blad. ANTOON TXELEN, VERGELDING, Dit nummer bestaat uit twee bladen. De Duitsche Keizer te Konstantinopel. FEUILLETON. UITGEVER: Waalwijk. De Echo van het Zuiden, Waalw (jkscbe en Langslraalsche Courant Di Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1, Franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsoh- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Keizer Wilhelm is te Konstantinopel aan gekomen. Een aantal schepen, waaronder de „Bohemia" met de Duitsche kolonie aan boord en een schip met Duitsche school kinderen, waren het Duitsche eskader tege moet gevaren, dat te ongeveer 8 uur in het gezicht kwam. Achter de „Hohenzollern" yoeren de „Hertha" en de „Hela" en daar achter het Turksche jacht „Izzedin". De muziek speelde het Duitsche volkslied, geest driftige welkomstroepen weerklonken en de schoolkinderen wuifden jubelend met hun vlaggetjes. De keizer en de keizerin stonden op de commando-brug en groetten vriendelijk naar alle zijden. Toen de vloot het Serail naderde, werden saluutschoten gelost van de Turksche schepen onder het hoera- eu Jascha- geroep der bemanning. De Duitsche oorlogs bodems heschen daarna de Turksche vlag en de schepenwaarop zich de Duitsche kolonie en de schoolkinderen bevonden defileerden voor den keizer. De aankomst van het keizerlijk paar voor het paleis dat zij zullen bewonen te Dolma- Bagdsche, bood een schitterenden aanblik. In weerwil van de vermenging van Moorsche en Turksche renaissance-stijl maakt het door het zonlicht overgoten en door de blauwe golven bespoelde paleis een tooverachtigen indruk. Tegenover de poort lieten de „Ho henzollern:» en de beide oorlogschepen het anker vallen. De zee was, zoover het oog reikte, bedekt met een dooreen wriemelende menigte vaartuigen waarvan saluutschoten IIL 10 De misdaad te Miramont. Midden in mijn slaap werd ik echter door een heidensch rumoer gewekt. Een van mijn gendar men bombardeerde met beide vuisten op mijn deur en schreeuwde uit alle macht Wachtmeester 1 Wachtmeester Barillet 1 Sta op, spoedig l He, wat is er gebeurd I Een vreeselijke misdaad. Mijnheer Barley is vermoord 1 Mijnheer Barley vermoord! Hemelsche goedheid, dat is me een geschiedenis. Met één sprong ben ik uit mijn bed, schiet een paar kleedingstukken aan en open de deur. Is het geen loos alarm, Dubreuil? vroeg ik aan mijn gendarme, dio geheel onthutst op den drempel stond met een blaker in de kaod. Neen, zeker niet, wachtmeester, de geheele fabriek is in rep en roer. Michaud, de meester knecht, is aangifte komen doen aan de kazerne en enhij is nog beneden. Goed, dan kan hij mij onderweg inlichten. Zijn de brigadier en de manschappen wakker? Jn, ja, Girardot die mij wat gezelschap heeft gehouden nu ik de wacht heb, door een partijtje kaart met me te spelen, heeft alle manschappen bijeen geroepen, terwijl ik u ging wekken. Goed, hoe laat is het Even over elven, wachtmeester, en het vriest dat het kraakt. Het is verbazend, ik heb nog nooit zoo'n kou bijgewoond. Ge moogt uw mantel wel omslaan. Onder het praten had ik mij van top tot teen gekleed. Ik gespte mijn sabel om, stak mijn pis tolen bij mij wij hadden toen nog geen revolvers en snelde de deur uit. Op marsch. De meesterknecht Michaud zat zich te warmen bij de gloeiende kachel in het wachtlokaal, mijn gen darmen kwamen met groot geraas de trappen af, klossend met hun zware laarzen, terwijl hun sa bels tegen de treden slingerden. muziek en hoera-geroep weerklonken. Nabij de trap aan de landingsplaats stonden de Duitsche gezant Von Marschallde leden van het gezantschap en van het consulaat met hun dames, maarschalk Edhem Pacha en andere aanzienlijke Turken. Te kwart over negenen verkondigden ka nonschoten, dat de keizer en de keizerin de „Hohenzollern" hadden verlaten en op dat oogenblik arriveerde de sultan in de uniform van maarschalk en met zijn Duitsche ridder orden op de borst aan den aanlegsteiger. Toen de keizerin de boot, die de bezoekers aan wal bracht, verliet, ondersteunde de sultan haar en drukte haar buigend de hand. Daarna schudde hij keizer Wilhelm hartelijk de hand en begroette hem vriendschappelijk. De sultan bood de keizerin den arm en schreed lang zaam door de door de lijfwacht gevormde haie. Keizer Wilhelm volgde met Von Mar schall en Tewfik Pacha, den Turkschen minister van buitenlandsche zaken en daar achter kwam een dichte drom van honderden Turksche dignitarissen. De sultan voerde zijn gasten door de ruime zalen van het paleis naar den salon, waar zij zich eenigen lijd levendig met elkaar onderhielden. Van het paleis te Dolma-Bagdsche ging het vervolgens in rijtuigen naar Yildiz Kiosk door de door troepen afgezette straten. Dichte drommen cavalerie eu infanterie in haar nieuwe uuifoimen, hielden de menigte in de dwarsstraten. Van alle huizen wapperden de vlaggen en waar de stoet zich vertoonde bracht de menigte door buigen en geestdriftig geroep baar hulde aau de vorstelijke gasten van haar gebieder. In Yildiz-Kiosk ontving de sultan den keizer en de keizerin in zijn werkkamer. De lunch werd gebruikt in het gebouw der Duitsche ambassade en vele genoodigde Turksche grootwaardigheidbekleeders namen er aan deel. Na afloop zong een Duitsche werklieden-vereeniging, die in den tuin stond opgesteld, eenige liederen en toen volgde de voorstelling der onder Duitsch land's bescher ming staande Zwitsers. Is 't waar? zei ik tegen Michaud, is mijnheer Barley dood? Morsdood! Wij vonden hem op den drempel van zijn kantoor, hij was al stijf, de tong stak uit zijn mond en het gelaat was paarsch. Dus hij is geworgd Zeker wel. Wie heeft de misdaad ontdekt? Zijn bediende, Joseph, die een heftige woor denwisseling en daarna hulpkreten hoorde. Hij kwam echter te laat, want mijnheer lag al ster vend op den grond. Heeft hij niets gezegd Neen, men is nog naar den dokter gesneld, maar die kon slechts den dood constateeren. Dit alles werd gesproken terwijl wij de straat van Miramont doorliepen. Hier en daar brandde nog licht, op de fabriek was het zoo druk als mid den op den dag. Onze troep, bestaande uit zes man, liep met ver snelden pas en onze voetstappen klonken luide op den hard bevroren grond. De afstand van de gendarmerie naar de fabriek was niet grooter dan een halve kilometer, wij waren er dus spoedig. Over de binnenplaats, die altijd vol balken en planken lag, bracht de meesterknecht ons naar net kantoor van mijnheer Barley. De binnenplaats stond vol zenuwachtige, opgewonden werklieden, die druk praatten over de misdaad en de drijf veer er toe. Allen, die op de fabriek werkten,waren daar aan wezig, terwijl de boeren in kleine troepjes uit het dorp en den omtrek naderden. Mijnheer Barley was ruw jegens zijn onderge schikten, hij kon geweldig razen en zeide in zijn drift al wat hem voor den mond kwam, ja, het was zelfs geen zeldzaamheid, dat hij een wecrspanuigen werkman in zijn kraag greep, maar hij was recht vaardig, hij wist ieders verdienste te waardeeren en was niet te gierig om iemand, die eens goed zijn best gedaan had, een paar francs extra te geven. Hij was niet bemind bij het werkvolk, maar men beschouwde hem toch als een goeden patroon en niemand wenschte hem leed toe. Door de mis daad was echter deze onverschilligheid eensklaps in een vurige sympathie overgegaan. Bij onze aankomst werden wij door een juichkreet begroet Ha, daar zijn de gendarmes! Men verbeeldt zich zqp licht in dergelijke omstan- In antwoord op een door hun woorvoerder gehouden toespraak, antwoordde keizer Wil helm, dat zijn politiek met betrekk'ng tot Turkije dezelfde zou ziju als die van zijn grootvader, waarvan men thans de vruchten plukt. De tusschen hem en den sultan voor treffelijke verhouding bewijst, hoe twee rijken, in weerwil van het groote verschil in ras eu godsdienst, in vriendschappelijke betrekkingen met elkaar kunnen staan. Dinsdagavond werd ter eere van keizer Wilhelm en keizerin Augusta Victaria een gala-diner gegeven in Yildiz-Kiosk waaraan het gevolgde gezant Von Marschall, de Turksche grootvizier en vele andere groot- waardigheidsbekleeders deelnamen. Toasten werden niet gehoudendaar de sultan als Mohammedaan geen wijn drinkt. Voor het diner overhandigde de keizer den sultan als geschenk twee statues, voorstellende keizer Wilhelm I en keizerin Augusta. Na den maaltijd verzamelden de souvereinen zich voor de vensters en bewonderden het vuur werk en de prachtige illuminatie van den Bosporus. De su'tao verleende velen leden van het gevolg zoowel dames als heeren ridderorden en geschenken. Woensdagmorgen vroeg maakte de keizer een rijtoer van Jedikula over Ejub aan den Gouden Hoorn naar Merassin-Kiosk. Behalve het Turksche eskorte begeleidde slechts ka pitein Morgen den keizer. De Turksche bladen schrijven natuurlijk vol bewondering over hunnen hoogen gast en dat in die artikelen, waarin den Keizer alle mogelijke lof wordt toegezwaaid, de Sultan niet vergeten wordt, spreekt vanzelf, en zoo leest men in een Turksche krant dat het be zoek een erkenning is van de staatsmanswijs heid van den Sultan, dat de Sultan met den Duitscheu Keizer overeenstemt in den wensch om duurzaam een toestand van vreedzamen vooruitgang te vestigen. Nu kan menhet de Turksche bladen niet kwalijk nemen als ze zulke dingen schrijven, maar van Duitsche bladen mag nv„n verwachten dat ze zich al- digheden, dat de gendarmerie zich maar behoeft te vertoonen om den misdadiger aan te wijzen. Ongelukkiger wijze is dat niet altijd het ge val. De werklieden drongen spoedig opzijde om ons den doortocht vrij te laten. Op het kantoor der klerken liet ik mijn gendarmes achter, met bevel de nieuwsgierigen op een afstand te houden, ver volgens begaf ik mij, vergezeld van den brigadier, naar het kantoor van mijnheer Barley. Bij het licht van een lamp zag ik daar verscheidene personen den geneesheer van het dorp, dokter Delcourt; Joseph, den bediende; den boekhouder Masson en twee werklieden, meesterknechts. Zoo, zijt ge daar, wachtmeester Barillet, zei- de de dokter, die bezig was zijn instrumenten in te pakken. Voor u is hier werk, voor mij helaas niet meer. Ik heb nog getracht hem te aderlaten, maar vruchteloos, het bloed wil niet meer komen, het is met hem gedaan. Hij moet minstens reeds een half uur dood zijn. Toch ademde bij nog, toen ik binnenkwam, zeid Joseph. Die arme mijnheer, hij keek mij zoo smeekend aan. Heeft hij nog iets gesproken vroeg ik. Neen, wachtmeester Barillet, geen enkel woord. Ik heb nog getracht hem op te helpen, maar hij viel op den grond terug en heeft niets meer ge zegd- Hij moet bijna terstond dood geweest zijn, bevestigde dokter Delcourt, want de ellendeling, die hem heeft aangevallen, was ijzersterk, dat be wijzen de vlekken aan den hals van het slachtoffer, de vingers zijn diep in het vleesch gedrongen en hebben het strottenhoofd geheel ingedrukt. Dokter Delcourt toonde mij nu hetgeen hij op het lijk had waargenomen. Ik ril nog ab ik er aan denk, die arme mijnheer Barley zag er ver schrikkelijk uit, zijn gelaat Mejuffrouw De la Reynie, die het verhaal van ka- oitein Barillet met aandacht had gevolgd, viel iiem nu even in de rede: Die bijzonderheden bespaart ge ons wel, niet waar kapitein Volgaarne, lieve juffrouw, het onderzoek duur de dan ook tiet lang, want ik gloeide van toorn jegens den misdadiger en verlangde met ongeduld hem te ontdekken. Juist zooals wij, deed de jonge dame zich weer hooren. thans van loftuigingen op den Sultan onthou den zullen. En over 't algemeen schijnen ze dat ook te doen. Een uitzondering maakt echter de Post, dat ontdekt heeft dat Abd ul- Hamid II een patriot en hervormer is. In de eerste plaats vindt het blad een be wijs voor de staatsmanswijsheid van den Sul tan in de geringe schuld van Turkije, maar twee milliard mark Portugal, Spanje en Italië moeten dienstdoen om te bewijzen hoe wei nig dat is. De Sultan, heet het dan verder, doet zijn best om de industrieele en natuur lijke hulpmiddelen des lands te ontwikkelen. Immers hij heeft het beleggen van Euro- peesch kapitaal in wegen, spoorwegen en fac torijen bevorderd en in zijn geheele rijk landbouwscholen gesticht. De edele Monarch" heeft in 't algemeen veel gedaan voor het onderwijs, en volgens Vambery (ook een autoriteit is de gelegenheid tot onderwijs in Turkije veel ruimer dan in Rusland. De voortreffelijkheid van het Turksche leger, grootendeels te danken aan Duitsche onder wijzers, is ruimschoots gebleken in den oorlog met Griekenland (dan was toch ook de oor log met Rusland een beter voorbeeld geweest). De Sultan is dus een van de uitmuntendste hervormers die ooit over Turkije hebben ge regeerd. De Sultan heeft hier en daar wat van zijn gebied moeten afstaan, maar des te krachtiger heeft hij in Tripoli, Bengazi en Jemen de Ottomansche heerschappij hersteld. »En verre over de grenzen van zijn rijk: iu Egypte, Perzie, Indie en Middel-AziC, in één woord, waai mohammedanen wonen, wordt naar de stem vau Abd-ul-Hamid II, den Chalief, met ontzag en geestdrift geluisterd." Het artikel eindigt „Het gelaat van den Sultan, dat door een zwarten baard wordt omlijst, heeft een zachte, schrandere uitdrukking onder het denkers- voorhoofd gloeien oogen, die het inwendig vuur verraden. Abd-ul-Hamid bezit een on gewoon verstand en opmerkelijke scherpzin nigheid en is een geboren diplomaatterwijl hij tevens vriendelijk, goedig, verdraagzaam, eu zijn aard vóór alles grootmoedig, edel en Zonder mij lang op te houden met een nauw keurig onderzoek hetgeen later onze oude kan tonrechter, mr. Lechalut, wel doen zou, wanneer hij van onder zijn warme dekens was gekomen en moed genoeg bijeengezameld had om de geva ren van het kouvatten te trotseeren begon ik dadelijk de noodige inlichtingen te vragen: Wie heeft mijnheer Barley het laatst gezien vanavond Ik, antwoordde de boekhouder Masson. Hij was even voor negen uur van een reis naar Riom te ruggekomen en daar ik nog het een en ander met hem te bespreken had, ben ik bij hem gebleven, terwijl hij zijn souper gebruikte. Hoe laat zijt ge van hem weggegaan? De torenklok speelde juist kwart over tie nen. Bleef hij alleen Neen, mijnheer Duhesme was gekomen. Ah riep ik uit. Zij hadden zeker ernstige zaken met elkaar te verhandelen, ging de boekhouder voort, want mijnheer Barley zond mij onmiddelijk weg: »Ge hebt nu voor vanavond al genoeg gewerkt, vriend je, het wordt tijd om te gaan slapen-Dat zijn de laat9te woorden, die ik van hem gehoord heb. Ik pakte dus mijn papieren bij elkaar en ging heen, blij dat ik «aar huis kon. De boekhouder herinnerde zich eensklaps, dat hij nog iets had vergeten, want hij hernam O ja, dat is waar ook. Voordat mijnheer Duhes me kwam, heeft mijnheer Barley een dik pak bank- billetten uit zijn brandkast genomen en in zijn schrijfbureau geborgen. Ik snelde naar het aangewezen meubelstuk, waarvan de sleutel nog in het slot stak, opende het, trok alle laden open, maar vond niets anders dan een groote rol papier, die ik losmaakte en die be stond uit teekeningen, plans eu verklaringen van machinerieën, Van bankbilletten geen spoor. Duizend duivels! riep ik uit, terwijl ik met mijn vuist op het blad van het schrijfbureau sloeg, de uitvinder heeft het gedaan. Geen mcnsch sprak mij tegen, allen die in de kamer waren, dachten er eveneens over. Het kan geen ander gedaan hebben dan hij, zeiden de meesterknechts op een toon van over tuiging. 01 welk een schurkl Wordt varvolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1898 | | pagina 1